ECLI:NL:RBGEL:2023:6156

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
9 november 2023
Publicatiedatum
9 november 2023
Zaaknummer
05.304571.22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar brandstichting met mogelijke PIJ-maatregel

Op 9 november 2023 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, een tussenuitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van brandstichting. De rechtbank heeft besloten het onderzoek te heropenen na het ontvangen van nieuwe informatie van de officier van justitie. Deze informatie, verkregen van de reclassering, geeft aan dat de verdachte mogelijk op korte termijn terecht kan bij een kliniek voor een voorwaardelijke PIJ-maatregel. Dit was niet eerder bekend tijdens de behandeling van de zaak, wat de rechtbank ertoe heeft aangezet te concluderen dat het onderzoek onvolledig is geweest.

De rechtbank heeft de officier van justitie opgedragen om binnen een week duidelijkheid te verschaffen over de termijn en voorwaarden waaronder de verdachte bij de kliniek kan worden geplaatst. Tevens is de officier verzocht om aan te geven of deze informatie gevolgen heeft voor de vordering. De raadsman van de verdachte krijgt de gelegenheid om binnen een week op deze informatie te reageren. De rechtbank heeft het onderzoek geschorst voor onbepaalde tijd en zal op korte termijn een nieuwe zitting plannen.

De beslissing van de rechtbank benadrukt het belang van een zorgvuldige strafrechtelijke afdoening en de noodzaak om alle relevante informatie in overweging te nemen voordat een definitieve uitspraak wordt gedaan. De rechtbank heeft de oproeping van de verdachte en haar raadsman voor de nadere terechtzitting bevolen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/304571-22
Datum uitspraak : 9 november 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2003 in [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
ingeschreven op het adres [adres 1]
op dit moment gedetineerd in de [verblijfplaats] .
Raadsman: mr. R.A. Bruinsma, advocaat in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 21 november 2022 te Groesbeek, gemeente Berg en Dal
opzettelijk
brand heeft gesticht gesticht in/aan (een kamer(s) op de begane grond van een)
woning/pand aan de [adres 2] te Groesbeek (in [gebouw] genaamd [naam]
behorende aan [instelling] ) door een aansteker, althans open vuur in aanraking te brengen met een knuffel(beer), althans met één of meerdere brandbare stof(fen) ten gevolge waarvan een bank en/of een jas en/of een of meerdere meubel(s) en/of het interieur en/of de inboedel en/of overige in het pand aanwezige goederen en/of het pand zelf geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (mede)bewoner(s),
medewerker(s) en/of aanwezige(n) in/nabij de aangrenzende/omliggende kamers en/of panden/percelen, in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was en/of
- gemeen gevaar voor de in het pand aanwezige goederen en/of het pand zelf en/of de aangrenzende/omliggende panden/percelen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen te duchten was;

2.Heropening onderzoek

Na sluiting van het onderzoek heeft de officier van justitie in zijn e-mail van 7 november 2023 de rechtbank nieuwe informatie verstrekt over onderhavige zaak. Kort gezegd houdt deze nieuwe informatie in dat hij van de reclassering heeft begrepen dat verdachte bij een eventuele oplegging van een voorwaardelijke PIJ-maatregel op korte termijn terecht zou kunnen bij [kliniek] . Deze informatie is niet in lijn met wat tijdens de behandeling van de zaak bekend was en is besproken.
Het is de rechtbank onder de beraadslaging gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest. Zij acht het daarom noodzakelijk dat nader onderzoek plaatsvindt.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het onderzoek dient te worden heropend en vervolgens geschorst voor onbepaalde tijd.
De rechtbank is van oordeel dat het voor een behoorlijke strafrechtelijke afdoening noodzakelijk is dat door de officier van justitie wordt uitgezocht op welke termijn en onder welke voorwaarden verdachte bij [kliniek] terecht kan, bij een eventuele oplegging van een voorwaardelijke PIJ-maatregel.
De rechtbank geeft opdracht aan de officier van justitie om binnen een week duidelijkheid te verschaffen over de termijn waarbinnen verdachte terecht zou kunnen bij [kliniek] . Daarbij wordt de officier van justitie verzocht aan te geven of dat gevolgen heeft voor zijn vordering en zo ja, welke. De raadsman wordt vervolgens in de gelegenheid gesteld binnen een week een reactie te formuleren. Beide reacties dienen te worden gericht aan de voorzitter, via het bekende mailadres van de griffier, met een cc aan de andere betrokken partij. Er zal op korte termijn een nieuwe zitting worden gepland.

3.De beslissing

De rechtbank:
 heropent het onderzoek en schorst het onderzoek voor
onbepaalde tijd;
 geeft opdracht aan de officier van justitie om binnen een week vanaf de datum van dit tussenvonnis duidelijkheid te verschaffen over de termijn waarbinnen verdachte terecht zou kunnen bij [kliniek] ;
 verzoekt de officier van justitie eveneens binnen een week schriftelijk aan de rechtbank te laten weten of die informatie gevolgen heeft voor de vordering en zo ja, welke;
 verzoekt de raadsman vervolgens binnen een week na het schrijven van de officier van justitie schriftelijk een reactie te formuleren en aan de rechtbank te doen toekomen,
 beveelt de oproeping van verdachte en haar raadsman van de nadere terechtzitting.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.C.P. Goossens (voorzitter), mr. L.M. Vogel en mr. M. Wevers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B. de Rooij, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 9 november 2023.
mr. M. Wevers en de griffier zijn buiten staat dit tussenvonnis te ondertekenen