Op 29 augustus 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland in Arnhem een wrakingsverzoek afgewezen. Het verzoek was ingediend door meerdere verzoekers, vertegenwoordigd door gemachtigde A.F.M.J. Verhoeven, die de wraking van mr. J.M.W. van de Sande, rechter in deze rechtbank, verzochten. De wrakingsverzoeken waren ingediend naar aanleiding van een eerdere beslissing van de rechter, waarbij de gemachtigde van de verzoekers op grond van artikel 8:25 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) was geweigerd. Verzoekers stelden dat deze beslissing in strijd was met fundamentele beginselen van de rechtsstaat en derhalve onrechtmatig was.
De wrakingskamer oordeelde dat er geen aanleiding was om de verzoeken buiten behandeling te stellen, omdat de verzoekers een feit hadden aangevoerd dat de wraking kon onderbouwen. Echter, de kamer benadrukte dat een rechter alleen gewraakt kan worden op basis van omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De weigering van de gemachtigde werd beschouwd als een procesbeslissing, die alleen kan worden aangevochten via een rechtsmiddel, zoals hoger beroep. De wrakingsprocedure is niet bedoeld om de juistheid van procesbeslissingen te toetsen, maar om te beoordelen of er sprake is van (de schijn van) vooringenomenheid.
De wrakingskamer concludeerde dat de verzoekers niet voldoende hadden aangetoond dat de beslissing van de rechter onbegrijpelijk was of dat er sprake was van vooringenomenheid. Daarom werd het verzoek tot wraking afgewezen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.