Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
- de mondelinge behandeling gehouden op 11 oktober 2023.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 11 oktober 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen ABM UGCHELEN B.V. en de ontbonden en vereffende vennootschap. ABM vorderde de verklaring dat de hypothecaire inschrijving ten behoeve van de gedaagde vennootschap waardeloos was, omdat deze vennootschap op 25 november 2021 was ontbonden en geen baten meer bezat. De rechtbank oordeelde dat ABM niet-ontvankelijk was in haar vorderingen tegen de gedaagde vennootschap, omdat deze niet meer bestond. Echter, ABM werd wel aangemerkt als onmiddellijk belanghebbende in de zin van artikel 3:29 lid 1 BW, wat haar een zelfstandig belang gaf om de hypothecaire inschrijving waardeloos te laten verklaren. De rechtbank verklaarde de hypothecaire inschrijving waardeloos, maar wees de vordering van ABM om het vonnis direct bij uitspraak in kracht van gewijsde te verklaren af. De rechtbank benadrukte dat berusting in een vonnis pas kan plaatsvinden nadat het vonnis is gewezen, en dat de verklaring van de voormalig bestuursleden van de gedaagde vennootschap onvoldoende was om van berusting te spreken. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.