ECLI:NL:RBGEL:2023:600

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 januari 2023
Publicatiedatum
7 februari 2023
Zaaknummer
05-333301-21 en 05-265838-21
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal en poging tot diefstal door meerdere personen met braak

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 25 januari 2023 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van diefstal en poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 17 augustus 2021 in Barneveld samen met anderen heeft geprobeerd in te breken in een woning, waarbij zij zich toegang hebben verschaft door middel van braak. De verdachte heeft op dat moment geprobeerd de voordeur en de garagedeur te forceren, maar de uitvoering van het misdrijf is niet voltooid. Daarnaast heeft de verdachte op 28 augustus 2021 in Doetinchem samen met anderen daadwerkelijk ingebroken in een woning, waarbij verschillende goederen zijn weggenomen, waaronder geld en sieraden. De rechtbank heeft op basis van getuigenverklaringen en bewijsmateriaal vastgesteld dat de verdachte en haar medeverdachten betrokken waren bij deze misdrijven. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft ook de teruggave van een bedrag van €100,- aan de benadeelde gelast, aangezien dit bedrag door de verdachte was weggenomen uit de woning van de aangeefster.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/333301-21 en 05/265838-21 (gevoegd ter terechtzitting)
Datum uitspraak : 25 januari 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .
Raadsman: mr. A.C. Vingerling, advocaat in Utrecht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting op 11 januari 2023.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
parketnummer 05/333301-21
zij op of omstreeks 17 augustus 2021, te Barneveld, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of haar mededader(s) voorgenomen misdrijf om uit een woning aan de [adres] , geld en/of sieraden en/of goederen van hun gading, in elk geval enige goederen, die geheel of ten dele aan [aangever 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, eerst aan te bellen bij die woning en/of vervolgens, nadat ze geen gehoor kregen gehoor kregen, met een breekijzer, althans een voorwerp tussen de voordeur en het kozijn heeft/hebben gezet en getracht die voordeur te openen en/of heeft/hebben getracht de garagedeur met een breekijzer, althans met een voorwerp te openen, althans te forceren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
parketnummer 05/265838-21
zij op of omstreeks 28 augustus 2021 te Doetinchem tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een woning gelegen aan [adres]
- een hoeveelheid geld,
- één of meerdere horloge(s),
- eén of meerdere (hand)tas(sen),
- één of meerdere siera(a)d(en),
- één of meerdere sjaal(s) en/of
- één of meerdere aansteker(s)
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming, een valse sleutel.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

parketnummer 05/333301-21 [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Aangever [aangever 1] , eigenaar van de woning aan de [adres] , heeft op 17 augustus 2021 verklaard dat hij die avond rond 19:10 uur zijn woning heeft afgesloten. Rond 21:30 uur die dag kwam hij weer thuis en zag hij dat er in het kozijn bij de voordeur van zijn woning een zogenoemde 'moet' zat. Ook bij het slot van de garagedeur zat een moet. Van zijn buren heeft hij begrepen dat een en ander rond 19:30 uur is gebeurd. [2]
Getuige [getuige 1] , woonachtig aan de [adres] , heeft verklaard dat op 17 augustus 2021 rond 19:30 uur drie getinte personen op de oprit en bij de voordeur van de woning aan de [adres] stonden. Deze personen keken schichtig om zich heen en waren niet de bewoners van die woning. Eén van de drie personen, een vrouw met blonde highlights in haar haren, hield een kleine zwarte geopende paraplu in haar handen vast. Deze vrouw belde aan bij de genoemde voordeur, maar de deur werd niet geopend. Een tweede persoon, een man, hield een smal ijzeren voorwerp met een lengte van ongeveer 30 centimeter vast in zijn hand. Hij liep naar de voordeur en maakte ter hoogte van het slot van die deur een wrikkende beweging. Er stond nog een derde vrouw bij die een zwarte muts over haar hoofd droeg. De drie personen keken schichtig om zich heen en liepen vervolgens de oprit af, richting het Hertenspoor. Getuige zag na ongeveer 5 minuten een kleine zwarte personenauto voorbij rijden die uit de richting van het [adres] kwam en in de richting van de [adres] reed. De bestuurder van die auto was de genoemde vrouw met blonde highlights. Getuige zag dat het kenteken van de auto [kenteken] was. Getuige omschreef de twee vrouwen als volgt:
- persoon 2:
Vrouw, getint uiterlijk, tussen de 25 en 35 jaar oud, slank postuur, tussen de 175 en 185 centimeter lang, bruin lang haar met blonde highlights en in het zwart/donker gekleed;
- persoon 3:
Vrouw, tussen de 170 centimeter en 180 centimeter lang, droeg een zwarte jas en een zwarte muts over haar hoofd en haar. [3]
Er werden foto's van verdachten [medeverdachte 1] en [verdachte] gemaakt en getoond aan getuige [getuige 1] . Getuige [getuige 1] herkende op de haar getoonde foto's verdachte [medeverdachte 1] als 'persoon 2 die bij de voordeur stond' en deze verdachte was volgens haar de bestuurder van de genoemde Renault Clio. Getuige herkende op de haar getoonde foto's verdachte [verdachte] als 'persoon 3 die bij de voordeur stond'. Zij herkende deze verdachte aan haar neus en de jas die zij droeg. [4]
Verbalisanten hebben beschreven dat zij op 17 augustus 2021 rond 19:30 uur de melding kregen dat er zojuist een poging tot inbraak was gepleegd op de [adres] . Daar zouden een man en twee vrouwen weggelopen zijn bij een voordeur van een woning en op die voordeur had een getuige braakschade gezien. De drie verdachten waren weggereden in een zwarte Renault Clio met het kenteken [kenteken] . Medeverdachte [medeverdachte 1] was kentekenhouder van die auto. Na enkele minuten hoorden verbalisanten dat collega's van hen de genoemde auto in het zicht had op de A30. De auto kwam vanuit de richting van Barneveld en reed richting Lunteren. Verbalisanten lieten de auto stoppen en toen de auto stil stond stapte een mannelijke verdachte uit die een maisveld in rende. De twee vrouwelijke verdachten werden staande gehouden. In de genoemde auto lag een paraplu en een flipperkaart; met laatstgenoemde kaart kan men deuren openen zonder schade te veroorzaken. Hierop werden verdachten [medeverdachte 1] en [verdachte] aangehouden. [5] Bij de vervoersfouillering van verdachte troffen verbalisanten twee zwarte handschoenen aan. Zij doorzochten de auto en troffen zowel in het portier van de bestuurder als in het portier van de bijrijder een schroevendraaier aan met een platte kop. Voorts troffen zij in de achterbak een zwarte paraplu aan die nat was, terwijl de overige goederen in de achterbak droog waren. [6]
De rechtbank acht op grond van het samenstel van deze bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met twee anderen heeft gepoogd in te breken in de genoemde woning in Barneveld om daar goederen weg te nemen. De rechtbank zal dit feit dan ook bewezen verklaren.
parketnummer 05/265838-21 [7]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Aangeefster [aangever 2] , bewoner van de woning aan het [adres] in Doetinchem, heeft verklaard dat zij op 28 augustus 2021 rond 14:30 uur naar haar restaurant ging. Zij sloot toen de woning rondom af, schakelde het alarmsysteem in en liet alles in goede orde achter. Rond 17:49 uur die dag werd zij gebeld door de centralist van de alarmcentrale, die vertelde dat het alarm was afgegaan. Toen zij bij de woning kwam zag zij dat de poort opengebroken was. Het raam van de berging was ook opengebroken en in de deuren van de keuken zaten verschillende moeten. Aangeefster mistte de volgende goederen uit haar woning: contant geld, een blauw horloge van het merk Citizen, een goudkleurig horloge, een gouden armband, een armband met een naamplaatje met daarop de naar Gerrit, een Zippo aansteker, een Ronson aansteker met daarin de naam ' [naam] ' gegraveerd, sjaals, waaronder een beige sjaal van het merk Burberry, een schoudertas van het merk Louis Vuitton en een grijze of witte tas (‘dustbag’). Het geld zat in een potje en bestond uit vijf biljetten van vijftig euro, drie biljetten van vijf euro en nog wat kleingeld. [8]
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat zij op 28 augustus 2021 om 17:45 uur een alarm af hoorde gaan. Opeens zag zij dat er drie personen, twee vrouwen en een man, uit de achtertuin van de woning aan het [adres] kwamen en aan de linkerkant hard langs de woning renden. Zij herkende de drie personen niet als de bewoners. De man was licht getint, had donker haar en een Oost-Europees uiterlijk. De twee vrouwen hadden beiden donker haar en een Oost-Europees uiterlijk. De drie personen renden vervolgens hard de [adres] in, die uitkomt op de [adres] . Getuige belde om 17:47 uur direct 112, stapte direct in haar auto en reed de [adres] in. Vanaf de [adres] , een doodlopende straat, kan men ook de [adres] in, eveneens een doodlopende straat. Toen getuige de [adres] in reed, zag zij een groene Opel Astra met het kenteken [kenteken] , waarin de drie eerdergenoemde personen zaten. De bestuurder was een vrouw, de bijrijder een man en achterin zat nog een vrouw. Getuige volgde de auto vervolgens tot aan de kruising van de [adres] met de [adres] . Daar moest zij stoppen voor een rood verkeerslicht. Zij zag nog wel dat de genoemde Opel Astra de A18 op reed in de richting van Arnhem. Tijdens de rit had zij de meldkamer aan de telefoon en gaf zij direct alle informatie door. [9]
Verbalisanten hebben beschreven dat zij op 28 augustus 2021 omstreeks 17:54 uur de melding kregen dat er een woninginbraak was gepleegd aan de [adres] in Doetinchem. Er waren twee vrouwen en een man uit een woning gekomen waar een alarm afging. Deze personen waren weggereden in een groene Opel Astra met het kenteken [kenteken] . Verbalisanten zijn onverwijld ter plaatse gegaan en hoorden onderweg dat de auto richting de A18 reed. Omstreeks 18:01 uur zagen verbalisanten de genoemde auto tussen de afslag Wehl en Didam rijden en zij zagen dat er twee vrouwen en een man in de auto zaten. Eén vrouw zat op de bestuurdersplaats, de man zat daarnaast aan de bijrijderszijde en de andere vrouw zat op de achterbank. Verbalisanten hielden de inzittenden, verdachte en haar medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , aan. [10] Tijdens de fouillering van verdachte werden achter haar bh twee zwarte werkhandschoenen aangetroffen. [11]
Een verbalisant heeft de camerabeelden van de beveiligingscamera’s, die zich bij de woning van aangeefster bevinden, bekeken en zag daarop dat op 28 augustus 2021 rond 17:28 uur een man wat rommelde bij de klink van de poortdeur, waarna de poortdeur werd geopend en de man en twee vrouwen door de poort liepen. Vervolgens stond de man bij een zijdeur in de tuin aan de achterzijde van de woning, met een voorwerp gelijkend op een schroevendraaier. De man deed daarna handschoenen aan en voelde aan de deurklink. Een blonde en donkere vrouw bevonden zich toen ook in de tuin aan de achterzijde van de woning. De man stak het voorwerp gelijkend op een schroevendraaier tussen het raamkozijn, rechts naast de zijdeur, en maakte er meerdere breekbewegingen mee. Kort daarna zette hij een tweede en wat groter voorwerp, ook gelijkend op een schroevendraaier, tussen het raam en maakte daarmee ook breekbewegingen. Vervolgens zette de man de beide op schroevendraaiers gelijkende voorwerpen tussen het raam, maakte breekbewegingen en leek met zijn hele lichaam kracht te zetten. Toen ging het raam naar buiten open en bleef de man aan het raam trekken totdat dit volledig open ging. De blonde vrouw hield het raam open en de man klom de woning in. Het beeld stopt hierna en gaat pas weer verder om 17:48 uur. Op dat moment klommen de blonde vrouw en de man door het genoemde raam de woning uit, de achtertuin in. Rond 17:48 uur renden de genoemde personen vervolgens langs de zijkant van het huis richting de openbare weg. [12] Verbalisanten herkenden de drie personen die op deze camerabeelden waren te zien als de verdachten die zij op 28 augustus 2021 aanhielden voor deze woninginbraak. [13]
De politie heeft foto's gemaakt van verdachten [medeverdachte 1] en [verdachte] nadat zij werden aangehouden. De kleding van de twee vrouwen die op de camerabeelden was te zien ten tijde van de inbraak is 'soortgelijk aan de kleding' die zij droegen op het moment dat zij werden aangehouden. Eén van de vrouwen droeg een tas van het merk Only met een bloemenmotief bij zich tijdens de inbraak. [14]
De genoemde Opel Astra werd doorzocht en daarin werden onder meer de volgende goederen gevonden:
- een tas van het merk Louis Vuitton met een dustbag;
- een blauwe tas van het merk Only met bloemenmotief. In deze tas zat een sjaal van het merk Burberry, een zilveren schakelarmband met een naamplaatje en de naam ' [naam] ' daarop en 12,35 euro aan kleingeld;
- twee bankbiljetten van vijftig euro;
- een grote schroevendraaier;
- een horloge van het merk Citizen (eco drive) met een blauwe band. [15]
Een verbalisant heeft alle inbeslaggenomen goederen aan aangeefster en haar man getoond. Aangeefster en haar man herkenden de volgende goederen als hun eigendom:
- de tas van het merk Louis Vuitton;
- een grijze tas;
- de armband waar de naam ‘ [naam] ’ in is gegraveerd;
- de sjaal van het merk Burberry;
- het blauwe horloge van het merk Citizen;
- een zwart/goud horloge van het merk Seiko. [16]
De rechtbank acht op grond van het samenstel van deze bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met twee anderen heeft ingebroken in de woning van aangeefster en daar de goederen heeft weggenomen die in de tenlastelegging zijn vermeld. De rechtbank zal ook dit feit bewezen verklaren.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder parketnummers 05/333301-21 en 05/265838-21 tenlastegelegde feiten heeft begaan, te weten dat:
parketnummer 05/333301-21
zij op
of omstreeks17 augustus 2021, te Barneveld, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte en
/ofhaar mededader
(s
)voorgenomen misdrijf om uit een woning aan de [adres]
, geld en/of sieraden en/of goederen van hun gading, in elk gevalenige goederen, die geheel of ten dele aan [aangever 1]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s)toebehoorde
(n
)weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen
en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengendoor middel van braak
en/of verbreking, door eerst aan te bellen bij die woning en
/ofvervolgens, nadat ze geen gehoor kregen, een breekijzer, althans een voorwerp tussen de voordeur en het kozijn
heeft/hebben gezet en getracht die voordeur te openen en
/of heeft/hebben getracht de garagedeur met een breekijzer, althans met een voorwerp te openen, althans te forceren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
parketnummer 05/265822-21
zij op
of omstreeks28 augustus 2021 te Doetinchem tezamen en in vereniging met
een of meeranderen
, althans alleen, in/uit een woning gelegen aan [adres]
- een hoeveelheid geld,
-
één ofmeerdere horloge
(s
),
-
één ofmeerdere (hand)tas
(sen
),
-
één ofmeerdere siera
(a)d
(en
),
-
één ofmeerdere sjaal
(s
)en
/of
-
één ofmeerdere aansteker
(s
)
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 2]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s)toebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofhaar mededader
(s
)zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft
en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebrachtdoor middel van braak
, verbreking, inklimming, een valse sleutel.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 05/333301-21
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
parketnummer 05/265838-21
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot
een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden met aftrek van de tijd die zij in verzekering heeft doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gesteld dat aan verdachte geen onvoorwaardelijke, maar een forse voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf dient te worden opgelegd. Verdachte is namelijk beïnvloedbaar, is weinig weerbaar en doet wat anderen van haar verwachten. Daarnaast was zij slechts 18 jaar oud in de periode waarin de ten laste gelegde feiten hebben plaatsgevonden en heeft zij alleen één keer een strafbeschikking gekregen voor winkeldiefstal. Een forse voorwaardelijke gevangenisstraf is voor verdachte voldoende afschrikwekkend om niet in herhaling te vallen, aldus de raadsman.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich samen met anderen binnen een tijdsbestek van nog geen drie weken schuldig gemaakt aan een poging tot woninginbraak en een woninginbraak. Ook nadat verdachte op 17 augustus 2021 werd aangehouden voor de poging tot inbraak in vereniging, besloot zij om op 28 augustus 2021 wederom een woninginbraak in vereniging te plegen. Die laatste woninginbraak is, zoals blijkt uit het onderzoek van de telefoon van haar medeverdachte [medeverdachte 2] , duidelijk gepland. Er werd via internet informatie ingewonnen over diverse restaurants in Doetinchem, waaronder het restaurant van aangeefster [aangever 2] , waarbij ook de adresgegevens van die [aangever 2] werden achterhaald. De rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan. Woninginbraken zijn ernstige feiten, waarbij inbreuk wordt gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van slachtoffers. Deze feiten veroorzaken veelal gevoelens van onveiligheid bij slachtoffers. Het zijn daarnaast feiten die in het algemeen, naast financiële schade, veel hinder en overlast met zich brengen. Dat geldt in deze zaak temeer, nu gelet op de foto’s in het dossier meerdere vertrekken in de woning van aangeefster volledig overhoop zijn gehaald. Door aldus te handelen heeft verdachte er blijk van gegeven geen enkel respect te hebben voor de eigendommen van een ander.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank gelet op een uittreksel uit het
justitiële documentatieregister van 11 januari 2023. Daaruit volgt dat in juli 2021 aan verdachte een strafbeschikking is opgelegd wegens (winkel)diefstal. Uit het reclasseringsadvies van 13 december 2022 volgt dat verdachte driemaal schriftelijk is uitgenodigd voor een gesprek, maar niet is verschenen. De reclassering heeft een advies opgesteld op basis van haar (beperkte) dossierinformatie. Aangezien verdachte niet is gesproken door de reclassering en zij zich heeft beroepen op haar zwijgrecht tijdens politieverhoren, heeft de reclassering het delictgedrag echter niet kunnen analyseren. Hierdoor zijn mogelijke delictgerelateerde criminogene factoren niet inzichtelijk, wat maakt dat door de reclassering geen adequate uitspraken kunnen worden gedaan over de wenselijkheid en noodzakelijkheid van (forensische) interventies ten behoeve van recidiverisicobeheersing.
Alles afwegend is de rechtbank is van oordeel dat een geheel voorwaardelijke straf, in het bijzonder gelet op het korte tijdsbestek waarin de feiten zijn gepleegd, de duidelijke planning van de tweede inbraak en de omstandigheid dat verdachte de feiten samen met anderen heeft gepleegd, niet passend is. Niet is gebleken dat verdachte de gevolgen van haar gedragingen niet kon overzien en zij is net als haar medeverdachten ten volle verantwoordelijk voor de gepleegde feiten. De rechtbank ziet echter geen aanleiding om - enkel vanwege het feit dat aan verdachte in 2021 een strafbeschikking is opgelegd wegens winkeldiefstal - aan verdachte een hogere straf op te leggen dan de straf die zij aan haar medeverdachte [medeverdachte 1] voor dezelfde bewezenverklaarde feiten oplegt. Daarbij houdt de rechtbank ook rekening met de omstandigheid dat verdachte jonger is dan haar medeverdachte [medeverdachte 1] .
Van belang is verder dat van de op te leggen straf voldoende afschrikkende werking uitgaat, om te voorkomen dat verdachte opnieuw in de fout zal gaan. Daarom zal een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk worden opgelegd.
Gelet op de ernst van de feiten en hetgeen de rechtbank over de persoon van verdachte heeft opgemerkt, acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, passend en geboden. Hierop zal in mindering worden gebracht de tijd die verdachte al in verzekering heeft doorgebracht.

8.De beoordeling van het beslag

De rechtbank zal de teruggave van € 100,- (bestaande uit 2 biljetten van € 50,-; goednummer PL0600-2021402611-2583371) aan de rechthebbende, te weten aangeefster [aangever 2] , gelasten, omdat twee biljetten van € 50,- door verdachte en haar medeverdachten uit de woning van aangeefster werden weggenomen en geen strafvorderlijk belang zich tegen teruggave verzet.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf maatregel is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 45, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissingen

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte de onder parketnummers 05/333301-21 en 05/265838-21 ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden;
 bepaalt dat een
gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 2 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de
proeftijd van drie jarenschuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 gelast de teruggave van € 100,- aan de rechthebbende, te weten [aangever 2] .
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Tegelaar (voorzitter), mr. M.P. Bos en mr. M.M. Klaasen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Hessel, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 25 januari 2023.
De griffier is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [naam] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2021384784, gesloten op 10 december 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal aangifte [aangever 1] , p. 30.
3.Proces-verbaal van verhoor getuige J.J. [getuige 1] , p. 36-37.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 40-41.
5.Proces-verbaal aanhouding verdachte [verdachte] , p. 6-7.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 60.
7.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [naam] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 202109131200DOSS, gesloten op 13 september 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
8.Proces-verbaal aangifte [aangever 2] , p. 40-41 en 43-44.
9.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 30-31.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 20.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 21.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 137-138.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 97.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 144-145.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 107.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 133-134 en proces-verbaal aangifte [aangever 2] , p. 40-41.