ECLI:NL:RBGEL:2023:553

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 januari 2023
Publicatiedatum
2 februari 2023
Zaaknummer
10085561
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding en ontruiming huurwoning wegens ernstige overlast door huurder

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 25 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verhuurder en een huurder. De verhuurder, vertegenwoordigd door mr. T.A. Vermeulen, vorderde de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van de huurder, vertegenwoordigd door mr. G.W. Boogaard, vanwege ernstige overlast die de huurder veroorzaakte. De overlast bestond uit geluidsoverlast, intimidatie en bedreigingen richting buurtbewoners, en dit gedrag was al geruime tijd aan de orde. De verhuurder had meerdere pogingen ondernomen om de huurder tot ander gedrag te bewegen, waaronder gesprekken, waarschuwingen en het inschakelen van sociale hulp en de gemeente. Ondanks deze inspanningen bleef de overlast aanhouden, wat leidde tot de vordering van de verhuurder.

De kantonrechter oordeelde dat de huurder tekortschiet in de nakoming van de huurovereenkomst, zoals vastgelegd in artikel 7:213 BW, dat vereist dat een huurder zich als goed huurder gedraagt en geen overlast veroorzaakt. De rechter concludeerde dat de situatie onhoudbaar was en dat het belang van de verhuurder bij beëindiging van de huurovereenkomst zwaarder woog dan het woonbelang van de huurder. De huurovereenkomst werd ontbonden en de huurder werd veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen vier weken na betekening van het vonnis. Tevens werd de huurder veroordeeld in de proceskosten, die op € 629,43 werden vastgesteld.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: 10085561 \ CV EXPL 22-6404 / 43576 / 32548
Vonnis van 25 januari 2023
in de zaak van
[eisende partij],
te [plaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eisende partij] ,
gemachtigde: mr. T.A. Vermeulen,
tegen
[gedaagde partij],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde partij] ,
gemachtigde: mr. G.W. Boogaard.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 9 november 2022;
- de akte overlegging producties 69 – 79 van de zijde van [eisende partij] .
1.2.
Op 20 december 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Partijen hebben hun standpunten over en weer nader toegelicht en vragen van de kantonrechter beantwoord.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde partij] huurt sinds 24 juli 1998 van [eisende partij] de woning aan de
[adres+plaats] (hierna: de woning).
2.2.
Op 22 juni 2020 ontvangt [eisende partij] een eerste overlastmelding van de bewoners van [adres 1] . De melding betreft overlast in de vorm van luide muziek en het luidruchtig verrichten van werkzaamheden. Later die dag ontvangt zij het verzoek de melding anoniem te behandelen uit angst voor represailles van [gedaagde partij] .
2.3.
In mei 2021 komen wederom meldingen bij [eisende partij] binnen over [gedaagde partij] , dit keer van bewoners van de huisnummers [ huisnummers 1] . De meldingen betreffen geluidsoverlast, bedreigingen, vernielingen en beledigingen.
2.4.
Op 9 juni 2021 brengt mevrouw [betrokkene 1] ( [eisende partij] ) samen met een politieambtenaar een bezoek aan [gedaagde partij] . De tijdens dat gesprek gemaakte afspraken zijn vastgelegd in een brief van 15 juni 2021, waaruit wordt geciteerd:
AfsprakenDe volgende afspraken hebben we met elkaar gemaakt:
- De muziek gaat niet meer zo hard aan. U heeft ons laten horen hoe hard u de muziek draait en dat is echt veel te hard. De volumeknop moet minimaal de helft lager. Tip: draag een koptelefoon als u muziek wilt horen bijvoorbeeld in de tuin.
- U zoekt geen confrontaties meer op met de buurtbewoners. Ook niet als mensen u wat langer aankijken enz.
- Als laatste laat u iedereen met rust.
2.5.
Op 2 en 4 juli 2021 komen van de huisnummers [huisnummers 2] opnieuw klachten binnen bij [eisende partij] . Bewoners uit de straat hebben de politie daarbij ook ingeschakeld.
2.6.
Op 20 juli 2021 wijst [eisende partij] [gedaagde partij] erop dat hij de gemaakte afspraken heeft geschonden en er een ontbindings- en ontruimingsprocedure zal volgen als hij zijn gedrag niet aanpast.
2.7.
Vanaf augustus 2021 volgen vele overlastmeldingen, gesprekken met [gedaagde partij] en briefwisselingen tussen [gedaagde partij] en buurtbewoners. Waarna het in de herfst en wintermaanden van 2021/2022 relatief rustig blijft.
2.8.
Eind maart 2022 verslechtert de situatie weer en meldt de bewoner van huisnummer [huisnummer 3] dat [gedaagde partij] het contactverbod dat tussen hen is opgelegd overtreedt, bewoners intimideert en bedreigt. In de maanden die daarop volgen blijven meldingen binnen komen.
2.9.
Op 28 juli 2022 vindt een schietincident plaats bij de woning van [gedaagde partij] , waarop een grote uitloop in de buurt volgt. [gedaagde partij] heeft zich daarbij dermate agressief gedragen tegen onder andere buurtbewoners dat de politie aanleiding ziet hem aan te houden en mee te nemen.
2.10.
Op 2 augustus 2022 vindt een gesprek plaats tussen [eisende partij] , vertegenwoordigers van de gemeente West Betuwe en de politie over de situatie met [gedaagde partij] .
2.11.
Op 15 augustus 2022 nodigt [eisende partij] [gedaagde partij] uit voor een gesprek op
22 augustus 2022, om hem te informeren over het voornemen een ontbindings- en ontruimingsprocedure te zullen starten. Het gesprek vindt plaats en [gedaagde partij] geeft aan te begrijpen wat hem wordt verweten, maar is het niet eens met de gang van zaken.
Ook dit gesprek leidt niet tot een gedragsverandering bij [gedaagde partij] .
2.12.
Op 30 augustus 2022 verzendt de gemeente West Betuwe een door de burgermeester getekende, bestuurlijke rapportage over [gedaagde partij] , waaruit wordt geciteerd:
VerzoekNaar aanleiding van de diverse registraties (zie bijlage 1), die de leefbaarheid van de omwonenden dusdanig aantasten, is duidelijk dat de intimidaties en bedreigingen steeds ernstiger vormen aannemen. Om de door de buurtbewoners ervaren overlast, veroorzaakt door
de bewoneren zijn bezoekers (concentrerend op
het adres[adres+plaats] ), te verminderen en de woon- en leefsituatie voor eenieder in de [adres+plaats] te normaliseren, vraag ik u als verhuurder om in het kader van de leefbaarheid hiertegen op te treden.
Wat is gedaan om de ernstige overlast tegen te gaan?
Op verschillende manieren hebben wij, samen met u en de politie, geprobeerd de overlast te stoppen en de leefbaarheid weer te bevorderen. Diverse gesprekken met omwonenden, Woningcorporatie [eisende partij] , de bewoner zelf en de politie hebben niet tot het gewenste resultaat geleid. De situatie is helaas niet verbeterd. Ook diverse dringende verzoeken van omwonenden aan de bewoner om te stoppen met het overlast gevende gedrag hebben niet het gewenste resultaat gehad. Het is wel een positief punt dat de bewoner hulp accepteert via het Team Sociaal.
2.13.
Ook nadat onderhavige procedure aanhangig is gemaakt, komen er in het najaar van 2022 diverse overlastmeldingen binnen.

3.Het geschil

3.1.
[eisende partij] vordert de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning aan het adres [adres+plaats] binnen twee weken na de betekening van dit vonnis, met veroordeling van [gedaagde partij] in de proceskosten.
3.2.
[eisende partij] legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde partij] tekortschiet in de nakoming van de huurovereenkomst omdat hij ernstige overlast veroorzaakt. De overlast betreft met name geluidsoverlast en het intimideren en bedreigen van buurtbewoners. Deze overlast is al lange tijd gaande met tussentijds enkele rustigere periodes, maar ook met enkele extreme situaties waarbij onder andere een buurtbewoner is bekogeld met een glazen maatbeker na een schietincident bij de woning van [gedaagde partij] . [eisende partij] stelt er alles aan te hebben gedaan om [gedaagde partij] zijn gedrag te laten aanpassen. Er is sociale hulp ingeschakeld en de gemeente en politie hebben zich er mee bemoeid. Ondanks alle inspanningen lukt het [gedaagde partij] niet zijn gedrag aan te passen, waardoor zij, voornamelijk gelet op het leefklimaat in de buurt, geen andere mogelijkheid ziet dan deze procedure te starten.
3.3.
[gedaagde partij] voert verweer waarop hierna bij de beoordeling, voor zover van belang, zal worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Vooropgesteld wordt dat iedere tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst de wederpartij in beginsel het recht geeft de overeenkomst te ontbinden. In dit geval kan worden vastgesteld dat er talrijke overlastmeldingen zijn binnen gekomen bij [eisende partij] gedurende een langere periode en ook nog recent. Zij heeft naar aanleiding van die meldingen met [gedaagde partij] gesproken, hem gewaarschuwd, afspraken met hem gemaakt en hem vele kansen geboden om in de woning te kunnen blijven wonen. Ook de gemeente, politie en sociale hulpteams zijn betrokken bij de situatie. Alle inspanningen hebben er niet toe geleid dat het rustiger is geworden rondom [gedaagde partij] . Op enkele korte periodes van relatieve rust na, blijven er meldingen komen over het gedrag van [gedaagde partij] . [gedaagde partij] handelt daarmee in strijd met de huurovereenkomst, de algemene huurvoorwaarden en artikel 7:213 BW, waarin staat dat men zich als goed huurder dient te gedragen, waaronder ook valt dat je geen overlast aan anderen veroorzaakt. Gelet hierop staat de tekortkoming vast.
4.2.
Vervolgvraag is of deze tekortkoming de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De kantonrechter is van oordeel dat dat zo is. Ondanks dat [gedaagde partij] al lange tijd in de woning woont, pas de laatste jaren overlastmeldingen binnenkomen en hij sociale hulp heeft geaccepteerd kan in redelijkheid niet meer van [eisende partij] worden gevraagd dan wat zij in de afgelopen jaren heeft gedaan om [gedaagde partij] te bewegen tot ander gedrag. De situatie is onhoudbaar. Het woonbelang van [gedaagde partij] weegt daarom niet op tegen het belang van Kleurrijk wonen bij het beëindigen van deze situatie.
4.3.
Het gevolg van het voorgaande is dat de huurovereenkomst tussen partijen zal worden ontbonden en [gedaagde partij] wordt veroordeeld om het gehuurde te ontruimen. De kantonrechter ziet aanleiding om de ontruimingstermijn te bepalen op vier weken na betekening van dit vonnis.
4.4.
[gedaagde partij] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eisende partij] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
127,43
- griffierecht
128,00
- salaris gemachtigde
374,00
(2,00 punten × € 187,00)
Totaal
629,43

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
ontbindt de tussen partijen bestaande huurovereenkomst en veroordeelt [gedaagde partij] tot ontruiming van het gehuurde, te weten de woning aan het adres [adres+plaats] ,
binnen vier wekenna de datum van betekening van dit vonnis, met al het zijne en al de zijnen onder afgifte van de sleutels, ter vrije en algehele beschikking te stellen aan [eisende partij] ;
5.2.
veroordeelt [gedaagde partij] in de proceskosten, aan de zijde van [eisende partij] tot dit vonnis vastgesteld op € 629,43,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. Schoo en in het openbaar uitgesproken op 25 januari 2023.