ECLI:NL:RBGEL:2023:6127

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
30 oktober 2023
Publicatiedatum
9 november 2023
Zaaknummer
05/168176-23; 05/212744-23 (ttz. gev.) en 05/019342-21 (tul)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een militair wegens meerdere diefstallen, online handelsfraude, overtredingen van de Opiumwet en de Wet Wapens en Munitie

Op 30 oktober 2023 heeft de militaire kamer van de Rechtbank Gelderland een verdachte, een militair, veroordeeld voor een reeks strafbare feiten, waaronder meerdere diefstallen, online handelsfraude, en overtredingen van de Opiumwet en de Wet Wapens en Munitie. De verdachte is schuldig bevonden aan het stelen van een totaalbedrag van ongeveer € 9.050,- uit de woning van zijn (ex)schoonouders, evenals het stelen van goederen uit voertuigen en het plegen van online fraude waarbij hij goederen aanbood zonder deze daadwerkelijk te leveren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich op verschillende momenten toegang heeft verschaft tot woningen en voertuigen, vaak door gebruik te maken van valse sleutels of door in te breken. De verdachte heeft ook cocaïne en een traangasspuitbus in zijn bezit gehad. De militaire kamer heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, en heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder behandeling voor zijn verslavingen en toezicht door de reclassering. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan verschillende benadeelde partijen, die schade hebben geleden door de daden van de verdachte. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar meegewogen in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers: 05/168176-23; 05/212744-23 (ttz. gev.) en 05/019342-21 (tul)
Datum uitspraak : 30 oktober 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1994 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] ,
op dit moment gedetineerd in het [verblijfplaats] .
Raadsvrouw: mr. A.M.A. Kok-Verheijde, advocaat in Tegelen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging , ten laste gelegd dat:
Onder parketnummer 05/168176-23
1
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 december 2022 tot en met 5 februari 2023 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, gelegen aan de [adres 2] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) € 9.050,-, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft
en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel, door gebruik te maken van een (door hem zelf bijgemaakte) huissleutel en met deze sleutel voornoemde woning te betreden zonder daartoe gerechtigd te zijn;
2
hij op of omstreeks 7 juni 2023 te Rosmalen, gemeente ’s-Hertogenbosch een tas (met daarin (onder andere) een autosleutel, een huissleutel, een pasjeshouder, een bankpas en/of een contant geldbedrag van (ongeveer) € 100,-), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 7 juni 2023 te Rosmalen, gemeente ’s-Hertogenbosch opzettelijk een pinpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als vinder, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
3
hij op of omstreeks 7 juni 2023 te Rosmalen, gemeente ’s-Hertogenbosch een geldbedrag van (ongeveer) € 45,-, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door contactloos te betalen met een bankpas op naam van voornoemde [benadeelde 2] , terwijl hij, verdachte, niet gerechtigd was om gebruik te maken van voornoemde bankpas;
4
hij in of omstreeks de periode van 19 mei 2023 tot en met 29 mei 2023 te Vught en/of Rosmalen, gemeente ’s-Hertogenbosch een pinpas, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
5
hij op een of meerdere tijdstippen op of omstreeks 29 mei 2023 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch en/of te 's-Hertogenbosch, een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) € 71,97,-, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel door meerdere malen contactloos te betalen met een bankpas op naam van voornoemde [benadeelde 3] , terwijl hij, verdachte, niet gerechtigd was om gebruik te maken van voornoemde bankpas;
6
hij op of omstreeks 8 juni 2023 te Vught en/of te Venlo, in elk geval in Nederland, een wapen van categorie II, onder 6 van de Wet wapens en munitie, te weten een traangasspuitbus, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen met giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende en soortgelijke stoffen voorhanden heeft gehad;
7
hij op of omstreeks 8 juni 2023 te Vught en/of te Venlo, in elk geval in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 0,3 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne,een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
8
hij op of omstreeks 8 juni 2023 te Vught munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 10 knalpatronen van het kaliber 5,56x45 voorhanden heeft gehad;
9
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 maart 2023 tot en met 5 juni 2023 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch en/of te Vught, in elk geval (telkens) in Nederland, een beroep of gewoonte heeft gemaakt van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen tegen betaling (via de website [website] ), met het oogmerk om zonder volledige levering zich en/of een ander van de betaling van die goederen of diensten te verzekeren teneinde zich wederrechtelijk te bevoordelen en zodoende:
- [benadeelde 4] uit Capelle aan den IJssel op of omstreeks 23 maart 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 37,00 (ten behoeve van een rugzak (van het merk: The North Face)) en/of
- [benadeelde 5] uit Rotterdam op of omstreeks 3 april 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 124,00 (ten behoeve van een Garinthia Goretex Outdoor jas en/of een AMF-12 CRBN gasmasker) en/of
- [benadeelde 6] uit Rotterdam op of omstreeks 4 april 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 94,00 (ten behoeve van een koptelefoon (van het merk: Bose, type: Quietcomfort 35)) en/of
- [benadeelde 7] uit Nijverdal op of omstreeks 4 april 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 54,00 (ten behoeve van een rugzak (van het merk: The North Face)) en/of
- [benadeelde 8] uit Pijnacker op of omstreeks 8 april 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 75,00 (ten behoeve van een koptelefoon (van het merk: Bose, type: Quietcomfort 35)) en/of
- [benadeelde 9] uit Herkingen op of omstreeks 18 april 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 150,00 (ten behoeve van een slijptol (van het merk: Makita, type: DGA 504)) en/of
- [benadeelde 10] uit Utrecht op of omstreeks 19 mei 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 160,00 (ten behoeve van en accuboormachine (van het merk: Makita, type: DHP482) en/of
- [benadeelde 11] uit Utrecht op of omstreeks 5 juni 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 50,00 (ten behoeve van een luidspreker (van het merk: Behringer, type: Eurolive 6205D),
in elk geval genoemde personen (telkens) heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een geldbedrag, (telkens) zonder het goed te leveren dat tussen verdachte en genoemde personen was overeengekomen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 maart 2023 tot en met 5 juni 2023 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch en/of te Vught, in elk geval (telkens) in Nederland, meermalen althans eenmaal (telkens) met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [benadeelde 4] uit Capelle aan den IJssel op of omstreeks 23 maart 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 37,00 (ten behoeve van een rugzak (van het merk: The North Face)) en/of
- [benadeelde 5] uit Rotterdam op of omstreeks 3 april 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 124,00 (ten behoeve van een Garinthia Goretex Outdoor jas en/of een AMF-12 CRBN gasmasker) en/of
- [benadeelde 6] uit Rotterdam op of omstreeks 4 april 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 94,00 (ten behoeve van een koptelefoon (van het merk: Bose, type: Quietcomfort 35)) en/of
- [benadeelde 7] uit Nijverdal op of omstreeks 4 april 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 54,00 (ten behoeve van een rugzak (van het merk: The North Face)) en/of
- [benadeelde 8] uit Pijnacker op of omstreeks 8 april 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 75,00 (ten behoeve van een koptelefoon (van het merk: Bose, type: Quietcomfort 35)) en/of
- [benadeelde 9] uit Herkingen op of omstreeks 18 april 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 150,00 (ten behoeve van een slijptol (van het merk: Makita, type: DGA 504)) en/of
- [benadeelde 10] uit Utrecht op of omstreeks 19 mei 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 160,00 (ten behoeve van en accuboormachine (van het merk: Makita, type: DHP482) en/of
- [benadeelde 11] uit Utrecht op of omstreeks 5 juni 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 50,00 (ten behoeve van een luidspreker (van het merk: Behringer, type: Eurolive 6205D),
in elk geval genoemde personen (telkens) heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een geldbedrag, door (telkens) valselijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
- via de website [website] een goed/product te koop aan te bieden;
- contact te krijgen met een in dat goed/product geïnteresseerde persoon;
- een koopovereenkomst met die persoon tot stand te laten komen;
- mede te delen dat het goed/product na betaling naar die persoon zou worden opgestuurd;
- die persoon via de website van [website] te vragen het bedrag voor dat goed/product (vooruit) te betalen en over te maken naar een bij verdachte in gebruik of beheer zijnd bankrekeningnummer;
- zich door die persoon te laten betalen en/of
- het aldus overeengekomen, betaalde en door verdachte aan die persoon te leveren goed/product niet te leveren,
waarbij verdachte zich aldus (telkens) heeft voorgedaan als een persoon die het goed zou leveren, waardoor genoemde personen (telkens) zijn bewogen tot betaling/afgifte van de bovenomschreven geldbedragen.
Onder parketnummer: 05/212744-23
hij op een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 05 juli 2023 te Twello en/of te Berg en Dal en/of te Vught, in elk geval (telkens) in Nederland, een beroep of gewoonte heeft gemaakt van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen tegen betaling (via de website [website] ), met het oogmerk om zonder volledige levering zich en/of een ander van de betaling van die goederen of diensten te verzekeren teneinde zich wederrechtelijk te bevoordelen en zodoende:
- [benadeelde 12] uit Twello op of omstreeks 5 juli 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 56,95 (ten behoeve van een steeksleutelset (van het merk Makita)) en/of
- [benadeelde 13] uit Berg en Dal op of omstreeks 5 juli 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 50,00 (ten behoeve van een schroefmachine (van het merk Dewalt)),
in elk geval genoemde personen (telkens) heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een geldbedrag, (telkens) zonder het goed te leveren dat tussen verdachte en genoemde personen was overeengekomen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 05 juli 2023 te Twello en/of te Berg en Dal en/of te Vught, in elk geval (telkens) in Nederland, meermalen althans eenmaal (telkens) met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [benadeelde 12] uit Twello op of omstreeks 05 juli 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 56,95 (ten behoeve van een steeksleutelset (van het merk Makita)) en/of
- [benadeelde 13] uit Berg en Dal op of omstreeks 05 juli 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 50,00 (ten behoeve van een schroefmachine (van het merk Dewalt)),
in elk geval genoemde personen (telkens) heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een geldbedrag, door (telkens) valselijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
- via de website [website] een goed/product te koop aan te bieden;
- contact te krijgen met een in dat goed/product geïnteresseerde persoon;
- een koopovereenkomst met die persoon tot stand te laten komen;
- mede te delen dat het goed/product na betaling naar die persoon zou worden opgestuurd;
- die persoon via de website van [website] te vragen het bedrag voor dat goed/product (vooruit) te betalen en over te maken naar een bij verdachte in gebruik of beheer zijnde bankrekeningnummer;
- zich door die persoon te laten betalen en/of
- het aldus overeengekomen, betaalde en door verdachte aan die persoon te leveren goed/product niet te leveren,
waarbij verdachte zich aldus (telkens) heeft voorgedaan als een persoon die het goed zou leveren, waardoor genoemde personen (telkens) zijn bewogen tot betaling/afgifte van de bovenomschreven geldbedragen.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan alle (primair) ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van het onder feit 1 van parketnummer 05/168176-23 tenlastegelegde bepleit dat verdachte enkel € 900,- uit de woning heeft weggenomen en dat dit zijn eigen geld betrof. Verdachte ontkent voorts het onder feit 2 primair en feit 7 van parketnummer 05/168176-23 tenlastegelegde en dient hiervan te worden vrijgesproken.
Beoordeling door de militaire kamer
Feiten 1, 2 en 7 van parketnummer 05/168176-23 [1]
Feit 1
Bewijsmiddelen
[benadeelde 1] heeft in zijn aangifte verklaard dat er twee geldbedragen zijn gestolen uit zijn woning aan de [adres 2] te Rosmalen. Het betreft een bedrag van € 7.900,- uit een kistje in de slaapkamer en € 1.150,- uit een kistje op de zolderkamer. Op 4 februari 2023 zag hij dat het kistje in de slaapkamer leeg was. Het kistje was altijd afgesloten, maar hij zag geen braaksporen. [2]
Aangever heeft camerabeelden verstrekt. De verbalisant die deze beelden heeft uitgekeken, relateert dat hierop te zien is dat verdachte op 20 december 2022 om 10:22 uur de woning van aangever binnenging. Twee minuten later verliet hij de woning weer. Op 30 december 2022 ging verdachte om 15:20 uur de woning van aangever binnen. Acht minuten later vertrok hij weer. Op 2 januari 2023 om 15:39 uur ging verdachte de woning van aangever binnen. Twee minuten later verliet hij de woning. Op 5 februari 2023 om 14:27 uur opende verdachte de voordeur met een sleutel. Daarna ging hij de woning van aangever binnen. Om 14:33 uur verliet hij de woning weer. Vervolgens ging hij om 16:28 uur de woning weer binnen en verliet hij deze om 16:35 uur weer. Verder is op de camerabeelden te zien dat verdachte op 5 februari 2023 de slaapkamer van aangever heeft doorzocht. Hij keek zoekend rond, opende alle kasten, sprong om op hoogte in kasten te kunnen kijken, hurkte om laag in kasten te kunnen kijken en tilde de matras op om hieronder te kijken. [3]
Verdachte heeft op 6 februari 2023 een akte van hoofdelijk schuldenaarschap en erkenning ondertekend. Hierin is opgenomen dat hij erkent dat hij een bedrag van in totaal € 9.050,- heeft onttrokken aan het vermogen van aangever door zich zonder rechtvaardigingsgrond en zonder toestemming op verschillende momenten in de woning van aangever te bevinden en gelden te onttrekken. Ook is hierin opgenomen dat hij verklaart dat hij dit bedrag aan aangever zal terugbetalen. [4]
Aangever heeft op 13 juni 2023 laten weten dat verdachte inmiddels een bedrag van € 1.800,- heeft terugbetaald. Deze bedragen zijn overgeschreven naar aangever met de omschrijving ‘Aflossing schuld [verdachte] ’. [5]
Verdachte heeft verklaard dat hij een sleutel heeft laten bijmaken en dat hij daarmee de woning heeft betreden om geld te pakken. Op de momenten die op de camerabeelden te zien zijn, was er verder niemand in de woning aanwezig en verdachte had ook geen toestemming om de woning binnen te gaan. Verdachte heeft verklaard € 900,- van zolder gepakt te hebben. [6]
Beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer stelt op basis van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen vast dat er een bedrag van in totaal € 9.050,- is weggenomen uit de woning van aangever. Dit heeft aangever op 4 februari 2023 geconstateerd. Verdachte heeft een sleutel van de woning van aangever laten bijmaken en heeft zich daarmee meerdere keren – zonder toestemming – toegang verschaft tot die woning, onder andere op 5 februari 2023, toen hij de slaapkamer van aangever heeft doorzocht.
Verdachte heeft verklaard dat hij een geldbedrag uit de woning van aangever heeft weggenomen, maar dat dit enkel zijn eigen geld, een bedrag van € 900,-, betrof. Hij heeft de akte van hoofdelijk schuldenaarschap en erkenning enkel ondertekend, omdat hij het gevoel had dat hij onder druk werd gezet. Hij heeft verklaard dat hij is doorgegaan met het terugbetalen van het door aangever genoemde bedrag, omdat hij zijn zoontje wil kunnen blijven zien.
De militaire kamer acht deze verklaring niet aannemelijk. Het procesdossier bevat geen concrete aanknopingspunten die erop wijzen dat verdachte inderdaad onder druk is gezet om de akte te ondertekenen. Daarbij komt dat verdachte ter zitting heeft verklaard dat hierbij ook zijn eigen moeder en stiefvader aanwezig waren. Het laat zich moeilijk denken dat verdachte niet in ieder geval jegens hen op enig moment en op enigerlei wijze heeft kunnen uiten dat de inhoud van de akte niet klopte en dat hij deze om die reden niet wenste te tekenen. Voort is van belang dat verdachte iedere maand bedragen is blijven overmaken aan aangever om het genoemde bedrag terug te betalen. Aan de overtuiging van de militaire kamer dat verdachte het bedrag van € 9.050,- heeft weggenomen draagt tot slot nog het volgende bij. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij het bedrag van € 900,- tijdens een van de bezoeken aan de woning heeft gepakt. [7] In dat geval valt niet in te zien waarom verdachte niettemin de woning meerdere malen heeft bezocht. De militaire kamer is van oordeel dat hij hiertoe geen enkele andere reden kan hebben gehad dan het wegnemen van het volledige bedrag van € 9.050,-.
De militaire kamer acht het ten laste gelegde feit dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Feit 2
Bewijsmiddelen
[benadeelde 2] heeft in zijn aangifte verklaard dat hij zijn auto op 7 juni 2023 heeft geparkeerd op een parkeerplaats aan de Harry Coppensstraat te Rosmalen. Om 12:20 uur was hij terug bij zijn auto en opende deze. Hij is vervolgens ongeveer een minuut weg geweest bij zijn auto. Vervolgens kwam hij erachter dat zijn tas, die bij het voeteneinde aan de passagierszijde van de auto lag, was verdwenen uit zijn auto. In de tas zaten een autosleutel, een huissleutel, een pasjeshouder, een bankpas, een ID-kaart, een rijbewijs en een contant geldbedrag van ongeveer € 100,-. Om 12:28 uur die dag is er voor € 45,- gepind met de bankpas bij een tankstation aan de Molenstraat in Rosmalen. [8]
Verdachte heeft verklaard dat hij de bankpas op de grond heeft zien liggen, deze heeft gepakt en vervolgens met zijn auto naar een tankstation is gereden en daar met de bankpas van aangever heeft gepind. [9]
Beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer acht de verklaring van verdachte – dat hij de bankpas naast zijn auto heeft gevonden – niet aannemelijk, omdat het praktisch onmogelijk is dat een ander verantwoordelijk is voor de diefstal van de tas met inhoud, nu aangever slechts ongeveer één minuut weg was en verdachte acht minuten later al met de bankpas heeft gepind, terwijl hij in die tijd ook nog met de auto naar het tankstation is gereden.
Gelet op het korte tijdsverloop tussen de diefstal van de tas van aangever en het pinnen door verdachte, is de militaire kamer van oordeel dat verdachte de bankpas, de tas waarin deze zat, en de overige goederen in de tas, zelf heeft gestolen. Dat de tas en de overige goederen niet bij verdachte zijn aangetroffen, doet daar niet aan af.
De militaire kamer komt daarmee tot een bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde.
Feit 7
Bewijsmiddelen
Op 8 juni 2023 werd de auto van verdachte doorzocht. Deze stond geparkeerd in Den Bosch. Bij de doorzoeking werd in het dashboardkastje een sigarettenpakje aangetroffen met daarin een doorzichtig zakje met wit poeder. [10] Het bleek te gaan om 0,3 gram cocaïne. [11] Verdachte heeft verklaard dat hij rookt. [12]
Beoordeling door de militaire kamer
De cocaïne is aangetroffen in een zakje in een sigarettendoosje dat lag in het dashboardkastje van de auto van verdachte. Verdachte mag als eigenaar en feitelijk gebruiker van de auto worden geacht op de hoogte te zijn van wat zich op een dergelijke plaats in zijn auto bevindt. In het dashboardkastje lagen ook andere spullen van verdachte, waaronder spullen waarvan mag worden aangenomen dat hij ze dagelijks gebruikt, zoals zijn nieuwe portemonnee met pasjes (alsook overigens de op 29 mei 2023 gestolen bankpas – feit 4 – ).
De stelling van verdachte dat hij zijn auto ook wel uitleende en/of dat anderen in zijn auto hebben gereden/gezeten die de cocaïne zouden hebben kunnen achterlaten is onvoldoende concreet gemaakt. Verdachte heeft verklaard niet meer te weten wanneer hij de auto voor het laatst heeft uitgeleend en aan wie dat was.
Gelet hierop, maar ook gezien de plaats waar de cocaïne is aangetroffen, is niet aannemelijk gemaakt dat de cocaïne door een ander in de auto is achtergelaten. Dat verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van het sigarettenpakje met daarin het zakje met cocaïne wordt ondersteund door de omstandigheid dat verdachte heeft getracht een doorzoeking van zijn auto te voorkomen door deze in ’s-Hertogenbosch te parkeren. [13] Verder rookt verdachte en heeft hij een geschiedenis van verslaving aan (onder andere) cocaïne.
De militaire kamer concludeert op basis van de genoemde bewijsmiddelen dat verdachte wetenschap van en beschikkingsmacht over de cocaïne had.
Het ten laste gelegde feit kan daarom wettig en overtuigend bewezen worden.
De overige feiten
Er is ten aanzien van het onder de feiten 3, 4, 5, 6, 8 en 9 primair van parketnummer 05/168176-23 en het onder parketnummer 05/212744-23 primair tenlastegelegde sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering. Voorts heeft de raadsvrouw geen vrijspraak bepleit. Daarom wordt ten aanzien van deze feiten volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 3 van parketnummer 05/168176-23:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 2] , p. 81-82;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 85;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 16 oktober 2023.
Bewijsmiddelen ten aanzien van de feiten 4 en 5 van parketnummer 05/168176-23:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 3] , p. 131-132;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 123;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 126-127;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 16 oktober 2023.
Bewijsmiddelen ten aanzien van de feiten 6 en 8 van parketnummer 05/168176-23:
- het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 112-114;
- het proces-verbaal, p. 163-164;
- het proces-verbaal, p. 178-179;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 16 oktober 2023.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 9 primair van parketnummer 05/168176-23:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 4] , p. 191-193;
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 5] , p. 194-196;
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 6] , p. 200-202;
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 7] , p. 197-198;
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 8] , p. 204-206;
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 9] , p. 208-209;
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 10] , p. 211-212;
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 11] , p. 214-215;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 234-235;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 16 oktober 2023.
Bewijsmiddelen ten aanzien van parketnummer 05/212744-23 primair: [14]
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 14] , p. 4-6;
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 13] , p. 7-9;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 16 oktober 2023.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feiten 1, 2 primair, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 primair van parketnummer 05/168176-23 en het onder parketnummer 05/212744-23 primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
Onder parketnummer 05/168176-23
1
Hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 december 2022 tot en met 5 februari 2023 te Rosmalen, gemeente ‘s-Hertogenbosch, in een woning
en/of op een besloten erf waarop een woning stond, gelegen aan de [adres 2] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer)
€ 9.050,-,
in elk geval enig goed,dat
/diegeheel of ten dele aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en
/ofdat
/dieweg te nemen goed
/goederenonder zijn bereik heeft gebracht door middel van
braak, verbreking, inklimming en/ofeen valse sleutel, door gebruik te maken van een (door hem zelf bijgemaakte) huissleutel en met deze sleutel voornoemde woning te betreden zonder daartoe gerechtigd te zijn;
2
hij op
of omstreeks7 juni 2023 te Rosmalen, gemeente ’s-Hertogenbosch een tas (met daarin (onder andere) een autosleutel, een huissleutel, een pasjeshouder, een bankpas en
/ofeen contant geldbedrag
van (ongeveer) € 100,-),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij op
of omstreeks7 juni 2023 te Rosmalen, gemeente ’s-Hertogenbosch een geldbedrag van (ongeveer) € 45,-,
in elk geval enig goed,dat
/diegeheel of ten dele aan [benadeelde 2] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte
zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/ofdat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door contactloos te betalen met een bankpas op naam van voornoemde [benadeelde 2] , terwijl hij, verdachte, niet gerechtigd was om gebruik te maken van voornoemde bankpas;
4
hij in of omstreeks de periode van 19 mei 2023 tot en met 29 mei 2023 te Vught
en/of Rosmalen, gemeente ’s-Hertogenbosch een pinpas,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 3] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
5
hij op
een ofmeerdere tijdstippen op
of omstreeks29 mei 2023 te Rosmalen, gemeente
's-Hertogenbosch en/of te 's-Hertogenbosch, een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) € 71,97,-,
in elk geval enig goed,dat
/diegeheel of ten dele aan [benadeelde 3] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte
zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/ofdat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel door meerdere malen contactloos te betalen met een bankpas op naam van voornoemde [benadeelde 3] , terwijl hij, verdachte, niet gerechtigd was om gebruik te maken van voornoemde bankpas;
6
hij op of omstreeks 8 juni 2023
te Vught en/of te Venlo, in elk gevalin Nederland, een wapen van categorie II, onder 6 van de Wet wapens en munitie, te weten een traangasspuitbus, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen met giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende en soortgelijke stoffen voorhanden heeft gehad;
7
hij op
of omstreeks8 juni 2023
te Vught en/of te Venlo, in elk gevalin Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 0,3 gram,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattendecocaïne, zijnde cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
8
hij op
of omstreeks8 juni 2023 te Vught munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 10 knalpatronen van het kaliber 5,56x45 voorhanden heeft gehad;
9
hij op
een ofmeerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 maart 2023 tot en met 5 juni 2023 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch en/of te Vught,
in elk geval (telkens) in Nederland,een beroep of gewoonte heeft gemaakt van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen tegen betaling (via de website [website] ), met het oogmerk om zonder volledige levering zich
en/of een andervan de betaling van die goederen of diensten te verzekeren teneinde zich wederrechtelijk te bevoordelen en zodoende:
- [benadeelde 4] uit Capelle aan den IJssel op of omstreeks 23 maart 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 37,00 (ten behoeve van een rugzak (van het merk: The North Face)) en
/of
- [benadeelde 5] uit Rotterdam op of omstreeks 3 april 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 124,00 (ten behoeve van een Garinthia Goretex Outdoor jas en
/ofeen AMF-12 CRBN gasmasker) en
/of
- [benadeelde 6] uit Rotterdam op of omstreeks 4 april 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 94,00 (ten behoeve van een koptelefoon (van het merk: Bose, type: Quietcomfort 35)) en
/of
- [benadeelde 7] uit Nijverdal op of omstreeks 4 april 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 54,00 (ten behoeve van een rugzak (van het merk: The North Face)) en
/of
- [benadeelde 8] uit Pijnacker op of omstreeks 8 april 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 75,00 (ten behoeve van een koptelefoon (van het merk: Bose, type: Quietcomfort 35)) en
/of
- [benadeelde 9] uit Herkingen op of omstreeks 18 april 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 150,00 (ten behoeve van een slijptol (van het merk: Makita, type: DGA 504)) en
/of
- [benadeelde 10] uit Utrecht op of omstreeks 19 mei 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 160,00 (ten behoeve van en accuboormachine (van het merk: Makita, type: DHP482) en
/of
- [benadeelde 11] uit Utrecht op of omstreeks 5 juni 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 50,00 (ten behoeve van een luidspreker (van het merk: Behringer, type: Eurolive 6205D),
in elk geval genoemde personen (telkens) heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een geldbedrag, (telkens) zonder het goed te leveren dat tussen verdachte en genoemde personen was overeengekomen.
Onder parketnummer: 05/212744-23
hij op
een of meertijdstip(pen) op of omstreeks 05 juli 2023 te Twello en/of te Berg en Dal en/of te Vught,
in elk geval (telkens) in Nederland,een beroep of gewoonte heeft gemaakt van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen tegen betaling (via de website [website] ), met het oogmerk om zonder volledige levering zich
en/of een andervan de betaling van die goederen of diensten te verzekeren teneinde zich wederrechtelijk te bevoordelen en zodoende:
- [benadeelde 14] uit Twello op of omstreeks 5 juli 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 56,95 (ten behoeve van een steeksleutelset (van het merk Makita)) en
/of
- [benadeelde 13] uit Berg en Dal op of omstreeks 5 juli 2023 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 50,00 (ten behoeve van een schroefmachine (van het merk Dewalt)),
in elk geval genoemde personen (telkens) heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een geldbedrag, (telkens) zonder het goed te leveren dat tussen verdachte en genoemde personen was overeengekomen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 05/168176-23, feit 1:
diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, terwijl de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels;
parketnummer 05/168176-23, feit 2 primair:
diefstal;
parketnummer 05/168176-23, feit 3:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels;
parketnummer 05/168176-23, feit 4:
diefstal;
parketnummer 05/168176-23, feit 5:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels;
parketnummer 05/168176-23, feit 6:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II;
parketnummer 05/168176-23, feit 7:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
parketnummer 05/168176-23, feit 8:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
parketnummer 05/168176-23, feit 9 primair:
een beroep of gewoonte maken van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen of verlenen van diensten tegen betaling met het oogmerk om zonder volledige levering zich van de betaling van die goederen of diensten te verzekeren;
parketnummer 05/212744-23 primair:
een beroep of gewoonte maken van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen of verlenen van diensten tegen betaling met het oogmerk om zonder volledige levering zich van de betaling van die goederen of diensten te verzekeren.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar en de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft oplegging van een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest en eventueel een taakstraf bepleit.
De beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De militaire kamer heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een veelheid aan strafbare feiten. Hij heeft een bedrag van ruim € 9.000,- gestolen uit de woning van zijn (ex) schoonouders. Verder heeft hij een tas met inhoud, waaronder een bankpas, uit een auto gestolen en heeft hij vervolgens met deze bankpas gepind. Een paar dagen eerder had hij al een bankpas uit een andere auto gestolen. Ook hiermee heeft verdachte gepind. In zijn auto zijn cocaïne en een traangasspuitbus aangetroffen en in zijn legeringskamer zijn tien knalpatronen aangetroffen. Ten slotte heeft verdachte zich tien keer schuldig gemaakt aan online handelsfraude. Verdachte verkocht goederen via [website] .nl, ontving daarvoor betaling en leverde de goederen vervolgens niet. Met deze handelswijze heeft hij het vertrouwen van de mensen die zaken met hem deden op een ernstige wijze beschaamd en hen financiële schade berokkend.
Verdachte heeft een groot aantal mensen, van zijn ex-schoonouders tot volslagen vreemden, geld afhandig gemaakt. Bij elkaar genomen gaat het om een enorm bedrag. Van een militair mag worden verwacht dat hij integer en betrouwbaar is. Het handelen van verdachte is een militair volstrekt onwaardig. Hij is telkens weer opnieuw de fout ingegaan, omdat hij uiteindelijk ten koste van anderen voor bevrediging van zijn eigen wensen en behoeften koos, alleen maar om zijn verslaving te kunnen bekostigen. Dit rekent de militaire kamer hem zwaar aan.
De persoon en persoonlijke omstandigheden van verdachte
Strafblad
Uit het strafblad van verdachte d.d. 19 september 2023 blijkt dat hij op 1 augustus 2022 is veroordeeld wegens het plegen een vermogensfeit, te weten online handelsfraude. Verdachte was dus een gewaarschuwd mens. Kennelijk heeft verdachte hier geen lering uit getrokken, want het heeft hem er niet van weerhouden zich nog geen jaar later opnieuw schuldig te maken aan online handelsfraude en andere vermogensfeiten. De militaire kamer weegt verder als strafverzwarende omstandigheid mee dat verdachte ten aanzien van die veroordeling nog in een proeftijd liep.
PJ-rapport
Op 21 september 2023 heeft drs. [psycholoog] , GZ-psycholoog, gerapporteerd over het psychologisch onderzoek dat naar verdachte is gedaan. Bij verdachte werden een posttraumatische stressstoornis (hierna: PTSS), een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met narcistische, antisociale en vermijdende trekken, een stoornis in alcoholgebruik en een gokstoornis geconstateerd. Hiervan was ook sprake tijdens het plegen van de feiten 1, 2, 3, 4, 5 en 9 van parketnummer 05/168176-23.
Er was enige sprake van enige beïnvloeding van de gedragskeuzes en gedragingen van verdachte ten tijde van het tenlastegelegde. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat verdachte vanuit zijn persoonlijkheidsstoornis in combinatie met de PTSS niet goed in staat is om met negatieve gevoelens en situaties om te gaan. Vanuit zijn narcistische persoonlijkheidsproblematiek heeft verdachte een steunend, maar vooral ook een waarderend, netwerk nodig om zijn feitelijk altijd aanwezige gevoelens van insufficiëntie, lage zelfbeeld en identiteitsproblematiek, die vanuit de vroegkinderlijke traumatisering zijn ontstaan, op te vijzelen. Met het wegvallen van zijn partnerrelatie viel dit waarderende netwerk weg en raakte verdachte uit balans. Hij ging piekeren, werd overvallen door negatieve emoties en gevoelens en herinneringen aan vroeger en kon die emoties nauwelijks verdragen. Ook zijn PTSS-klachten namen weer in intensiteit toe, net als zijn gevoelens van eenzaamheid en afwijzing. Hij kreeg meer nachtmerries, werd achterdochtig/meer alert en had het gevoel dat iedereen tegen hem was. Hij was hierdoor niet meer in staat om adequate oplossingsstrategieën in te zetten en verviel in de disfunctionele oplossingsvaardigheden van te veel alcohol gebruiken en later gokken om afleiding te hebben en niet te hoeven voelen of denken. Hoewel hij verstandelijk wist te beredeneren dat het drinken en gokken niet goed was, kon hij dit emotioneel gezien niet stoppen, zolang hij in die voor hem troosteloze situatie verkeerde. Zijn narcistische maar ook vermijdende trekken stonden in de weg aan het vragen om hulp, want enerzijds dacht hij dat hij dit allemaal zelf kon hanteren en anderzijds was hij bang om bekritiseerd te worden. Op den duur had verdachte geld nodig voor het gokken. Vanuit zijn antisociale trekken en opportunistische instelling heeft verdachte minder moeite om de regels en de wet te overtreden en mensen voor zijn eigen belang in te zetten. Vervolgens heeft het gebrek aan geld en de drang naar het gokken als copingsstrategie geleid tot de genoemde strafbare feiten. Hoewel verdachte in staat was om het wederrechtelijke van die feiten in te zien, was hij in verminderde mate in staat hier weerstand aan te bieden vanwege de instabiele geestelijke toestand waarin hij verkeerde. Het advies luidt dan ook om de feiten 2, 3, 4, 5 en 9 van parketnummer 05/168176-23 in (licht) verminderde mate aan verdachte toe te rekenen.
Hoewel er ten tijde van het onder feit 1 van parketnummer 05/168176-23 sprake was van PTSS en een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis en verdachte veel spanning ervoer vanwege het verbreken van zijn relatie, meent onderzoeker dat er geen sprake is van een doorwerking van deze stoornissen in het tenlastegelegde. Verdachte was van mening dat het zijn geld betrof en dat hij daar recht op had. Hij heeft willens en wetens dit geld uit de woning weggenomen. Geadviseerd wordt dit feit volledig aan verdachte toe te rekenen.
De kans op recidive wordt als laag-matig ingeschat zonder passende behandeling op korte termijn, wat in matig zou kunnen uitmonden op de lange termijn vanwege zijn persoonlijkheidsstoornis, PTSS en verslavingsgevoeligheid.
Als beschermende factoren worden gezien zijn gemiddelde intelligentie, de verantwoordelijkheid die hij neemt door zich open te stellen en zijn bereidheid om hulp te accepteren.
De problematische relatie die verdachte momenteel met zijn ex-partner heeft, en zijn zoon die hij hierdoor niet kan zien, draagt bij aan het hoge niveau van stress. Verdachte voelt zich hierdoor afgewezen en gekleineerd, wat hij moeilijk kan verdragen en waardoor de drang naar middelengebruik en gokken toeneemt.
Verdachte lijkt er nu van doordrongen te zijn dat hij hulp nodig heeft en dat hij een probleem heeft met middelengebruik en gokken, zolang hij deze als copingsmechanisme inzet. Hij staat open voor behandeling om te leren omgaan met zijn persoonlijkheidsproblematiek en PTSS en functionele oplossingsstrategieën leert hanteren in problematische situaties.
Geadviseerd wordt een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarde ambulante behandeling bij een forensische polikliniek waarbij zowel de PTSS als de persoonlijkheidsproblematiek behandeld kunnen worden, verdachte adequate copingstrategiëen aanleert in plaats van alcoholgebruik en gokken, en er aandacht wordt besteed aan het delictgedrag. Ook wordt toezicht door de reclassering geadviseerd.
Reclasseringsadvies
Reclassering Nederland heeft op 5 oktober 2023 een advies uitgebracht over verdachte. Volgens de reclassering heeft verdachte onderhavige vermogensdelicten gepleegd om in zijn alcohol- en gokverslavingen te voorzien. Deze verslavingen worden daarom gezien als voornaamste delictgerelateerde criminogene factoren. De reclassering merkt voorts de in het PJ-rapport geconstateerde PTSS en persoonlijkheidsstoornis aan als delictgerelateerde criminogene factoren. Door deze stoornissen was verdachte niet in staat om met negatieve gevoelens en situaties om te gaan. Voorafgaand aan onderhavige feiten was sprake van een conflictueuze partnerrelatie die uitmondde in een relatiebreuk en gevoelens van onrust en eenzaamheid. Verdachte is op inadequate wijze met deze gevoelens omgegaan door overmatig te gokken en alcohol te drinken, wat uitmondde in voornoemd delictgedrag. De eerdere vermogensdelicten op zijn strafblad kwamen op eenzelfde manier tot stand.
De reclassering meldt dat er via een civiele rechtsprocedure al is ingezet op passende hulpverlening voor de conflictueuze partnerrelatie tussen verdachte en zijn ex-partner. Desondanks acht de reclassering bijzondere voorwaarden geïndiceerd. Verdachte moet passend leren omgaan met zijn (negatieve) emoties middels een ambulante behandeling. Daarnaast zijn een verbod op kansspelen en middelencontroles nodig om het middelengebruik en verslavingsgedrag van verdachte te controleren en/of objectiveren. Mocht blijken dat verdachte zijn middelengebruik niet onder controle heeft, is een ambulante behandelverplichting binnen de verslavingszorg geïndiceerd om het risico op nieuw delictgedrag te beheersen.
Het risico op recidive wordt ingeschat als gemiddeld. Het risico op letsel wordt ingeschat als laag. Het risico op onttrekken aan voorwaarden wordt ingeschat als laag.
De reclassering adviseert bij een veroordeling de oplegging van een (deels) voorwaardelijke straf met de volgende bijzondere voorwaarden:
  • de meldplicht;
  • een ambulante behandelverplichting;
  • meewerken aan middelencontroles;
  • een verbod op kansspelen;
  • (eventueel) een ambulante behandelverplichting gericht op verslavingszorg.
Conclusie
Alles overwegende en gelet op hetgeen in vergelijkbare zaken wordt opgelegd, is de militaire kamer van oordeel dat alleen een gevangenisstraf passend is en recht doet aan deze feiten. De militaire kamer zal een gedeelte hiervan in voorwaardelijke vorm opleggen. Voor uitsluitend een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest en een taakstraf, zoals door de verdediging bepleit, is geen ruimte, gelet op de ernst en veelheid van de feiten en de eerdere veroordeling van verdachte. Verder acht de militaire kamer het van belang dat verdachte de hulpverlening krijgt die nodig is om hem er in de toekomst van te weerhouden opnieuw de fout in te gaan.
Gelet op het PJ-rapport rekent de militaire kamer de feiten 2, 3, 4, 5 en 9 van parketnummer 05/168176-23 in (licht) verminderde mate aan verdachte toe. Dit geldt ook voor het soortgelijke feit van parketnummer 05/212744-23.
De militaire kamer zal verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar en de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

[benadeelde 1]
De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft in verband met feit 1 van parketnummer 05/168176-23 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 7.050,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen tot een bedrag van € 6.850,-, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Voor het overige deel aan materiële schade heeft de officier van justitie verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat deze reeds een civiel rechtsgeding aanhangig heeft gemaakt bij de kantonrechter.
De beoordeling door de militaire kamer
De ontvankelijkheid van de benadeelde partij
De militaire kamer overweegt dat een benadeelde partij niet verplicht is om zich te beperken tot hetzij de civielrechtelijke hetzij de strafrechtelijke procedure om zijn schade vergoed te krijgen. Zolang één van deze procedures niet heeft geleid tot een onherroepelijke einduitspraak staan beide voorzieningen voor hem open.
In onderhavige zaak is de benadeelde partij ter zake van deze vordering ook een procedure gestart bij de civiele rechter. Deze is echter nog niet inhoudelijk behandeld en heeft dus ook nog niet geleid tot een einduitspraak met kracht van gewijsde. Van een schending van het beginsel van ne bis in idem kan daarom geen sprake zijn. De militaire kamer is dan ook van oordeel dat de benadeelde partij ontvankelijk is in de vordering.
De materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Uit de stukken die de benadeelde partij ter terechtzitting heeft overgelegd blijkt dat verdachte een deel van het gestolen bedrag van € 9.050,-, te weten € 2.200,-, inmiddels heeft terugbetaald. De benadeelde partij heeft dus nog recht op een bedrag van € 6.850,-. Daarom is de militaire kamer van oordeel dat de vordering voor wat betreft de materiële schade tot een hoogte van € 6.850,- kan worden toegewezen.
De militaire kamer zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
Verdachte is vanaf 5 februari 2023 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De schadevergoedingsmaatregel
De militaire kamer ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
[benadeelde 2]
De benadeelde partij [benadeelde 2] heeft in verband met de feiten 2 en 3 van parketnummer 05/168176-23 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 1.160,03 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, waarbij hij de militaire kamer heeft gevraagd de kosten van de autosleutels en het contante geld te schatten, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Voor het overige deel aan materiële schade heeft de officier van justitie verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering tot een bedrag van € 45,- kan worden toegewezen en dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering, nu dit deel van de vordering onjuist en ongegrond is.
De beoordeling door de militaire kamer
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Toewijsbaar zijn de volgende posten, die voldoende zijn onderbouwd en redelijk voorkomen:
  • het door verdachte gepinde geldbedrag van € 45,-;
  • de kosten van het aanvragen van een nieuw rijbewijs en een nieuwe ID-kaart, zijnde in totaal € 115,03.
Hoewel een concrete onderbouwing van het gevorderde contante geldbedrag van € 50,- ontbreekt, is ook dit bedrag, dat redelijk voorkomt, toewijsbaar.
De militaire kamer is voorts van oordeel dat de overige schadeposten niet dan wel niet volledig voor toewijzing in aanmerking komen.
Wat betreft de schade die ziet op de tas, de sleutelhanger en de pasjeshouder, die de benadeelde partij heeft gesteld op respectievelijk € 130,-, ‘plusminus’ € 75,- en € 195,-, geldt dat deze schade, hoewel dit van de benadeelde partij wel verlangd mag worden, onvoldoende met ter zake relevante stukken is onderbouwd. De benadeelde partij heeft enkel afdrukken overgelegd van internetpagina’s, met daarop voorbeeldfoto’s van de gestolen goederen. Dit volstaat echter niet. Enig inzicht in aankoopdata en -bedragen, en daarmee in de leeftijd en restwaarde van de goederen, ontbreekt. De rechtbank zal daarom wat deze goederen betreft gebruik maken van haar schattingsbevoegdheid. Wat betreft de tas is toewijsbaar een bedrag van € 20,-, wat betreft de sleutelhanger een bedrag van € 10,- en wat betreft de pasjeshouder een bedrag van € 15,-, in totaal € 45,-.
Wat betreft de schade die ziet op de (reserve)autosleutel van het merk Ssangyong en de autosleutel Volkswagen Up, die de benadeelde partij heeft gesteld op bedragen van respectievelijk ‘plusminus’ € 300,- en ‘plusminus’ € 250,-, geldt dat deze schade, hoewel dit van de benadeelde partij wel verlangd mag worden, niet met ter zake relevante bescheiden, zoals facturen van hernieuwde aanschaf, is onderbouwd. Daarbij komt dat aangifte is gedaan van de diefstal van één autosleutel. Verder is de tas niet uit een Volkswagen Up maar uit een Ssangyong auto gestolen. Enige toelichting waarom niettemin de kosten van vervanging van twee autosleutels, waaronder een autosleutel Volkswagen Up, worden gevorderd ontbreekt. Bij gebreke van enige toelichting met onderbouwende stukken komen deze schadeposten niet voor toewijzing in aanmerking.
De militaire kamer concludeert dat de vordering tot vergoeding van materiële schade tot een hoogte van € 255,03‬ kan worden toegewezen. De militaire kamer zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaring in de vordering. De benadeelde partij kan zich wat betreft dat deel tot de burgerlijke rechter wenden.
Wettelijke rente
Verdachte is vanaf 7 juni 2023 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
Schadevergoedingsmaatregel
De militaire kamer ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
[benadeelde 4]
De benadeelde partij [benadeelde 4] heeft in verband met feit 9 van parketnummer 05/168176-23 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 37,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering kan worden toegewezen.
De beoordeling door de militaire kamer
De materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
De militaire kamer overweegt dat de materiële schade niet is betwist. Deze schadepost is verder voldoende onderbouwd en komt redelijk voor.
Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Daarom is de militaire kamer van oordeel dat de vordering voor wat betreft de materiële schade kan worden toegewezen.
Verdachte is vanaf 23 maart 2023 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
Schadevergoedingsmaatregel
De militaire kamer ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
[benadeelde 5]
De benadeelde partij [benadeelde 5] heeft in verband met feit 9 van parketnummer 05/168176-23 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 124,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering kan worden toegewezen.
De beoordeling door de militaire kamer
De materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
De militaire kamer overweegt dat de materiële schade niet is betwist. Deze schadepost is verder voldoende onderbouwd en komt redelijk voor.
Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Daarom is de militaire kamer van oordeel dat de vordering voor wat betreft de materiële schade kan worden toegewezen.
Verdachte is vanaf 3 april 2023 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
Schadevergoedingsmaatregel
De militaire kamer ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
[benadeelde 7]
De benadeelde partij [benadeelde 7] heeft in verband met feit 9 van parketnummer 05/168176-23 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 54,- aan materiële schade en € 108,- aan smartengeld, telkens vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij voor wat betreft de materiële schade kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Voor wat betreft het smartengeld heeft de officier van justitie verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat uitsluitend het materiële deel van de vordering kan worden toegewezen. Ten aanzien van de immateriële schade dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
De beoordeling door de militaire kamer
De materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
De militaire kamer overweegt dat de materiële schade niet is betwist. Deze schadepost is verder voldoende onderbouwd en komt redelijk voor.
Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Daarom is de militaire kamer van oordeel dat de vordering voor wat betreft de materiële schade kan worden toegewezen.
Verdachte is vanaf 4 april 2023 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
Smartengeld
De benadeelde partij heeft aangevoerd dat dat hij door de materiële schade zijn huur niet kon betalen. Daarnaast heeft deze zaak hem veel tijd gekost. De benadeelde partij heeft daarom het dubbele van de materiële schade als immateriële schade gevorderd.
Deze schadepost is naar het oordeel van de militaire kamer niet toewijsbaar. Hoewel de militaire raadkamer oog heeft voor de omstandigheid dat het bewezenverklaarde feit vervelende gevolgen heeft gehad voor de benadeelde partij, voorziet de wet in dit geval niet in een grondslag voor vergoeding van immateriële schade. Daarom zal de militaire dit deel van de vordering afwijzen.
De schadevergoedingsmaatregel
De militaire kamer ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
[benadeelde 8]
De benadeelde partij [benadeelde 8] heeft in verband met feit 9 van parketnummer 05/168176-23 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 75,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering kan worden toegewezen.
De beoordeling door de militaire kamer
De materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
De militaire kamer overweegt dat de materiële schade niet is betwist. Deze schadepost is verder voldoende onderbouwd en komt redelijk voor.
Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Daarom is de militaire kamer van oordeel dat de vordering voor wat betreft de materiële schade kan worden toegewezen.
Verdachte is vanaf 8 april 2023 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
Schadevergoedingsmaatregel
De militaire kamer ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
[benadeelde 9]
De benadeelde partij [benadeelde 9] heeft in verband met feit 9 van parketnummer 05/168176-23 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 150,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering kan worden toegewezen.
De beoordeling door de militaire kamer
De materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
De militaire kamer overweegt dat de materiële schade niet is betwist. Deze schadepost is verder voldoende onderbouwd en komt redelijk voor.
Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Daarom is de militaire kamer van oordeel dat de vordering voor wat betreft de materiële schade kan worden toegewezen.
Verdachte is vanaf 18 april 2023 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
Schadevergoedingsmaatregel
De militaire kamer ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
[benadeelde 11]
De benadeelde partij [benadeelde 11] heeft in verband met feit 9 van parketnummer 05/168176-23 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 50,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering kan worden toegewezen.
De beoordeling door de militaire kamer
De materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
De militaire kamer overweegt dat de materiële schade niet is betwist. Deze schadepost is verder voldoende onderbouwd en komt redelijk voor.
Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Daarom is de militaire kamer van oordeel dat de vordering voor wat betreft de materiële schade kan worden toegewezen.
Verdachte is vanaf 5 juni 2023 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
Schadevergoedingsmaatregel
De militaire kamer ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
[benadeelde 14]
De benadeelde partij [benadeelde 14] heeft in verband met het onder parketnummer 05/212744-23 tenlastegelegde een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 56,95 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering kan worden toegewezen.
De beoordeling door de militaire kamer
De materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
De militaire kamer overweegt dat de materiële schade niet is betwist. Deze schadepost is verder voldoende onderbouwd en komt redelijk voor.
Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Daarom is de militaire kamer van oordeel dat de vordering voor wat betreft de materiële schade kan worden toegewezen.
Verdachte is vanaf 5 juli 2023 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
Schadevergoedingsmaatregel
De militaire kamer ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
[benadeelde 13]
De benadeelde partij [benadeelde 13] heeft in verband met het onder parketnummer 05/212744-23 tenlastegelegde een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 50,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering kan worden toegewezen.
De beoordeling door de militaire kamer
De materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
De militaire kamer overweegt dat de materiële schade niet is betwist. Deze schadepost is verder voldoende onderbouwd en komt redelijk voor.
Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Daarom is de militaire kamer van oordeel dat de vordering voor wat betreft de materiële schade kan worden toegewezen.
Verdachte is vanaf 5 juli 2023 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
Schadevergoedingsmaatregel
De militaire kamer ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.

9.De vordering tot tenuitvoerlegging (parketnummer 05/019342-21)

De meervoudige militaire kamer heeft verdachte op 1 augustus 2022 veroordeeld tot een taakstraf van 150 uur, subsidiair 75 dagen hechtenis, waarvan 50 uur, subsidiair 25 dagen hechtenis, voorwaardelijk.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vordert de (gedeeltelijke) tenuitvoerlegging van die straf.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich niet verzet tegen de vordering.
De beoordeling door de militaire kamer
Bewezen is dat verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. De militaire kamer is van oordeel dat de voorwaardelijk opgelegde straf daarom ten uitvoer moet worden gelegd en zal de vordering daarom toewijzen als na te melden.

10.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straffen en/of maatregelen is gegrond op de artikelen:
- 14 a, 14b, 14c, 36f, 57, 310, 311 en 326e van het Wetboek van Strafrecht;
- 2 en 10 van de Opiumwet;
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

11.De beslissing

De militaire kamer:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
twaalf maanden
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
zes maanden, niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de
proeftijd van drie jarenniet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
 stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- verdachte zich uiterlijk binnen drie dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis zal melden bij Reclassering Nederland op het adres Eekbrouwersweg 6 te
‘s-Hertogenbosch en zich gedurende de proeftijd zal blijven melden bij deze instelling, zo vaak en zolang de instelling dat noodzakelijk acht;
- verdachte zich gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering in overleg met de behandelaar nodig acht, onder behandeling zal stellen van Reinier van Arkel of een soortgelijke zorgverlener, zulks te bepalen door de reclassering, om zich te laten behandelen voor de in het PJ-rapport geconstateerde problematiek en zich zal houden aan de aanwijzingen die in dat kader worden gegeven;
- verdachte gedurende de proeftijd zal meewerken aan controle van zijn alcohol- en drugsgebruik en verplicht is ten behoeve van de naleving van deze controles mee te werken aan urineonderzoek of ademonderzoek, zolang en zo frequent als de reclassering dit noodzakelijk acht;
- verdachte gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering nodig acht, niet zal deelnemen aan kansspelen;
- indien uit de middelencontroles blijkt dat verdachte zijn gebruik niet onder controle heeft en/of gedurende het reclasseringstoezicht blijkt dat verdachte vervalt in gokken, en de reclassering dit noodzakelijk acht, zal verdachte zich gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering in overleg met de behandelaar nodig acht, onder behandeling stellen van een instelling voor verslavingszorg, zulks te bepalen door de reclassering, om zich te laten behandelen voor zijn verslaving(en) en zich houden aan de aanwijzingen die in dat kader worden gegeven;
 stelt als overige voorwaarden dat:
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
  • veroordeelt verdachte in verband met feit 1 van parketnummer 05/168176-23 tot betaling van schadevergoeding aan
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot vergoeding van materiële schade;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde 1] , een bedrag te betalen van € 6.850,- aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 februari 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 69 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
  • veroordeelt verdachte in verband met de feiten 2 primair en 3 van parketnummer 05/168176-23 tot betaling van schadevergoeding aan
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
  • verklaart de benadeelde partij [benadeelde 2] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot vergoeding van materiële schade;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde 2] , een bedrag te betalen van € 255,03 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 juni 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 5 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 veroordeelt verdachte in verband met feit 9 primair van parketnummer 05/168176-23 tot betaling van schadevergoeding
aan de benadeelde partijen [benadeelde 4] , [benadeelde 5] , [benadeelde 7] , [benadeelde 8] , [benadeelde 9] en [benadeelde 11]van de volgende bedragen aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
Benadeelde partij Bedrag Wettelijke rente
1. [benadeelde 4] € 37,-maart 2023
2. [benadeelde 5] € 124, -april 2023
3. [benadeelde 7] € 54, -april 2023
4. [benadeelde 8] € 75, -april 2023
5. [benadeelde 9] € 150,-april 2023
6. [benadeelde 11] € 50,-juni 2023
 veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en de kosten die de benadeelde partijen mogelijk nog moeten maken om de te noemen bedragen betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 wijst vordering tot vergoeding van immateriële schade van de benadeelde partij [benadeelde 7] af;
 legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat ten behoeve van de volgende benadeelde partijen de hier na te noemen bedragen aan materiële schade te betalen. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als het bedrag niet wordt betaald, kan gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
Benadeelde partij Bedrag Gijzeling

1. [benadeelde 4] € 37,- 1 dag;

2. [benadeelde 5] € 124,- 2 dagen;

3. [benadeelde 7] € 54,- 1 dag;

4. [benadeelde 8] € 75,- 1 dag;

5. [benadeelde 9] € 150,- 3 dagen;

6. [benadeelde 11] € 50,- 1 dag.

 bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partijen in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 veroordeelt verdachte in verband met het primaire feit van parketnummer 05/212744-23 tot betaling van schadevergoeding aan
de benadeelde partijen [benadeelde 14] en [benadeelde 13]van de volgende bedragen aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
Benadeelde partij Bedrag Wettelijke rente
1. [benadeelde 14] € 56,95juli 2023
2. [benadeelde 13] € 50,-juli 2023
 veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en de kosten die de benadeelde partijen mogelijk nog moeten maken om de te noemen bedragen betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat ten behoeve van de volgende benadeelde partijen de hier na te noemen bedragen aan materiële schade te betalen. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als het bedrag niet wordt betaald, kan gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
Benadeelde partij Bedrag Gijzeling

1. [benadeelde 14] € 56,95 1 dag;

2. [benadeelde 13] € 50.- 1 dag.

 bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partijen in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 beveelt de tenuitvoerlegging van de op 1 augustus 2022 door de meervoudige militaire kamer voorwaardelijk opgelegde straf, te weten een taakstraf van 50 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 25 dagen (parketnummer 05/019342-21).
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M.H. Pennings (voorzitter), mr. K.A.M. van Hoof, rechters, en Kolonel mr. M. Hoedeman, militair lid, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Aalbers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze militaire kamer op 30 oktober 2023.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de Koninklijke Marechaussee, opgemaakte proces-verbaal, parketnummer 05/168176-23, gesloten op 13 juli 2023, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 1] , p. 33.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 41-43.
4.Een geschrift, te weten een akte van hoofdelijk schuldenaarschap en erkenning, p. 37-38.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 50.
6.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 16 oktober 2023.
7.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 16 oktober 2023.
8.Proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 2] , p. 81-82.
9.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 16 oktober 2023.
10.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 112-113.
11.Proces-verbaal, p. 170-172 en NFiDENT-rapport, p. 177.
12.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 74.
13.Proces-verbaal doorzoeking, p. 113.
14.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de Koninklijke Marechaussee, opgemaakte proces-verbaal, parketnummer 05/212744-23, gesloten op 30 augustus 2023, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.