Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
2. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
3. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
4.
[eisende partij 4],
1.De procedure
2.De kern van de zaak
3.De feiten
‘familie statuut voor huidige en toekomstige familie aandeelhouders’ in [eisende partij 1] (hierna te noemen: het Familiestatuut) ondertekend door de houders van de certificaten van aandelen.
belangstelling/’vordering’ overdragen.’
4.Het geschil
primair
subsidiair
5.De beoordeling
‘geformuleerd dat [gedaagde partij] nog eigenaar blijft van 4/7 van de Certificaten en [betrokkene 3] van 1/8 van de aandelen in het kapitaal van [bedrijf 2] . [gedaagde partij] blijft daarmee lid van het [bedrijf 1] Bestuur. Daarin wijzigt niets.’Daardoor hebben eisende partijen volgens [gedaagde partij] geen belang bij het voeren van deze procedure. Specifiek met betrekking tot [eisende partij 1] stelt [gedaagde partij] dat eisende partijen zonder toestemming of enig overleg met de meerderheid van de certificaathouders, [eisende partij 1] als eisende partij in de procedure hebben laten participeren.
informeel exploratief verzoek’als bedoeld in punt 4.4.1 van het Familiestatuut. Eisende partijen hebben hier tegen aangevoerd dat [gedaagde partij] nooit heeft geïnformeerd naar de Optieprijs maar het bestuur van [eisende partij 1] heeft laten weten dat zij haar certificaten wenste te verkopen. Ook heeft [gedaagde partij] niet ingegrepen toen het bestuur van [eisende partij 1] uitging van een aanbod van haar certificaten ter verkoop. Tenslotte was [gedaagde partij] volgens eisende partijen prima in staat om zelf de Optieprijs te berekenen op basis van de overeengekomen Formule.
de Directie zal op een informeel exploratief verzoek van een aspirant-verkoper aangeven wat de Optieprijs voor Beheer (zie Bijlage 9) zou zijn op het moment van het verzoek, gebaseerd op de laatste jaarrekening;indien en zodra op verzoek van een aspirant-verkoper een formele aanbiedingsprocedure wordt gestart zal deze Optieprijs aan alle Familie-aandeelhouders worden bekend gesteld”.
De kopers dienen zelf voor financiering zorg te dragen. Beheer zal de koper(s) daarin niet faciliteren.”Volgens eisende partijen is de achterliggende gedachte van deze bepaling dat overdracht van certificaten geen nadelige gevolgen mag hebben voor de financiële positie van [eisende partij 1] . Bij de vorige generatie heeft Beheer de uitkoop door één broer van de overige drie broers gefinancierd, wat bijna tot de ondergang van [eisende partij 1] heeft geleid. Financiering door [bedrijf 2] is volgens eisende partijen echter een andere situatie, omdat [bedrijf 2] een medecertificaathouder is.
(certificaten van) aandelen”in handen is gelegd van het bestuur van [eisende partij 1] en dat dit kwalificeert als een rechtsgeldig delegatiebesluit van de [bedrijf 1] , en dat anders in ieder geval de redelijkheid en billijkheid eraan in de weg staan dat [gedaagde partij] zich erop beroept dat een delegatiebesluit ontbreekt.
“De weg waarlangs in bovenstaande aanbiedingsprocedure een verkoop prijs voor aandelen of certificaten zal worden overeengekomen zal met inachtneming van bovenstaande criteria nader worden bepaald, ook in overleg met de notaris.”Onderaan artikel 4.4.1 staat echter vermeld dat de precieze aanbiedingsregeling nog moest worden uitgewerkt in de statuten. De rechtbank gaat er daarom met eisende partijen vanuit dat hier met betrokkenheid van een notaris wordt gedoeld op het uitwerken van de aanbiedings-regeling in de statuten, die door een notaris worden opgesteld. Nu de aanbiedingsregeling is opgenomen in de statuten van [eisende partij 1] is er sprake van een bindende regeling en hoefde er geen notaris meer te worden betrokken of overleg plaats te vinden.
‘het actuele gerapporteerde Eigen Vermogen van Beheer Geconsolideerd per ultimo het afgelopen kalenderjaar, eveneens gecorrigeerd voor het vermogen dat toekomt aan de preferente aandeelhouders.’Bij de vaststelling van de Optieprijs in 2021 diende dus het Eigen Vermogen per 31 december 2020 in de Formule ingevoerd te worden. Dat is € 26.925.195,-- volgens pagina 9 van voormelde productie 18. Naar het oordeel van de rechtbank is dus met het juiste bedrag aan Eigen Vermogen gerekend.
‘een voorkeursrecht voor bestaande Familie-aandeelhouders om te koop aangeboden certificaten te kopen en verder een recht voor Beheer om aangeboden certificaten die niet door Familie-aandeelhouders worden gekocht zelf te verwerven voordat deze aan derden worden aangeboden.’Het streven is om alle huidige en toekomstige Familie-aandeelhouders die stemrecht hebben een zo groot mogelijk belang in de onderneming te laten hebben. En in artikel 4.4 staat nogmaals:
‘Indachtig aan de beginselen van goed beheer en goede overdracht die volgen uit Ondernemend Rentmeesterschap wordt hier nogmaals aangegeven dat de Familie-aandeelhouders het afstand nemen van aandelenbezit, door de aandelen, dan wel certificaten van aandelen, te koop aan te bieden, niet wensen aan te moedigen.’Een lagere prijs voor overdracht van certificaten aan medefamilieleden past bij deze in het Familiestatuut beschreven waarden. Het door [gedaagde partij] genoemde commitment om de Aanbieder in staat te stellen om een goede opbrengst te realiseren staat ook in deze context: “
De Familie-aandeelhouders zullenzoveel als praktisch mogelijk onder de bovenstaande voorwaardende verkopende aandeel- of certificaathouder in staat stellen een goede opbrengst te realiseren”. [1]
“bij die rechtsverhouding onmiddellijk betrokken persoon”. Geen van eisende partijen is onmiddellijk betrokken bij de koopovereenkomsten tussen [gedaagde partij] en de overige certificaathouders. Dat eisende partijen belang hebben bij de door hen gevorderde uitgebreidere verklaring voor recht neemt niet weg dat zij daarnaast aan de voorwaarde van artikel 3:302 BW moeten voldoen, wat dus niet het geval is.