ECLI:NL:RBGEL:2023:6152

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
27 september 2023
Publicatiedatum
9 november 2023
Zaaknummer
10562327
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkoop en levering van tafels en stoelen aan een Duitse vennootschap met betrekking tot klachtplicht en bewijsopdracht onder het Weens koopverdrag

In deze zaak heeft de Kantonrechter van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 27 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de vennootschap naar Duits recht Ages Maut System GmbH & Co. KG en Butler Nederland B.V. (hierna: Super-Seat). Ages heeft op 2 december 2022 bij Super-Seat 10 tafels en 20 stoelen besteld voor haar bedrijfskantine, met levering in Langenfeld, Duitsland. De levering vond plaats op 8 december 2022, maar Ages ontving alleen de tafels. Op 12 januari 2023 heeft Ages Super-Seat per e-mail geïnformeerd over de ontbrekende stoelen en gevraagd naar de leverdatum. Super-Seat antwoordde dat de levering had plaatsgevonden en stuurde een handtekening voor ontvangst mee. Ages heeft vervolgens een fatale termijn gesteld voor de levering van de stoelen of terugbetaling, waarna zij op 15 februari 2023 de overeenkomst heeft ontbonden en terugbetaling heeft geëist.

De Kantonrechter heeft geoordeeld dat Super-Seat moet bewijzen dat de stoelen daadwerkelijk zijn geleverd. De rechter heeft vastgesteld dat Ages tijdig heeft geklaagd over de ontbrekende stoelen en dat de klacht binnen een redelijke termijn is ingediend. De Kantonrechter heeft ook de toepasselijkheid van het Weens Koopverdrag vastgesteld, aangezien beide partijen gevestigd zijn in landen die partij zijn bij dit verdrag. De rechter heeft Super-Seat opgedragen om bewijs te leveren van de levering van de stoelen en heeft verdere processtappen aangekondigd, waaronder de mogelijkheid van getuigenverhoren. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: 10562327 \ CV EXPL 23-4193
Vonnis van 27 september 2023
in de zaak van
DE VENNOOTSCHAP NAAR DUITS RECHT AGES MAUT SYSTEM GMBH & CO. KG,
te Langenfeld (Duitsland),
eisende partij,
hierna te noemen: Ages,
gemachtigde: mr. F.H.I. Hundscheid,
tegen
BUTLER NEDERLAND B.V., M.H.O.D.N. SUPER-SEAT,
te Culemborg,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Super-Seat,
vertegenwoordigd door C. Verhoog

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 6 juni 2023 met producties
- de conclusie van antwoord met producties
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Ages heeft op 2 december 2022 bij Super-Seat 10 tafels en 20 stoelen besteld voor haar bedrijfskantine. Afgesproken werd dat de levering in Langenfeld, waar Ages gevestigd is, plaats zou vinden.
2.2.
Op 8 december 2022 heeft levering plaatsgevonden.
2.3.
Op 12 januari 2023 heeft Ages per e-mail aan Super-Seat bericht dat enkel de tafels zijn ontvangen. Ages heeft gevraagd wanneer de stoelen worden geleverd.
2.4.
Op 23 januari 2023 heeft Super-Seat per e-mail gereageerd dat ze van DHL gehoord heeft dat aflevering op 8 december 2022 heeft plaatsgevonden. Super-Seat heeft ook een bijlage meegestuurd waaruit een handtekening voor ontvangst van Ages blijkt.
2.5.
Op 1 februari 2023 heeft Ages aan Super-Seat bericht dat ze de stoelen uiterlijk 7 februari 2023 wil ontvangen of haar geld terug wil, omdat haar cafetaria zonder stoelen niet open kan. Deze termijn heeft ze later verlengd tot 10 februari 2023.
2.6.
Op 15 februari 2023 heeft de gemachtigde van Ages aan Super-Seat het volgende bericht: “
(…) Op u rust de verplichting om de gekochte zaken te leveren. Van die verplichting hebt u zich gekweten daar waar het betreft de tafels, maar niet daar waar het betreft de stoelen.
Cliënte heeft een fatale termijn gesteld tot 10 februari 2023 voor levering van de stoelen danwel tot terugbetaling van het geld. Deze termijn is ongebruikt verstreken. Per 10 februari 2023 verkeert u derhalve in verzuim. Op basis van dit verzuim ontbind ik namens cliënte de tussen u en haar gesloten overeenkomst. Dienovereenkomstig maak ik aanspraak op terugbetaling van het door cliënte betaalde. (…)

3.Het geschil

3.1.
Ages vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad voor zover de wet het toelaat:
I. Super-Seat te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan haar € 2.001,00 te betalen, althans een in goede justitie vast te stellen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke interest op de voet van art. 6:119a BW, althans art. 6:119 BW, over een bedrag van € 1.740,00 vanaf 7 februari 2023, althans vanaf 10 februari 2023, althans vanaf 25 februari 2023, althans vanaf de dag van de dagvaarding, mitsgaders de wettelijke interest over € 261,00 vanaf de dag van de dagvaarding, een en ander tot aan de dag van de algehele voldoening;
II.
voorwaardelijk, voor het geval de buitengerechtelijke ontbinding geen doel treft, alsnog de ontbinding uit te spreken, althans in goede justitie te verklaren voor recht;
met veroordeling van Super-Seat in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Aan haar vordering legt Ages ten grondslag dat zij 20 stoelen bij Super-Seat heeft gekocht en deze ook heeft betaald, maar dat die stoelen nooit zijn geleverd. Zij heeft daarom de koopovereenkomst op 15 februari 2023 ontbonden. Dat betekent dat Super-Seat de koopprijs moet terugbetalen, maar dat doet ze niet. Ages wil dat Super-Seat haar ongedaanmakingsverbintenis nakomt. Subsidiair doet Super-Seat een beroep op art. 6:74 BW. Super-Seat schiet tekort in de nakoming van haar verbintenis tot levering van de stoelen en moet daarom de schade die Ages daardoor lijdt vergoeden. Het door Super-Seat gevorderde bedrag is als volgt opgebouwd:
- € 1.599,00 koopsom stoelen
- € 141,00 de helft van de vervoerskosten
-
€ 261,00buitengerechtelijke incassokosten exclusief btw
€ 2.001,00
3.3.
Super-Seat voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Bevoegde rechter en toepasselijk recht
4.1.
Omdat één van partijen haar woonplaats in het buitenland heeft, zal ambtshalve worden beoordeeld of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en welk recht op het voorliggende geschil van toepassing is.
4.2.
Super-Seat, als gedaagde partij, heeft haar woonplaats in Nederland. Nederland is lidstaat van de Europese Unie. Op grond van de EEX Verordening (EU) Nr. 1215/2012 wordt de gedaagde partij in beginsel opgeroepen voor een gerecht van de lidstaat waarin zij woont. Een grondslag voor afwijking van deze hoofdregel is niet gesteld of gebleken. Dat betekent dat de Nederlandse rechter in dit geval rechtsmacht heeft. Gelet op de woonplaats van Super-Seat is de kantonrechter van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, bevoegd van de vordering kennis te nemen.
4.3.
Niet gesteld of gebleken is dat partijen een rechtskeuze hebben gedaan. Er is sprake van een internationale koopovereenkomst waarop artikel 4 van de Verordening (EG) Nr. 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I) van toepassing is. Daarin is bepaald dat de overeenkomst voor de verkoop van roerende zaken wordt beheerst door het recht van het land waar de verkoper zijn gewone verblijfplaats heeft. Aldus is in dit geval Nederlands recht van toepassing.
4.4.
Echter, ook het Verdrag der Verenigde Naties inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende zaken (hierna: het Weens Koopverdrag of CISG) is op de overeenkomst van partijen van toepassing. Dat komt omdat verkoper en koper gevestigd zijn in een land dat aangesloten is bij het Weens Koopverdrag (Nederland en Duitsland). Dat betekent dat enkel voor zover over bepaalde geschilpunten tussen partijen niet aan de hand van het Weens Koopverdrag kan worden beslist, het Nederlandse recht geldt.
Klachtplicht
4.5.
Super-Seat heeft gesteld dat Ages pas een maand nadat de levering plaatsvond heeft gemeld dat de stoelen ontbraken. De kantonrechter begrijpt dat Super-Seat hiermee een beroep doet op art. 39 van het Weens Koopverdrag. Op grond van dat artikel verliest de koper het recht om zich erop te beroepen dat de zaken niet aan de overeenkomst beantwoorden, indien hij niet binnen een redelijke termijn nadat hij dit heeft ontdekt of had behoren te ontdekken de verkoper hiervan in kennis stelt, onder opgave van de aard van de tekortkoming. Super-Seat vindt een klacht na een maand geen klacht binnen een redelijke termijn.
4.6.
De kantonrechter is van oordeel dat Ages wel op tijd heeft geklaagd over de ontbrekende stoelen. Ages heeft aangegeven dat ze in eerste instantie geduldig op de ontbrekende stoelen heeft gewacht tot na de feestdagen en de kantonrechter acht dit begrijpelijk. Onder deze omstandigheden is een termijn van ongeveer 30 dagen een redelijke termijn.
Levering
4.7.
Partijen verschillen van mening over de vraag of levering van de stoelen heeft plaatsgevonden. Ages stelt dat de stoelen nooit zijn geleverd. Super-Seat stelt dat de stoelen, samen met de tafels, zijn afgeleverd door middel van twee pallets met hetzelfde ordernummer. Voor die levering is ook getekend door Ages, aldus Super-Seat. Ages betwist dat de ondertekening ziet op levering van beide pallets. Volgens haar ziet de handtekening voor ontvangst op levering van één pallet; namelijk die van de tafels. Ze heeft een verklaring daarover van een van haar medewerkers bijgevoegd.
4.8.
Op grond van het Weens Koopverdrag heeft de verkoper de verplichting zaken af te leveren (art. 30). Partijen hebben afgesproken dat levering bij Ages plaatsvindt (art. 31 en 67). Dat betekent dat, nu Ages betwist dat ze een complete levering heeft gehad, het aan Super-Seat is om te bewijzen dat Super-Seat aan haar leveringsverplichting heeft voldaan. Daartoe zal ze in de gelegenheid worden gesteld, omdat Super-Seat dat bewijs nu nog niet (voldoende) geleverd heeft. Ze heeft weliswaar een document overgelegd waaruit blijkt dat één pakket, bestaande uit twee onderdelen (pallets), op 6 december 2022 bij haar eigen locatie door vervoerder DHL is afgehaald, maar daaruit blijkt niet dat dat pakket, bestaande uit twee onderdelen, ook volledig bij Ages is aangekomen. Ook uit het document “Details van zending” blijkt dat niet. Daaruit blijkt opnieuw dat het pakket uit twee onderdelen bestond (genaamd pakket 1/2 en pakket 2/2) en dat een van die twee onderdelen zich op 8 december 2022 in het voertuig van de bezorger bevond. Over het andere onderdeel is geen informatie overgelegd. Dat Laura van Sendcloud aan Super-Seat per e-mail heeft bericht dat beide onderdelen van het pakket bij Ages zijn bezorgd, maakt het voorgaande niet anders, omdat uit de handtekening die zij heeft bijgevoegd niet blijkt of getekend is voor aflevering van één of twee onderdelen. Bovendien staat daar de verklaring van Lellig, medewerker van Ages, tegenover. Lellig verklaart dat slechts één onderdeel van het pakket bij Ages is bezorgd.
4.9.
Super-Seat heeft zich bij dupliek nog beroepen op een artikel uit haar algemene voorwaarden. Daarop heeft Ages niet meer kunnen reageren. Nu dat artikel zag op de klachtplicht en daarover in dit tussenvonnis reeds is geoordeeld, hoeft Ages daarop ook niet meer te reageren. Met “bekwame tijd” uit de algemene voorwaarden kan immers niets anders zijn bedoeld dan de “redelijke termijn” uit art. 39 van het Weens Koopverdrag. Voor zover Super-Seat in het vervolg van de procedure opnieuw een beroep op haar algemene voorwaarden wenst te doen, dient Super-Seat deze volledig te overleggen en te onderbouwen dat die algemene voorwaarden op de koop van toepassing zijn verklaard. Daarna zal Ages gelegenheid krijgen daar nog op te reageren.
4.10.
Omdat partijen zich in deze procedure niet uit hebben gelaten over het Weens Koopverdrag, zullen zij daartoe alsnog in de gelegenheid worden gesteld, voor zover nog niet over enig punt hierboven is beslist. Beide partijen kunnen hun stellingen aanpassen, nu duidelijk is geworden dat het Weens Koopverdrag op hun situatie van toepassing is.
4.11.
De kantonrechter wijst partijen er tenslotte op dat er nog de nodige processuele stappen te maken zijn. Dat gegeven maakt dat de kantonrechter partijen aanspoort bij zichzelf en bij elkaar te rade gaan of toch nog (of: nu alsnog) een schikking bereikt kan worden. Dit lijkt de kantonrechter uit kostenefficiëntie verstandig om te overwegen. Uitstelverzoeken die gezamenlijk en om deze reden worden gedaan, zal de kantonrechter inwilligen.
4.12.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
draagt Super-Seat op te bewijzen dat de pallet met de stoelen bij Ages is afgeleverd op 8 december 2022,
5.2.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 25 oktober 2023voor uitlating door Super-Seat of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel en voor het nemen van een akte door Ages over wat is vermeld onder 4.9 en 4.10, waarna Super-Seat op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,
5.3.
bepaalt dat, als Super-Seat geen bewijs door het horen van getuigen wil leveren maar wel
bewijsstukkenwil overleggen, zij die stukken dan direct in het geding moet brengen,
5.4.
bepaalt dat, als Super-Seat
getuigenwil laten horen, zij de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun gemachtigden in de maanden
november 2023tot en met
januari 2024dan direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
5.5.
bepaalt dat het getuigenverhoor zal plaatsvinden op de zitting van mr. R.J.J. van Acht, in het paleis van justitie te Arnhem, Walburgstraat 2-4,
5.6.
bepaalt dat
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de kantonrechter en de wederpartij moeten toesturen,
5.7.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.J. van Acht en in het openbaar uitgesproken op 27 september 2023.
398 / 40141