1.De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 15 oktober 2022 te Lienden, in de gemeente Buren, in elk geval in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de Vogelenzangseweg, roekeloos, althans zeer dan wel aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
- terwijl hij beginnend bestuurder was en/of
- terwijl de door hem bereden weg bestond uit een rijbaan bestemd voor verkeer uit beide richtingen en/of voorzien was van rode (fietssuggestie)stroken en/of
- terwijl hij met het door hem bestuurde motorrijtuig een T-splitsing met verhoogd kruisingsvlak, gemarkeerd met taludmarkeringen, en/of een (flauwe) bocht naar
rechts (vanuit de rijrichting van verdachte) naderde en/of
- terwijl het zicht op het verdachte tegemoetkomende verkeer en/of het verdere wegverloop van de Vogelenzangseweg bij het naderen van voornoemde bocht werd beperkt door het struikgewas en/het afbuigende wegverloop,
- na het gebruik van alcoholhoudende drank is gaan rijden en/of
- bij het naderen van voornoemde bocht en/of kruising in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet de snelheid van dat door hem bestuurde motorrijtuig zodanig geregeld dat hij in staat was dat door hem bestuurde motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg en/of voornoemde bocht kon overzien en waarover deze vrij was/waren en/of
- bij het naderen van voornoemde bocht en/of kruising gas heeft bijgegeven en/of
- heeft gereden met een (piek)snelheid van ongeveer 139 kilometer per uur en/of een gemiddelde snelheid van ongeveer 108 kilometer per uur, in elk geval met een hogere snelheid dan de aldaar maximum toegestane snelheid van 50 kilometer per uur, in elk geval met een hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was, en/of
- het verloop van die weg (de Vogelenzangseweg) in of nabij de voornoemde bocht en/of voor en/of op voornoemde kruising niet heeft gevolgd en/of
- het door hem bestuurde motorrijtuig niet met de nodige voorzichtigheid heeft bestuurd en/of onvoldoende onder controle heeft gehouden dan wel kunnen houden en/of is met de rechterwielen van het door hem bestuurde motorrijtuig gebotst tegen, althans in aanrijding gekomen met, een trottoirband en/of
- is vervolgens met het door hem bestuurde motorrijtuig op de weghelft bestemd voor het tegemoetkomende verkeer terechtgekomen, alwaar hij met het door hem bestuurde voertuig is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met, een ander hem tegemoetkomend ander motorrijtuig (personenauto),en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor anderen (genaamd [betrokkene 2] en/of [betrokkene 1] en/of [betrokkene 3] ) zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste of tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 15 oktober 2022 te Lienden, in de gemeente Buren, in elk geval in Nederland, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de Vogelenzangseweg, roekeloos, althans zeer dan wel aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
- terwijl hij beginnend bestuurder was en/of
- terwijl de door hem bereden weg bestond uit een rijbaan bestemd voor verkeer uit beide richtingen en/of voorzien was van rode (fietssuggestie)stroken en/of
- terwijl hij met het door hem bestuurde voertuig een T-splitsing met verhoogd kruisingsvlak, gemarkeerd met taludmarkeringen, en/of een (flauwe) bocht naar rechts (vanuit de rijrichting van verdachte) naderde en/of
- terwijl het zicht op het verdachte tegemoetkomende verkeer en/of het verdere wegverloop van de Vogelenzangseweg bij het naderen van voornoemde bocht werd beperkt door het struikgewas en/het afbuigende wegverloop,
- na het gebruik van alcoholhoudende drank is gaan rijden en/of
- bij het naderen van voornoemde bocht en/of kruising in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet de snelheid van dat door hem bestuurde voertuig zodanig geregeld dat hij in staat was dat door hem bestuurde voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg en/of voornoemde bocht kon overzien en waarover deze vrij was/waren en/of
- bij het naderen van voornoemde bocht en/of kruising gas heeft bijgegeven en/of
- heeft gereden met een (piek)snelheid van ongeveer 139 kilometer per uur en/of een gemiddelde snelheid van ongeveer 108 kilometer per uur, in elk geval met een hogere snelheid dan de aldaar maximum toegestane snelheid van 50 kilometer per uur, in elk geval met een hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was, en/of
- het verloop van die weg (de Vogelenzangseweg) in of nabij de voornoemde bocht en/of voor en/of op voornoemde kruising niet heeft gevolgd en/of
- het door hem bestuurde voertuig niet met de nodige voorzichtigheid heeft bestuurd en/of onvoldoende onder controle heeft gehouden dan wel kunnen houden en/of is met de rechterwielen van het door hem bestuurde voertuig gebotst tegen, althans in aanrijding gekomen met, een trottoirband en/of
- is vervolgens met het door hem bestuurde voertuig op de weghelft bestemd voor het tegemoetkomende verkeer terechtgekomen, alwaar hij met het door hem bestuurde voertuig is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met, een ander hem tegemoetkomend ander voertuig (personenauto),en aldus in strijd met het in artikel 5a van de WVW94 gestelde verbod, zich opzettelijk zodanig in het verkeer heeft gedragen dat voormelde verkeersregels in ernstige mate werden geschonden, waardoor daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten was;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 15 oktober 2022 te Lienden, in de gemeente Buren, in elk geval in Nederland, als bestuurder van een voertuig (personenauto),daarmede rijdende over de weg,de Vogelenzangseweg,roekeloos, althans zeer dan wel aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
- terwijl hij beginnend bestuurder was en/of
- terwijl de door hem bereden weg bestond uit een rijbaan bestemd voor verkeer uit beide richtingen en/of voorzien was van rode (fietssuggestie)stroken en/of
- terwijl hij met het door hem bestuurde voertuig een T-splitsing met verhoogd kruisingsvlak, gemarkeerd met taludmarkeringen, en/of een (flauwe) bocht naar rechts (vanuit de rijrichting van verdachte) naderde en/of
- terwijl het zicht op het verdachte tegemoetkomende verkeer en/of het verdere wegverloop van de Vogelenzangseweg bij het naderen van voornoemde bocht werd beperkt door het struikgewas en/het afbuigende wegverloop,
- na het gebruik van alcoholhoudende drank is gaan rijden en/of
- bij het naderen van voornoemde bocht en/of kruising in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet de snelheid van dat door hem bestuurde voertuig zodanig geregeld dat hij in staat was dat door hem bestuurde voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg en/of voornoemde bocht kon overzien en waarover deze vrij was/waren en/of
- bij het naderen van voornoemde bocht en/of kruising gas heeft bijgegeven en/of
- heeft gereden met een (piek)snelheid van ongeveer 139 kilometer per uur en/of een gemiddelde snelheid van ongeveer 108 kilometer per uur, in elk geval met een hogere snelheid dan de aldaar maximum toegestane snelheid van 50 kilometer per uur, in elk geval met een hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was, en/of
- het verloop van die weg (de Vogelenzangseweg) in of nabij de voornoemde bocht en/of voor en/of op voornoemde kruising niet heeft gevolgd en/of
- het door hem bestuurde voertuig niet met de nodige voorzichtigheid heeft bestuurd en/of onvoldoende onder controle heeft gehouden dan wel kunnen houden en/of is met de rechterwielen van het door hem bestuurde voertuig gebotst tegen, althans in aanrijding gekomen met, een trottoirband en/of
- is vervolgens met het door hem bestuurde voertuig op de weghelft bestemd voor het tegemoetkomende verkeer terechtgekomen, alwaar hij met het door hem bestuurde voertuig is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met, een ander hem tegemoetkomend ander voertuig (personenauto), door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
2.
hij op of omstreeks 15 oktober 2022 te Lienden, gemeente Buren, als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 470 microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 15 oktober 2022 reed verdachte als bestuurder van een Volvo over de Vogelenzangseweg in Lienden, komende uit de richting van de Dokter de Noortstraat en rijdend in de richting van de Provincialeweg N320. De rijbaan was aan beide zijden voorzien van rode fietssuggestiestroken. Omstreeks 04:00 uur vond er een verkeersongeval plaats tussen de Volvo van verdachte en de drie inzittenden van een Peugeot 107. Dit verkeersongeval vond plaats op de T-splitsing gevormd door de Vogelenzangseweg en de Adelsweg, binnen de bebouwde kom van Lienden. De T-splitsing was verhoogd. De verhoging was benadrukt met taludmarkering. De maximaal toegestane snelheid aldaar was 50 km/u. Voor de T-splitsing van de Vogelenzangseweg en de Adelsweg, liep de weg ter hoogte van het ongeval, gezien vanuit de rijrichting van verdachte, in een flauwe bocht naar rechts. Verdachte kwam in deze bocht met de rechterwielen van het voertuig in contact met de daar liggende trottoirbanden. Als gevolg hiervan hield verdachte het voertuig niet meer onder controle, waardoor deze op de verkeerde weghelft uitkwam. Daar reed op dat moment de Peugeot. Door het wegverloop, het naastgelegen struikgewas en de flauwe bocht werd het zicht vanuit beide richtingen beperkt. De Volvo botste op de Peugeot. De Peugeot werd door de botsing twintig meter teruggeworpen van het botspunt tot aan de aangetroffen eindpositie. Hieruit werd vastgesteld dat het een aanrijding met hoog energetische impact betrof.In de vijf seconden voor de botsing reed verdachte met een snelheid van 129 km/u. Op dat moment werd het gaspedaal voor 99% ingedrukt. In de drie seconden voor het ongeval liep de snelheid op tot 139 km/u. Verdachte drukte het gaspedaal tot 3,5 seconden voor het ongeval volledig in, waarna hij het rempedaal indrukte.De indicatieve gemiddelde snelheid die verdachte reed, betrof 108 km/u.Verdachte had ten tijde van het ongeval nog geen vijf jaren zijn rijbewijs en was dus een beginnend bestuurder. Ook was hij onder invloed van alcohol. Uit de ademanalyse volgde dat het alcoholgehalte 470 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bedroeg.Verdachte heeft ter terechtzitting bevestigd dat hij had gedronken en dat hij het gaspedaal even voor het ongeval volledig indrukte.
Bij het ongeval zijn de inzittenden van de Peugeot gewond geraakt. [betrokkene 2] , de bestuurster, liep (onder meer) fracturen en wonden aan beide benen op, fracturen van meerdere ribben, scheurwonden aan de milt en beide nieren, bloeduitstortingen in het mesenterium, de nuchtere darm en de kronkeldarm en letsel aan de alvleesklier. Zij moest geopereerd worden aan haar bovenbeen en werd opgenomen op de intensive care.Haar linkerbeen is verbrijzeld. In totaal heeft zij twee weken in het ziekenhuis gelegen. Vanuit het ziekenhuis is zij naar een revalidatiecentrum in Tiel gegaan. Het is onduidelijk in hoeverre zij zal herstellen van het ongeval.[betrokkene 3] zat als bijrijder in de Peugeot. Naar aanleiding van het ongeval had zij vocht in haar hoofd, waarschijnlijk door een hersenschudding. Verder was een gedeelte van de linkerkant van haar gezicht verlamd en voelde zij veel pijn bij het draaien van haar nek. Ook kon zij haar armen niet omhoog doen door een opgezette schouder en rug. Zij had gekneusde ribben en haar ingewanden waren naar binnen gedrukt door de impact van de gordel, waardoor het toiletteren lastig ging.In maart van dit jaar (2023) is zij opnieuw gehoord bij de politie en verklaarde zij elke dag pijn te hebben over haar hele lichaam. Het herstel gaat langzaam en het is onduidelijk wat de gevolgen zullen zijn op de lange termijn.[betrokkene 1] zat achterin de Peugeot en liep door het ongeval onder meer een hoofdwond op haar voorhoofd, een hersenschudding, fors letsel van de gordel, een hematoom over de romp, een gebroken rib en knieletsel met een ruptuur van de mediale collaterale band op. Door de hersenschudding heeft zij klachten van hoofdpijn, concentratiestoornissen, een verminderde reactie en een woordvindstoornis.Aan de wond op haar voorhoofd heeft zij een litteken overgehouden.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde onder feit 1, primair en feit 2. Daarbij heeft hij zich op het standpunt gesteld dat verdachte zich als bestuurder van een auto roekeloos heeft gedragen, door onder invloed van alcohol meerdere verkeersregels in ernstige mate te overtreden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft allereerst vrijspraak bepleit van het onder feit 1, primair ten laste gelegde feit. Van roekeloos dan wel aanmerkelijk onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam rijgedrag was volgens de verdediging geen sprake, nu verdachte op het moment van het ongeval vervuld was van emoties en daardoor de gevolgen van zijn handelen niet kon overzien. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de omstandigheid dat verdachte lijdt aan ADHD, waarbij het langdurig onderdrukken van emoties kan leiden tot impulsieve gedragingen.
Ook van het onder feit 1, subsidiair ten laste gelegde dient verdachte te worden vrijgesproken, nu er feiten en omstandigheden een rol spelen waaruit volgt dat verdachte niet het opzet had om in ernstige mate verkeersregels te overtreden. Verdachte is achter een vriend aan gereden om te zorgen dat die vriend veilig thuis kwam en heeft kort voor het ongeval krachtig afgeremd. Ook vond het ongeval op een tijdstip plaats (om 04:00 uur in de nacht) dat er weinig verkeer op de weg was, waardoor het gevaar niet voorzienbaar was.
Ten aanzien van het onder feit 1, meer subsidiair ten laste gelegde heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, met dien verstande dat rekening wordt gehouden met de voornoemde omstandigheden waaronder het ongeval plaatsvond.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van feit 1
De rechtbank stelt vast dat geen discussie bestaat over wat er feitelijk is gebeurd op 15 oktober 2022. Verdachte heeft bekend dat hij onder invloed van alcohol is gaan rijden. De onderzoeksresultaten van de politie ten aanzien van de toedracht van het ongeval en de gereden snelheden zijn bovendien niet betwist. Naar het oordeel van de rechtbank zijn daarom alle ten laste gelegde gedragingen wettig en overtuigend bewezen.
Verdachte is als beginnend bestuurder onder invloed van alcohol in een auto gestapt. Hij is vervolgens veel te hard op een onoverzichtelijke bocht af gereden, waardoor hij met de wielen van de auto de stoep heeft geraakt en vervolgens op de verkeerde weghelft terecht is gekomen en op de tegemoetkomende Peugeot is gebotst. De rechtbank is van oordeel dat het ongeval, gelet op de ernst van deze gedragingen, aan de schuld van verdachte te wijten is in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW).
Roekeloosheid
De vraag die de rechtbank voorts moet beantwoorden is of deze schuld is aan te merken als roekeloosheid als bedoeld in artikel 6 WVW in samenhang met artikel 175, tweede lid, WVW, zoals primair ten laste is gelegd. Roekeloosheid is de zwaarste gradatie van schuld. Hiervan is sprake wanneer zodanige feiten en omstandigheden worden vastgesteld dat daaruit is af te leiden dat door de buitengewoon onvoorzichtige gedragingen van de verdachte een zeer ernstig gevaar in het leven is geroepen en dat de verdachte zich hiervan bewust was of had moeten zijn.
Met de Wet aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten heeft de wetgever het begrip roekeloosheid nader ingevuld en zo het toepassingsbereik daarvan willen verbreden. Daartoe is in artikel 175 WVW, dat de strafbepaling van artikel 6 WVW bevat, aan het tweede lid toegevoegd dat van roekeloosheid in elk geval sprake is als het gedrag tevens als een overtreding van artikel 5a, eerste lid, WVW kan worden aangemerkt.
Artikel 5a WVW
De rechtbank moet daarmee nu beoordelen of verdachte met de hiervoor vastgestelde verkeersgedragingen, die hebben geleid tot het ongeval, (a) de verkeersregels heeft geschonden, (b) of hij dat in ernstige mate heeft gedaan, (c) of hij dat opzettelijk heeft gedaan en (d) of daardoor gevaar was te duchten voor zwaar lichamelijk letsel of het leven van anderen.
De rechtbank stelt vast dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere van de in artikel 5a WVW (niet limitatief) genoemde gedragingen, te weten het onvoldoende rechts houden op onoverzichtelijke plaatsen (lid 1, sub a), het overschrijden van de krachtens deze wet vastgestelde maximumsnelheid (lid 1 sub g) en het rijden onder invloed van alcohol, waarbij het alcoholgehalte hoger was dan 220 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht, namelijk 470 ug/l (lid 2). Ook heeft verdachte niet tijdig zijn snelheid aangepast om veilig de bocht door te kunnen rijden en reed hij vervolgens niet op de juiste weghelft (dit laatste ingevolge artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990).
Artikel 5a WVW heeft alleen betrekking op ernstig verkeersgevaarlijk gedrag. Gekeken moet worden naar het samenstel van de gedragingen van de verdachte, waarbij alle omstandigheden in ogenschouw worden genomen. Verdachte heeft meerdere voor de verkeersveiligheid zeer belangrijke verkeersregels geschonden. Hij is binnen de bebouwde kom fors te hard op een onoverzichtelijke bocht af gereden, waardoor hij de controle over het voertuig verloor en op de weghelft voor het tegemoetkomend verkeer terechtkwam. Op het piekmoment heeft verdachte de maximum toegestane snelheid met 89 km/u overschreden. Daarbij was verdachte onder invloed van alcohol. Dit gedrag, onder die omstandigheden, moet naar het oordeel van de rechtbank worden aangemerkt als ernstig verkeersgevaarlijk gedrag.
Voor een overtreding van artikel 5a WVW moet het opzet van de verdachte zowel gericht zijn op het schenden van de verkeersregels als op het in ernstige mate schenden van die regels (zeer onverantwoord rijgedrag). Bij het antwoord op de vraag of sprake was van opzet op het in ernstige mate schenden van de verkeersregels moeten de aard en het samenstel van de gedragingen, de omstandigheden waaronder deze werden verricht en alle overige feitelijke omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen. Daaruit moet kunnen worden afgeleid dat de gedragingen in samenhang bezien naar hun uiterlijke verschijningsvorm op opzettelijke ernstige schending van de verkeersregels gericht zijn geweest.
De rechtbank overweegt dat verdachte in één rit meerdere belangrijke verkeersregels heeft overtreden, waardoor een zeer gevaarlijke situatie is ontstaan. Hiermee heeft verdachte onaanvaardbare risico’s genomen, die zich ook hebben verwezenlijkt. Hij stapte als beginnend bestuurder, onder invloed van alcohol in de auto en reed vervolgens (binnen de bebouwde kom) met dusdanig hoge snelheden, dat hij daarbij de controle over het voertuig verloor. Daarbij trapte verdachte kort voor het ongeval het gaspedaal maximaal in. Hij behaalde snelheden tot 139 km/u, terwijl de maximaal toegestane snelheid ter plaatse slechts 50 km/u betrof. Deze gedragingen, in samenhang bezien, waren naar hun uiterlijke verschijningsvorm gericht op de opzettelijke, ernstige schending van de verkeersregels. Dat verdachte op het moment van het ongeval emotioneel was en door de bij hem geconstateerde ADHD mogelijk impulsief handelde, neemt zijn opzet op het in ernstige mate schenden van de verkeersregels niet weg. Ook het verweer dat het gevaar niet voorzienbaar was voor verdachte, wordt verworpen. Verdachte begaf zich immers op de openbare weg en had - ongeacht het tijdstip waarop hij reed - rekening te houden met andere verkeersdeelnemers op die weg.
d) Gevaar voor zwaar lichamelijk letsel/het leven van anderen
In zijn algemeenheid vindt de rechtbank het voorzienbaar dat een zeer gevaarlijke situatie ontstaat wanneer een bestuurder het hiervoor beschreven verkeersgedrag vertoont. Verdachte heeft daadwerkelijk een verkeersongeval veroorzaakt waarbij de drie inzittenden van de tegemoetkomende auto letsel hebben opgelopen, zoals blijkt uit de vaststaande feiten. Daarmee was door het handelen van verdachte gevaar te duchten voor zwaar lichamelijk letsel of het leven van anderen.
Tussenconclusie
Het voorgaande betekent dat het verkeersgedrag van de verdachte dat tot het ongeval heeft geleid, ook kan worden aangemerkt als een overtreding van artikel 5a WVW. Daarmee heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een verkeersongeval waarbij sprake is van de zwaarste vorm van schuld, namelijk roekeloosheid.
De rechtbank dient tot slot de vraag te beantwoorden of verdachte door het veroorzaken van het ongeval zwaar lichamelijk letsel heeft veroorzaakt.
Kwalificatie letsel
Op grond van de vaststaande feiten concludeert de rechtbank dat de drie inzittenden van de Peugeot letsel hebben opgelopen ten gevolge van het ongeval. Bij [betrokkene 2] waren beide benen gebroken, waarbij het linkerbeen was verbrijzeld. Ook haar milt en beide nieren waren gescheurd. Medisch ingrijpen in de vorm van een operatie was noodzakelijk en [betrokkene 2] is meerdere weken opgenomen geweest in het ziekenhuis, waarna zij moest revalideren. Het is onduidelijk in hoeverre zij zal herstellen. [betrokkene 1] liep een hersenschudding op, waarvan zij maanden na het ongeval (onder meer) nog concentratieproblemen ondervond. Ook heeft zij een blijvend litteken in haar gezicht. [betrokkene 3] had vocht in haar hoofd, een gedeelte van haar gezicht was verlamd en zij had pijn bij het draaien van haar nek. Zij had gekneusde ribben en haar ingewanden waren naar binnen gedrukt door de impact van de gordel. De pijnklachten waren maanden na het ongeval nog aanwezig. Ook in haar geval is het onduidelijk of zij volledig zal herstellen.
Gelet op de aard en omvang van de letsels en het feit dat in alle gevallen onduidelijk is of de slachtoffers volledig dan wel verder zullen herstellen, is de rechtbank van oordeel dat het letsel van [betrokkene 2] , [betrokkene 1] en [betrokkene 3] kan worden aangemerkt als zwaar lichamelijk letsel.
Conclusie
Gelet op al het voorgaande kan het onder feit 1, primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend worden bewezen.
Ten aanzien van feit 2
Verdachte heeft dit feit bekend. Daarom zal de rechtbank volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen die de rechtbank heeft gebruikt (ex artikel 359, derde lid, Wetboek van Strafvordering).
- Het proces-verbaal rijden onder invloed, p. 137-140;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 17 oktober 2023.
Eendaadse samenloop
De rechtbank neemt voor wat betreft de bewezenverklaarde feiten 1 en 2 eendaadse samenloop aan. De in die feiten bewezenverklaarde handelingen en feitenlijkheden leveren in die mate een zich min of meer op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex op dat de verdachte van die handelingen en feitelijkheden (in wezen) één verwijt wordt gemaakt, terwijl de strekking van de desbetreffende strafbepalingen in grote mate overeenkomt, namelijk de bescherming van de verkeersveiligheid. Bij de bepaling van de hoogte van de straf zal hiermee rekening worden gehouden.