ECLI:NL:RBGEL:2023:5645

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 oktober 2023
Publicatiedatum
13 oktober 2023
Zaaknummer
C/05/424344 / KG ZA 23-307
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing uitvoerbaarheid bij voorraad van vonnis met betrekking tot verdeling van huwelijksgemeenschap en verkoop van de woning

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 16 oktober 2023 uitspraak gedaan in een kort geding dat volgde op een eerder vonnis van 12 juli 2023, waarin de verdeling van de huwelijksgemeenschap tussen partijen werd geregeld. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.P. Barské-Gelling, vorderde dat de gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.M. Bissumbhar, zou meewerken aan de verkoop van de echtelijke woning. De gedaagde had in een eerdere procedure betoogd dat de eiseres handelingsonbekwaam zou zijn, maar de rechtbank had dit verweer afgewezen. In het kort geding vorderde de eiseres dat de gedaagde zou worden veroordeeld om mee te werken aan de verkoop van de woning, en dat er een dwangsom zou worden opgelegd voor het geval de gedaagde hieraan niet zou voldoen.

De rechtbank oordeelde dat de eiseres een spoedeisend belang had bij de verkoop van de woning, aangezien zij de opbrengst nodig had om een andere woning te kunnen kopen. De gedaagde voerde aan dat hij in hoger beroep wilde gaan tegen het vonnis van 12 juli 2023 en dat de uitvoerbaarheid bij voorraad van dat vonnis geschorst diende te worden. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat het belang van de eiseres bij een snelle afwikkeling van de huwelijksgemeenschap zwaarder woog dan het belang van de gedaagde bij schorsing van de uitvoerbaarheid. De vordering van de gedaagde tot schorsing werd afgewezen, en de gedaagde werd veroordeeld tot betaling van een dwangsom voor het niet meewerken aan de verkoop van de woning.

De rechtbank benadrukte dat de gedaagde niet had aangetoond dat er omstandigheden waren die zijn belang bij behoud van de bestaande situatie zwaarder maakten dan het belang van de eiseres bij de spoedige tenuitvoerlegging van het vonnis. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/424344 / KG ZA 23-307
Vonnis in kort geding van 16 oktober 2023
in de zaak van
[eis.conv./verw.reconv.],
wonende te [plaats] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. N.P. Barské-Gelling te Veenendaal,
tegen
[ged.conv./eis.reconv.],
wonende te [plaats] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. R.M. Bissumbhar te [plaats] .
Partijen zullen hierna [eis.conv./verw.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 13 september 2023 met producties 1 tot en met 6,
  • de e-mail van 26 september 2023 namens [ged.conv./eis.reconv.] met een conclusie van antwoord tevens eis in reconventie en producties 1 en 2,
  • de e-mail van 27 september 2023 namens [ged.conv./eis.reconv.] met producties 3 en 4,
  • de mondelinge behandeling, gehouden op 28 september 2023,
  • de pleitnota van [eis.conv./verw.reconv.]
  • de e-mail van 6 oktober 2023 namens [eis.conv./verw.reconv.] , waarin is vermeld dat haar zij vorderingen met betrekking tot de inboedel en de bankrekeningen intrekt
  • de e-mail van 9 oktober 2023 namens [ged.conv./eis.reconv.] .
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn op 20 april 1977 in algehele gemeenschap van goederen gehuwd.
2.2.
De rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, heeft bij beschikking van 31 maart 2022 de scheiding van tafel en bed uitgesproken. Deze beschikking is op 14 juli 2022 ingeschreven in het huwelijksregister van de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem.
2.3.
Tot de ontbonden huwelijksgemeenschap van partijen behoort onder meer de woning te [plaats] aan het adres [adres] (hierna: de woning).
2.4.
Partijen hebben geprocedeerd over de verdeling van de huwelijksgemeenschap. In die procedure heeft op 19 januari 2023 een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Daarna is namens [ged.conv./eis.reconv.] bij brief van 25 januari 2023 een akte vermeerdering van eis ingediend. Daarin staat onder meer:
Vordering
De man verzoekt uw rechtbank voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad een psychiater of GZ-psycholoog, die gespecialiseerd is in (jeugd)trauma, te benoemen en zich uit te laten over de handelingsbekwaamheid van de echtgenote [eis.conv./verw.reconv.] (…)
Nadat [eis.conv./verw.reconv.] tegen de indiening van deze akte bezwaar had gemaakt, is deze door [ged.conv./eis.reconv.] ingetrokken.
2.5.
Bij vonnis van 12 juli 2023 van deze rechtbank (zaaknummer C/05/406391 / HA ZA 22-311) is onder meer het volgende overwogen en beslist:
handelingsbekwaamheid vrouw
4.3.
De man heeft primair betoogd dat de vorderingen moeten worden afgewezen, omdat de vrouw handelingsonbekwaam zou zijn.
4.4.
De rechtbank is van oordeel dat voor dit betoog geen juridische basis bestaat, ook niet als zou komen vast te staan dat – zoals de man lijkt te betogen – de vrouw ten aanzien van haar verdelingsvorderingen niet wilsbekwaam is. Op grond van artikel 3:32 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is iedere natuurlijke persoon bekwaam tot het verrichten van rechtshandelingen, voor zover de wet niet anders bepaalt. Gesteld nog gebleken is dat één van deze wettelijke uitzonderingen van toepassing is. Mogelijk heeft de man willen betogen dat artikel 3:34 van het BW in de weg staat aan toewijzing van het verdelingsverzoek. In dat artikel is geregeld dat als iemand iets verklaart terwijl diens geestvermogens zijn gestoord, dit ertoe kan leiden dat diens wil wordt geacht te ontbreken. Ook dit artikel kan de man echter niet baten. Ook als er veronderstellenderwijs van moet worden uitgegaan dat de rechtshandelingen van de vrouw in het kader van deze procedure zijn verricht onder invloed van een stoornis van haar geestvermogens, hetgeen door de vrouw overigens nadrukkelijk en gemotiveerd is weersproken en de rechtbank op voorhand ook niet aannemelijk voorkomt, dan nog leidt dit hooguit tot een enkel door de vrouw in te roepen vernietigbaarheid van die rechtshandelingen (artikel 3:34 lid 2 van het BW). De man komt op deze vernietigbaarheid geen beroep toe.
(…)
dwangsommen
4.29.
De vrouw heeft op meerdere punten gevorderd dat een eventuele veroordeling van de man gepaard gaat met een dwangsom. De rechtbank zal de vorderingen van de vrouw in zoverre afwijzen. De rechtbank gaat ervan uit dat de man uit zichzelf zal voldoen aan dit vonnis en ziet onvoldoende onderbouwing van het (impliciete) standpunt dat hiervoor een dwangsom nodig zal zijn.
(…)

5.De beslissing

De rechtbank
(…)
5.1.
gelast de wijze van verdeling van de tussen partijen bestaande ontbonden huwelijksgoederengemeenschap als volgt:
de woning
  • de echtelijke woning staande en gelegen aan de [adres+plaats] dient te worden verkocht;
  • partijen dienen binnen twee weken na dit vonnis samen Westeneng Makelaardij te [plaats] opdracht te geven tot verkoop van de woning aan de [adres+plaats] tegen een door partijen overeen te komen verkoopprijs;
  • indien partijen niet binnen twee weken na de opdrachtverlening er in slagen om gezamenlijk de vraagprijs te bepalen, stelt de makelaar de marktconforme vraagprijs bindend voor partijen vast;
  • indien partijen geen overeenstemming kunnen bereiken over de verkoopprijs, stelt de makelaar de marktconforme verkoopprijs bindend voor partijen vast;
  • de man moet meewerken aan de verkoop en levering van de woning aan de [adres+plaats] en moet alles moet doen wat daarvoor notarieel maar ook overigens gebruikelijk en noodzakelijk is, waaronder maar niet daartoe beperkt:
a. het op eerste verzoek meewerken aan bezichtigingen, waaronder begrepen het verschaffen van toegang tot de woning aan de makelaar en de potentiële koper door de sleutels aan de makelaar af te geven en om, nadat de makelaar heeft aangekondigd de woning met de potentiële koper te bezoeken, de woning te verlaten en in opgeruimde staat achter te laten voor de duur dat de potentiële koper met de makelaar in de woning verblijft;
b. het toestaan dat foto’s worden genomen en een omschrijving wordt gemaakt voor op of in diverse websites;
c. het ervoor zorgen dat de woning, tuin, ondergrond en overige toebehoren in behoorlijke staat zijn en blijven opgeruimd;
d. het opvolgen van alle redelijke adviezen van de makelaar;
e. de woning schoon en leeg op te leveren;
  • de man is gehouden om alle voor de verkoop en levering noodzakelijke stukken te ondertekenen en om op de te bepalen datum van overdracht van de woning aan de betreffende derde volledige medewerking te verlenen middels ondertekening van de notariële leveringsakte en ondertekening van alle overige voor deze levering noodzakelijke stukken en medewerking te verlenen aan inschrijving van deze akte in de daarvoor bestemde registers;
  • voor zover de man binnen twee weken na dit vonnis niet meewerkt aan het verkooptraject, machtigt de rechtbank de vrouw om de woning van partijen aan de [adres+plaats] onderhands te doen verkopen en te doen leveren, waarbij de vrouw een verkoopopdracht geeft aan een door haar aan te wijzen makelaar, tegen een door deze makelaar vast te stellen marktconforme vraag- en laatprijs, tenzij partijen gezamenlijk niet instemmen met de vraagprijs die de makelaar hanteert, en waarbij dit vonnis in de plaats treedt van de door de man te verlenen toestemming, medewerking en handtekening inzake verkoop en levering van de woning;
  • bij verkoop en levering van de woning heeft de vrouw recht op de helft van de verkoopopbrengst van de woning, na aftrek van de helft van de hypothecaire schuld per datum indiening verzoekschrift tot scheiding van tafel en bed (te weten 11 januari 2022) en na aftrek van de helft van de makelaars-, notaris- en eventuele overige kosten, en de man heeft recht op het resterende deel van de netto verkoopopbrengst (na aftrek van de resterende hypotheekschuld en de resterende makelaars-, notaris- en eventuele overige kosten);
(…)
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
2.6.
Bij brief van 13 juli 2023 van de advocaat van [eis.conv./verw.reconv.] aan de advocaat van [ged.conv./eis.reconv.] is onder meer verzocht binnen één week mee te delen of [ged.conv./eis.reconv.] zijn tijdige medewerking zal verlenen aan het geven van een opdracht aan de makelaar om de woning te verkopen.
2.7.
Bij e-mail van 18 juli 2023 heeft de advocaat van [ged.conv./eis.reconv.] in reactie daarop meegedeeld dat [ged.conv./eis.reconv.] zich na het intrekken van de akte van 25 januari 2023 genoodzaakt acht in hoger beroep te gaan tegen het vonnis van 12 juli 2023 en dat [ged.conv./eis.reconv.] daarom vooralsnog geen uitvoering zal geven aan dat vonnis totdat in hoger beroep is beslist.
2.8.
Het vonnis van 12 juli 2023 is op 2 augustus 2023 aan [ged.conv./eis.reconv.] betekend.
2.9.
Ten tijde van de mondelinge behandeling van dit kort geding was (nog) geen hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 12 juli 2023.

3.Het geschil in conventie

3.1.
[eis.conv./verw.reconv.] vordert – na vermindering van eis – dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [ged.conv./eis.reconv.] :
  • veroordeelt om aan al hetgeen de rechtbank in de beschikking (de voorzieningenrechter begrijpt: het vonnis) van 12 juli 2023 aangaande de woning heeft bepaald mee te werken;
  • veroordeelt om de makelaar en [eis.conv./verw.reconv.] op diens eerste verzoek binnen te laten in de woning zoveel als nodig is ten behoeve van de verkoop van de woning;
  • veroordeelt om binnen een dag na een daartoe strekkend verzoek van de makelaar zijn medewerking te verlenen aan het maken van foto’s van het in- en exterieur van de woning teneinde deze op de gebruikelijke wijze te plaatsen op de gebruikelijke verkoopsites etc.;
  • veroordeelt om binnen een dag na een daartoe strekkend verzoek van de makelaar zijn medewerking te verlenen aan het toelaten van de makelaar en potentiële kopers die samen met de makelaar de woning willen bezichtigen;
  • veroordeelt om binnen een dag na een daartoe strekkend verzoek van de makelaar een passende sleutel van de woning aan de makelaar te verstrekken;
  • verbiedt om bij bezoeken van de makelaar met geïnteresseerde kopers aan de woning aanwezig te zijn en gebiedt [ged.conv./eis.reconv.] ervoor zorg te dragen dat er op dat moment niemand anders aanwezig is;
  • veroordeelt om ervoor te zorgen dat de woning, tuin, ondergrond en overige toebehoren in behoorlijke staat zijn en blijven opgeruimd;
onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag of dagdeel c.q. keer dat [ged.conv./eis.reconv.] in strijd met deze veroordeling c.q. dit verbod handelt, althans een zodanige dwangsom als de rechter in redelijkheid zal vaststellen, welke aan [eis.conv./verw.reconv.] verschuldigd zal zijn;
met veroordeling van [ged.conv./eis.reconv.] in de kosten van deze procedure.
3.2.
[ged.conv./eis.reconv.] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijk verklaring van [eis.conv./verw.reconv.] , dan wel afwijzing van haar vorderingen met veroordeling van [eis.conv./verw.reconv.] in de proceskosten.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
[ged.conv./eis.reconv.] vordert schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van het vonnis van 12 juli 2023 totdat dat vonnis in hoger beroep onherroepelijk is geworden.
4.2.
[eis.conv./verw.reconv.] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering van [ged.conv./eis.reconv.] , met veroordeling van [ged.conv./eis.reconv.] in de proceskosten.

5.De beoordeling in conventie en in reconventie

5.1.
Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie worden deze samen behandeld.
5.2.
[eis.conv./verw.reconv.] heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij een spoedeisend belang heeft bij haar vordering, nu [ged.conv./eis.reconv.] (nog) niet heeft voldaan aan het vonnis van 12 juli 2023 en [eis.conv./verw.reconv.] de woning zo spoedig mogelijk wenst te verkopen. Na verkoop van de woning is [eis.conv./verw.reconv.] niet langer verbonden aan de hypothecaire schuld en krijgt zij de beschikking over de helft van de overwaarde van de woning. [eis.conv./verw.reconv.] huurt op dit moment een klein appartement met één slaapkamer, zonder tuin, waar haar kleinkinderen niet kunnen logeren. [eis.conv./verw.reconv.] wenst daarom een grotere woning met een tuin te kopen. Voldoende aannemelijk is geworden dat [eis.conv./verw.reconv.] thans niet over voldoende vermogen beschikt en dat zij haar deel van de opbrengst van de woning nodig heeft om een ruimere woning te verkrijgen.
5.3.
Kern van het geschil betreft de vraag of [ged.conv./eis.reconv.] gehouden is uitvoering te geven aan het vonnis van 12 juli 2023, nu hij voornemens is hoger beroep in te stellen tegen dit vonnis. [ged.conv./eis.reconv.] heeft ter zitting toegelicht dat hij in hoger beroep alsnog een beoordeling wenst van hetgeen in de ingetrokken akte vermeerdering van eis van 25 januari 2023 is vermeld en dat hij een grief zal richten tegen de beoordeling van de rechtbank van zijn verweer met betrekking tot de handelingsonbekwaamheid van [eis.conv./verw.reconv.] . De verdeling van de woning, zoals bepaald in het vonnis van 12 juli 2023, dient daarom niet plaats te vinden. Indien de woning wordt verkocht en het vonnis van 12 juli 2023 op een later moment door het gerechtshof wordt vernietigd, is sprake van een onomkeerbare situatie, die volgens [ged.conv./eis.reconv.] voorkomen dient te worden.
5.4.
Bij de beoordeling van de vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis van 12 juli 2023, waarin over de uitvoerbaarheid bij voorraad ongemotiveerd is beslist, stelt de voorzieningenrechter het volgende voorop. Uitgangspunt is dat een uitgesproken veroordeling, hangende een hogere voorziening, uitvoerbaar dient te zijn en ten uitvoer kan worden gelegd. Afwijking van dit uitgangspunt kan worden gerechtvaardigd door omstandigheden die meebrengen dat het belang van de veroordeelde (in dit geval [ged.conv./eis.reconv.] ) bij behoud van de bestaande toestand zolang niet op het door hem ingestelde rechtsmiddel is beslist, zwaarder weegt dan het belang van degene die de veroordeling in de ten uitvoer te leggen uitspraak heeft verkregen (in dit geval [eis.conv./verw.reconv.] ) bij de uitvoerbaarheid bij voorraad daarvan. Bij de toepassing van deze maatstaf moet worden uitgegaan van de beslissingen in de ten uitvoer te leggen uitspraak en van de daaraan ten grondslag liggende vaststellingen en oordelen, en blijft de kans van slagen van het tegen die beslissing aangewende rechtsmiddel buiten beschouwing, met dien verstande dat de rechter in zijn oordeelsvorming kan betrekken of de ten uitvoer te leggen beslissing(en) berust(en) op een kennelijke misslag (vgl. HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2026).
5.5.
Nu de beslissing over de uitvoerbaarheid bij voorraad in het vonnis van 12 juli 2023 niet is gemotiveerd, behoudens dat de rechtbank ervan uitgaat dat [ged.conv./eis.reconv.] uit zichzelf aan het vonnis zal voldoen, moet worden aangenomen dat nog geen afweging van de belangen van partijen heeft plaatsgevonden op basis van de daarvoor van belang zijnde feiten en omstandigheden en zal de voorzieningenrechter de onderhavige vordering beoordelen aan de hand van de hiervoor in rechtsoverweging 5.4. opgenomen maatstaf. De kans van slagen van het door [ged.conv./eis.reconv.] ingestelde (dan wel: nog in te stellen) hoger beroep blijft, zoals hiervoor overwogen, buiten beschouwing.
5.6.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft [ged.conv./eis.reconv.] onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er omstandigheden zijn die meebrengen dat zijn belang bij behoud van de bestaande situatie, zolang niet op het hoger beroep is beslist, zwaarder weegt dan het belang van [eis.conv./verw.reconv.] bij de spoedige tenuitvoerlegging van het bestreden vonnis.
De voorzieningenrechter overweegt daartoe als volgt.
5.7.
Het belang van [ged.conv./eis.reconv.] bij behoud van de bestaande toestand is gelegen in het feit dat hij de uitkomst van de hoger beroepsprocedure wil afwachten, om zo te voorkomen dat door de verkoop van de woning een onomkeerbare situatie ontstaat. [ged.conv./eis.reconv.] heeft aangevoerd dat het hem tijdens de schorsing van de mondelinge behandeling van 19 januari 2023 in de verdelingsprocedure duidelijk is geworden dat de wil van [eis.conv./verw.reconv.] oneigenlijk werd beïnvloed door haar broer [naam broer] , waardoor [eis.conv./verw.reconv.] ten aanzien van haar (verdelings)vorderingen jegens [ged.conv./eis.reconv.] niet wilsbekwaam was (en is). Daar komt bij dat de inmenging van haar broer [naam broer] er volgens hem tevens toe heeft geleid dat de pogingen tot verzoening zijn mislukt. Aangezien de rechter in die procedure niet op de hoogte was van hetgeen tijdens deze schorsing is voorgevallen en gelet op het feit dat de akte vermeerdering van eis niet meer is behandeld, acht hij zich genoodzaakt om hoger beroep in te stellen tegen het vonnis van 12 juli 2023 en het gerechtshof (onder meer) te verzoeken om een deskundige te benoemen - gespecialiseerd is in (jeugd)trauma’s - die zich dient uit te laten over de handelingsbekwaamheid van [eis.conv./verw.reconv.] , aldus [ged.conv./eis.reconv.] . Daarnaast, zo begrijpt de voorzieningenrechter, wenst [ged.conv./eis.reconv.] te voorkomen dat het vonnis van 12 juli 2023 ten uitvoer wordt gelegd, omdat hij nog steeds de hoop heeft op een verzoening met [eis.conv./verw.reconv.] en ook in dat kader de woning wenst te behouden.
5.8.
Daartegenover staat het belang van [eis.conv./verw.reconv.] die op grond van het vonnis van 12 juli 2023 wil overgaan tot afwikkeling van het huwelijk, door verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap. [eis.conv./verw.reconv.] wenst verder te gaan met haar leven. Aangezien zij op dit moment niet beschikt over een voldoende vermogen, heeft zij haar deel van de overwaarde van de woning nodig om een andere, ruimere woning te verkrijgen, waar meer ruimte is voor haar familie c.q. kleinkinderen om te logeren. Zij betwist dat zij onder invloed van haar broer staat en dat zij niet is staat was of is haar wil te bepalen.
5.9.
Alles afwegende is de voorzieningenrechter van oordeel dat het belang van [eis.conv./verw.reconv.] om op korte termijn tot afwikkeling te komen van de huwelijksgemeenschap zwaarder weegt dan het belang van [ged.conv./eis.reconv.] bij schorsing van de tenuitvoerlegging van het verdelingsvonnis. De voorzieningenrechter neemt daarbij het volgende in aanmerking. De vraag of [eis.conv./verw.reconv.] al dan niet handelingsonbekwaam is – hetgeen [ged.conv./eis.reconv.] als grief in hoger beroep wenst aan te voeren – was reeds onderdeel van het debat in de verdelingsprocedure die heeft geleid tot het vonnis van 12 juli 2023. In r.o. 4.4. van dat vonnis (hiervoor in 2.4. weergegeven) heeft de rechter reeds uitvoerig overwogen dat, en waarom, het beroep van [ged.conv./eis.reconv.] op de handelingsonbekwaamheid van [eis.conv./verw.reconv.] faalde. Hoewel het [ged.conv./eis.reconv.] vrijstaat om zijn standpunt over de handelings(on)bekwaamheid van [eis.conv./verw.reconv.] in hoger beroep aan het gerechtshof voor te leggen, is voor de onderhavige procedure van belang dat de voorzieningenrechter tot uitgangspunt dient te nemen wat in het vonnis van 12 juli 2023 hieromtrent is overwogen en beslist.
Ten overvloede merkt de voorzieningenrechter op dat tijdens de mondelinge behandeling op 28 september 2023 geenszins is gebleken dat [eis.conv./verw.reconv.] niet in staat is haar wil te bepalen.
5.10.
De omstandigheid dat de tenuitvoerlegging van het vonnis van 12 juli 2023 ingrijpende gevolgen kan hebben die later moeilijk ongedaan gemaakt kunnen worden, staat in beginsel niet in de weg aan de tenuitvoerlegging. Dat geldt ook in het geval waarin tenuitvoerlegging van het bestreden vonnis voor [ged.conv./eis.reconv.] het ingrijpende en mogelijk onomkeerbare gevolg heeft dat hij de woning, waarin hij reeds lang woont, moet verlaten.
Ter zitting heeft [ged.conv./eis.reconv.] nog aangevoerd dat de zaak zich niet leent voor behandeling in de onderhavige kort geding procedure, omdat de vordering van [eis.conv./verw.reconv.] een declaratoir karakter heeft. [ged.conv./eis.reconv.] miskent echter dat de rechtbank in het vonnis van 12 juli 2023 in een bodemprocedure reeds uitspraak heeft gedaan over de wijze van verdeling van de huwelijksgemeenschap, waaronder de verkoop van de woning, en dat de voorzieningenrechter die wijze van verdeling als uitgangspunt dient te nemen. Alles afwegende is de voorzieningenrechter van oordeel dat [ged.conv./eis.reconv.] onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zijn belang bij behoud van bestaande toestand zwaarder weegt dan het belang van [eis.conv./verw.reconv.] om het vonnis van 12 juli 2023 ten uitvoer te kunnen leggen.
Dat betekent de vordering van [ged.conv./eis.reconv.] in reconventie wordt afgewezen.
5.11.
In conventie vordert [eis.conv./verw.reconv.] – kort gezegd – de veroordeling van [ged.conv./eis.reconv.] om mee te werken aan al hetgeen in het vonnis van 12 juli 2023 is bepaald omtrent de woning en daaraan een dwangsom te verbinden.
In het vonnis van 12 juli 2023 is bepaald dat [ged.conv./eis.reconv.] moet meewerken aan de verkoop en levering van de woning en dat – in het geval hij dat niet doet – [eis.conv./verw.reconv.] is gemachtigd om de woning te verkopen en te leveren, waarbij het vonnis in de plaats treedt van de door [ged.conv./eis.reconv.] te verlenen toestemming, medewerking en handtekening inzake de verkoop en levering. Ter mondelinge behandeling heeft de advocaat van [eis.conv./verw.reconv.] desgevraagd toegelicht dat de gevorderde dwangsom ziet op de feitelijke handelingen, waartoe [ged.conv./eis.reconv.] gehouden is met betrekking tot de verkoop van de woning.
5.12.
Als uitgangspunt geldt dat een dwangsom ertoe strekt om nakoming van een hoofdveroordeling te bevorderen; het is 'een dwangmiddel om de uitvoering van een rechterlijke uitspraak te verkrijgen'. Hieruit volgt dat de dwangsom slechts verschuldigd wordt wanneer de hoofdveroordeling voor gedwongen tenuitvoerlegging vatbaar is. Dat [ged.conv./eis.reconv.] voornemens is hoger beroep in te stellen tegen een bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis, leidt niet tot schorsing van de verplichting tot naleving van de hoofdveroordeling. Hiervoor is reeds geoordeeld dat de door [ged.conv./eis.reconv.] gevorderde schorsing van de uitvoerbaar bij voorraad verklaring wordt afgewezen.
5.13.
Voldoende aannemelijk is geworden dat [ged.conv./eis.reconv.] niet voldoet aan hetgeen waartoe hij in het vonnis van 12 juli 2023 is veroordeeld aangaande de woning. Uit het vonnis van 12 juli 2023 volgt dat de rechtbank ervan uitging dat [ged.conv./eis.reconv.] uit zichzelf zou voldoen aan het vonnis. De rechtbank zag in die procedure onvoldoende onderbouwing van het standpunt van [eis.conv./verw.reconv.] dat een dwangsom nodig zou zijn.
Aangezien [ged.conv./eis.reconv.] ten tijde van de mondelinge behandeling op 28 september 2023 (bijna twee maanden na betekening van het vonnis van 12 juli 2023), nog steeds niet heeft voldaan aan hetgeen waartoe hij in dat vonnis is veroordeeld aangaande de woning en uit zijn verklaringen ter zitting niet zonder meer kan worden afgeleid dat hij alsnog bereid is om daaraan mee te werken, is voldoende aannemelijk geworden dat [ged.conv./eis.reconv.] niet zonder een dwangsom (als prikkel tot nakoming) aan de veroordeling zal voldoen. Nu uit (r.o. 4.29 van) het vonnis van 12 juli 2023 niet volgt dat de rechter zonder voorbehoud en beredeneerd de oplegging van een dwangsom heeft uitgesloten, ziet de voorzieningenrechter in de gegeven omstandigheden aanleiding om de door [eis.conv./verw.reconv.] gevorderde dwangsommen toe te wijzen als na te melden.
Een belangenafweging leidt niet tot een ander oordeel. [ged.conv./eis.reconv.] heeft onvoldoende onderbouwd waarom zijn belang – ook in conventie – zwaarder weegt dan het belang van [eis.conv./verw.reconv.] om een dwangsom te verbinden aan de door hem te verrichten feitelijke handelingen conform het vonnis van 12 juli 2023.
5.14.
Gelet op het feit dat partijen ex-echtgenoten zijn, zullen de proceskosten in conventie en in reconventie worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt. Voor een andersluidend oordeel ziet de voorzieningenrechter onvoldoende aanleiding.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
6.1.
veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] tot betaling van een dwangsom van € 500,00 per dag of gedeelte daarvan dat hij na betekening van dit vonnis in gebreke blijft om te voldoen aan de navolgende feitelijke handelingen (waartoe hij reeds bij vonnis van 12 juli 2023 is veroordeeld), met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van in totaal
€ 50.000,00:
om de makelaar en [eis.conv./verw.reconv.] op diens eerste verzoek binnen te laten in de woning, zoveel als nodig is ten behoeve van de verkoop van de woning;
om binnen een dag na een daartoe strekkend verzoek van de makelaar zijn medewerking te verlenen aan het maken van foto’s van het in- en exterieur van de woning teneinde deze op de gebruikelijke wijze te plaatsen op de gebruikelijke verkoopsites etc.;
om binnen een dag na een daartoe strekkend verzoek van de makelaar zijn medewerking te verlenen aan het toelaten van de makelaar en potentiële kopers die samen met de makelaar de woning willen bezichtigen;
om binnen een dag na een daartoe strekkend verzoek van de makelaar een passende sleutel van de woning aan de makelaar te verstrekken;
om ervoor te zorgen dat de woning, tuin, ondergrond en overige toebehoren in behoorlijke staat zijn en blijven opgeruimd;
en/of dat hij zich niet houdt aan het verbod en gebod:
om bij bezoeken van de makelaar met geïnteresseerde kopers aan de woning aanwezig te zijn en ervoor zorg te dragen dat er op dat moment niemand anders aanwezig is;
6.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.3.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
6.5.
wijst de vordering af,
6.6.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J. Peerdeman en in het openbaar uitgesproken op 16 oktober 2023.
EH