ECLI:NL:RBGEL:2023:6025

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 oktober 2023
Publicatiedatum
2 november 2023
Zaaknummer
C/05/425427 / KG RK 23-759
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter wegens gebrek aan partijdigheid

Op 16 oktober 2023 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, een verzoek tot wraking van mr. A.A. Roodenburg afgewezen. Verzoeker, die betrokken was in een procedure met zaaknummer C/05/400266 / ES RK 22-57, had de wraking aangevraagd omdat hij meende dat de rechter niet onpartijdig was. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 september 2023 had verzoeker verzocht om aanhouding van de zitting, omdat hij nog geen advocaat had kunnen vinden. De rechter weigerde deze aanhouding, wat leidde tot de wrakingsaanvraag. Verzoeker stelde dat hij recht had op een advocaat en dat de rechter niet de juiste achtergrond had om zijn zaak te beoordelen.

De wrakingskamer oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er objectieve aanwijzingen zijn voor partijdigheid. Verzoeker verklaarde tijdens de behandeling dat hij de rechter niet vooringenomen achtte, maar voegde later een argument toe dat de rechter hem had beschuldigd van liegen. De wrakingskamer oordeelde dat deze nieuwe grond niet in de beoordeling kon worden betrokken, omdat deze al vóór de indiening van het wrakingsverzoek bekend was. Bovendien werd gesteld dat de beslissing van de rechter om de zaak niet aan te houden een procesbeslissing is, die niet op inhoudelijke juistheid kan worden beoordeeld door de wrakingskamer.

Uiteindelijk concludeerde de wrakingskamer dat er geen bewijs was van vooringenomenheid van de rechter en wees het verzoek tot wraking af. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK GELDERLAND, locatie Arnhem

Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/425427 / KG RK 23-759
Beslissing van 16 oktober 2023
van de wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker]
postadres: [adres]
hierna te noemen: verzoeker, strekkende tot de wraking van
mr. A.A. Roodenburg,rechter in deze rechtbank hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

l. l. Het verloop van de procedure blijkt uit:
het (verkort) proces-verbaal van 22 september 2023 waarin het mondelinge wrakingsverzoek en de gronden daarvoor zijn vermeld;
het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 22 september 2023 in de zaak C/05/400266 / ES RK 22-57;
de schriftelijke reactie van de rechter van 27 september 2023.
1.2.
Bij de mondelinge behandeling van de wrakingskamer zijn verschenen: verzoeker;
een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Gelderland (hierna: GI).
1.3.
De rechter heeft laten weten verhinderd te zijn op de mondelinge behandeling.

2.Het wrakingsverzoek

2.1
Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de zaak met nummer C/05/400266 / ES RK 22-57 tussen verzoeker en [naam] (gezag en omgang). Uit het proces­ verbaal van de mondelinge behandeling in die zaak volgt het volgende. Verzoeker heeft op 19 september 2023 bij e-mail aan de rechtbank gevraagd of de zitting kon worden aangehouden in afwachting van de toekenning van een uitkering aan hem, zodat hij daarna op zoek kon gaan naar een advocaat. Tijdens de zitting van 22 september 2023 heeft verzoeker aan de rechter meegedeeld dat hij nog geen advocaat heeft gevonden en dat hij pas twee weken daarvoor van de GI had vernomen dat de zitting zou plaatsvinden. Verzoeker
verzocht daarom t_er zitting wederom om een aanhouding van de inhoudelijke behandeling. De rechter heeft daarna meegedeeld dat de zitting niet zou worden aangehouden en dat de zaak inhoudelijk zou worden behandeld. Verzoeker heeft vervolgens de rechter gewraakt.
2.2
Verzoeker heeft blijkens het verkort proces-verbaal van 22 september 2023 aan het mondelinge wrakingsverzoek, zoals toegelicht bij de mondelinge behandeling van de wrakingskamer, het volgende aan zijn verzoek ten grondslag gelegd.
"Ik wraak u omdat ik als Nederlander recht heb op een advocaat die mijn belangen en de belangen van mijn zoon kan behartigen;
Ik ben van mening dat er een jurist naar de zaak moet kijken en niet een bouwvakker."
2.3
De rechter heeft laten weten niet in de wraking te berusten en heeft schriftelijk op het verzoek gereageerd. Die reactie wordt hierna voor zover nodig besproken.

3.De beoordeling

3.1.
Een rechter kan alleen gewraakt worden als zich omstandigheden voordoen waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarvan is sprake als de rechter jegens een procesdeelnemer vooringenomen is of als de vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Daarbij is het uitgangspunt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn omdat hij als rechter is aangesteld. Voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid toch schade lijdt, bestaat alleen grond in geval van bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het aannemen van (de objectief gerechtvaardigde schijn van) partijdigheid. Uit de wet volgt dat de verzoeker die concrete omstandigheden moet aanvoeren en wel zodra deze aan hem bekend zijn geworden.
3.2.
Tijdens de behandeling van het wrakingsverzoek heeft verzoeker verklaard dat hij de rechter niet vooringenomen acht. Verzoeker heeft verklaard dat de rechter tijdens de mondelinge behandeling van 22 september 2023 tegen hem zou hebben gezegd dat hij aan het liegen was over of hij twee of drie weken voorafgaand aan de zitting van 22 september 2023 daarvan op de hoogte was en dat de rechter om die reden het verzoek tot aanhouding zou hebben afgewezen.
3.3.
De wrakingskamer overweegt hierover het volgende. De wet schrijft voor dat alle omstandigheden tegelijk worden voorgedragen. Het doel van dit voorschrift is dat onnodige vertraging wordt voorkomen. Nieuwe omstandigheden worden alleen in de beoordeling betrokken als deze pas na indiening van het verzoek aan verzoeker bekend zijn geworden. De door verzoeker op de mondelinge behandeling van de wrakingskamer aangevoerde nadere grond was hem echter al vóór indiening van het wrakingsverzoek bekend. Deze later aangevoerde grond wordt daarom niet in de beoordeling betrokken.
3.4.
De beslissing om een zaak al dan niet aan te houden is een procesbeslissing. De vraag of een procesbeslissing inhoudelijk juist is, leent zich niet voor een oordeel door de wrakingskamer. Een procesbeslissing kan wel een grond voor wraking opleveren als die beslissing zozeer onbegrijpelijk is, dat deze een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat de vrees dat de rechter partijdig is dan wel jegens verzoeker een vooringenomenheid koestert -objectief- gerechtvaardigd is. De aangevoerde gronden halen deze hoge drempel niet.
3.5.
De slotsom is dat uit hetgeen door verzoeker naar voren is gebracht niet blijkt van vooringenomenheid van de rechter, zodat het verzoek tot wraking wordt afgewezen.

4.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank: wijst het verzoek tot wraking af.
Deze beslissing is gegeven door mr. S.J. Peerdeman, voorzitter, mr.
M.A.van Leeuwen en
mr. H.C. Leemreize, leden, in tegenwoordigheid van de griffier mr. […] en in openbaar uitgesproken op 16 oktober 2023.
de griffier
de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.