Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 12 april 2023 (hierna: het tussenvonnis),
- de akte van 24 mei 2023 met producties 12 en 13 van [eiser] ,
- de akte van 24 mei 2023 met productie 2 van CWZ c.s.,
- het e-mailbericht van 30 juni 2023 van de rechtbank aan partijen.
2.De verdere beoordeling
Samenvatting
Vragenlijst:Onco/Long en GIC
e-mailbericht van 30 juni 2023 in de gelegenheid gesteld op het voorschot te reageren en hebben geen bezwaar gemaakt.
MDL-arts. Daarbij komt dat de deskundige in vraag 1 wordt gevraagd om een chronologisch overzicht te geven van het beloop van de geneeskundige behandeling van [eiser] . Indien de deskundige hierbij constateert dat de (feitelijke) behandelperiode door [betrokkene 2] beperkter was dan de periode die in vraag 2a is vermeld en indien dit naar zijn deskundige mening een relevante omstandigheid is, dan gaat de rechtbank ervan uit dat de deskundige die beperktere periode tot uitgangspunt neemt bij beantwoording van de vraag (2a) of [betrokkene 2] als behandelend arts heeft gehandeld conform de professionele standaard.
3.De beslissing
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken die de deskundige door de griffier is toegezonden op 22 juni 2023 (tevens te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
- de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
- dat uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
- dat de deskundige [eiser] in de gelegenheid moet stellen om gebruik te maken van zijn inzage- en blokkeringsrecht als bedoeld in art. 7:464 lid 2 onder b BW en, indien [eiser] als eerste kennis wenst te nemen van het deskundigenrapport, een concept van dat rapport aan [eiser] (eventueel onder gesloten couvert via zijn advocaat) moet toesturen en [eiser] daarbij een termijn van twee weken moet bieden om aan te geven of [eiser] gebruik wil maken van zijn blokkeringsrecht (waarbij [eiser] zich van commentaar op het concept moet onthouden),
- dat, indien [eiser] binnen die termijn mededeelt gebruik te maken van zijn blokkeringsrecht, de deskundige de werkzaamheden onmiddellijk moet staken en dit aan de rechtbank moet mededelen,
- dat, indien [eiser] geen gebruik maakt van zijn inzage- of blokkeringsrecht, de deskundige het concept van het deskundigenrapport aan de advocaten van partijen moet toezenden,
3 april 2024,
- indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen aan beide zijden op een termijn van twee weken, of
- na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht: voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van [eiser] op een termijn van vier weken.