ECLI:NL:RBGEL:2023:6258

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 november 2023
Publicatiedatum
16 november 2023
Zaaknummer
05/131922-23, 05/149648-23 (gevoegd ttz), 13/109802-23 (tul)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor meerdere diefstallen en heling met civiele vorderingen

Op 6 november 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere diefstallen en heling. De verdachte, geboren in 1999 en momenteel gedetineerd, werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S.C. van Bunnik. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan verschillende diefstallen, gepleegd in vereniging met een medeverdachte, op 27 mei 2023 in Putten. De tenlastelegging omvatte onder andere de diefstal van kledingstukken en parfums uit verschillende winkels, alsook de heling van een mobiele telefoon en andere goederen in Harderwijk op 18 juni 2023. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, waarbij de verdachte werd aangetroffen met de gestolen goederen. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 14 maanden op, met aftrek van het voorarrest, en oordeelde dat de verdachte niet in aanmerking kwam voor een lagere straf gezien zijn recidive en de ernst van de feiten. Daarnaast werden civiele vorderingen van benadeelde partijen behandeld, waarbij de rechtbank bepaalde dat de verdachte schadevergoeding moest betalen aan de benadeelde partijen voor de geleden schade door de diefstallen. De rechtbank verklaarde de benadeelde partijen voor een deel niet-ontvankelijk in hun vorderingen, omdat de schade niet voldoende was onderbouwd of omdat de goederen nog onder beslag lagen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummers: 05/131922-23, 05/149648-23 (gevoegd ttz), 13/109802-23 (tul)
Datum uitspraak : 6 november 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1999 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres 1] ,
op dit moment gedetineerd in de P.I. [locatie] .
Raadsvrouw: mr. S.C. van Bunnik, advocaat in Amsterdam-Duivendrecht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Ten aanzien van parketnummer 05/131922-23
1
hij op of omstreeks 27 mei 2023 te Putten tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een winkel op/aan [adres 2] ) één of meerdere korte broeken (merk Chief, ter waarde van in totaal 99,98 euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] (gevestigd op/aan [adres 2] ), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op of omstreeks 27 mei 2023 te Putten tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een lederen portemonnee, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] (gevestigd op/aan [adres 3] ), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 27 mei 2023 te Putten tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om een lederen portemonnee, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] (gevestigd op/aan [adres 3] ), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
- een lederen portemonnee in een papieren tas heeft gestopt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3
hij op of omstreeks 27 mei 2023 te Putten een of meer winkelgoederen (garnalen, kaas, ananas, noten en/of drinken), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 3] (gevestigd op/aan [adres 4] ), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4
hij op of omstreeks 27 mei 2023 te Putten tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere parfums (ter waarde van in totaal ongeveer 755,60 euro), in elk
geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de [benadeelde 4] (gevestigd op/aan [adres 5] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
5
hij op of omstreeks 27 mei 2023 te Putten tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één of meer broeken (merk Vanguard, ter waarde van 239,90 euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 5] ( [benadeelde 5] , gevestigd op/aan [adres 6] ), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
6
hij op of omstreeks 27 mei 2023 te Putten tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een winkel op/aan [adres 7] ) een of meerdere blouses (merk Casa Moda), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 6] (gevestigd op/aan [adres 7] ), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Ten aanzien van parketnummer 05/149648-23
1
hij in of omstreeks de periode van 17 juni 2023 tot en met 18 juni 2023 te Harderwijk, een mobiele telefoon (Samsung Galaxy S20 Plus 5G, imei: [nummer] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 7] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 18 juni 2023 te Harderwijk, een mobiele telefoon (Samsung, imei: [nummer] ), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen
goed betrof;
2
hij op of omstreeks 18 juni 2023 te Harderwijk een (schouder)tas (grijs met een rits) en/of een Iphone 8+ (wit) en/of een bankpas (Rabobank betaalpas behorend tot rekeningnummer [rekeningnummer] ) en/of een sleutelbos (met drie huissleutels en een groene tag), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 8] , in elk geval aan een ander
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij op of omstreeks 18 juni 2023 te Harderwijk ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om enig goed en/of geldbedrag naar zijn gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 9] en/of [benadeelde 10] , in elk geval aan een ander
toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van inklimming,
- over een hekje is geklommen en/of gestapt en/of de boot heeft betreden en/of
- met een lamp rond heeft geschenen en/of
- zoekend rond heeft gekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 18 juni 2023 te Harderwijk in de woning, het besloten lokaal en/of het besloten erf, de bo(o)t(en) op/aan/bij [adres 8] ( [plaats] ) bij een ander, te weten bij [benadeelde 9] en/of [benadeelde 10] , althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, in gebruik
wederrechtelijk is binnengedrongen en/of wederrechtelijk aldaar vertoevende zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds heeft verwijderd.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Ten aanzien van parketnummer 05/131922-23
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten. Wat betreft het onder 2 tenlastegelegde heeft de officier van gesteld dat kan worden bewezen dat verdachte zich aan het subsidiair ten laste gelegde feit schuldig heeft gemaakt.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van de onder 1, 2, 5 en 6 ten laste gelegde feiten. Het is niet te controleren of verdachte de persoon is op de foto in de WhatsAppgroep waarnaar wordt verwezen, omdat deze foto zich niet in het strafdossier bevindt. Dat er goederen gemist worden uit de voorraad van winkels is volgens de raadsvrouw onvoldoende bewijs dat de bij verdachte aangetroffen goederen die missende goederen zijn. Bovendien ontbreken er camerabeelden en wijkt het gegeven signalement bij de verschillende feiten van elkaar af. Wat betreft de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van alle feiten
Op 27 mei 2023 omstreeks 13:00 uur zijn verbalisanten naar aanleiding van een winkeldiefstal naar de winkel ‘ KO- [persoon 2] sigars and interior ’ in Putten gegaan. Aangever [persoon 2] liet hen een paar camerabeelden zien van twee personen. Hij zei dat hij deze beelden ook in een groepsapp voor ondernemers uit de buurt had gedeeld. Hij zei dat in de app ook werd gedeeld dat deze twee personen ook in andere winkels waren geweest en goederen hadden weggenomen.
Op de beelden zagen verbalisanten het volgende signalement:
1e persoon:
-man;
-getint;
-zwart haar en een zwart baardje;
-blauwe blouse met daaroverheen een bodywarmer;
-Lichtblauw petje
2e persoon:
-man;
-getint;
-Licht gevlekte blouse;
Ook werd er in het eerste signalement meegegeven door het Operationeel Centrum dat
één persoon een Ziengs tas bij zich had.
De verbalisanten kregen een melding dat iemand de verdachten van de winkeldiefstal in het zicht had. De verbalisanten zijn daarheen gereden en troffen twee personen aan, zijne verdachte en medeverdachte [medeverdachte] , die volledig voldeden aan het signalement. Beide personen hadden diverse tassen bij zich, waaronder een Ziengs tas die duidelijk geprepareerd was. [2]
Verdachte had de (geprepareerde) tas van de Ziengs bij zich. Medeverdachte [medeverdachte] had een plastic tas van de Plus met daarin diverse eetbare goederen bij zich en een bigschopper van de Wibra met daarin onder meer 8 stuks parfum, 2 korte broeken van het merk Chief, 1 blouse van het merk Casa Moda en 2 grijze lange spijkerbroeken van het merk Vanguard. [3]
Verdachte heeft verklaard dat hij op 27 mei 2023 aan het rondlopen was. Hij was aan het shoppen en boodschappen aan het doen in de supermarkt. Hij en zijn vriend zijn in verschillende winkels geweest. [4]
Feit 1 ( [benadeelde 1] )
Namens [benadeelde 1] , gevestigd aan [adres 2] in Putten, heeft [persoon 1] aangifte gedaan van diefstal van twee korte broeken met een waarde van € 99,98. [5]
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat op zaterdag 27 mei 2023 rond 13:00 uur twee mannen kwamen binnenlopen. Tijdens het verkooppraatje van getuige bleef de lange man bij haar staan en sprak met haar. De kleine man liep naar de shorts. De mannen hadden in hun eigen taal contact met elkaar. De mannen zijn ongeveer 10 minuten in de winkel geweest en hebben niks bij de kassa afgerekend. Rond 13:30 uur zag getuige in de ondernemersapp een foto voorbij komen. Er waren twee mannen op beeld die getuige herkende van het winkelbezoek. Later kreeg getuige te horen dat er twee korte broeken waren gevonden van het merk Chief bij de twee mannen. Dit zijn korte broeken die [benadeelde 1] verkoopt. De broeken die weggenomen zijn, zijn de broeken die aan de voorzijde van de winkel liggen en waarbij de kleine man constant zoekend rondkeek. [6]
[benadeelde 1] heeft een overzicht overgelegd waarop te zien is dat twee artikelen genaamd ‘Iyan Short’ in de maten XS en S op voorraad zijn en dat er nul zijn geteld. [7]
Feit 2 ( [benadeelde 2] )
Namens [benadeelde 2] , gevestigd aan [adres 3] in Putten, heeft [persoon 2] aangifte gedaan van een (poging) winkeldiefstal van een lederen portemonnee. [8]
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat op 27 mei 2023 twee jongens de winkel aan [adres 3] in Putten binnenkwamen. Een van de jongens had een portemonnee uit de winkel in zijn handen en ging achter een blok staan. Getuige had op dat moment geen zicht meer op hem. Getuige is er toen naartoe gelopen en zag de portemonnee in de papieren winkeltas van de jongen zitten. Zij heeft aangegeven dat de portemonnee terug moest waarop de jongen de portemonnee uit de tas haalde en deze teruggaf. Getuige herkent beide jongens van de WhatsApp foto’s uit de buurtwinkeliersapp. [9]
Feit 3 ( [benadeelde 3] )
Namens [benadeelde 3] , aan [adres 4] in Putten, heeft [persoon 3] aangifte gedaan van winkeldiefstal. Hij heeft verklaard dat de politie op 27 mei 2023 met een Plus tas in de winkel kwam vragen of er goederen misten. In de tas zaten onder andere garnalen en Red Bull. Eerder was de Plus ingelicht via de winkeliersapp over twee verdachte personen. In de app was er een foto van de personen doorgestuurd. Aangever keek op de camerabeelden van de winkel of hij kon zien dat de personen in de winkel waren geweest. Hij zag op de camerabeelden dat omstreeks 13:08 uur een manspersoon die leek op de persoon van de foto uit de app de winkel verliet met een Plus tas. De man heeft geen goederen ter betaling aangeboden. Aangever heeft nog in het systeem gekeken of er tegelijk garnalen en Red Bull op een bon waren verkocht, maar dit was niet het geval. [10]
Op de door de verbalisant [verbalisant 1] uitgekeken camerabeelden is te zien dat een persoon, die door verbalisant wordt herkend als verdachte, bij binnenkomst geen plastic boodschappentas bij zich heeft. Hij pakte een plastic tas bij de kassa’s en liep vervolgens verder de Plus in. Hij pakte goederen uit een schap en deed deze in de tas. Verdachte liep de Plus uit met een volle boodschappentas. Deze goederen zijn niet afgerekend bij de kassa. [11] Verbalisant [verbalisant 2] ziet dat een persoon, die hij herkent als de persoon die later is aangehouden, Red Bull blikjes pakte en in zijn plastic tas stopte. [12]
Feit 4 ( [benadeelde 4] drogisterij)
Namens [benadeelde 4] drogisterij aan [adres 5] in Putten heeft [persoon 4] aangifte gedaan van winkeldiefstal. [13]
Op de beschrijving van de camerabeelden van de [benadeelde 4] drogisterij volgt dat twee personen de winkel binnenkomen die bij elkaar hoorden en tegen elkaar spreken. Verbalisant [verbalisant 2] herkent de personen als de personen die zijn aangehouden. De twee personen stonden voor het schap van de herenluchtjes. Persoon 1 zette zijn zwarte tas van Ziengs op de grond en pakte een product uit het schap. Beide personen keken schichtig om zich heen. Persoon 1 en 2 pakten een product uit het schap en keken vervolgens de winkel door. Persoon 2 pakte een product uit het schap en persoon 1 keek om zich heen. Persoon 2 stopte een product in zijn big shopper. Persoon 2 haalde nog eens een product uit het schap en stopte dit in zijn big shopper. Persoon 1 hield zich bezig met de omgeving. Persoon 2 pakte nog een product uit het schap en stopt dit in de Ziengs tas van persoon 1 terwijl persoon 1 stond toe te kijken. Persoon 1 pakte zijn Ziengs tas op en daarna liepen beide personen de winkel uit. [14]
Feit 5 ( [benadeelde 5] )
Namens [benadeelde 5] , [adres 6] in Putten, heeft [persoon 5] aangifte gedaan van winkeldiefstal. Zij heeft verklaard dat op 27 mei 2023 twee mannen de winkel binnenkwamen. Beide mannen hadden een tas bij zich, waarvan één grote tas van de Wibra. Zij liepen naar een hoekje waar broeken liggen. De mannen zijn ongeveer tien minuten in de winkel geweest, waarna zij de winkel weer verlieten. Later die dag werd de winkel door de politie gebeld dat er twee broeken waren gevonden van het merk Vanguard. Uit het computersysteem bleek dat de winkel inderdaad 2 Vanguard broeken in die maten miste. De broeken kosten € 119,95 per stuk. [15]
Aangeefster herkende de mannen op de foto uit de winkeliers groepsapp als de mannen die bij hen in de winkel waren. [16]
Feit 6 ( [benadeelde 6] )
Namens [benadeelde 6] , [adres 7] in Putten, heeft [persoon 6] aangifte gedaan. Hij heeft verklaard dat er op 27 mei 2023 twee mannen de winkel inliepen. De ene man had een grote tas bij zich, de andere man had ook een grote tas bij zich waarin nog een tas zat. Hij herkende de mannen op de foto in de appgroep voor winkeliers. Er kwamen in de app foto’s voorbij van de spullen die bij de mannen waren aangetroffen. Aangever herkende direct een overhemd van het merk Tasa Moda (de rechtbank begrijpt: Casa Moda). De blouse bleek inderdaad uit de voorraad te missen. [17]
Verbalisant heeft een foto gestuurd van een in beslag genomen blouse. Aangever heeft laten weten dat die blouse inderdaad van hen was en gemist werd in de voorraad. [18]
Ten aanzien van alle feiten
De rechtbank is van oordeel dat uit het voorgaande volgt dat verdachte de onder 1 tot met 6 (primair) tenlastegelegde feiten heeft begaan.
Wat betreft het onder 1, 2, 4, 5 en 6 tenlastegelegde is de rechtbank van oordeel dat verdachte tezamen en in vereniging met medeverdachte [medeverdachte] heeft gehandeld. Verdachte en medeverdachte [medeverdachte] zijn steeds samen in de winkels gezien, ze kwamen samen naar, spraken met elkaar en hebben spullen (bij elkaar) in de tas gedaan. Vervolgens zijn verdachte en medeverdachte [medeverdachte] samen aangetroffen met de uit de winkels gestolen spullen en aangehouden. De rechtbank is aldus van oordeel dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking en dat er derhalve spraken is van medeplegen.
Wat betreft het onder 2 ten laste gelegde feit is de rechtbank van oordeel dat verdachte en medeverdachte als heer en meester hebben beschikt over de portemonnee. Zij hebben deze portemonnee buiten het zicht van de winkelmedewerker in de tas gestopt en hebben de portemonnee daarmee aan de feitelijke heerschappij van de winkel onttrokken. De rechtbank komt daarom tot bewezenverklaring van de primair ten laste gelegde (voltooide) diefstal.
Ten aanzien van parketnummer 05/149648-23
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten. Voor wat betreft het onder 1 tenlastegelegde heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat niet de primair ten laste gelegde diefstal, maar wel de subsidiair ten laste gelegde heling kan worden bewezen. Wat betreft het onder 3 ten laste gelegde feit heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat het primair ten laste gelegde poging tot inbraak niet bewezen kan worden, maar wel het subsidiair tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van de onder 1, 2 en 3 primair ten laste gelegde feiten. Over het onder 1 ten laste gelegde feit heeft de raadsvrouw naar voren gebracht dat voor het primair tenlastegelegde het bewijs van een wegnemingshandeling ontbreekt. Ook het subsidiair tenlastegelegde kan niet worden bewezen. Verdachte heeft een verklaring gegeven dat hij de telefoon heeft gekregen van een persoon in het AZC die deze bij hem wilde opladen. Verdachte heeft een naam en plaats gegeven. Daar is geen verder onderzoek naar verricht. De verklaring van verdachte is niet op voorhand ongeloofwaardig.
Over het onder 2 ten laste gelegde feit heeft de raadsvrouw naar voren gebracht dat er onvoldoende bewijs is dat het verdachte is die op de camerabeelden is te zien en al zou de rechtbank dit wel bewezen achten, dat er onvoldoende bewijs is dat het verdachte is die de tas heeft weggenomen.
Over het onder 3 ten laste gelegde feit heeft de raadsvrouw bepleit dat vaststaat dat verdachte op de boot is geweest, maar dat er geen bewijs is van een begin van uitvoering van een inbraak of wegnemingshandeling en dus enkel sprake is van het subsidiair ten laste gelegde feit.
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1
Op 18 juni 2023 rond 03.15 uur is verdachte gefouilleerd. Daarbij heeft de politie twee telefoons aangetroffen. Er stond op een telefoon een Nederlandse tekst ‘hoi’ op het beginscherm en er zat geen simkaart in deze telefoon. [19] Deze telefoon is in beslag genomen. Het Imei-nummer van de in beslag genomen telefoon is [nummer] . [20]
Aangever [benadeelde 7] heeft verklaard dat hij om 22.30 uur een laatste bericht heeft gestuurd met zijn telefoon, een Samsung Galaxy S20 Plus 5G. Het Imei-nummer van deze telefoon is [nummer] . Hij is in slaap gevallen op de bank in zijn woning in Harderwijk. Het raam stond open. Later zag hij dat er een bloempot was omgevallen op de vensterbank. Hij werd wakker op de bank en kon zijn telefoon nergens vinden. Op een gegeven moment kwam de politie met zijn telefoon aan de deur. [21]
Verdachte heeft nadat de politie de telefoon bij hem had aangetroffen verklaard dat de telefoon van een vriend is. Bij de rechter-commissaris heeft verdachte verklaard de betreffende avond de telefoon van ene [persoon 7] heeft gekregen: [persoon 7] heeft de telefoon aan powerbank van verdachte gelegd, dat was lang het water voor de boten waar hij vanaf 22.00 uur zat. Bij de politie heeft verdachte nog verklaard dat hij deze telefoon voor het opladen in zijn tas heeft gedaan en dat [persoon 7] toen naar het AZC is gegaan.
Gelet op het voorgaande wordt verdachte vrijgesproken van de primair ten laste gelegde diefstal van de telefoon. Het dossier bevat geen bewijs dat verdachte de wegnemingshandeling heeft verricht en verdachte heeft een alternatieve verklaring voor het voorhanden hebben van de telefoon gegeven. De rechtbank zal verdachte ook vrijspreken van de subsidiair ten laste gelegde opzetheling, nu – gegeven de verklaring van verdachte – niet kan worden gezegd dat hij wist dat de telefoon van diefstal afkomstig was. De subsidiair ten laste gelegde schuldheling acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen. Onder de voornoemde omstandigheden, te weten de Nederlandse tekst ‘hoi’ op het beginscherm en het feit dat er geen simkaart zat in de telefoon, had verdachte redelijkerwijs moeten vermoeden dat de telefoon van diefstal afkomstig was.
Feit 2
Aangeefster heeft verklaard dat zij op 17 juni 2023 in Harderwijk haar tasje op een tafeltje in een café [naam] had gelegd. Rond 00.00 uur heeft aangeefster haar tasje nog even gepakt. Rond 01.00 uur wilde aangeefster naar huis gaan en merkte zij dat haar tasje was weggenomen. In het grijze schoudertasje met rits zat een witte iPhone 8 met doorzichtige hoes. In het hoesje zat een Rabobank betaalpas van rekeningnummer [rekeningnummer] . In de tas zat tevens een sleutelbos (met 3 huissleutels) en een tag van het werk. [22]
Getuige [getuige 3] heeft verklaard dat een onbekende persoon binnenkwam in het café en zoekend om zich heen keek. Hij viel op omdat hij geen vaste gast was. Op de camerabeelden was te zien dat deze man een tasje om zijn nek had toen hij het café binnenkwam. Toen de man naar buiten liep zagen ze dat er iets onder zijn shirt zat. Getuige dacht toen eerst dat het zijn tasje was dat hij bij binnenkomst om zijn nek had, maar dat bleek hij nog gewoon om zijn nek te hebben. [23]
Getuige [getuige 4] heeft verklaard dat de man naast een tafeltje stond waar een damestasje onbeheerd stond. Hij is maar 5 à 6 minuten binnen geweest. Op de camerabeelden was te zien dat hij een langwerpig voorwerp onder zijn shirt had toen hij naar buiten liep. Hij had zijn eigen tas nog gewoon over zijn schouder. [24]
Verbalisant [verbalisant 3] bevond zich op 18 juni 2023 in Harderwijk en was belast met de toezicht op de openbare orde. Hij zag om 01.50 uur twee mannen fietsen die hij samen met de verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] kortstondig heeft gevolgd. Te zien was dat de mannen bijzondere bewegingen maakten door bijvoorbeeld wegen in te reden en vervolgens weer direct te omkeren. De mannen gingen uiteindelijk de binnenstad in en hielden zich op in het horecagebied. Verbalisant zag rond 02.30 uur dat de beide mannen samen het [plaats] te Harderwijk opliepen. Op de horecatelefoon ontving verbalisant om 03.03 uur een bericht afkomstig van café [naam] en een foto van de persoon die daar een tas gestolen zou hebben. Verbalisant herkende de persoon als een van de mannen die hij samen met zijn collega’s had gevolgd en het [plaats] heeft zien opgaan. Verbalisant begaf zich op dat moment samen met zijn collega's [verbalisant 4] en [verbalisant 5] naar de dam van het [plaats] , waarop hij zag dat de beide mannen het [plaats] af kwamen lopen in hun richting. Zijn collega’s hebben de mannen staande gehouden in verband met een melding dat op een aangemeerde boot twee mannen waren betrapt. De mannen bleken verdachte en medeverdachte [medeverdachte] te zijn. [25]
Verdachte is op 18 juni 2023 om 03.30 uur door (onder andere) verbalisant [verbalisant 5] aangehouden (voor huisvredebreuk) op het Wellenpad te Harderwijk. [26]
Verbalisant [verbalisant 5] heeft verdachte op de camerabeelden (van café [naam] ) herkend omdat hij langere tijd tegenover de verdachte stond nadat hij hem had aangehouden Hij zag dat de man op het filmpje een mager postuur had en een opvallend kapsel; een volle bos donkerkleurig haar, half lang en in een soort kuif naar één kant van het gezicht gekamd. Ook zag hij dat die man een donkerkleurig baardje had met opvallende bakkebaarden. Verbalisant [verbalisant 5] is met een fotoblad naar verbalisant [verbalisant 4] gelopen.
Verbalisant [verbalisant 4] herkende verdachte van het fotoblad met twee printscreens als degene die zij op heterdaad had aangehouden. Verbalisant [verbalisant 4] herkende de verdachte aan zijn opvallende kapsel, zijn magere postuur en zijn gelaat met baard. [27]
In het verhoor bij de rechter-commissaris heeft verdachte verklaard dat hij niet in een café is geweest en de hele tijd bij het water heeft gezeten. [28]
Uit het voorgaande volgt op basis van de herkenningen van de verbalisanten dat verdachte in het café is geweest en daar bij de tafel heeft gestaan waar het tasje dat is gestolen heeft gelegen. Verdachte verlaat daarna het café met, naast zijn eigen tas die hij bij binnenkomst al bij zich had, iets onder zijn Tshirt dat hij bij binnenkomst van het café nog niet bij zich had. Gelet hierop en de leugenachtige verklaring van verdachte dat hij alleen langs het water heeft gezeten, terwijl uit de bevindingen van verbalisant blijkt dat hij die nacht in binnenstad is geweest en zich in het horecagebied heeft begeven en de ontkenning van verdachte dat hij in het café is geweest terwijl verdachte op beelden in het café door verbalisant is herkend, is de rechtbank van oordeel dat hetgeen wat onder zijn T-shirt zat toen hij het café verliet het tasje van aangeefster moet zijn geweest.
Gelet op dit alles is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte het schoudertasje uit het café heeft gestolen.
Feit 3
Aangeefster heeft verklaard dat zij op 18 juni 2023 rond 03:10 uur met haar man in hun boot aan [adres 8] in Harderwijk ( [plaats] ) lag te slapen. In de binnenkajuit scheen een lamp. Er stond een persoon in de binnenkajuit. Om binnen te komen moet je over een hekje stappen. De persoon had geen toestemming om mijn woning te betreden. [29]
Verdachte heeft verklaard dat hij op de boot is geweest en naar binnen is geweest. [30]
De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende bewijs aanwezig is om tot een bewezenverklaring van een poging tot inbraak te komen, omdat niet kan worden vastgesteld dat verdachte op de boot was met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening. De rechtbank zal daarom verdachte van het onder feit 3 primair tenlastegelegde vrijspreken.
De rechtbank acht gelet op het voorgaande de onder 3 subsidiair ten laste gelegde huisvredebreuk in een woning wel bewezen. Dat de boot waarop verdachte is binnengedrongen aan te merken is als een woning volgt uit de omstandigheid dat aangeefster en haar man op de boot verbleven en sliepen en daarmee op dat moment hun privéleven daar leidden.

3.De bewezenverklaring

Ten aanzien van parketnummer 05/131922-23
1
hij op
of omstreeks27 mei 2023 te Putten tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen, (
in/uit een winkel
op/aan [adres 2]
) één ofmeerdere korte broeken (merk Chief, ter waarde van in totaal 99,98 euro)
, in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten dele aan[benadeelde 1] (gevestigd
op/aan [adres 2]
), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op
of omstreeks27 mei 2023 te Putten tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,een
lederenportemonnee,
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 2] (gevestigd
op/aan [adres 3] ),
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij op
of omstreeks27 mei 2023 te Putten
een ofmeer winkelgoederen (garnalen, kaas, ananas, noten en
/ofdrinken),
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 3] (gevestigd
op/aan [adres 4] ),
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4
hij op
of omstreeks27 mei 2023 te Putten tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen, een ofmeerdere parfums
(ter waarde van in totaal ongeveer 755,60 euro), in elk
geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan de [benadeelde 4] (gevestigd
op/aan [adres 5] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
5
hij op
of omstreeks27 mei 2023 te Putten tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen, één ofmeer broeken (merk Vanguard, ter waarde van 239,90 euro)
, in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 5] ( [benadeelde 5] , gevestigd
op/aan [adres 6]
), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
6
hij op
of omstreeks27 mei 2023 te Putten tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen, (in/uit een winkel op/aan [adres 7] ) een ofmeerdere blouses (merk Casa Moda),
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 6] (gevestigd
op/aan [adres 7] ),
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Ten aanzien van parketnummer 05/149648-23
1
hij op
of omstreeks18 juni 2023 te Harderwijk, een mobiele telefoon (Samsung, imei: [nummer] ),
althans een goed heeft
verworven,voorhanden heeft gehad,
en/of heeft overgedragen,
terwijl hij ten tijde van
de verwerving ofhet voorhanden krijgen van dit goed
wist,
althansredelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen
goed betrof;
2
hij op
of omstreeks18 juni 2023 te Harderwijk een
(schouder
)tas (grijs met een rits) en
/ofeen Iphone 8+ (wit) en
/ofeen bankpas (Rabobank betaalpas behorend tot rekeningnummer [rekeningnummer] ) en
/ofeen sleutelbos (met drie huissleutels en een
groenetag),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 8]
, in elk geval aan een ander
toebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij op
of omstreeks18 juni 2023 te Harderwijk in de woning
, het besloten lokaal en/of het besloten erf,de bo
(o)t
(en) op/aan/bij [adres 8] ( [plaats] ) bij een ander, te weten bij [benadeelde 9] en
/of[benadeelde 10]
, althans bij een ander of anderen dan bij verdachte,in gebruik
wederrechtelijk is binnengedrongen
en/of wederrechtelijk aldaar vertoevende zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds heeft verwijderd;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal - en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Ten aanzien van parketnummer 05/131922-23
Feit 1, 2, 3, 5 en 6, telkens:
diefstal door twee of meer verenigde personen
feit 4:
diefstal
Ten aanzien van parketnummer 05/149648-23
Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
schuldheling
feit 2:
diefstal
feit 3:
in de woning bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden, met aftrek van het voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest moet worden opgelegd. Bij een veroordeling voor alle ten laste gelegde feiten dient een lagere straf dan 14 maanden gevangenisstraf te worden opgelegd gelet op de landelijke oriëntatiepunten.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte is nog geen jaar in Nederland en uit zijn justitiële documentatie volgt dat hij reeds is veroordeeld voor zes vermogensfeiten. In de voorliggende zaak is bewezen dat hij nog eens 9 strafbare feiten, waarvan 8 vermogensfeiten, heeft gepleegd. Op 28 april 2023 is verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden, waarvan een maand voorwaardelijk, wegens diefstal. Deze gevangenisstraf is ten uitvoer gelegd van 28 april 2023 tot en met 26 mei 2023. Slechts één dag later, op 27 mei 2023, en dus gedurende de proeftijd heeft verdachte de feiten van het parketnummer 05/131922-23 gepleegd. Hieruit blijkt dat verdachte zich weinig aantrekt van de tot nu toe opgelegde (voorwaardelijke) gevangenisstraffen en voortdurend lijkt door te gaan met het plegen van (vermogens)feiten.
De landelijke oriëntatiepunten gaan bij een winkeldiefstal waarbij op geraffineerde wijze (geprepareerde tas) te werk wordt gegaan, uit van 2 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf en bij recidive 3 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bovendien heeft verdachte deze feiten, die voor een groot deel in vereniging zijn gepleegd, kort na elkaar gepleegd op dezelfde dag gepleegd, waar sprake is geweest van een strooptocht. Daar bovenop heeft verdachte een tas gestolen uit een café, huisvredebreuk gepleegd en een gestolen telefoon voorhanden gehad.
Al met al is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 14 maanden, zoals door de officier van justitie geëist, goed aansluit bij de landelijke oriëntatiepunten. De rechtbank ziet voorts geen redenen om van deze oriëntatiepunten af te wijken. Daarom zal de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 14 maanden, met aftrek van het voorarrest.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

Ten aanzien van parketnummer 05/131922-23
Benadeelde partij [persoon 4] ( [benadeelde 4] drogisterij)
De benadeelde partij [persoon 4] (aangeefster namens de [benadeelde 4] drogisterij in Putten) heeft in verband met het onder 4 bewezen verklaarde feit een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert vergoeding van in totaal € 990,60 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, voor wat betreft de schade aan de parfums. Voor het overige deel van de materiële schade heeft de officier van justitie verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering te verklaren.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering moet worden verklaard. De verdediging heeft zich wat betreft de parfumflesjes op het standpunt gesteld dat deze onder beslag liggen bij de medeverdachte en dat deze kunnen worden teruggegeven. De schade zou dus in principe hersteld kunnen worden.
Overweging van de rechtbank
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
De rechtbank overweegt dat de schadepost van de gemiste omzet niet dan wel onvoldoende inhoudelijk is betwist. Deze schadepost is voldoende onderbouwd en komt redelijk voor.
Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering voor wat betreft de gemiste omzet (tot een bedrag van € 235,-) kan worden toegewezen. De rechtbank gaat ervan uit dat hierin een schadevergoeding voor de tevens gevorderde loonkosten ligt besloten.
Voor wat betreft de schadeposten tijd om uit te zoeken wat er gestolen was, aangifte doen en invullen formulieren is de rechtbank van oordeel dat deze onvoldoende zijn onderbouwd, onder meer omdat niet blijkt in hoeverre deze posten zijn verrekend met de gemiste omzet.
Voor wat betreft de schadepost van de parfums stelt de rechtbank vast dat er nog geen beslissing is genomen over de parfums van [benadeelde 4] die onder medeverdachte [medeverdachte] in beslag zijn genomen. Bij die stand van zaken is het toekennen van een schadevergoeding voor de weggenomen parfums prematuur, omdat niet kan worden vastgesteld of na die beslissing schade resteert en, zo ja, hoeveel schade.
Daarom zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in deze delen van de vordering verklaren. De benadeelde partij kan deze delen van de vordering nog aan de burgerlijke rechter voorleggen.
Verdachte is vanaf 27 mei 2023 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank overweegt dat verdachte en zijn medeverdachte ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover zijn medeverdachte de schade heeft vergoed.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
Benadeelde partij [benadeelde 1]
De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft in verband met het onder 1 bewezenverklaarde feit een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert vergoeding van € 99,98 aan materiële schade (twee korte broeken), vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering moet worden verklaard. De verdediging heeft zich wat betreft de broeken op het standpunt gesteld dat deze onder beslag liggen bij de medeverdachte en dat deze kunnen worden teruggegeven. De schade zou dus in principe hersteld kunnen worden.
Overweging van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat er nog geen beslissing is genomen over de broeken die onder medeverdachte [medeverdachte] in beslag zijn genomen. Bij die stand van zaken is het toekennen van een schadevergoeding voor de weggenomen broeken prematuur, omdat niet kan worden vastgesteld of na die beslissing schade resteert en, zo ja, hoeveel schade. Daarom zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering verklaren. De benadeelde partij kan de vordering nog aan de burgerlijke rechter voorleggen.
Ten aanzien van parketnummer 05/149648-23
Benadeelde partij [benadeelde 8]
De benadeelde partij [benadeelde 8] heeft in verband met het onder 2 bewezenverklaarde feit een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert vergoeding € 1.319,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Bij de materiele schade zijn de volgende schadeposten opgegeven: een tas (€ 70,-), een sleutelbos (€ 25,-), een voordeurslot, cilinders en sleutels (€ 305,06) en een telefoon iPhone 8. Omdat benadeelde van de iPhone 8 geen bon meer had heeft zij € 909,- gevorderd voor een nieuwe telefoon, een iPhone 13, een hoesje en een glasplaatje dat zij heeft moeten kopen.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering moet worden verklaard, nu vrijspraak voor het feit is bepleit. Subsidiair heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, waarbij is gevraagd de schade voor de telefoon niet toe te wijzen dan wel een schatting te maken van de waarde van een iPhone 8.
Overweging van de rechtbank
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
De rechtbank overweegt dat de schadeposten behoudens de iPhone, niet zijn betwist. De schadeposten zijn (verder) voldoende onderbouwd en komen redelijk voor.
Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Wat betreft de schadepost van de iPhone 8 zal de rechtbank gebruikmaken van haar schattingsbevoegdheid en in plaats van de gevorderde € 909,- voor een iPhone 13 de waarde van de weggenomen telefoon schatten op € 150,-.
Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering voor wat betreft de gevorderde schadeposten (tot een bedrag van € 550,06) kan worden toegewezen.
Verdachte is vanaf 18 juni 2023 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.

9.De beoordeling van het beslag

Ten aanzien van parketnummer 05/131922-23
De rechtbank zal de teruggave van de bij verdachte inbeslaggenomen blouse aan de rechthebbende gelasten, omdat geen strafvorderlijk belang zich daartegen verzet.

10.De vordering tot tenuitvoerlegging (parketnummer 12/109802-23)

De politierechter heeft verdachte op 27 april 2023 veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden, waarvan 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
De officier van justitie vordert de tenuitvoerlegging van die straf.
De raadsvrouw heeft geen standpunt ingenomen over de gevorderde tenuitvoerlegging van die straf.
Bewezen is dat verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. De rechtbank is van oordeel dat de voorwaardelijk opgelegde straf daarom ten uitvoer moet worden gelegd.

11.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 36f, 57, 63, 138, 310 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht.

12.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het in parketnummer 05/149648-23 onder feit 1 primair en onder feit 3 primair ten laste gelegde feit;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 beveelt de tenuitvoerlegging van de op 27 april 2023 door de politierechter voorwaardelijk opgelegde straf, te weten 1 maand gevangenisstraf (parketnummer 13/109802-23);
 gelast de teruggave van de inbeslaggenomen blouse aan de rechthebbende;
  • veroordeelt verdachte in verband met het in parketnummer 05/131922-23 onder 4 bewezenverklaarde feit tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [persoon 4] ( [benadeelde 4] drogisterij) van € 235,- aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 mei 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij [persoon 4] ( [benadeelde 4] drogisterij) voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot vergoeding van materiële schade/smartengeld;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [persoon 4] ( [benadeelde 4] drogisterij), een bedrag te betalen van € 235,- aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 mei 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 4 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 bepaalt dat als de medeverdachte (een deel van) het schadebedrag betaalt dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht;
 verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;
  • veroordeelt verdachte in verband met het in parketnummer 05/149648-23 onder 2 bewezenverklaarde feit tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde 8] van € 550,06 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 juni 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij [benadeelde 8] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde 8] , een bedrag te betalen van € 550,06 aan materiële schade/smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 juni 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 11 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
Dit vonnis is gewezen door mr. S.A.L. van de Sande (voorzitter), mr. J.M.J.M. Doon en mr. Y. Yeniay-Cenik, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.I. Tuk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 6 november 2023.
mr. Van de Sande is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [persoon 8] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023239776, gesloten op 14 juni 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 93-95.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 91-92.
4.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 158-163.
5.Proces-verbaal van aangifte, p. 20-21.
6.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , p. 83-85.
7.Bijlage bij proces-verbaal van aangifte, p. 23.
8.Proces-verbaal aangifte, p. 34.
9.‘Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 107-109.
10.Proces-verbaal van aangifte, p. 54-56.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 58-59.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 60.
13.Proces-verbaal van aangifte, p. 44-49.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 51-52.
15.Proces-verbaal van aangifte, p. 38-41.
16.Proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever, p. 42-43.
17.Proces-verbaal van aangifte, p. 25-28.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 105-106.
19.Proces-verbaal van aanhouding verdachte, p. 43-45.
20.Kennisgeving van inbeslagneming, p. 122-127.
21.Proces-verbaal van aangifte, p. 100-104.
22.Proces-verbaal van aangifte, p. 79-82.
23.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] , p. 83-85.
24.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 4] , p. 86-89.
25.Proces-verbaal van bevindingen, p. 47 en 48.
26.Proces-verbaal van aanhouding, p. 43.
27.Proces-verbaal van bevindingen, p. 95-96.
28.Proces-verbaal verhoor verdachte, 21 juni 2023.
29.Proces-verbaal van aangifte, p. 65-67.
30.Proces-verbaal verhoor verdachte, p. 115-121.