Wat vindt de rechtbank
10. Gelet op het bepaalde in artikel 6:19 van de Awb heeft het beroep gericht tegen het bestreden besluit I van rechtswege mede betrekking op het bestreden besluit II. Nu het bestreden besluit I door het UWV is gewijzigd met het bestreden besluit II en niet is gebleken dat eiseres I en II nog belang hebben bij een inhoudelijke beoordeling van dat eerste besluit, zal de rechtbank de beroepen tegen het bestreden besluit I niet-ontvankelijk verklaren.
11. De rechtbank zal hierna de vraag beantwoorden of het UWV met het bestreden besluit II terecht stelt dat eiseres I voor 67,72% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres I en II daartegen in hebben gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiseres I op 17 maart 2021 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.
12. Voor zover eiseres I en II in het beroepschrift verwijzen naar dat wat zij in bezwaar hebben aangevoerd, overweegt de rechtbank dat het aan eiseres I en II is om in beroep gemotiveerd en specifiek aan te voeren waarom zij het niet eens zijn met het bestreden besluit II. De verwijzing naar het bezwaarschrift wordt niet als zo’n gemotiveerde en specifieke betwisting opgevat. Daarop is immers gereageerd in het bestreden besluit II. Eiseres I en II zullen dus moeten aanvoeren waarom zij het met die reactie niet eens zijn. Gelet hierop zal de rechtbank de beoordeling van het beroep plaatsen in het licht van de in beroep nader uitgewerkte gronden en niet in het licht van wat in bezwaar is aangevoerd.
13. In de beroepsgronden van eiseres I en II, de ingebrachte medische informatie en dat wat is besproken tijdens de zitting heeft de rechtbank reden gezien om te twijfelen aan de juistheid van de beoordeling van het UWV. De rechtbank heeft verzekeringsarts J.H. Bruning als deskundige benoemd. De deskundige heeft op 30 augustus 2023 zijn rapport overgelegd.
14. Eiseres I en II vinden dat het onderzoek van de deskundige onvoldoende zorgvuldig is, omdat de vraagstelling van de rechtbank volgens hen niet is beantwoord. De deskundige heeft niet beantwoord of de gevolgen van de tinnitus en hyperacusis juist zijn vertaald door het UWV. Ook heeft hij geen overleg gevoerd met de audioloog. Dat de beperkingen navolgbaar zijn, is gezien het complexe ziektebeeld geen adequate motivering. Verder heeft de deskundige zich geen oordeel kunnen vormen over de geschiktheid van de functie Machinaal metaalbewerker, waardoor deze functie moet vervallen.
15. Het UWV vindt op grond van het rapport van de deskundige dat het bestreden besluit II juist is. De deskundige heeft aangegeven dat hij van mening is dat de beperkingen adequaat en op een logische en navolgbare wijze in kaart zijn gebracht en ziet geen reden om meer beperkingen aan te nemen. Het UWV verwijst voor de geschiktheid van de functie Machinaal metaalbewerker naar de rapportages van de arbeidsdeskundige B&B.
Medische grondslag van het bestreden besluit II
16. Volgens vaste rechtspraak geldt als uitgangspunt dat de rechtbank het oordeel van een onafhankelijke, door haar ingeschakelde deskundige volgt als de motivering van deze deskundige haar overtuigend voorkomt. Deze situatie doet zich hier voor. De rechtbank licht dit hierna toe.
17. Het deskundigenrapport geeft blijk van een zorgvuldig onderzoek en is inzichtelijk en consistent. De deskundige heeft alle beschikbare medische informatie in de beoordeling betrokken en heeft eiseres I op de onderzoeklocatie onderzocht. Het gesprek met eiseres I duurde circa één uur. Verder heeft de deskundige in reactie op de vraag van de rechtbank informatie opgevraagd bij de audioloog. Anders dan eiseres I en II, vindt de rechtbank dat de deskundige de vragen van de rechtbank adequaat en voldoende duidelijk heeft beantwoord. Hij heeft gemotiveerd dat geen sprake is van een situatie van geen benutbare mogelijkheden op grond van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten. De deskundige vindt de beperkingen en onderbouwing zoals vastgelegd in de FML van 2 november 2022 adequaat, logisch en navolgbaar. Hij ziet geen gronden om aanvullende medische beperkingen te stellen. In zijn aanvullende reactie van 10 oktober 2023 geeft de deskundige aan dat de hoofdklacht en reden voor de medische beperking zowel in de tinnitus als hyperacusis gelegen is, welke een verstoring van het auditieve aandachtsmechanisme veroorzaakt. Daarbij zijn er energetische beperkingen vanwege een groot energieverbruik en verminderde mogelijkheid tot recuperatie. Daarnaast is sprake van blaasklachten en mentale problematiek. Verder blijkt uit de bijlagen bij de reactie van 10 oktober 2023 dat de deskundige contact heeft opgenomen met de audioloog, waarop de audioloog heeft aangegeven weinig tot geen aanvullende informatie te kunnen verschaffen. Gelet op het voorgaande vindt de rechtbank het aannemelijk dat de deskundige beschikte over voldoende informatie van de klachten van eiseres I, waaronder de klachten die voortvloeien uit de tinnitus en hyperacusis, en dit kenbaar heeft meegewogen in zijn beoordeling van de beperkingen. Hij heeft voldoende duidelijk gemotiveerd geen reden te zien om andere of aanvullende beperkingen aan te nemen ten opzichte van het UWV. De rechtbank ziet dan ook geen reden om het onderzoek van de deskundige ondeugdelijk te vinden.
18. De deskundige heeft de beperkingen van de FML van 2 november 2022 bevestigd. De rechtbank komt daarmee tot de conclusie dat het UWV terecht eiseres I in staat heeft geacht arbeid te verrichten als daarbij rekening wordt gehouden met deze beperkingen.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit II
19. De primaire arbeidsdeskundige heeft in zijn rapport van 13 januari 2022 vastgesteld dat het eigen werk van eiseres I als beleidsmedewerker duurzaamheid niet geschikt is, omdat deze functie haar belastbaarheid overschrijdt.
20. De arbeidsdeskundige B&B heeft aan de hand van de in bezwaar gewijzigde FML functies gezocht die eiseres in theorie nog wel kan uitvoeren. Dat heeft drie functies (en een reservefunctie) opgeleverd.
- ( SBC-code 264122) Machinaal metaalbewerker;
- ( SBC-code 111334) Huishoudelijk medewerker gebouwen;
- ( SBC-code 271171) Apotheekmedewerker.
De reservefunctie is (SBC-code 111010) Medewerker tuinbouw.
21. Naar aanleiding van de in beroep gewijzigde FML (van 2 november 2022) heeft de arbeidsdeskundige B&B beoordeeld of de geduide functies nog passend zijn. Zij vindt de functie Huishoudelijk medewerker gebouwen niet langer geschikt. Deze functie vervalt en de functie Medewerker tuinbouw komt ervoor in de plaats.
22. De arbeidsdeskundige B&B heeft de knelpunten beoordeeld en in haar rapporten voldoende uitgelegd waarom deze functies geschikt zijn voor eiseres. In het bijzonder heeft ze in reactie op het (aanvullende) beroepschrift aangegeven dat de geluidsbelasting in de functies overeenkomt met de geluidsbelasting van een normaal gesprek of een draaiende vaatwasser, wat volgens de arts B&B niet te luid is. Verder is in de functie van Apotheekmedewerker geen sprake van een (incidenteel) hoog werktempo. Deze toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk.
23. De deskundige heeft aangegeven de functie van Machinaal metaalbewerker onvoldoende te kunnen beoordelen, omdat in de functieomschrijving de belastingfactoren onvoldoende gespecificeerd zijn. Hij mist de frequentie en het niveau van de geluidsbelasting en of het continu of intermitterend/wisselend is. De rechtbank merkt op dat de arbeidsdeskundige B&B in haar rapport van 4 november 2022 heeft aangegeven dat er in een rustige omgeving met maximaal vier mensen wordt gewerkt, met op de achtergrond zacht radiogeluid en soms geluid van een weefrobot. Met het geluid van een weefrobot kan nog gewoon een gesprek worden gevoerd. De geluidsbelasting komt overeen met een normaal gesprek of een draaiende vaatwasser en de arts B&B heeft aangegeven zich in deze arbeidskundige overwegingen te kunnen vinden. De rechtbank vindt dat uit deze motivering voldoende naar voren komt wat de belastingfactoren zijn en waarom deze de belastbaarheid van eiseres I niet overschrijden. De rechtbank ziet dan ook geen reden om aan te nemen dat deze functie niet passend is.
24. De rechtbank maakt uit het rapport op dat de arbeidsdeskundige B&B de geschiktheid van iedere functie heeft overlegd met de arts B&B. De hiertegen gerichte gronden van eiseres I en II behoeven daarom geen verdere bespreking.
25. De rechtbank ziet niet in waarom de arbeidskundige werkwijze niet transparant zou zijn. De rechtbank overweegt hiertoe dat de arbeidsdeskundige B&B bij haar beoordeling niet gehouden is tot een bijzondere motivering ten opzichte van de beoordeling van de primaire arbeidsdeskundige. Ook vindt de rechtbank, anders dan eiseres I en II, dat de arbeidsdeskundige B&B bij de heroverweging niet gebonden is aan de selectie van de primaire arbeidsdeskundige. De arbeidsdeskundige B&B moet wel voldoende motiveren waarom de door haar geselecteerde functies passend zijn.
26. Het beroep van eiseres I en II op de aangehaalde rechtspraak kan niet slagen. In die zaak wordt met ‘categorale toelichting’ een algemene stelling van een arbeidsdeskundige bedoelt. De rechtbank merkt op dat in de zaak van eiseres I en II de arbeidsdeskundige B&B in haar rapporten per functie en per item heeft toegelicht waarom de functie geschikt is. Van een dergelijke categorale toelichting is geen sprake.
27. De rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd dat eiseres I in staat is de functies te vervullen.
28. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiseres I op 17 maart 2021 met de middelste van de drie geduide functies 32,28% kan verdienen van het loon dat zij verdiende met haar eigen werk, zodat zij voor de overige 67,72% arbeidsongeschikt is.