ECLI:NL:RBGEL:2023:5749

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
11 september 2023
Publicatiedatum
20 oktober 2023
Zaaknummer
05/104350-19
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in hennepkwekerijzaak wegens onvoldoende bewijs

Op 11 september 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 39-jarige man uit Heteren, die werd verdacht van betrokkenheid bij een hennepkwekerij en diefstal van elektriciteit. De verdachte was aangeklaagd voor het opzettelijk telen van hennepplanten in een pand in Klarenbeek en voor het wederrechtelijk afnemen van elektriciteit. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van vijf dagen en een voorwaardelijke taakstraf van 140 uur. De verdediging pleitte voor vrijspraak.

Tijdens de zitting werd vastgesteld dat op 6 juli 2017 in de woning aan de [adres 2] te Klarenbeek een hennepkwekerij met 498 hennepplanten was aangetroffen. De verdachte was samen met een medeverdachte in een auto op de oprit van de woning aangetroffen. De verdachte verklaarde dat hij niet eerder bij de woning was geweest en dat hij de auto niet had verlaten. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. Er was geen bewijs dat de verdachte daadwerkelijk in de woning was geweest of dat de hennepgerelateerde spullen in de auto van hem waren.

De rechtbank oordeelde dat de tenlastegelegde feiten niet wettig en overtuigend bewezen konden worden. Daarnaast was er een benadeelde partij, [stroombedrijf], die schadevergoeding eiste wegens diefstal van stroom. Aangezien de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kwam, werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in de vordering. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten en verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/104350-19
Datum uitspraak : 11 september 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1984 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres 1] .
Raadsman: mr. M.W.J. Rosendaal te Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 6 juli 2017 te Klarenbeek, gemeente Voorst, in de uitoefening van een beroep of bedrijf, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres 2] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 498, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een of meer onbekend gebleven personen op of omstreeks 6 juli 2017 te Klarenbeek, gemeente Voorst met elkaar, althans één van hen, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (in een pand aan [adres 2] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 498 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op of omstreeks 6 juli 2017 te Klarenbeek, gemeente Voorst, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die onbekend gebleven persoon/personen voornoemd pand voor de teelt/het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen;
2.
hij in of omstreeks de periode van 15 februari 2017 tot en met 6 juli 2017 te Klarenbeek, gemeente Voorst tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid stroom/ elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [stroombedrijf] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode van 15 februari 2017 tot en met 6 juli 2017 te Klarenbeek, gemeente Voorst tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid stroom/elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [stroombedrijf] , in elk geval aan een ander of anderen dan die onbekend gebleven persoon/personen en/of aan verdachte, terwijl die onbekend gebleven persoon/ personen zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, bij en/of tot het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 15 februari 2017 tot en met 6 juli 2017 te Klarenbeek, gemeente Voorst, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door aan die onbekend gebleven persoon/personen een pand (gelegen aan de [adres 2] ) met de daarbij/daarin aanwezige stroom- en/of elektriciteitsvoorziening(en) ter beschikking te stellen.

2.De standpunten

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1. primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden en heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf dagen, met aftrek van de vijf dagen die hij in verzekering heeft vastgezeten, en een voorwaardelijke taakstraf van 140 uur met een proeftijd van één jaar.
De verdediging heeft voor vrijspraak gepleit.

3.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Op 6 juli 2017 is in de woning aan de [adres 2] te Klarenbeek een in werking zijnde hennepkwekerij met 498 hennepplanten aangetroffen. Verdachte is samen met medeverdachte [medeverdachte] ’s nachts aangehouden in een Mercedes die op de oprit van die woning stond. Verdachte heeft verklaard dat hij met [medeverdachte] naar deze woning is gereden, omdat [medeverdachte] daar iets moest ophalen. Verdachte heeft verder verklaard dat hij de auto niet heeft verlaten en ook nooit eerder bij de woning is geweest. De rechtbank overweegt dat niet is gezien dat verdachte voorafgaand aan de aanhouding in of bij de woning is geweest. Hoewel deze Mercedes vaker bij de woning is gezien en verdachte heeft verklaard dat hij deze auto vaker gebruikte, is niet vast te stellen dat het verdachte is geweest die met deze auto eerder bij deze woning is geweest. Ook van de hennepgerelateerde spullen die in de auto zijn aangetroffen, is niet vast te stellen dat deze van verdachte waren en bestemd waren voor deze hennepkwekerij. Nergens blijkt uit dat verdachte ooit in de woning is geweest. Ook het onderzochte DNA kan geen uitsluitsel geven, nu er kennelijk wel een NFI-rapport is, maar deze niet – ondanks navraag vanuit de rechtbank – in het procesdossier is opgenomen.
De rechtbank acht gelet op het vorenstaande niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.

4.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [stroombedrijf] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend wegens diefstal van stroom. De benadeelde partij vordert € 5.999,08 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Overweging van de rechtbank
Nu de rechtbank niet tot een bewezenverklaring komt, zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.

5.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het tenlastegelegde;
 verklaart de benadeelde partij [stroombedrijf] niet-ontvankelijk in de vordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.L. Heldens, voorzitter, mr. Y.H.M. Marijs en mr. C.E.W. van de Sande, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Benbouazza, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 september 2023.
mr. Van de Sande en mr. Benbouazza zijn
buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen