ECLI:NL:RBGEL:2023:620
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de bestuursrechter in een bestuursrechtelijke procedure
Op 9 februari 2023 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiser A, wonende te plaats B, en de korpschef van de Nationale Politie als verweerder. Eiser heeft op 29 juni 2022 beroep ingesteld tegen een beslissing van 19 april 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat zij niet bevoegd is om over de zaak te oordelen en doet uitspraak zonder zitting, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Eiser heeft aanvullende stukken ingediend die betrekking hebben op verschillende voorvallen en verzoeken. De korpschef heeft op 25 augustus 2022 informatie verstrekt aan eiser, en de rechtbank heeft op 8 december 2022 een kopie van de beslissing aan eiser gestuurd. Eiser heeft in zijn correspondentie met de rechtbank aangegeven dat hij niet tevreden is met de wijze van aanhouding en dat hij letsel heeft ervaren. Hij heeft echter niet voldaan aan de verplichting om tijdig een kopie van het besluit waartegen hij beroep wil instellen over te leggen, en heeft geen beroepsgronden aangevoerd.
De rechtbank concludeert dat zij niet bevoegd is om de zaak te behandelen. Zelfs als aangenomen zou worden dat de sector bestuursrecht bevoegd zou zijn, is het beroep niet-ontvankelijk omdat eiser geen procesbelang meer heeft bij een beslissing. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. H.J. Klein Egelink, rechter, en is openbaar uitgesproken op 9 februari 2023.