In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van eiseres A tegen de beslissing op bezwaar van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barneveld beoordeeld. Eiseres had een handhavingsverzoek ingediend op 27 maart 2020, omdat zij lichamelijke klachten ondervond door trillingen en geluid van de naastgelegen visspeciaalzaak van derde-partij C B.V. Het college heeft dit verzoek op 28 juli 2020 afgewezen, met de motivering dat er geen wettelijke normen werden overschreden. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college heeft de afwijzing in stand gelaten.
De rechtbank heeft op 25 augustus 2023 de zaak behandeld. Eiseres, haar dochter, en de gemachtigden van zowel eiseres als het college en derde-partij waren aanwezig. De rechtbank heeft de beslissing op bezwaar beoordeeld aan de hand van de argumenten van eiseres en de relevante wet- en regelgeving. De rechtbank concludeert dat het college in redelijkheid kon afzien van een trillingsonderzoek, omdat de indicatieve geluidsmetingen voldoende representatief waren. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat het college niet deugdelijk onderzoek heeft verricht.
De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat de beslissing op bezwaar in stand blijft. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door rechter M. Duifhuizen, in aanwezigheid van griffier R.P.C.M. van Wel, en is openbaar uitgesproken op 5 oktober 2023.