ECLI:NL:RBGEL:2023:5664

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Arnhem

Parketnummer: 05/327183-21

Datum uitspraak : 16 oktober 2023

Verstek

vonnis van de meervoudige kamer

in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1978 in [geboorteplaats] ,

zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 16 juli 2020 tot en met 14

september 2020 te Heesch en/of Nistelrode, gemeente Bernheze en/of Nijmegen, althans in

Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) om een feit bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (telkens) opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren

en/of vervaardigen van amfetamine(-olie), zijnde amfetamine, (een) middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet voor te bereiden en/of te bevorderen

- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen en/of

- ( telkens) voorwerpen en/of stoffen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en) hebbende hij, verdachte, en/of een of meer van zijn mededader(s) in voornoemde periode in voornoemde pleegplaats

- instructies en informatie gegeven over het productieproces van BMK en/of amfetamine en/of

- contact onderhouden met één of meerdere medeverdachten ondersteund met foto’s over het

verloop en verbeteringen van het productieproces (van BMK en/of amfetamine) in en vanuit

het/de lab(s) en/of

- ( onderde(e)l(en) van) een in werking zijnde productieopstelling, bedoeld voor de productie van APAAN naar BMK en/of naar amfetamine althans (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en)

(laboratorium)benodigdheden en/of hardware voorhanden gehad, waaronder een of meerdere

(grote) ketel(s) en/of gasfles(sen) en/of (gas)brander(s) en/of (een grote hoeveelheid) jerrycans en/of (IBC-)vaten en/of maatbekers en/of

- ( een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) chemicaliën/grondstoffen voorhanden gehad, waaronder (circa) 390 liter mierenzuur en/of (circa) 1800 liter fosforzuur en/of 400 liter formamide.

2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs^[1]

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde.

Beoordeling door de rechtbank

Rechtmatigheid bewijs

Het dossier in deze zaak bevat chatgesprekken die zijn verkregen uit de onderzoeken naar (de gebruikers van) Sky ECC (onderzoek 26Argus). Tegen verdachte is verstek verleend. Namens hem zijn dan ook geen onrechtmatigheidsverweren gevoerd. De rechtbank overweegt ambtshalve, desalniettemin, het volgende.

Een officier van justitie van onderzoek 26Argus heeft op basis van artikel 126dd Sv toestemming gegeven om gegevens uit dat onderzoek binnen het onderhavige onderzoek Jenner te gebruiken.^[2]

Betrouwbaarheidsverweren worden al geruime tijd in strafzaken naar voren gebracht. Dat heeft vooralsnog telkens, enkele uitzonderingen daargelaten, tot het oordeel geleid dat het Sky ECC-bewijs voor rechtmatig moeten worden gehouden met inachtneming van het vertrouwensbeginsel. De rechtbank ziet geen aanleiding om daarover anders te oordelen in deze zaak.

De rechtbank gaat derhalve uit van de betrouwbaarheid van de verkregen onderzoeksresultaten.

Aanleiding onderzoek

De chats tussen de gebruikers van SkyECC zijn geanalyseerd en hebben hits opgeleverd op onder andere de woorden: smelten, ketel, olie en zout, die zijn verstuurd door de gebruiker van het Sky ECC-account [accountnaam 1] . Uit de gesprekken waar deze gebruiker met een aantal anderen aan deelnam, kon worden afgeleid dat zij zich vermoedelijk bezig hielden met de productie van synthetische drugs. Naar aanleiding daarvan is onderzoek gedaan naar een aantal Sky-ID’s, waaronder [accountnaam 1] .^[3]

Is verdachte de gebruiker geweest van het Sky ECC-account [accountnaam 1] ?

De verdenking is in deze zaak gericht op een persoon die met anderen communiceerde middels de communicatiedienst Sky ECC met het Sky-ID [accountnaam 1] . De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden, is of kan worden vastgesteld dat verdachte deze persoon is.

De gebruiker van Sky-ID [accountnaam 1] stuurde op 9 augustus 2020 een bericht naar de gebruiker van Sky-ID [accountnaam 2] , inhoudende 'Kutzooi kleine ligt ziekenhuis krijg deze net binnen' en een afbeelding van een bericht over een allergische reactie van [naam] die daardoor in het ziekenhuis ligt. Dat bericht is gericht aan [verdachte] en afkomstig van [naam] . Deze [naam] staat opgeslagen in de telefoon van de gebruiker als ‘voogd kids’.^[4]In de politiesystemen komt onder meer naar voren dat verdachte een dochter heeft die [naam] heet en dat ' [verdachte] ' de politie heeft gebeld in verband met de detentie van [ex-partner] . Dat blijkt de ex-partner van verdachte te zijn en de moeder van [naam] . In een mutatie wordt [naam] genoemd als medewerker van jeugdzorg.^[5]

De gebruiker van Sky-ID [accountnaam 1] stuurde een aantal berichten met een tweetal foto’s, waarvan één met ontbloot bovenlichaam en het gezicht in beeld.^[6]Een verbalisant herkent verdachte voor 100% als de persoon op de foto’s, gelet op de vorm van zijn hoofd en neus, de bouw van zijn lichaam, de kenmerkende tatoeage van twee handen op zijn onderarm en een tatoeage op de borst.^[7]

In de periode 15 juli 2020 tot en met 1 oktober 2020 is het Sky-ID [accountnaam 1] gebruikt in combinatie met een cryptotelefoon met voornamelijk IMEI-nummer [IMEI] . De meest gebruikte zendmasten van dit IMEI-nummer zijn onder andere in Heesch, Nistelrode en Nijmegen. Overdag is te zien dat de gebruiker zich veel in de omgeving Heesch en Nistelrode bevond. Het vermoeden bestaat dat rondom deze plaatsen de productie van synthetische drugs heeft plaatsgevonden. De meest gebruikte zendmasten in de nachtelijke uren zijn onder meer in Nijmegen. De meest gebruikte zendmast is [adres 1] in Nijmegen. Volgens de GBA heeft verdachte van 6 oktober 2008 tot en met 20 april 2021 ingeschreven gestaan op de [adres 2] te Nijmegen. De hemelsbrede afstand tussen de [adres 1] en de [adres 2] te Nijmegen bedraagt 823 meter.^[8]

Gelet op het vorenstaande, is de rechtbank van oordeel dat het de verdachte is geweest die in de periode van 16 juli 2020 tot en met 14 september 2020 de gebruiker is geweest van het Sky ECC-account [accountnaam 1] .

Inhoud van de chatberichten

De rechtbank is van oordeel dat de chatgesprekken waaraan verdachte deelnam en de interpretatie daarvan door een specialist van de Landelijke Recherche, meerdere bewijsmiddelen opleveren, nu het gaat om legio gesprekken op meerdere data met verschillende Sky ECC-gebruikers over verschillende onderwerpen. Daarbij komt dat er afbeeldingen zijn verstuurd die de inhoud van de tekstberichten ondersteunen. Die bewijsmiddelen geven naar het oordeel van de rechtbank blijk van voorbereidingshandelingen voor de productie van amfetamine. Zij overweegt daartoe als volgt.

Verdachte gaf in een groepsgesprek met Sky-ID gebruikers [accountnaam 3] , [accountnaam 4] en [accountnaam 2] informatie en instrueerde die andere gebruikers in de chat over welke stappen er doorlopen moesten worden voor het produceren van amfetamine. Zo stuurde hij op 16 juli 2020 een reeks berichten waarin hij het onder meer heeft over 100 liter fos, miere en form (wat duidt op fosfor, mierenzuur en formamide). Voorts beschrijft hij daarin hoe men een pre precursor (apaan/apaa/mapa) moet omzetten in een precursor (BMK) en de kookstappen van de Leuckart-synthese (methode voor amfetamineproductie). Verder maakte hij capaciteitsberekeningen en gaf hij de andere groepsgesprekdeelnemers updates van het productieproces. Daarbij gaf hij aan wat volgens hem niet goed ging en welke verbeteringen konden worden doorgevoerd. Verdachte deelde foto’s van de productie en van de opstelling in het drugslab en gebleken is dat verdachte aanwezig was tijdens de productie. Zo gaf hij bijvoorbeeld op 27 augustus 2020 onder meer aan dat de koeler verstopt zat en de stomer lek was, dat in de koeler waar de A komt een dikke pap was en hoe hij heeft geprobeerd dit op te lossen. Hij stuurde een foto van wat een stoomvat lijkt te zijn en vertelde dat hij al 24 uur bezig was. Verder is door een specialist van de Landelijke Recherche die de chats heeft geanalyseerd, onder meer geconcludeerd dat er chemicaliën besteld zijn voor de conversie van de pre precursor apaan in de precursor BMK, chemicaliën besteld zijn voor de productie/synthese van amfetamine en hardware/materialen voorhanden waren om de conversie en synthese uit te voeren.^[9]

Uit de chats blijkt dat verdachte en zijn medeverdachten een of meerdere ketels, (gas)branders, jerrycans, (IBC-)vaten, maatbekers en in totaal 390 liter mierenzuur, 1800 liter fosforzuur en 400 liter formamide voorhanden hadden. Volgens de specialist van de Landelijke Recherche kan met deze hoeveelheden (in combinatie in de synthese) ongeveer 561 kg amfetaminepasta verkregen worden.^[10]

Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het treffen van voorbereidingshandelingen voor de productie van en handel in amfetamine.

Medeplegen

Gelet op de inhoud van de berichten in het groepsgesprek met drie anderen is de rechtbank van oordeel dat de verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met degenen met wie hij in contact stond. Dit betekent dat sprake is van medeplegen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:

hij
op een of meer tijdstip(pen)in of omstreeks de periode van 16 juli 2020 tot en met 14

september 2020 te Heesch en
/ofNistelrode, gemeente Bernheze en
/ofNijmegen, althans in

Nederland, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,(telkens) om een feit bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (telkens) opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren

en
/ofvervaardigen van amfetamine(-olie), zijnde amfetamine, (een) middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet voor te bereiden en/of te bevorderen

- zich en
/ofeen ander gelegenheid, middelen en
/ofinlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen en
/of

- ( telkens) voorwerpen en
/ofstoffen voorhanden heeft
/hebbengehad, waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden, dat
dat/die bestemd
was/waren tot het plegen van dat
/diefeit
(en)hebbende hij, verdachte, en
/ofeen of meer van zijn mededader
(s
)in voornoemde periode in voornoemde pleegplaats

- instructies en informatie gegeven over het productieproces van BMK en
/ofamfetamine en
/of

- contact onderhouden met één of meerdere medeverdachten ondersteund met foto’s over het

verloop en verbeteringen van het productieproces (van BMK en
/ofamfetamine) in en vanuit

het/de lab(s) en
/of

- ( onderde(e)l(en) van) een in werking zijnde productieopstelling, bedoeld voor de productie van APAAN naar BMK en
/ofnaar amfetamine althans (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en)

(laboratorium)benodigdheden en
/ofhardware voorhanden gehad, waaronder een of meerdere

(grote) ketel(s)
en/of gasfles(sen)en
/of(gas)brander(s) en
/of(een grote hoeveelheid) jerrycans en
/of(IBC-)vaten en
/ofmaatbekers en
/of

- ( een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) chemicaliën/grondstoffen voorhanden gehad, waaronder (circa) 390 liter mierenzuur en
/of(circa) 1800 liter fosforzuur en
/of400 liter formamide.

Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.

Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.

Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

eendaadse samenloop van

feit 1:

om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, zichzelf en een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen, gepleegd door twee of meer verenigde personen;

om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen en stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, gepleegd door twee of meer verenigde personen.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden en daarnaast een geldboete van € 10.000,00.

De beoordeling door de rechtbank

De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte, voor zover daarover informatie bekend is bij de rechtbank. De rechtbank houdt er verder rekening mee dat verdachte niet eerder voor soortgelijke zaken is veroordeeld.

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het treffen van voorbereidingshandelingen voor de productie van en handel in amfetamine. De werkwijze van de verdachte was professioneel. Hij communiceerde via een versleuteld Sky ECC-account (een handelwijze die vooral in het criminele circuit wordt gebruikt). In een groepsgesprek met zijn medeverdachten legde hij hen uit hoe zij BMK en amfetamine moeten koken, deelde hij capaciteitsberekeningen en hield hij de anderen op de hoogte van het productieproces, inclusief wat er niet goed ging en in het vervolg anders moest. Uit de chats en afbeeldingen blijkt duidelijk dat verdachte aanwezig was tijdens de productie van amfetamine.

Het is algemeen bekend dat (hard)drugs schadelijk zijn en daarmee een ernstige bedreiging vormen voor de volksgezondheid. Daarnaast is het een feit van algemene bekendheid dat een aanmerkelijk deel van de criminaliteit waarmee de maatschappij te maken heeft, direct of indirect haar oorsprong vindt in het gebruik van drugs. Verdachte heeft zich bij het plegen van dit feit kennelijk alleen laten leiden door zijn eigen financiële gewin, zonder zich te bekommeren om de gezondheidsrisico’s voor anderen of de nadelige gevolgen van de mogelijk daarmee gepaard gaande criminaliteit.

De reclassering (Leger des Heils) heeft een rapport over verdachte opgesteld, gedateerd 17 april 2023. Zij heeft verdachte niet gesproken, omdat verdachte onbereikbaar was. De reclassering schat in dat er nog steeds zorgen zijn op een aantal leefgebieden. Zij kan niet adviseren of interventies en/of toezicht nodig zijn, ook omdat zij geen inschatting kan maken van de huidige motivatie van verdachte en zijn houding ten aanzien van een eventueel toezicht en andere hulp en/of ondersteuning.

Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat, gelet op de ernst van het feit, niet kan worden volstaan met een andere straf dan een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank zal een lagere straf opleggen dan door de officier van justitie is geëist, nu die eis kennelijk gebaseerd is op een andere, aan de OM-richtlijnen ontleende, grootte/inrichting van de productielocatie dan waar de rechtbank, gelet op het voorhanden zijnde bewijsmateriaal, bij kan aansluiten. Verder houdt de rechtbank rekening met het tijdsverloop en wat rechtbanken gebruikelijk opleggen in dit soort zaken.

De rechtbank acht een gevangenisstraf van vijftien maanden passend en geboden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.

Voor het opleggen van een geldboete, zoals de officier van justitie daarnaast heeft gevorderd, ziet de rechtbank - ook gelet op het gebrek aan onderbouwing - geen aanleiding. Een geldboete als vermogensstraf kan niet zonder meer worden ingezet als vervanging van een (in deze zaak niet aangebrachte) ontnemingsvordering, te meer nu uit het dossier niet blijkt dat het veronderstelde financieel gewin uit het bewezenverklaarde feit overduidelijk zichtbaar was in de levensstijl of goederen van verdachte.

Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen:

- 47 van het Wetboek van Strafrecht;

- 2, 10 en 10a van de Opiumwet.

9.De beslissing

De rechtbank:

 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;

 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;

 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;

 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;

 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf van 15 (vijftien) maanden;

 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.

Dit vonnis is gewezen door mr. C.E.W. van de Sande (voorzitter), mr. M.M. Klaasen en mr. F.E. Venema, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Benbouazza, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 oktober 2023.