ECLI:NL:RBGEL:2023:5944

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
27 oktober 2023
Publicatiedatum
27 oktober 2023
Zaaknummer
05-277398-22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen van verduistering en gewoontewitwassen door werknemer

Op 27 oktober 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplegen van verduistering in dienstbetrekking en gewoontewitwassen. De verdachte, geboren in 1990, was werkzaam als 'teamleader logistics in opleiding' en had samen met een medeverdachte goederen verduisterd die toebehoorden aan zijn werkgever, [aangever]. De tenlastelegging omvatte onder andere het wederrechtelijk toe-eigenen van barbeques, tuinproducten en andere goederen. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de beschuldigingen, waaronder een bekennende verklaring van de verdachte en proces-verbaal van aangifte. De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan medeplegen van verduistering en gewoontewitwassen, en dat hij daarbij gebruik had gemaakt van zijn positie binnen het bedrijf. De verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden en een taakstraf van 160 uren. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zijn spijt en bereidheid tot schadevergoeding aan de benadeelde partij.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/277398-22
Datum uitspraak : 27 oktober 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1990 in [geboorteplaats],
wonende aan [adres]
Raadsman: mr. G.J. Gerrits, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 10 april 2022, althans in of omstreeks de nacht van 10 april 2022 op 11 april 2022, in de gemeente Ede, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/althans alleen,
opzettelijk een trampoline en/of 2, althans een (of meer) pallet(s) met diverse producten (merk [naam 3]), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele toebehoorde aan [aangever], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, en welk goed verdachte en/of zijn mededaders, uit hoofde van zijn/hun persoonlijke dienstbetrekking, te weten als "teamleader logistics in opleiding"/medewerker van voornoemd bedrijf in elk geval anders dan door misdrijf, onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 april 2022, althans in of omstreeks de nacht van 10 april 2022 op 11 april 2022, in de gemeente Ede tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/althans alleen,
een trampoline en/of 2, althans een (of meer) pallet(s) met diverse producten (merk [naam 3]), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel door onbevoegd gebruik te maken van de toegangspoort van het bedrijf [aangever] met behulp van de (hem en/of zijn mededader(s) ter beschikking staande) (toegangs)code en/of (toegangs)pas;
2.
hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 7 maart 2022 tot en met 10 april 2022, in de gemeente Ede, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/althans alleen, opzettelijk
- een (of meer) barbeque's (merk [naam 2]) en/of
- een (of meer) gardenaproduct(en) en/of
- een (of meer) zwembadproduct(en) en/of
- een (of meer) robotmaaier(s)/grasmaaier(s) en/of
- een (of meer) tafel(s) ("[naam 1]") en/of
- een (of meer) dier(verzorgings)product(en), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele toebehoorde aan [aangever], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, en welk goed verdachte en/of zijn mededaders, (telkens) uit hoofde van zijn/hun persoonlijke dienstbetrekking, te weten als "teamleader logistics in opleiding"/medewerker van voornoemd bedrijf in elk geval anders dan door misdrijf, onder zich hadden, wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 7 maart 2022 tot en met 10 april 2022, in de gemeente Ede tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/althans alleen,
- een (of meer) barbeque's (merk [naam 2]) en/of
- een (of meer) gardenaproduct(en) en/of
- een (of meer) zwembadproduct(en) en/of
- een (of meer) robotmaaier(s)/grasmaaier(s) en/of
- een (of meer) tafel(s) ("[naam 1]") en/of
- een (of meer) dier(verzorgings)product(en)
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel, door (telkens) onbevoegd gebruik te maken van de toegangspoort van het bedrijf [aangever] met behulp van de (hem en/of zijn mededader(s) ter beschikking staande) (toegangs)code en/of (toegangs) pas om het terrein op te komen;
3.
hij op een (of meer) tijdstip(en) in of omstreeks de periode van 7 maart 2022 tot en met 10 april 2022, in de gemeente Ede, en/of in de gemeente Duiven, althans in Nederland, telkens een voorwerp/voorwerpen, te weten,
- een (of meer) barbeque's (merk [naam 2]) en/of
- een (of meer) gardenaproduct(en) en/of
- een (of meer) zwembadproduct(en) en/of
- een (of meer) robotmaaier(s)/grasmaaier(s) en/of
- een (of meer) tafel(s) ("[naam 1]") en/of
- een (of meer) dier(verzorgings)product(en)
heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet en/of van voornoemde/bovengenoemde voorwerpen, gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf, en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 primair, 2 primair en onder 3 ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte bij de feiten 2 en 3 voor de verduistering en witwassen van de dier(verzorgings)producten, en bij feit 3 van het witwassen van een tafel vrijgesproken dient te worden. Verdachte is daar niet verantwoordelijk voor. De raadsman heeft zich voor het overige gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Medeplegen feiten 1 en 2
Ter zitting heeft verdachte met betrekking tot het onder 1 tenlastegelegde verklaard dat hij op 10 april 2022 pallets had klaar gezet op zijn werk. Deze zouden door [medeverdachte] worden opgehaald. Verdachte heeft de pallets met de heftruck in de bus van [medeverdachte] geladen. Dit hadden ze vooraf afgesproken en de opbrengst van de verkoop zou worden gedeeld. Verdachte had [medeverdachte] ook een app bericht gestuurd over deze pallets. [2] In de telefoon van [medeverdachte] is een bericht waargenomen waarin verdachte bij een foto van een pallet met producten die leken op diervoeding vroeg aan [medeverdachte] of dat iets was voor de handel. [3] [medeverdachte] heeft verklaard dat hij die avond spullen op moest halen voor zijn buurman. [4] Gelet op deze afspraak en de duidelijke rolverdeling tussen verdachte en [medeverdachte] is de rechtbank van oordeel dat ten aanzien van de onder 1 primair tenlastegelegde verduistering sprake is van medeplegen.
Verder zijn bij zowel verdachte als [medeverdachte] in de schuur goederen aangetroffen die bleken toe te behoren aan de werkgever van verdachte. [5] Een aantal van die goederen werd aangeboden op Markplaats door verkoper “[medeverdachte]”, waarbij de spullen opgehaald konden worden op het adres waar de [medeverdachte], die [medeverdachte] heet, verbleef, de woning naast die van verdachte. [6] [medeverdachte] heeft verklaard dat hij voor een ander, maar wel steeds dezelfde persoon, spullen op Marktplaats verkocht. [7] De rechtbank leidt uit de aanwezigheid van goederen bij beide verdachten die afkomstig waren van de werkgever van verdachte, de Marktplaatshandel die in de periode kort voor het aantreffen van de goederen door [medeverdachte] werd uitgevoerd met dergelijke goederen en het feit dat verdachten op 10 april 2020 op heterdaad zijn betrapt bij de verduistering van twee pallets waarvan verdachte heeft verklaard dat zij dit hadden afgesproken, af dat verdachte en [medeverdachte] een gezamenlijke handel hadden in verduisterde goederen en dat om die reden sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking ten aanzien van het onder 2 primair tenlastegelegde.
Feiten 1, 2 en 3
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering met uitzondering van de onder feit 2 en 3 tenlastegelegde dier(verzorgings)producten en de onder 3 ten laste gelegde bartafels. Van deze onderdelen zal verdachte worden vrijgesproken nu voor de dier(verzorgings)producten wettig en overtuigend bewijs ontbreekt en bij feit 3 geen medeplegen ten laste is gelegd en bartafels niet bij verdachte zijn aangetroffen. Voor het overige wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte namens [aangever], p. 65-87;
- het proces-verbaal van aanhouding verdachte, p. 34-53;
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 13 oktober 2023.
Ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde is de rechtbank van oordeel dat nu er sprake is van een langere periode waarin verdachte meerdere malen een hoeveelheid goederen heeft verduisterd (verworven) en voorhanden heeft gehad, sprake is van een patroon en daarom van gewoontewitwassen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
of omstreeks10 april 2022,
althans in of omstreeks de nacht van 10 april 2022 op 11 april 2022,in de gemeente Ede, tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
en/althans alleen,opzettelijk een trampoline en
/of2
, althans een (of meer)pallet
(s
)met diverse producten (merk [naam 3]),
in elk geval enig goed,diegeheel
of ten deletoebehoorde
naan [aangever],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,en welk
egoed
erenverdachte
en/of zijn mededaders, uit hoofde van zijn
/hunpersoonlijke dienstbetrekking, te weten als "teamleader logistics in opleiding"/medewerker van voornoemd bedrijf
in elk geval anders dan door misdrijf, onder zich had
(den), wederrechtelijk zich heeft
/hebbentoegeëigend;
2.
hij op een
(of meer
)tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 7 maart 2022 tot en met 10 april 2022, in de gemeente Ede,
althans in Nederlandtezamen en in vereniging met een
of meerander
en, en/althans alleen, opzettelijk
-
een (of meer)barbeque's (merk [naam 2]) en
/of
-
een (of meer)gardenaproduct
(en
)en
/of
-
een (of meer)zwembadproduct
(en
)en
/of
-
een (of meer)robotmaaier
(s
)/grasmaaier
(s
)en
/of
- een
(of meer)tafel
(s)("[naam 1]")
en/of
-
een (of meer) dier(verzorgings)product(en), in elk geval enig goed,diegeheel of ten deletoebehoorde
naan [aangever],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,en welk
egoed
erenverdachte
en/of zijn mededaders,
(telkens
)uit hoofde van zijn
/hunpersoonlijke dienstbetrekking, te weten als "teamleader logistics in opleiding"/medewerker van voornoemd bedrijf
in elk geval anders dan door misdrijf, onder zich had
den, wederrechtelijk zich heeft
/hebbentoegeëigend;
3.
hij op een
(of meer
)tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 7 maart 2022 tot en met 10 april 2022, in de gemeente Ede, en
/of inde gemeente Duiven,
althans in Nederland,telkens
een voorwerp/voorwerpen, te weten,
-
een (of meer)barbeque's (merk [naam 2]) en
/of
-
een (of meer)gardenaproduct
(en
)en
/of
-
een (of meer)zwembadproduct
(en
)en
/of
-
een (of meer)robotmaaier
(s
)/grasmaaier
(s
)en
/of
-
een (of meer) tafel(s) ("[naam 1]") en/of
- een (of meer) dier(verzorgings)product(en)
heeft verworven
envoorhanden gehad,
overgedragen en/of omgezet en/of van voornoemde/bovengenoemde voorwerpen, gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat die voorwerpen
geheel of gedeeltelijk- onmiddellijk
of middellijk- afkomstig waren uit enig misdrijf, en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
Medeplegen van verduistering;
feit 2:
Medeplegen van verduistering, meermalen gepleegd;
feit 3:
Gewoontewitwassen.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en voorts tot het verrichten van 240 uren werkstraf subsidiair 120 dagen hechtenis, met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat rekening moet worden gehouden met het feit dat verdachte veel spijt heeft van datgene wat hij heeft gedaan. Ook moet rekening worden gehouden met het feit dat het benadelingsbedrag niet € 98.372,- maar slechts € 4.097,80 bedraagt. Verdachte heeft aangegeven dat hij bereid is aan [aangever] een schadevergoeding te betalen. Ten aanzien van de schade loopt een civiele procedure.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich over een periode van ruim een maand veelvuldig en op behoorlijk grote schaal schuldig gemaakt aan verduistering, in vereniging gepleegd. Verdachte vervulde daarbij de centrale rol als degene die er voor zorgde dat goederen beschikbaar waren voor de Marktplaatshandel. Hij heeft contacten onderhouden met de afnemer die de goederen vervolgens via Marktplaats voor aanzienlijk lagere bedragen dan de verkoopwaarde verkocht. De winst werd gedeeld en compenseerde volgens verdachte voor de promotie met bijbehorende salarisverhoging die hij was misgelopen op zijn werk Naast verduistering heeft verdachte zich tevens schuldig gemaakt aan gewoontewitwassen. Hij heeft op zeer laakbare wijze misbruik gemaakt van zijn positie als aankomend leidinggevende binnen het bedrijf. De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij zijn positie heeft gebruikt om zichzelf te verrijken. Dit is niet de manier waarop een werknemer hoort te reageren op een beslissing van zijn werkgever over het al dan niet toekennen van promotie. Verdachte lijkt dat inmiddels te hebben begrepen. Door zijn handelen heeft verdachte zijn oud-werkgever, [aangever], echter financiële schade toegebracht.
Uit het Uittreksel Justitiële Documentatie blijkt dat verdachte niet eerder strafrechtelijk veroordeeld is voor vermogensfeiten. De rechtbank houdt in positieve zin rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte en met zijn proceshouding ter zitting. Verdachte heeft zijn verantwoordelijkheid genomen, inzicht in zijn daden laten zien en spijt betuigd. Verder is hij bereid de schade van zijn werkgever te vergoeden voor zover het gaat om een bedrag dat hem redelijkerwijs is toe te rekenen.
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en een werkstraf voor de duur van 160 uren subsidiair 80 dagen hechtenis passend, waarbij de rechtbank aansluiting heeft gezocht bij eerdere uitspraken in vergelijkbare zaken.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d, 47, 57, 322 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden;
 bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
 veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvan
160 (honderdenzestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
80 (tachtig) dagenhechtenis;
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E. Snijders (voorzitter), mr. J.M. Breimer en mr. A. de Gooijer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.A. Teger, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 oktober 2023.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie eenheid Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022158533, gesloten op 18 oktober 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Verklaring van verdachte afgelegd op de terechtzitting van 13 oktober 2023.
3.Proces-verbaal van bevindingen naar onderzoek van de telefoon p. 261-262.
4.Proces-verbaal van voorgeleiding p. 54-55.
5.Proces-verbaal van aangifte met bijlagen p. 65-86.
6.Proces-verbaal bevindingen met als bijlage het rapport van [naam 4], p. 122-133.
7.Proces-verbaal verhoor van [medeverdachte] p. 277.