ECLI:NL:RBGEL:2023:6058

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 oktober 2023
Publicatiedatum
6 november 2023
Zaaknummer
R.05/20/277
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de schuldsaneringsregeling met betrekking tot de ex-toeslagpartnerregeling van de Belastingdienst

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 26 oktober 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de schuldsaneringsregeling van de schuldenaar, die eerder was toegelaten tot deze regeling op 15 oktober 2020. De schuldenaar heeft voldaan aan zijn verplichtingen, maar de rechtbank kan de schone lei nog niet toekennen. Dit is omdat er een kans bestaat dat de schulden van de schuldenaar in het kader van de ex-toeslagpartnerregeling van de Belastingdienst deels of volledig zullen worden overgenomen of kwijtgescholden. De rechtbank heeft vastgesteld dat het in het belang van de schuldeisers is om alle te verwachten baten te realiseren, en daarom is de regeling met maximaal twee jaar verlengd. De rechtbank heeft ook bepaald dat de schuldenaar gedurende deze verlenging maandelijks de bewindvoerderskosten aan de boedel moet afdragen. De beslissing is genomen met inachtneming van de belangen van zowel de schuldenaar als de schuldeisers, en de rechtbank heeft de termijn van de schuldsaneringsregeling vastgesteld op vijf jaar, eindigend op 15 oktober 2025.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team Insolventies
Zittingsplaats Zutphen
Insolventienummer: R.05/20/277 va
Datum vonnis: 26 oktober 2023
Vonnis
in de schuldsaneringsregeling van:
[schuldenaar] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats]
wonende te [adres] [woonplaats] ,
schuldenaar, hierna te noemen: [schuldenaar]
Bewindvoerder: de heer W.F.M. Duighuisen.
Beschermingsbewindvoerder: mevrouw J.M.E. Wolbers.
[advocaat van schuldenaar] : mr. C.C.W. Plaat.
Samenvatting
[schuldenaar] heeft gedurende de schuldsaneringsregeling voldaan aan alle verplichtingen waardoor hij in aanmerking komt voor de schone lei. Echter kan de schone lei nu nog niet formeel worden toegekend aangezien de kans bestaat dat de schulden van [schuldenaar] in het kader van de ex-toeslagpartnerregeling deels dan wel volledig zullen worden overgenomen door de Belastingdienst (bij private schulden) of worden kwijtgescholden door bestuursorganen (bij publieke schulden). Ook zou [schuldenaar] dan in aanmerking komen voor een compensatiebedrag van € 10.000,- en komen zijn BKR noteringen te vervallen.

1.De procedure

1.1.
Het procesverloop bestaat uit:
- het vonnis van 15 oktober 2020, waarbij [schuldenaar] is toegelaten tot de schuldsaneringsregeling, waarvan de termijn recent is verstreken;
- het eindverslag van de bewindvoerder van 19 juli 2023;
- de brief van [schuldeiser 1] van 14 september 2023;
- het verzoek van de bewindvoerder van 19 september 2023 om een inhoudelijke eindzitting in te plannen;
- het e-mailbericht van mr. J.D. van Vlastuin, [advocaat van schuldeiser 1] van 25 september 2023;
- het e-mailbericht van [schuldeiser 1] van 29 september 2023;
- het e-mailbericht van mr. C.C.W. Plaat van 9 oktober 2023, waarbij hij zich als advocaat stelt van [schuldenaar] ;
- de e-mailberichten van schuldeiser [schuldeiser 2] van 9 oktober 2023;
- het digitaal bericht van de bewindvoerder van 10 oktober 2023
- de checklist van de bewindvoerder van 3 oktober 2023;
- de zitting van 12 oktober 2023, waarbij aanwezig waren de heer W.F.M. Duighuisen (schuldsaneringsbewindvoerder), [schuldenaar] , mr. C.C.W. Plaat (advocaat) en mevrouw J.M.E. Wolbers (beschermingsbewindvoerder), [schuldeiser 1] , mr. J.D. van Vlastuin [advocaat van schuldeiser 1] , [schuldeiser 2] ;
- het proces-verbaal van de verificatievergadering van 12 oktober 2023;
1.2.
Ten slotte is aangekondigd dat de rechtbank op 26 oktober 2023 uitspraak zal doen.

2.2. Het standpunt van de bewindvoerder

2.1.
Ter terechtzitting heeft de bewindvoerder zich op het standpunt gesteld dat [schuldenaar] nu de schone lei moet krijgen, omdat [schuldenaar] de verplichtingen voortvloeiende uit de schuldsaneringsregeling is nagekomen. Daarbij heeft de bewindvoerder aangegeven dat het hoogst onzeker is of [schuldenaar] daadwerkelijk in aanmerking komt voor de ex-toeslagpartnerregeling en of hij gecompenseerd zal worden (en welke schulden er gecompenseerd worden). De bewindvoerder heeft namelijk telefonisch contact gehad met de belastingdienst en hij heeft begrepen dat [schuldenaar] vooralsnog niet als ex-toeslagpartner bekend is bij de belastingdienst. [schuldenaar] zal dus in de eerste ronde geen automatische brief krijgen van de belastingdienst. Indien [schuldenaar] meent wel in aanmerking te komen voor de regeling, dan zal hij zich begin volgend jaar zelf moeten aanmelden bij de belastingdienst.

3.Het standpunt van [schuldenaar]

3.1.
wil graag, in tegenstelling tot hetgeen hij schriftelijk op 17 september 2023 aan de bewindvoerder heeft aangegeven, dat zijn regeling zo snel als mogelijk wordt beëindigd met een schone lei, zodat hij met zijn leven verder kan.
3.2.
De advocaat van [schuldenaar] heeft ter zitting voorgesteld om de schone lei te verlenen voor de materiele termijn en af te wachten of [schuldenaar] überhaupt als ex-toeslagpartner wordt erkend en wat hieruit voortvloeit.

4.De standpunten van de schuldeisers [schuldeiser 1] en [schuldeiser 2]

4.1.
[schuldeiser 1] heeft zich op het standpunt gesteld dat de schuldsaneringsregeling nog niet moet worden beëindigd omdat zij ervan overtuigd is dat [schuldenaar] in aanmerking komt voor de ex-toeslagpartnerregeling (zij zelf is al aangemerkt als gedupeerde van de toeslagenaffaire) waardoor er uiteindelijk meer geld zal komen om uit te delen voor de schuldeisers, dan wel dat alle schulden integraal betaald zullen worden door de overheid. [schuldenaar] heeft hier zelf ook belang bij, hij zal dan tenslotte van zijn BKR-noteringen af zijn. [schuldeiser 1] verzoekt de wsnp bewindvoerder en de beschermingsbewindvoerder dan ook om [schuldenaar] , conform de handreiking, schriftelijk aan te melden voor de regeling en niet telkens telefonisch contact op te nemen met de belastingdienst, hetgeen nergens toe leidt en niet de juiste weg is.
4.2.
[schuldeiser 2] heeft ter zitting aangevoerd dat hij al jaren wacht op betaling van zijn vordering. Hij heeft dit geld zelf ook hard nodig omdat hij door de coronaperiode financieel lastige jaren heeft gehad. Het maximale dient dan ook te worden gedaan voor de schuldeisers en hij wil wachten om te kijken of meer gelden beschikbaar zullen komen vanuit de ex-toeslagpartnerregeling.

5.De beoordeling

5.1.
Vooropgesteld wordt dat de rechter op de voet van artikel 349a van Faillissementswet de materiële looptijd van de schuldsaneringsregeling na ommekomst van de reguliere termijn (deze regeling valt nog onder de wet zoals die gold vóór 1 juli 2023) kan verlengen. De rechter heeft niet alleen een discretionaire maar tevens een behoorlijk ruime beoordelingsmarge als het gaat om de vraag of een verlenging van de materiële looptijd van de schuldsaneringsregeling al dan niet aan de orde is. Bij die afweging spelen niet alleen de belangen van [schuldenaar] zelf maar ook die van alle schuldeisers een rol.
5.2.
De rechtbank is van oordeel dat het in het belang van de schuldeisers is dat ten behoeve van de boedel alle te verwachten baten worden gerealiseerd. Gelet daarop kan de schone lei nu nog niet worden toegekend aan [schuldenaar] , aangezien er een kans bestaat dat de schulden van [schuldenaar] in het kader van de ex-toeslagpartnerregeling deels dan wel volledig zullen worden overgenomen door de Belastingdienst (bij private schulden) of worden kwijtgescholden door bestuursorganen (publieke schulden). Dat eerst dient te worden onderzocht of [schuldenaar] voor de ex-toeslagpartnerregeling in aanmerking komt, is ook in het belang van [schuldenaar] zelf, aangezien hij, als in aanmerking komt voor de ex-toeslagpartnerregeling, een compensatiebedrag van € 10.000,- zal ontvangen en al zijn BKR noteringen zullen komen te vervallen. Het is dus in ieders belang nodig dat [schuldenaar] zo spoedig mogelijk met hulp van zijn bewindvoerders zich (schriftelijk) aanmeld voor de ex-toeslagpartnerregeling en laat beoordelen of hij voor deze regeling in aanmerking komt. Daarom zal de rechtbank de regeling maximaal met twee jaar verlengen. Indien er eerder duidelijkheid is over de ex-partnertoeslagregeling, kan de bewindvoerder de rechter-commissaris verzoeken de (verlengde) looptijd van de regeling te verkorten.
5.3.
Gedurende de verlenging van de looptijd van de schuldsaneringsregeling hoeft niet meer voor de gezamenlijke schuldeisers te worden gespaard en voldaan te worden aan de overige verplichtingen van de regeling. [schuldenaar] heeft immers drie jaar voldaan aan de verplichtingen van de regeling. Wel dient gedurende de verlenging maandelijks de bewindvoerderskosten (de minimale boedelafdracht) aan de boedel afgedragen te worden. Deze kosten zullen, indien [schuldenaar] in aanmerking komt voor de ex-toeslagpartnerregeling, naar verwachting vanuit deze regeling uiteindelijk weer worden vergoed aan [schuldenaar] .

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
bepaalt dat de toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt voortgezet;
6.2.
stelt de termijn, gedurende welke de toepassing van de schuldsaneringsregeling van kracht is, vast op vijf jaar, zodat de regeling eindigt op 15 oktober 2025;
6.3.
verstaat dat de bewindvoerder de schuldeisers onverwijld kennis geeft van deze gewijzigde termijn;
6.4.
bepaalt dat [schuldenaar] gedurende de verlenging van de termijn maandelijks de bewindvoerderskosten (de minimale boedelafdracht) aan de boedel afdraagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Boot, rechter, en uitgesproken op 26 oktober 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, uitsluitend via een advocaat binnen acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen door een verzoekschrift in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van de zaak kennis moet nemen.