Op 1 februari 2023 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, een mondeling vonnis uitgesproken in een civiele zaak tussen een besloten vennootschap (eiseres) en meerdere gedaagden, waaronder een maatschap. De eiseres vorderde een vergoeding van € 45.660,00 plus btw, alsmede buitengerechtelijke kosten en proceskosten, op grond van een overeenkomst voor projectbegeleiding van een zonnepanelenproject dat niet doorging. De eiseres stelde dat de gedaagden de vergoeding moesten betalen omdat zij de overeenkomst niet nakwamen. De gedaagden betwistten de vordering en voerden aan dat zij zich op een ontbindende voorwaarde beriepen, omdat zij geen financiering voor het project konden verkrijgen. De rechtbank oordeelde dat de eiseres geen recht had op de gevorderde vergoeding, omdat niet was aangetoond dat zij kosten had gemaakt die voor vergoeding in aanmerking kwamen. De rechtbank wees de vordering af en veroordeelde de eiseres in de proceskosten van de gedaagden, die op € 5.203,00 werden begroot.