ECLI:NL:RBGEL:2023:5782

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 oktober 2023
Publicatiedatum
23 oktober 2023
Zaaknummer
05/152319-23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en verspreiding van kinderporno door minderjarige verdachte

Op 16 oktober 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 18-jarige man, die werd beschuldigd van het medeplegen van mensenhandel en het verspreiden van kinderporno. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met een medeverdachte, betrokken was bij de seksuele uitbuiting van een minderjarige aangeefster. De verdachte heeft via sociale media en betalingsverzoeken (Tikkies) gefaciliteerd dat de aangeefster naaktfoto's en -video's van zichzelf maakte en deze tegen betaling aan derden verkocht. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten zoals ten laste gelegd, met name omdat hij de bankrekening ter beschikking stelde voor de betalingen en de aangeefster aanmoedigde om door te gaan met haar activiteiten. De rechtbank legde een voorwaardelijke jeugddetentie van twee maanden op, met een proeftijd van twee jaar, en een werkstraf van 160 uren. Daarnaast kreeg de verdachte een contactverbod met de aangeefster en de medeverdachte voor de duur van drie jaar. De rechtbank kende de aangeefster een schadevergoeding van € 2.500,00 toe voor immateriële schade, als gevolg van de ernstige inbreuk op haar lichamelijke en geestelijke integriteit.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/152319-23
Datum uitspraak : 16 oktober 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer voor jeugdstrafzaken
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 2005 in [geboorteplaats 1] ,
wonende aan de [adres] .
Raadsvrouw: mr. P.W.E. Hoezen, advocaat in Winterswijk.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een terechtzitting achter gesloten deuren.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 02 augustus 2021 tot en met 1 maart 2022 te Ede en/of
‘s-Gravenhage, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
A) een ander of anderen, te weten [aangeefster] , (telkens)
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van
seksuele uitbuiting van die [aangeefster] (sub 2°) en/of
- ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die [aangeefster] (telkens) enige
handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [aangeefster] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die seksuele handelingen (sub 5°) en/of
B) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die/een ander of anderen, te weten voormelde [aangeefster] , met en/of voor een derde tegen betaling (sub 8°), terwijl die [aangeefster] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte (telkens)
- contact gezocht, althans in contact gekomen met die [aangeefster] via de app “Houseparty” en/of
aangegeven die [aangeefster] te kunnen helpen met haar (geld)problemen en/of
- een of meerdere sociale media accounts aangemaakt en/of laten aanmaken, ten behoeve van de verkoop van seksueel getinte foto’s en/of video’s, waaronder van [aangeefster] en/of;
- voornoemde sociale media accounts door [aangeefster] laten gebruiken en/of vervolgens dit gebruik gecontroleerd of laten controleren en/of
- die [aangeefster] gezegd dat ze seksueel getinte foto’s en video’s van haarzelf moet maken en/of
(vervolgens) op voornoemde sociale media accounts moest posten en/of
- voornoemde seksueel getinte foto’s en video’s van die [aangeefster] te koop (laten) aan te bieden en/of (tegen betaling) te (laten) verspreiden via sociale media;
- die [aangeefster] tegen betaling seksueel getinte videogesprekken en/of livestreams te laten hebben en/of
- betaalverzoeken gemaakt en/of laten maken voor de verkoop van voornoemde foto’s en/of
video’s en/of livestreams en/of videogesprekken en/of zijn rekening beschikbaar te stellen voor deze betalingen en/of
- zich de opbrengsten van de verkoop van voornoemde foto’s en/of video’s van die [aangeefster] en/of (seksueel getinte) livestreams en/of videogesprekken met [aangeefster] toegeëigend;
2.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 2 augustus 2021 tot en met 1 maart 2022 te Ede, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) (een) afbeelding(en)/foto(‘s)/video(‘s) van seksuele gedragingen waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, te weten [aangeefster] , geboren op [geboortedatum 2] , in bezit heeft gehad en/of heeft verspreid en/of heeft vervaardigd en/of heeft verworven en/of heeft aangeboden en/of openlijk tentoongesteld, en/of zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
de (gedeeltelijk) naakt poserende minderjarige [aangeefster] geboren op [geboortedatum 2] en/of een naakte minderjarige [aangeefster] die (van achteren) wordt gepenetreerd.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht verdachte vrij te spreken van de onder feit 1 ten laste gelegde handelingen ‘sub 2’ en heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het overige ten laste gelegde onder zowel feit 1 als 2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte van de gehele tenlastelegging dient te worden vrijgesproken. Volgens de raadsvrouw bevindt zich in het dossier onvoldoende bewijs dat verdachte actief bij de mensenhandel van aangeefster betrokken is geweest (feit 1). Hoewel de bankrekening van verdachte is gebruikt en zijn Snapchatnaam in het dossier voorkomt, is niet gebleken dat aangeefster contact met verdachte heeft gehad en verdachte de tikkies heeft verstuurd. Voor wat betreft feit 2, is volgens de raadsvrouw geen bewijs voorhanden dat verdachte heeft kunnen beschikken over de betreffende afbeeldingen of anderszins betrokken is geweest bij de vervaardiging of verspreiding ervan.
Beoordeling door de rechtbank
Aanleiding onderzoek
Op 6 april 2022 heeft aangeefster, [aangeefster] , aangifte gedaan tegen ‘ [medeverdachte] uit [plaats] ’. Deze [medeverdachte] zou gebruik maken van het Telegram account ‘ [account 1] ’ en er zou ook mogelijk
sprake zijn van een ‘loopjongen’ van [medeverdachte] . Ook noemde aangeefster het telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Door de politie is in de systemen gezocht op de naam [account 1] en het telefoonnummer. Daaruit kwam een aangifte naar voren tegen [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum 3] te [geboorteplaats 2] , naar aanleiding waarvan het onderzoek IJsbreker was gestart. De politie komt aan de hand van onderzoeksgegevens uit onderzoek IJsbreker tot de conclusie dat ‘ [medeverdachte] uit [plaats] ’ waarover aangeefster heeft verklaard, zeer waarschijnlijk [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum 3] te [geboorteplaats 2] is. [2]
Het naar aanleiding van de aangifte van aangeefster [aangeefster] bij de Eenheid Noord-Holland gestarte onderzoek Komodo, is voor verder onderzoek overgedragen aan Eenheid Oost Nederland, in verband met de woonplaats van verdachte [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ). Aldaar is vervolgens het (onderhavige) strafrechtelijk onderzoek Praag gestart. [3]
Bewijsmiddelen
Aangeefster heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard. Zij praatte via de app ‘House Party’ voor het eerst met [medeverdachte] . Ze vertelden elkaar over hun problemen en aangeefster gaf aan dat zij extra geld wilde verdienen. [medeverdachte] zei dat ze via het account ‘ [account 4] ’ op Snapchat met jongens moest praten. In eerste instantie moest zij dan een naaktfoto van een ander meisje doorsturen, dat al in het Snapchataccount stond. Ze moest een prijslijst sturen. Er was een goud, zilver en brons abonnement van respectievelijk € 45,00, € 35,00 en € 25,00 en afhankelijk van het abonnement kreeg de klant 10, 20 of 30 naaktfoto’s. Na ongeveer twee maanden moest zij van [medeverdachte] eigen foto’s gaan gebruiken, anders zou hij haar vader mishandelen. Aangeefster maakte daarop naaktfoto’s en -video’s van zichzelf, zonder haar gezicht erop, en zette dat op haar ‘verhaal’ op Snapchat, zodat de volgers het konden zien. Ze belde en videobelde ook met mannen tegen betaling. [medeverdachte] zette haar foto’s ook op Telegram en op enig moment werden de foto’s ook op datingapps, zoals Tinder, gezet. Aangeefster moest de foto’s en video’s aanleveren en [medeverdachte] regelde de rest. Hij beheerde de accounts en aangeefster moest met de mensen praten die haar een bericht stuurden. [medeverdachte] controleerde elke avond wat zij op het account deed. Als mensen een foto of video wilden, dan kreeg zij van ene ‘ [naam 2] ’ een Tikkie via Telegram. Aangeefster kopieerde de Tikkie en stuurde deze door naar de klant op Snapchat. Via Telegram vroeg aangeefster dan aan [naam 2] of de betaling binnen was en zodra hij zei dat er was betaald, stuurde zij de foto’s of video’s via Snapchat naar de klant. Aangeefster heeft zelf nooit betaald gekregen voor haar ‘werkzaamheden’. [4]
De telefoon van aangeefster is onderzocht. Op deze telefoon is door de politie een aantal video’s met seksueel getinte inhoud aangetroffen, die kennelijk door aangeefster zelf vervaardigd waren. Hoewel het gezicht van aangeefster op deze beelden niet zichtbaar was, stonden deze video’s tussen andere video’s van aangeefster waarbij zij wel duidelijk herkenbaar in beeld was en soortgelijke nagels en hennatattoos op haar handen te zien waren. Aangezien aangeefster minderjarig is, kunnen deze afbeeldingen als kinderporno worden aangemerkt. [5]
In de telefoon van aangeefster zijn verder social media berichten aangetroffen. Zo ook een gesprek tussen aangeefster en ene [naam 3] , waarin [naam 3] haar aanspreekt met ‘ [naam 4] ’, zij voornamelijk over seks praten en aangeefster op enig moment voorstelt dat zij video’s tegen betaling stuurt. Zij stuurt een Tikkie van € 5,00 en daarna een video, waarna [naam 3] aangeeft dat het een lekker filmpje is en zij een heerlijk lichaam heeft. [6]
In de telefoon van aangeefster werd ook een gesprek op Telegram aangetroffen, tussen de gebruiker van de telefoon van aangeefster (hierna: aangeefster) en [naam 2] . Dit gesprek begint op 18 december 2021 en eindigt op 30 januari 2022. Hieruit blijkt onder meer het volgende [7] :
  • op 18 december 2021 vraagt aangeefster ‘Kan je miss weer die tikkies sturen?’. Vervolgens stuurt [naam 2] haar een reeks Tikkies voor € 2,50, € 5,00, € 10,00, € 15,00, € 20,00, € 25,00, € 30,00, € 35,00, € 40,00 en € 45,00. De omschrijvingen van de Tikkies zijn (van laag naar hoog) Promo, Promo, Bronze, Bronze+, Zilver, Zilver+, Gold, Gold+, Diamond en Diamond+;
  • op 31 december 2021 en 13 januari 2022 vraagt aangeefster om nieuwe Tikkies en stuurt [naam 2] haar een reeks Tikkies voor € 2,50, € 5,00, € 10,00, € 15,00, € 20,00, € 25,00, € 30,00, € 35,00, € 40,00 en € 45,00. De omschrijvingen van de Tikkies zijn (van laag naar hoog) Promo, Promo+, Bronze, Bronze+, Zilver, Zilver+, Gold, Gold+, Diamond en Diamond+;
  • op 30 januari 2022 vraagt aangeefster ‘Kan je een tikkie maken van 100 150 200 250 300 350 400 450 en 500’ en stuurt [naam 2] een reeks Tikkies van bedragen tussen de € 110,00 en € 300,00;
  • op 19 december 2021 en 10 januari 2022 vraagt aangeefster of zij misschien de bankrekening mag en antwoordt [naam 2] ‘ [rekeningnummer] ’;
  • op 19 december 2021 en 8 januari 2022 zegt [naam 2] ‘Ga erop’;
  • op 9 januari 2022 zegt [naam 2] ‘Maak een gebruikersnaam op tg’, ‘Ni inlogge’ en even later: ‘Log in’, ‘Bn je actief?’ en ‘Maak prijzenlijst’;
  • op 11 januari 2022 zegt [naam 2] ‘Als ik weer geen 24 uur chats zie gaat er 5% af bij elke fout’;
  • op 12 januari 2022 zegt [naam 2] ‘ [naam 5] ? Zijn we vandaag weer opgestaan met grapjes maken?’;
  • op 20 januari 2022 zegt [naam 2] ‘Waar bn je allemaal mee bezig’ en ‘Heb je vrije dag gekregen ofso’. Vervolgens stuurt hij een screenshot van het toegangsscherm van zijn telefoon en zegt hij ‘Hier gaat je baas ni blij mee zijn’ en ‘Ga op die kk snap voor die nog gekker word dandie al is’.
Verder blijkt dat aangeefster op verschillende dagen, soms meerdere keren per dag (zowel overdag als ’s nachts), aan [naam 2] vraagt ‘Betaald?’ of ‘Binnen?’ en dat [naam 2] vaak vrijwel direct maar in ieder geval altijd kort daarna reageert met ‘Ja’.
Het volledige IBAN nummer van de in de chats tussen aangeefster en [naam 2] genoemde bankrekening is [rekeningnummer] . Dit bankrekeningnummer staat op naam van [verdachte] . [8] Uit de gegevens van de [bank] blijkt dat de Tikkies allemaal uit eenzelfde IBAN nummer en telefoonnummer zijn verstuurd. De Tikkies horen allen bij IBAN nummer [rekeningnummer] en telefoonnummer + [telefoonnummer 2] . [9]
Het telefoonnummer [telefoonnummer 2] is van verdachte. Hij heeft verklaard dat alleen hij zijn telefoon gebruikt. [10]
De transacties van bankrekening [rekeningnummer] zijn opgevraagd over de periode
1 september 2021 tot en met 31 maart 2022. Gebleken is dat in die periode een bedrag van
€ 2.180,81 werd bijgeschreven, waarvan € 510,57 aan loon. Verhoudingsgewijs kwamen er veel ontvangsten uit Tikkies binnen, namelijk 115 betalingen van in totaal € 1.289,50. Er werd
21 maal contant geld gepind, à € 1.380,00. De ontvangen Tikkies zijn vergeleken met de chats in de Telegram chat tussen aangeefster en [naam 2] . Daaruit blijkt onder meer het volgende:
- op 18 december 2021 om 18:58:25 uur wordt een betaling uit Tikkie ontvangen van .
€ 15,00 met omschrijving ‘Bronze+’. Om 18:59 uur vraagt aangeefster ‘Binnen?’ en om 19:08 uur zegt [naam 2] ‘Ja’;
- op 26 december 2021 om 16:55:37 uur wordt een betaling uit Tikkie ontvangen van
€ 15,00 met omschrijving ‘Bronze+’. Om 16:58 uur vraagt aangeefster ‘Betaald?’ en om 17:04 uur zegt [naam 2] ‘Ja’;
- op 29 december 2021 om 01:18:16 uur wordt een betaling uit Tikkie ontvangen van
€ 10,00 met omschrijving ‘Bronze’. Om 01:18 uur vraagt aangeefster ‘Betaald?’ en om 01:18 uur zegt [naam 2] ‘Ja’;
- op 13 januari 2022 om 17:20 uur vraagt aangeefster ‘Betaald?’. Om 18:31:52 uur wordt een betaling uit Tikkie ontvangen van € 2,50 met omschrijving ‘Promo’. Om 19:21:42 uur wordt een betaling uit Tikkie ontvangen van € 25,00 met omschrijving ‘Zilver+’. Om 19:38 uur zegt [naam 2] ‘Ja’, zegt aangeefster ‘2x’, zegt [naam 2] ‘Ja’ en vraagt aangeefster ’25 euro betaald?’. Om 19:44 uur zegt [naam 2] ‘Ja’.
In de periode van 18 december 2021 tot en met 21 januari 2022 komen er 41 ontvangsten uit Tikkies op de rekening van verdachte binnen, waarvan 31 Tikkies tot een bedrag van in totaal € 475,00 te koppelen zijn aan de chatgesprekken tussen aangeefster en [naam 2] . De overige Tikkies lijken ook afkomstig te zijn van klanten, gelet op het kenmerk in de omschrijving, zoals Gold+, Zilver of Promo. [11]
Het Snapchataccount van verdachte is [account 2] . Op Snapchat wordt het account weergegeven als ‘ [account 2] ’. [12]
Het oordeel van de rechtbank
Voor wat betreft de onder feit 1 ten laste gelegde handelingen ‘sub 2’, is de rechtbank - met de officier van justitie - van oordeel dat zich hiervoor onvoldoende bewijs in het dossier bevindt. Niet is gebleken dat verdachte een van de ten laste gelegde handelingen heeft verricht. Verdachte zal daarvan dus worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt dat artikel 273f, eerste lid, subonderdelen 5 en 8, van het Wetboek van Strafrecht ziet op de bescherming van minderjarigen tegen (seksuele) uitbuiting door anderen en op het profiteren daarvan. In tegenstelling tot uitbuiting van volwassenen is bij minderjarigen geen gebruik van dwangmiddelen vereist. In sub 5 is de situatie strafbaar gesteld waarin een minderjarige ertoe wordt gebracht zich beschikbaar te stellen voor prostitutie en in sub 8 de situatie waarbij voordeel wordt getrokken uit dat prostitutiewerk. Voor een bewezenverklaring is voldoende als – kortgezegd – verdachte faciliterende gedragingen heeft verricht ten behoeve van het door een minderjarige verrichten van seksuele handelingen voor een derde tegen betaling en verdachte het oogmerk had van die verdiensten te profiteren.
De rechtbank dient allereerst de vraag te beantwoorden of uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat verdachte ‘ [naam 2] ’ is.
Verdachte heeft verklaard dat hij [naam 2] niet is, niets met het ten laste gelegde feit te maken heeft en aangeefster niet kent. Hij stuurde in die tijd wel vaak Tikkies. Of hij dat ook voor [medeverdachte] deed, wil verdachte niet vertellen. Hij keek nooit wat er op zijn rekening binnenkwam, maar checkte alleen het saldo. Hij heeft daarom nooit geweten dat er Tikkies van klanten van aangeefster op zijn rekening werden bijgeschreven.
De rechtbank overweegt als volgt. Uit de bewijsmiddelen is gebleken dat de Tikkies voor de naaktfoto’s en -video’s van aangeefster vanaf het telefoonnummer van verdachte zijn verzonden en dat de betalingen daarvoor op de bankrekening van verdachte zijn ontvangen. Het door de raadsvrouw van verdachte geschetste alternatieve scenario, dat iemand anders de Tikkies heeft verstuurd en de betalingen controleerde die op de rekening van verdachte binnenkwamen, acht de rechtbank onvoldoende aannemelijk. De rechtbank stelt voorop dat in de regel eenieder zelf op zijn of haar bankrekening kijkt. Alleen verdachte en zijn moeder waren gemachtigd tot de bankrekening van verdachte. Daarnaast was het tijdsbestek tussen het ontvangen van de betreffende betalingen via Tikkie en de bevestiging aan aangeefster dat betaald is, steeds zeer kort. Verder heeft verdachte zelf verklaard dat hij Tikkies heeft gestuurd voor iemand die hem dit vroeg en dat geld pinde voor die persoon. [13] Daar komt bij dat verdachte kennelijk geld van medeverdachte [medeverdachte] op zijn rekening had staan [14] en dat verdachte via zijn Snapchataccount tegen [medeverdachte] ‘ [naam 2] ’ zegt, waarop [medeverdachte] reageert met ‘Zo snel je eerste strike binnen?’. [15] Ook is het e-mailadres
[e-mailadres]niet alleen in de mobiele telefoon van verdachte, maar ook onder de ‘User Accounts’ die zijn gebruikt voor Gmail op de telefoon van aangeefster aangetroffen [16] , terwijl verder uit de bewijsmiddelen is gebleken dat aangeefster als ‘ [naam 4] ’ naaktfoto’s en -video’s verstuurde. Verder is gebleken dat verdachte via Snapchat met aangeefster heeft gesproken. Het is zichtbaar dat [account 2] ( [account 2] ) onder meer zegt: “
(…) ik heb geen zin in problemen. Niet op hem reageren. Hij wil gewoon zn shit terug. Je naait me kk hard met je mee maar mnu ik heb tog niks dgn. Nu ff geen grapjes meer stuur wat ie wilt want nu maak je problemen voor me”. [17]
Tot slot heeft verdachte verklaard dat hij op Telegram de gebruikersnaam ‘ [gebruikersnaam] ’ had. [18] Uit onderzoek is gebleken dat vanuit de telefoon van verdachte door [gebruikersnaam] in de Telegram-groep ‘ [groespnaam] ’ een bericht is gestuurd met de gegevens van ene ‘ [naam 4] ’ met Snapchataccount ‘ [account 3] ’ (waarvan de naam vrijwel gelijk is aan het Snapchataccount waarmee aangeefster met mannen moest chatten, te weten ‘ [account 4] ’) en daarbij de tekst ‘
Expose: Poolse kurwito uit utrecht. Die houd van n*ggers & patsers, je bericht mevrouw 1 x en ze begint je al 7maa te maken’, met als bijlage een videobestand gevoegd [19]
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit het vorenstaande dat verdachte [naam 2] is. Uit de gesprekken die verdachte met aangeefster voerde via zowel Telegram als Snapchat, concludeert de rechtbank dat verdachte wist dat aangeefster naaktfoto’s en -video’s verkocht aan derden, hij haar daartoe aanspoorde, hij voor de Tikkies zorgde die aangeefster naar klanten kon sturen zodat zij voor haar naaktfoto’s en -video’s konden betalen en hij dit geld op zijn bankrekening kreeg. Hiermee heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan artikel 273f, eerste lid, sub 5 en sub 8, van het Wetboek van Strafrecht.
Medeplegen
De rechtbank stelt voorop dat van medeplegen sprake is indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Hierbij is het niet noodzakelijk dat alle medeplegers uitvoeringshandelingen verrichten, noch dat zij op de hoogte zijn van alle details van de criminele activiteiten. De deelnemers moeten zich er wel van bewust zijn dat zij samenwerken en zij moeten weten waarop de samenwerking is gericht; welk doel zij – gezamenlijk – willen verwezenlijken. De samenwerking kan blijken uit – uitdrukkelijke of stilzwijgende – afspraken, een feitelijke taakverdeling, de aanwezigheid ten tijde van het delict of het zich niet distantiëren daarvan.
Uit het vorenstaande blijkt ten aanzien van de rol van verdachte dat hij actief betrokken was bij de mensenhandel van aangeefster. Verdachte stelde niet alleen zijn bankrekening voor een ander ter beschikking, maar maakte zelf de Tikkies aan, controleerde of klanten betaald hadden en spoorde aangeefster ook aan om te ‘werken’. Verder ontving hij de betalingen en blijkt dat hij in elk geval een deel van deze opbrengsten voor [medeverdachte] ontving. Er is dan ook sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] . De rechtbank acht dan ook bewezen dat het onder 1 laste gelegde feit in vereniging is gepleegd.
Feit 2
Gelet op het feit dat aangeefster minderjarig was en de naaktfoto’s en -video’s die zij aanbood derhalve als kinderporno zijn aan te merken, heeft verdachte zich gelet op hetgeen hiervoor ten aanzien van feit 1 en het medeplegen is overwogen ook schuldig gemaakt aan het – kortgezegd – (medeplegen van het) verspreiden van kinderporno.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 2 augustus 2021 tot en met 1 maart 2022 te Ede
en/of
’s-Gravenhage, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,
A) een ander
of anderen, te weten [aangeefster] , (telkens)
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van

seksuele uitbuiting van die [aangeefster] (sub 2°) en/of

- ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen
met en/ofvoor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die [aangeefster] (telkens) enige
handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en
/ofverdachtes mededader
(s)wist
(en
)of redelijkerwijs moest
(en
)vermoeden dat die [aangeefster] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die seksuele handelingen (sub 5°) en
/of
B) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die
/een ander of anderen, te weten voormelde[aangeefster] ,
met en/ofvoor een derde tegen betaling (sub 8°), terwijl die [aangeefster] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, immers
heeft/hebben verdachte
en/of zijn medeverdachte (telkens)
- contact gezocht, althans in contact gekomen met die [aangeefster] via de app “Houseparty” en
/of
aangegeven die [aangeefster] te kunnen helpen met haar (geld)problemen en
/of
- een of meerdere sociale media accounts aangemaakt
en/of laten aanmaken, ten behoeve van de verkoop van seksueel getinte foto’s en
/ofvideo’s, waaronder van [aangeefster] en
/of;
- voornoemde sociale media accounts door [aangeefster] laten gebruiken en
/ofvervolgens dit gebruik gecontroleerd of laten controleren en
/of
- die [aangeefster] gezegd dat ze seksueel getinte foto’s en video’s van haarzelf moet maken en
/of
(vervolgens) op voornoemde sociale media accounts moest posten en
/of
- voornoemde seksueel getinte foto’s en video’s van die [aangeefster] te koop (laten) aan te bieden en
/of(tegen betaling) te (laten) verspreiden via sociale media;
- die [aangeefster] tegen betaling seksueel getinte videogesprekken
en/of livestreamste laten hebben en
/of
- betaalverzoeken gemaakt
en/of laten maken voor de verkoop van voornoemde foto’s en
/of
video’s
en/of livestreams en/of videogesprekkenen
/ofzijn rekening beschikbaar te stellen voor deze betalingen en
/of
- zich de opbrengsten van de verkoop van voornoemde foto’s en
/ofvideo’s van die [aangeefster]
en/of (seksueel getinte) livestreams en/of videogesprekken met [aangeefster]toegeëigend;
2.
hij
op een of meerdere tijdstip(pen)in of omstreeks de periode van 2 augustus 2021 tot en met 1 maart 2022 te Ede, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,(telkens) (een) afbeelding(en)/foto(‘s)/video(‘s) van seksuele gedragingen waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, te weten [aangeefster] , geboren op [geboortedatum 2] , in bezit heeft gehad en
/ofheeft verspreid en
/of heeft vervaardigd en/ofheeft verworven en
/ofheeft aangeboden en
/ofopenlijk tentoongesteld, en
/ofzich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
de (gedeeltelijk) naakt poserende minderjarige [aangeefster] geboren op [geboortedatum 2] en/
ofeen naakte minderjarige [aangeefster] die (van achteren) wordt gepenetreerd.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van die onderdelen van de tenlastelegging die niet zijn bewezen.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
mensenhandel, terwijl de in artikel 273f, eerste lid onder 5 en 8 omschreven feiten worden gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 2:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden/aanbieden/openlijk tentoonstellen/vervaardigen /verwerven /in bezit hebben, gepleegd door twee of meer verenigde personen.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Er is niet gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is strafbaar.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot drie maanden jeugddetentie, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en daaraan gekoppeld toezicht door de jeugdreclassering. Verder vordert de officier van justitie dat aan verdachte de maximale werkstraf van 200 uren, te vervangen door 100 dagen jeugddetentie wordt opgelegd, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarnaast acht de officier van justitie een contactverbod op de voet van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht met aangeefster en medeverdachte voor de duur van 3 jaren noodzakelijk, met 1 week jeugddetentie per overtreding. De officier van justitie vordert dat deze maatregel dadelijk uitvoerbaar wordt verklaard Ten slotte wordt gevorderd het geschorste bevel voorlopige hechtenis op te heffen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken, waaruit volgt dat het opleggen van een straf en/of maatregel niet aan de orde is.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich samen met de medeverdachte schuldig gemaakt aan de seksuele uitbuiting van aangeefster. Aangeefster was minderjarig en is ertoe gedwongen om naaktfoto’s en -video’s van zichzelf te maken en aan klanten te versturen. Hoewel in het dossier naar voren is gekomen dat verdachte geen leidende rol in het geheel heeft gehad, is zijn rol wel van essentieel belang geweest. Hij heeft immers de Tikkies aangemaakt en naar aangeefster verzonden, waarna zij deze doorstuurde naar de klanten die naaktfoto’s en -video’s van haar kochten. De betalingen van deze klanten kwamen op de bankrekening van verdachte en aangeefster heeft nooit geld ontvangen. Bovendien droeg verdachte aangeefster op om haar ‘werkzaamheden’ weer op te pakken en heeft hij haar aldus ook ertoe bewogen naaktfoto’s en -video’s aan derden te verkopen. Door zijn handelen heeft verdachte zich daarnaast schuldig gemaakt aan de verspreiding van kinderporno.
Verdachte heeft hiermee een belangrijke bijdrage geleverd aan de ernstige inbreuk op de lichamelijke en geestelijke integriteit van aangeefster. Slachtoffers van mensenhandel kunnen nog geruime tijd ernstige psychische en emotionele schade ondervinden. Verdachte heeft onvoldoende stilgestaan bij de gevolgen van zijn handelen. Ook heeft hij voortdurend aangegeven niets met deze zaak te maken te hebben en aangeefster niet te kennen en aldus geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen, te weten dat hij veelvuldig betalingen heeft ontvangen die voor de naaktfoto’s en -video’s van aangeefster werden betaald, en dat hij wel degelijk contact met aangeefster heeft gehad.
Adviezen
Verdachte is door een psycholoog onderzocht. Drs. [psycholoog] heeft in het Pro Justitia rapport van 31 augustus 2023 geconstateerd dat bij verdachte sprake is van een beneden gemiddelde intelligentie en dat hij iets jonger functioneert dan de verwachting gezien zijn leeftijd. Er is geen sprake van een stoornis, maar wel van ouder-kindrelatieproblematiek. Dit was ook aan de orde ten tijde van het plegen van de ten laste gelegde feiten. Zijn handelen werd bepaald door de gevolgen van de beneden gemiddelde intelligentie en daarbij passend een achterstand in de sociale en emotionele ontwikkeling. Als gevolg daarvan was verdachte naïef en had hij moeite de bedoelingen van anderen goed in te schatten. Hij had onvoldoende inzicht in de gevolgen van zijn handelen. Inmiddels is verdachte gegroeid in zijn ontwikkeling. Hij heeft een adequate coping ontwikkeld en hij handelt naar de regels van zijn geloof. Hij heeft een duidelijk perspectief voor ogen: werken in de zorg. Hij is intrinsiek en extrinsiek gemotiveerd om het positieve gedrag dat hij sinds het ten laste gelegde laat zien, vol te houden. Geadviseerd wordt om het ten laste gelegde in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen en een taakstraf naast een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen.
De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) heeft eveneens gerapporteerd dat verdachte een positieve ontwikkeling laat zien. Als blijkt dat verdachte wel een aandeel heeft gehad in het onderdrukken en bedreigen van aangeefster, dan vraagt de Raad zich af of de jeugdreclassering mogelijkheden heeft begeleiding voort te zetten, voor het beter ontwikkelen van zijn vaardigheden. In dat geval is het nodig een deels voorwaardelijke straf met proeftijd op te leggen. Verder wordt geadviseerd een onvoorwaardelijke taakstraf (werkstraf) op te leggen.
De jeugdreclassering
De jeugdreclasseerder heeft tijdens de terechtzitting toegelicht dat verdachte naïef en empathisch is. Hij heeft wat te leren op sociaal-emotioneel gebied. Verdachte heeft laten zien dat hij heeft geleerd van de situatie en heeft inmiddels de draad opgepakt. De jeugdreclasseerder heeft verder aangegeven dat het mogelijk is om ‘kaal’ reclasseringstoezicht uit te oefenen en dat dan behandeling wordt ingezet gericht op het maken van keuzes in bepaalde situaties.
Strafmaat
De rechtbank neemt de conclusies van de psycholoog over en rekent het feit verminderd aan verdachte toe. De rechtbank overweegt dat de aard en ernst van het bewezenverklaarde in beginsel rechtvaardigt dat aan verdachte onvoorwaardelijke jeugddetentie wordt opgelegd. Gelet op de verminderde toerekenbaarheid en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, ziet de rechtbank echter aanleiding om hier in het voordeel van verdachte van af te zien. De rechtbank zal aan verdachte een voorwaardelijke jeugddetentie van twee maanden opleggen, met een proeftijd van twee jaren. Aan de proeftijd zal de rechtbank de bijzondere voorwaarde verbinden dat verdachte zich meldt bij de jeugdreclassering, voor zover en zo vaak als de jeugdreclassering dat nodig vindt. Verder zal de rechtbank een taakstraf (werkstraf) voor de duur van 160 uren opleggen, te vervangen door 80 dagen jeugddetentie. De tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, zijnde achttien dagen, moet daarvan worden afgetrokken.
De rechtbank zal het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.
Contactverbod
Voorts zal de rechtbank, ter voorkoming van het (opnieuw) begaan van strafbare feiten de vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht opleggen, te weten een contactverbod met medeverdachte [medeverdachte] en slachtoffer [aangeefster] voor de duur van drie jaren en voor iedere keer dat verdachte niet aan de maatregel voldoet een week vervangende jeugddetentie (waarbij de totale duur van de ten uitvoer gelegde vervangende hechtenis ten hoogste zes maanden bedraagt). De rechtbank komt tot deze beslissing omdat uit hetgeen ter zitting is besproken volgt dat vraagtekens te plaatsen zijn bij de mate waarin verdachte beïnvloedbaar zou zijn en - in dat verlengde - de verminderde mate waarin hij in staat zou zijn de gevolgen van zijn handelen volledig te overzien. Om hem er in die context van te weerhouden contact op te nemen met medeverdachte en slachtoffer, is dan ook het opleggen van voornoemde maatregel nodig.
De rechtbank zal deze maatregel dadelijk uitvoerbaar verklaren, omdat er gelet op het voorgaande en gelet op de inhoud van het dossier, meer specifiek de handelswijze van verdachte en medeverdachte jegens aangeefster, ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit pleegt of zich belastend gedraagt richting aangeefster.

8.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [aangeefster] heeft in verband met de ten laste gelegde mensenhandel een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 475,00 aan materiële schade en € 2.500,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij voor wat betreft de immateriële schade kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Voor wat betreft de materiële schade heeft de officier van justitie verzocht deze vordering af te wijzen, dan wel de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering te verklaren.
De verdediging heeft ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij geen standpunt ingenomen.
Overweging van de rechtbank
Materiële schade
De vordering betreffende de materiële schade, ziet op gederfde inkomsten van de benadeelde partij, omdat zij niet is betaald voor de door haar verleende diensten. Door de benadeelde partij is gevraagd deze kosten wegens inkomstenderving toe te wijzen.
De rechtbank zal deze vordering afwijzen, omdat dit schade betreft in een niet-rechtmatig belang. De ‘verleende diensten’ van de benadeelde partij, namelijk het verkopen van naaktfoto’s en -video’s waren immers illegale activiteiten, zijnde het vervaardigen en verspreiden van kinderporno. Omdat niemand mag profiteren van eigen onrechtmatig handelen, wijst de rechtbank dit gedeelte van de vordering af.
Smartengeld
De rechtbank stelt op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting vast dat het handelen van de verdachte een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de benadeelde partij. Als rechtstreeks gevolg hiervan ervaart de benadeelde partij psychische klachten en problemen op verschillende leefgebieden, zodat een vergoeding van immateriële schade aangewezen is. Op grond van de door de benadeelde partij gestelde omstandigheden en rekening houdend met de vergoedingen die in soortgelijke zaken worden toegekend, acht de rechtbank de verzochte vordering billijk. Gelet hierop zal de rechtbank de immateriële schadevergoeding vaststellen op € 2.500,00.
De rechtbank zal bepalen dat verdachte wettelijke rente verschuldigd is vanaf het midden van de periode waarin de benadeelde partij de schade heeft geleden. De ten laste gelegde periode is 2 augustus 2021 tot en met 1 maart 2022. Verdachte is dus vanaf 2 november 2021 wettelijke rente verschuldigd.
De rechtbank overweegt dat verdachte en zijn medeverdachte ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover zijn medeverdachte de schade heeft vergoed.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen.
In verband met de leeftijd van verdachte zal geen gijzeling worden opgelegd.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en maatregel is gegrond op de artikelen 36f, 38v, 47, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 240b en 273f van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een jeugddetentie voor de duur van 2 (twee) maanden;
  • bepaalt dat deze jeugddetentie niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren niet heeft gehouden aan de hierna te melden voorwaarden:
  • stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • stelt als bijzondere voorwaarde dat:
 verdachte zich meldt bij de jeugdreclassering op een locatie en op tijdstippen door de jeugdreclassering te bepalen, voor zover en zo vaak als de jeugdreclassering dat nodig acht;
geeft de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Gelderland, afdeling jeugdreclassering, de opdracht om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
stelt als overige voorwaarden dat:
 verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
 verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
 veroordeelt verdachte tot een taakstraf, te weten een werkstraf van 160 (honderdzestig) uren, met bevel dat als deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 80 (tachtig) dagen;
 beveelt dat voor de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, zijnde 18 (achttien) dagen bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht 2 (twee) uur in mindering wordt gebracht;
 heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
artikel 38v Sr
 legt een vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht op, inhoudende dat verdachte geen contact mag hebben met medeverdachte [medeverdachte] en aangeefster [aangeefster] , voor een periode van 3 (drie) jaar
 beveelt dat vervangende jeugddetentie van 1 (één) week … wordt toegepast voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een totale duur van ten hoogste 6 (zes) maanden;
 beveelt dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 1. tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [aangeefster] van € 2.500,00 aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 november 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 wijst de vordering tot materiële schade af;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [aangeefster] , een bedrag te betalen van € 2.500,00 aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 november 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 0 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 bepaalt dat als de medeverdachte (een deel van) het schadebedrag betaalt, dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Rietveld (voorzitter en kinderrechter), mr. S. Jansen en
mr. C.E.W. van de Sande, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Benbouazza, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 oktober 2023.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door een verbalisant van de politie Eenheid Oost-Nederland, Dienst Regionale Recherche, opgemaakte proces-verbaal, onderzoeksnummer ONRCC22019 / PRAAG, gesloten op 22 juni 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 juli 2022, p. 106-108.
3.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 januari 2023, p. 125.
4.Het proces-verbaal van aangifte d.d. 6 april 2022, p. 91-101; proces-verbaal van bevindingen (aanvullend verhoor aangeefster) d.d. 15 juni 2023, p. 301-306 met bijlagen.
5.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 juli 2022, p. 109-110.
6.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 januari 2023, p. 125-132 met bijlagen op p. 133-165.
7.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 januari 2023, p. 125-132 met bijlagen op p. 133-165.
8.Het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens d.d. 14 februari 2023, p. 168 met bijlagen.
9.Het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens d.d. 6 maart 2023, p. 223 met bijlagen.
10.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 22 juni 2023, p. 580.
11.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 februari 2023, p. 171-176 met bijlagen.
12.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 2 oktober 2023.
13.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 30 juni 2023, p. 606.
14.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 maart 2023, p. 245.
15.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 maart 2023, p. 197.
16.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juni 2023, p. 483; het proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 januari 2023, p. 126.
17.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 juni 2023, p. 440 en 441.
18.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 2 oktober 2023.
19.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juni 2023, p. 480.