ECLI:NL:RBGEL:2023:5684

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 oktober 2023
Publicatiedatum
17 oktober 2023
Zaaknummer
C/05/415792 / HZ ZA 23-61
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verbetering van een vonnis inzake nalatenschap en kennelijke rekenfout

In deze zaak heeft eiser op 27 september 2023 de rechtbank verzocht om verbetering van een eerder vonnis van 13 september 2023. Dit verzoek betreft een kennelijke rekenfout die volgens eiser is gemaakt in de berekening van de nalatenschap van de moeder. De rechtbank heeft gedaagden in de gelegenheid gesteld om op dit verzoek te reageren. Gedaagden hebben geen bezwaar gemaakt tegen het verzoek tot verbetering, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de geconstateerde fout niet voor eenvoudig herstel leent. De rechtbank heeft in het vonnis van 13 september 2023 de verdeling van de nalatenschap van de moeder vastgesteld, waarbij ook de schulden van de vader zijn meegenomen. Eiser stelt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat partijen geen rekening hebben gehouden met een schuld van € 22.500,00, omdat dit bedrag al was opgenomen in het totale hypotheekbedrag. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de fout niet eenvoudig te herstellen is, omdat dit zou leiden tot aanpassing van meerdere rechtsoverwegingen in het eerdere vonnis. De rechtbank heeft partijen geadviseerd om in onderling overleg tot een herberekening te komen, maar heeft het verzoek tot verbetering afgewezen. Het vonnis is uitgesproken door mr. D.T. Boks op 18 oktober 2023.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/415792 / HZ ZA 23-61
Vonnis van 18 oktober 2023
in de zaak van
[eis.conv./verw.reconv.],
wonende te [plaats] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. Y. De Groot-Amtari te Nijmegen,
tegen

1.[ged.conv./eis.reconv. 1] ,

wonende te [plaats] ,
2.
[ged.conv./eis.reconv. 2],
wonende te [plaats] ,
3.
[ged.conv./eis.reconv. 3],
wonende te [plaats] ,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. I. Lieberwerth te Amersfoort.
Partijen zullen hierna eiser en gedaagden genoemd worden.

1.Het verzoek tot verbetering

1.1.
Bij brief van 27 september 2023 is namens eiser de rechtbank verzocht om verbetering van het op 13 september 2023 in deze zaak gewezen vonnis.
1.2.
De rechtbank heeft gedaagden in de gelegenheid gesteld zich over dit verzoek uit te laten.
Bij bericht van 3 oktober 3023 heeft mr. Lieberwerth namens gedaagden aan de rechtbank bericht geen bezwaar tegen inwilliging van het verzoek te hebben.

2.De beoordeling

2.1.
In het vonnis van 13 september 2023 heeft de rechtbank de verdeling van de nalatenschap van moeder bepaald als onder 7.22 en verder van dat vonnis vermeld. Daartoe heeft de rechtbank eerst de omvang van de nalatenschap van vader vastgesteld. In dat kader is onder 7.10.5 overwogen dat partijen in hun stellingen geen rekening hebben gehouden met een schuld van € 22.500,00 van vader en dat er geen aanleiding bestaat deze buiten beschouwing te laten. Dit bedrag is daarom meegerekend bij de bepaling van de schulden van vader. Vervolgens is aan de hand van de door de rechtbank berekende activa en passiva de omvang van de nalatenschap van vader vastgesteld. De daaruit resulterende vorderingen van de kinderen, partijen, op de nalatenschap van moeder zijn daarna betrokken in de berekening van de omvang van die nalatenschap teneinde het erfdeel van ieder van partijen te bepalen.
2.2.
Volgens eiser heeft de rechtbank ten onrechte overwogen dat partijen geen rekening hebben gehouden met de schuld van € 22.500,00. Dat bedrag zit opgenomen in het totale hypotheekbedrag, waardoor er sprake is geweest van een dubbeltelling van € 22.500,00. De advocaat van gedaagden heeft meegedeeld dat de door mr. de Groot benoemde omissie juist is en dat gedaagden ermee akkoord zijn wanneer een en ander wordt hersteld.
2.3.
Artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bepaalt onder meer:
“De rechter verbetert te allen tijde op verzoek van een partij of ambtshalve in zijn vonnis, arrest of beschikking een kennelijke rekenfout, schrijffout of andere kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent.”
Overwogen wordt dat zou hier (waar partijen vanuit gaan) sprake zijn van een kennelijke rekenfout, dat toch niet kan leiden tot verbetering van het vonnis. Naar het oordeel van de rechtbank leent deze fout zich niet voor eenvoudig herstel. Verbetering van het vonnis zal met zich brengen dat verbeterd/aangepast moeten worden de rechtsoverwegingen:
7.11: de berekening van de omvang van de goederengemeenschap van de ouders van partijen,
7.12: de berekening van de omvang van de vorderingen van partijen uit de OBV van vader op de nalatenschap van moeder,
7.18: de omvang van de nalatenschap van moeder,
7.22: de berekening van de erfdelen van de kinderen in de nalatenschap van moeder en
7.24: de aan partijen nog toekomende bedragen.
Van eenvoudige herstel kan hier niet gesproken worden. Het verzoek zal dan ook worden afgewezen.
2.4.
Partijen wordt in overweging gegeven in onderling overleg te komen tot een herberekening van een en ander, uiteraard met inachtneming van hetgeen overigens in het vonnis is overwogen.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
wijst het verzoek om verbetering van het op 13 september 2023 tussen eiser en gedaagden gewezen vonnis af.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.T. Boks en in het openbaar uitgesproken op 18 oktober 2023.
Ap/db