ECLI:NL:RBGEL:2023:601

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 januari 2023
Publicatiedatum
7 februari 2023
Zaaknummer
05/333346-21 en 05/265822-21
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal en poging tot diefstal door meerdere personen met braak

Op 25 januari 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van diefstal en poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 17 augustus 2021 in Barneveld samen met anderen heeft geprobeerd in te breken in een woning, waarbij zij zich toegang verschaften door middel van braak. De verdachte en haar mededaders hebben geprobeerd de voordeur en de garagedeur te forceren, maar de poging is niet voltooid. Op 28 augustus 2021 heeft de verdachte samen met anderen een woninginbraak gepleegd in Doetinchem. De rechtbank heeft op basis van getuigenverklaringen en bewijsmateriaal, waaronder proces-verbalen van de politie, vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. De rechtbank heeft rekening gehouden met de omstandigheden van de verdachte, waaronder haar jonge leeftijd en de zorg voor haar moeder, maar heeft geoordeeld dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is gezien de ernst van de feiten. De rechtbank heeft ook beslissingen genomen over de teruggave van in beslag genomen goederen en de onttrekking aan het verkeer van bepaalde voorwerpen die zijn gebruikt bij de misdrijven.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/333346-21 en 05/265822-21 (gevoegd ter terechtzitting)
Datum uitspraak : 25 januari 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .
Raadsman: mr. A.C. Vingerling, advocaat in Utrecht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting op 11 januari 2023.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
parketnummer 05/333346-21
zij op of omstreeks 17 augustus 2021, te Barneveld, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of haar mededader(s) voorgenomen misdrijf om uit een woning aan de [adres] , geld en/of sieraden en/of goederen van hun gading, in elk geval enige goederen, die geheel of ten dele aan [aangever 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, eerst aan te bellen bij die woning en/of vervolgens, nadat ze geen gehoor kregen gehoor kregen, met een breekijzer, althans een voorwerp tussen de voordeur en het kozijn heeft/hebben gezet en getracht die voordeur te openen en/of heeft/hebben getracht de garagedeur met een breekijzer, althans met een voorwerp te openen, althans te forceren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
parketnummer 05/265822-21
zij op of omstreeks 28 augustus 2021 te Doetinchem tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een woning gelegen aan [adres]
- een hoeveelheid geld,
- één of meerdere horloge(s),
- eén of meerdere (hand)tas(sen),
- één of meerdere siera(a)d(en),
- één of meerdere sjaal(s) en/of
- één of meerdere aansteker(s)
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming, een valse sleutel.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

parketnummer 05/333346-21 [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Aangever [aangever 1] , eigenaar van de woning aan de [adres] in Barneveld, heeft op 17 augustus 2021 verklaard dat hij die avond rond 19:10 uur zijn woning heeft afgesloten. Rond 21:30 uur die dag kwam hij weer thuis en zag hij dat er in het kozijn bij de voordeur van zijn woning een zogenoemde 'moet' zat. Ook bij het slot van de garagedeur zat een moet. Van zijn buren heeft hij begrepen dat een en ander rond 19:30 uur is gebeurd. [2]
Getuige [getuige 1] , woonachtig aan de [adres] , heeft verklaard dat op 17 augustus 2021 rond 19:30 uur drie getinte personen op de oprit en bij de voordeur van de woning aan de [adres] stonden. Deze personen keken schichtig om zich heen en waren niet de bewoners van die woning. Eén van de drie personen, een vrouw met blonde highlights in haar haren, hield een kleine zwarte geopende paraplu in haar handen vast. Deze vrouw belde aan bij de genoemde voordeur, maar de deur werd niet geopend. Een tweede persoon, een man, hield een smal ijzeren voorwerp met een lengte van ongeveer 30 centimeter vast in zijn hand. Hij liep naar de voordeur en maakte ter hoogte van het slot van die deur een wrikkende beweging. Er stond nog een derde vrouw die een zwarte muts over haar hoofd droeg. De drie personen keken schichtig om zich heen en liepen vervolgens de oprit af, richting het [adres] . Getuige zag na ongeveer 5 minuten een kleine zwarte personenauto voorbij rijden die uit de richting van het [adres] kwam en in de richting van de [adres] reed. De bestuurder van die auto was de genoemde vrouw met blonde highlights. Getuige zag dat het kenteken van de auto [kenteken] was. Getuige omschreef de twee genoemde vrouwen als volgt:
- persoon 2:
Vrouw, getint uiterlijk, tussen de 25 en 35 jaar oud, slank postuur, tussen de 175 en 185 centimeter lang, bruin lang haar met blonde highlights en in het zwart/donker gekleed;
- persoon 3:
Vrouw, tussen de 170 centimeter en 180 centimeter lang, droeg een zwarte jas en een zwarte muts over haar hoofd en haar. [3]
Er werden foto's van verdachten [verdachte] en [medeverdachte 1] gemaakt en getoond aan getuige [getuige 1] . Getuige [getuige 1] herkende op de haar getoonde foto's verdachte [verdachte] als 'persoon 2 die bij de voordeur stond' en deze verdachte was volgens haar de bestuurder van de genoemde Renault Clio. Getuige herkende op de haar getoonde foto's verdachte [medeverdachte 1] als 'persoon 3 die bij de voordeur stond'. Zij herkende deze verdachte aan haar neus en de jas die zij droeg. [4]
Verbalisanten hebben beschreven dat zij op 17 augustus 2021 rond 19:30 uur de melding kregen dat er een poging tot inbraak was gepleegd op de [adres] . Daar zouden een man en twee vrouwen weggelopen zijn bij een voordeur van een woning en op die voordeur had een getuige braakschade gezien. De drie verdachten waren weggereden in een zwarte Renault Clio met het kenteken [kenteken] . Verdachte was kentekenhouder van die auto. Na enkele minuten hoorden verbalisanten dat collega's van hen de genoemde auto in het zicht hadden op de A30. De auto kwam vanuit de richting van Barneveld en reed richting Lunteren. Verbalisanten lieten de auto stoppen en toen de auto stil stond stapte een mannelijke verdachte uit die een maisveld in rende. De twee vrouwelijke verdachten werden staande gehouden. In de auto lag een paraplu en een flipperkaart; met laatstgenoemde kaart kan men deuren openen zonder schade te veroorzaken. Hierop werden verdachten [verdachte] en [medeverdachte 1] aangehouden. Bij verdachte werd een paar witte sokken aangetroffen. [5] Bij de vervoersfouillering van medeverdachte [medeverdachte 1] troffen verbalisanten twee zwarte handschoenen aan. Zij doorzochten de auto en troffen zowel in het portier van de bestuurder als in het portier van de bijrijder een schroevendraaier aan met een platte kop. Voorts troffen zij in de achterbak een zwarte paraplu aan die nat was, terwijl de overige goederen in de achterbak droog waren. [6]
De rechtbank acht op grond van het samenstel van deze bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met twee anderen heeft gepoogd in te breken in de genoemde woning in Barneveld om daar goederen weg te nemen. De rechtbank zal dit feit dan ook bewezen verklaren.
parketnummer 05/265822-21 [7]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] , p. 40-41 en 43-44;
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] p. 30-31;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 20-21;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 95;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 137-138;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 144-145;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 107;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 133-134;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 97;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 11 januari 2023.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder parketnummers 05/333346-21 en 05/265822-21 tenlastegelegde feiten heeft begaan, te weten dat:
parketnummer 05/333346-21
zij op
of omstreeks17 augustus 2021, te Barneveld, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte en
/ofhaar mededader
(s
)voorgenomen misdrijf om uit een woning aan de [adres]
, geld en/of sieraden en/of goederen van hun gading, in elk gevalenige goederen, die geheel of ten dele aan [aangever 1]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s)toebehoorde
(n
)weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen
en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengendoor middel van braak
en/of verbreking, door eerst aan te bellen bij die woning en
/ofvervolgens, nadat ze geen gehoor kregen, een breekijzer, althans een voorwerp tussen de voordeur en het kozijn
heeft/hebben gezet en getracht die voordeur te openen en
/of heeft/hebben getracht de garagedeur met een breekijzer, althans met een voorwerp te openen, althans te forceren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
parketnummer 05/265822-21
zij op
of omstreeks28 augustus 2021 te Doetinchem tezamen en in vereniging met
een of meeranderen
, althans alleen, in/uit een woning gelegen aan [adres]
- een hoeveelheid geld,
-
één ofmeerdere horloge
(s
),
-
één ofmeerdere (hand)tas
(sen
),
-
één ofmeerdere siera
(a)d
(en
),
-
één ofmeerdere sjaal
(s
)en
/of
-
één ofmeerdere aansteker
(s
)
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 2]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s)toebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofhaar mededader
(s
)zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft
en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebrachtdoor middel van braak
, verbreking, inklimming, een valse sleutel.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 05/333346-21
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
parketnummer 05/265822-21
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot
een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met aftrek van de tijd die zij in verzekering heeft doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gesteld dat aan verdachte geen onvoorwaardelijke, maar een forse voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf dient te worden opgelegd. Verdachte is namelijk beïnvloedbaar, is weinig weerbaar en doet wat anderen van haar verwachten. Daarnaast was zij slechts 21 jaar oud in de periode waarin de ten laste gelegde feiten hebben plaatsgevonden en is zij niet eerder veroordeeld wegens strafbare feiten. Verder zorgt zij voor haar moeder, die reuma en astma heeft. Een forse voorwaardelijke gevangenisstraf is voor verdachte voldoende afschrikwekkend om niet in herhaling te vallen, aldus de raadsman.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich samen met anderen binnen een tijdsbestek van nog geen drie weken schuldig gemaakt aan een poging tot woninginbraak en een woninginbraak. Ook nadat verdachte op 17 augustus 2021 werd aangehouden voor de poging tot inbraak in vereniging, besloot zij om op 28 augustus 2021 wederom een woninginbraak in vereniging te plegen. Die laatste woninginbraak is, zoals blijkt uit het onderzoek van de telefoon van haar medeverdachte [medeverdachte 2] , duidelijk gepland. Er werd via internet informatie ingewonnen over diverse restaurants in Doetinchem, waaronder het restaurant van aangeefster [aangever 2] , waarbij ook de adresgegevens van die [aangever 2] werden achterhaald. De rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan. Woninginbraken zijn ernstige feiten, waarbij inbreuk wordt gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van slachtoffers. Deze feiten veroorzaken veelal gevoelens van onveiligheid bij slachtoffers. Het zijn daarnaast feiten die in het algemeen, naast financiële schade, veel hinder en overlast met zich brengen. Dat geldt in deze zaak temeer, nu gelet op de foto’s in het dossier meerdere vertrekken in de woning van aangeefster volledig overhoop zijn gehaald. Door aldus te handelen heeft verdachte er blijk van gegeven geen enkel respect te hebben voor de eigendommen van een ander.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank gelet op een uittreksel uit het
justitiële documentatieregister van 25 november 2022. Daaruit volgt dat verdachte niet eerder is veroordeeld. Uit het retourverslag van de reclassering van 9 december 2022 volgt dat verdachte tweemaal schriftelijk is uitgenodigd voor een gesprek, maar niet is verschenen. De reclassering beschikte ook niet over recente informatie om alsnog een advies uit te kunnen brengen.
Alles afwegend is de rechtbank is van oordeel dat een geheel voorwaardelijke straf, in het bijzonder gelet op het korte tijdsbestek waarin de feiten zijn gepleegd, de duidelijke planning van de tweede inbraak en de omstandigheid dat verdachte de feiten samen met anderen heeft gepleegd, niet passend is. In de omstandigheid dat de moeder van verdachte reuma en astma heeft en verdachte voor haar zou moeten zorgen, ziet de rechtbank geen aanleiding om niet over te gaan tot oplegging van een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Niet is gebleken dat verdachte de gevolgen van haar gedragingen niet kon overzien en zij is net als haar medeverdachten ten volle verantwoordelijk voor de gepleegde feiten.
Van belang is verder dat van de op te leggen straf voldoende afschrikkende werking uitgaat, om te voorkomen dat verdachte opnieuw in de fout zal gaan. Daarom zal een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk worden opgelegd.
Gelet op de ernst van de feiten en hetgeen de rechtbank over de persoon van verdachte heeft opgemerkt, acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, passend en geboden. Hierop zal in mindering worden gebracht de tijd die verdachte al in verzekering heeft doorgebracht.

8.De beoordeling van het beslag

De rechtbank zal de teruggave van € 12,35 aan muntgeld (goednummer PL0600-2021402611-2583314), € 5,- van de € 90,- aan eurobiljetten die onder verdachte in beslag werden genomen (bestaande uit 5 biljetten van € 10,- en 8 biljetten van € 5,-; goednummer PL0600-2021402611-2582930) en € 110,- van de € 150,- aan eurobiljetten die onder verdachte in beslag werden genomen (bestaande uit 2 biljetten van € 50,-, 2 biljetten van € 5, 2 biljetten van € 10,- en 1 biljet van € 20,-; goednummer PL0600-2021402611-2582965) aan de rechthebbende, te weten aangeefster [aangever 2] , gelasten omdat de biljetten van € 50,-, het biljet van € 5,- en het muntgeld door verdachte uit de woning van aangeefster werden weggenomen en geen strafvorderlijk belang zich tegen teruggave verzet. De rechtbank zal de teruggave van in totaal € 127,35 aan deze rechthebbende gelasten. De rechtbank zal daarnaast de teruggave van de overige € 125,- die onder verdachte is inbeslaggenomen aan verdachte gelasten, omdat geen strafvorderlijk belang zich daartegen verzet.
De rechtbank zal beslissen dat de in beslag genomen schroevendraaiers (goednummers PL0600-2021384132-2576204 en PL0600-2021384132-2576205) en de flipperkaart (goednummer PL0600-2021384132-2576206), die tot het begaan van het feit onder parketnummer 05/333346-21 zijn vervaardigd of bestemd, worden onttrokken aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
De rechtbank zal de sokken (goednummer PL0600-2021384132-2576174) die aan verdachte toebehoren en die tot het begaan van het misdrijf onder parketnummer 05/333346-21 zijn vervaardigd of bestemd, verbeurd verklaren.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36c, 45, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte de onder parketnummers 05/333346-21 en 05/265822-21 ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden;
 bepaalt dat een
gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 2 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de
proeftijd van drie jarenschuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 gelast de teruggave van € 127,35 aan de rechthebbende, te weten [aangever 2] ;
 gelast de teruggave van de overige € 125,- aan verdachte;
 beveelt de onttrekking aan het verkeer van de schroevendraaiers (goednummers PL0600-2021384132-2576204 en PL0600-2021384132-2576205) en de flipperkaart (goednummer PL0600-2021384132-2576206);
 verklaart verbeurd de sokken (goednummer PL0600-2021384132-2576174).
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Tegelaar (voorzitter), mr. M.P. Bos en mr. M.M. Klaasen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Hessel, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 25 januari 2023.
De griffier is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2021384784, gesloten op 10 december 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal aangifte [aangever 1] , p. 30.
3.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , p. 36-37.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 40-41.
5.Proces-verbaal aanhouding verdachte [verdachte] , p. 20-21.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 60.
7.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 202109131200DOSS, gesloten op 13 september 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.