In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van [A] B.V. tegen de weigering van een natuurvergunning voor de modernisering van een scheepswerf beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat het college van Gedeputeerde Staten van de Provincie Gelderland op 23 oktober 2020 terecht de aanvraag heeft afgewezen, omdat niet de zekerheid is verkregen dat het project geen significante negatieve effecten heeft op de instandhoudingsdoelstellingen van de betrokken Natura 2000-gebieden. De rechtbank stelt vast dat eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd van de feitelijk gerealiseerde capaciteit van de scheepswerf en dat de AERIUS-berekeningen niet voldoen aan de eisen. Eiseres heeft meerdere keren aanvullende gegevens ingediend, maar het college heeft geconcludeerd dat de informatie nog steeds niet compleet was. De rechtbank oordeelt dat het college eiseres voldoende gelegenheid heeft geboden om haar aanvraag aan te vullen en dat de weigering niet onzorgvuldig is voorbereid. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en de rechtbank draagt het college op om het betaalde griffierecht en de proceskosten aan eiseres te vergoeden.