Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 september 2016 tot en met 21 oktober 2021 te Leuvenheim, gemeente Brummen, althans in Nederland,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels
[aangever] en/of [benadeelde] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van (in totaal ongeveer) €100.000,00,- door met vorenomschreven oogmerk — zakelijk weergegeven — valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zich tegenover voornoemde perso(o)n(en) voorgedaan als betrouwbare vertegenwoordiger/bemiddelaar van [internationaal financieel adviesbureau] en/of bonafide eigenaar van [financieel adviesbureau] ;
- aan voornoemde perso(o)n(en) voorgesteld om het gespaarde geld te investeren in [investering] met een storting van €100.000,00,- op de participatierekening met volledige inleggarantie gegarandeerd door de [bank] en bemiddeld
door [internationaal financieel adviesbureau] ;
- (vervolgens) met voornoemde perso(o)n(en) op 1 oktober 2016 een overeenkomst gesloten tot storting van €100.000,00 euro op de participatierekening [rekeningnummer] (t.n.v. [moeder verdachte] , de moeder van verdachte) met volledige inleggarantie gegarandeerd door de [bank] en bemiddeld door [internationaal financieel adviesbureau] en/of met garantievergoeding over de participatie gesteld op 6%, gedurende een participatieplicht van 5 jaar;
- het door voornoemde perso(o)n(en) overgemaakte €100.000,00 euro ontvangen op rekening [rekeningnummer] (t.n.v. [moeder verdachte] , de moeder van verdachte) en/of vervolgens voornoemd bedrag niet overgemaakt op rekening van de [bank] ;
-(vervolgens) na einde van de termijn van 5 jaar niet is overgegaan tot (uit)betaling van de (rente)vergoeding(en) en/of
- voornoemde perso(o)n(en) een verhaal voorgespiegeld, inhoudende dat het overgemaakte geldbedrag nooit op de participatierekening is bijgeschreven en/of dat de verantwoordelijke persoon niet meer werkzaam is voor [internationaal financieel adviesbureau] en/of dat voornoemd geldbedrag is weggenomen door een criminele organisatie waarvan hij, verdachte, de naam niet wil noemen en terugvordering is uitgesloten; waardoor voornoemde perso(o)n(en) werd(en) bewogen tot afgifte van een geldbedrag van €100.000,00; (art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2016 tot en met 21 oktober 2021 te Leuvenheim, gemeente Brummen, althans in Nederland
opzettelijk een of meer geldbedrag(en), te weten (in totaal ongeveer) €100.000,00 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever] en/of [benadeelde] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk(e)
geldbedrag verdachte anders dan door misdrijf, te weten als vertegenwoordiger/bemiddelaar van [internationaal financieel adviesbureau] onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 september 2016 tot en met 21 oktober 2021 te Leuvenheim, gemeente Brummen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans heeft witgewassen immers heeft verdachte (een) voorwerp(en), te weten een of meer geldbedrag(en) van (in totaal ongeveer) €100.000,00 euro, althans een of meer voorwerpen heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen heeft omgezet en/of gebruik heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat/die voorwerp(en) – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig (eigen)misdrijf en hij, verdachte, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft
gemaakt en hij, verdachte, zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen in de uitoefening van zijn beroep en/of bedrijf;
3.De bewezenverklaring
hij
op een of meerdere tijdstippenin of omstreeks de periode van 1 september 2016 tot en met 1 oktober 2016 te Leuvenheim, gemeente Brummen,
althans in Nederland,met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van
een valse naam en/of vaneen valse hoedanigheid en
/of door listige kunstgrepen en/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels
[aangever] en
/of[benadeelde] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van
(in totaal ongeveer)€100.000,00,- door met vorenomschreven oogmerk — zakelijk weergegeven — valselijk en
en/of listiglijk en/ofbedrieglijk en
/ofin strijd met de waarheid
- zich tegenover voornoemde perso
(o)n
(en
)voor te doen als betrouwbare vertegenwoordiger/bemiddelaar van [internationaal financieel adviesbureau] en/of bonafide eigenaar van [financieel adviesbureau] ;
- aan voornoemde perso
(o)n
(en
)voor te stellen om het gespaarde geld te investeren in [investering] met een storting van €100.000,00,- op de participatierekening met volledige inleggarantie gegarandeerd door de [bank] en bemiddeld door [internationaal financieel adviesbureau] ;
- (vervolgens) met voornoemde perso
(o)n
(en
)op 1 oktober 2016 een overeenkomst te sluiten tot storting van €100.000,00 euro op de participatierekening [rekeningnummer] (t.n.v. [moeder verdachte] , de moeder van verdachte) met volledige inleggarantie gegarandeerd door de [bank] en bemiddeld door [internationaal financieel adviesbureau] en/of met garantievergoeding over de participatie gesteld op 6%, gedurende een participatieplicht van 5 jaar;
- het door voornoemde perso
(o)n
(en
)overgemaakte €100.000,00 euro te ontvangen op rekening [rekeningnummer] (t.n.v. [moeder verdachte] , de moeder van verdachte) en/
ofvervolgens voornoemd bedrag niet over te maken op rekening van de [bank] ;
-(vervolgens) na einde van de termijn van 5 jaar niet is overgegaan tot (uit)betaling van de (rente)vergoeding(en) en/of- voornoemde perso(o)n(en) een verhaal voorgespiegeld, inhoudende dat het overgemaakte geldbedrag nooit op de participatierekening is bijgeschreven en/of dat de verantwoordelijke persoon niet meer werkzaam is voor [internationaal financieel adviesbureau] en/of dat voornoemd geldbedrag is weggenomen door een criminele organisatie waarvan hij, verdachte, de naam niet wil noemen en terugvordering is uitgesloten;waardoor voornoemde perso
(o)n
(en
)werd
(en
)bewogen tot afgifte van een geldbedrag van €100.000,00;
hij op
een of meerdere tijdstippenin
of omstreeksde periode van 1 september 2016 tot en met 21 oktober 2021 te Leuvenheim, gemeente Brummen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt,
althans heeft witgewassenimmers heeft verdachte
(een) voorwerp(en), te weten een of meer geldbedrag(en) van (in totaal ongeveer) €100.000,00 euro,
althans een of meer voorwerpen heeft verworven,voorhanden gehad,
heeftovergedragen
heeftomgezet en
/ofgebruik ervan
heeftgemaakt, terwijl hij, verdachte, wist
, althans redelijkerwijs moest vermoedendat/die voorwerp
(en
)– onmiddellijk of middellijk – afkomstig
was/waren uit enig (eigen) misdrijf en hij, verdachte, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft
gemaakt
en hij, verdachte, zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen in de uitoefening van zijn beroep en/of bedrijf.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [aangever] , een bedrag te betalen van € 50.836,43 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 september 2016 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 180 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde] , een bedrag te betalen van € 50.836,43 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 september 2016 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 180 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;