ECLI:NL:RBGEL:2023:5422

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
15 augustus 2023
Publicatiedatum
2 oktober 2023
Zaaknummer
05.323470.22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafzaak tegen verdachte wegens handel in cocaïne, amfetamine, hash en ketamine met gebruik van versleutelde communicatie

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Gelderland op 15 augustus 2023 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1985, die beschuldigd werd van het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en de Geneesmiddelenwet. De verdachte werd ervan beschuldigd tussen 26 maart 2020 en 18 april 2023 in Nederland betrokken te zijn geweest bij de handel in aanzienlijke hoeveelheden cocaïne, amfetamine, hash en ketamine. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen handelde en gebruik maakte van versleutelde communicatie via Sky-ECC om zijn activiteiten te verbergen. Tijdens de rechtszitting op 1 augustus 2023 zijn procesafspraken gemaakt tussen het Openbaar Ministerie en de verdediging, waarbij de verdachte instemde met een gevangenisstraf van 4,5 jaar. De rechtbank heeft de procesafspraken in overweging genomen en geoordeeld dat deze in redelijke verhouding staan tot de ernst van de feiten. De verdachte heeft verklaard dat hij zich bewust was van de gevolgen van zijn beslissing om mee te werken aan de procesafspraken. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4,5 jaar, met inachtneming van de gemaakte procesafspraken. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte afstand heeft gedaan van de in beslag genomen goederen, waardoor daar geen beslissing over hoefde te worden genomen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05.323470.22
Datum uitspraak : 15 augustus 2023
Tegenspraak
verkort vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1985 in [geboorteplaats] ,
postadres [adres 1] ,
gedetineerd in de [verblijfplaats] .
Raadsman: mr. P.W. Szymkowiak, advocaat in Maastricht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 26 maart 2020 tot 18 april 2023 te Arnhem en/of te Enschede en/of te Hilversum en/of te Schiedam en/of te Coevorden en/of te Den Haag, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen (telkens) opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of heeft bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, één of meer kilogram(men) cocaïne en/of (meth)amfetamine en/of één of meer liter(s) amfetamine-olie, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of (meth)amfetamine en/of amfetamine
olie, zijnde cocaïne en/of (meth)amfetamine en/of amfetamine olie (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, waaronder (onder meer):
A)
in of omstreeks de periode van 18 juli 2020 tot en met 31 juli 2020, één of meer liter(s) amfetamine-olie, zijnde amfetamine-olie een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet heeft bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval telkens opzettelijk aanwezig heeft gehad;
en/of
B)
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 juli 2020 tot en met 27 augustus 2020, één of meer kilogram(men), althans blokken cocaïne, in elk geval een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die Wet buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of heeft bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad;
en/of
C)
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 04 juli 2020 tot en 05 juli 2020, één of meer kilogram(men), althans blokken cocaïne, in elk geval een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die Wet heeft vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad;
en/of
D)
in of omstreeks de periode van 01 november 2020 tot en met 07 november 2020, 5 blokken cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad;
en/of
E)
in of omstreeks de periode van 01 december 2020 tot en met 15 december 2020, 6 blokken cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of heeft bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad;
en/of
F)
in of omstreeks de periode van 01 december 2020 tot en met 11 januari 2021, 5 blokken cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval telkens opzettelijk aanwezig heeft gehad;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 26 maart 2020 tot 18 april 2023 te Arnhem en/of te Schiedam en/of te Amsterdam en/of te Veldhoven en/of te Geldrop, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of heeft bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, één of meer kilogram(men) hash en/of hennep(takken), in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hash) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hash een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, waaronder (onder meer);
A)
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 03 juli 2020 tot 27 augustus 2020, 40 kilogram en 300 kilogram hash, in elk geval een hoeveelheid van (telkens) meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hash) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hash een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad;
en/of
B)
in of omstreeks de periode van 21 oktober 2020 tot en met 30 oktober 2020, 50 kilogram hash, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hash) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hash een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad;
en/of
C)
in of omstreeks de periode van 21 november 2020 tot en met 26 november 2020, 50 kilogram (King 2) hash, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hash) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hash een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of heeft bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad;
3.
hij in of omstreeks de periode van 09 september 2020 tot en met 17 april 2023 te Arnhem en/of te Lunteren en/of te Tienhoven, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk een geneesmiddel waarvoor geen handelsvergunning geldt, heeft verkocht en/of afgeleverd en/of ter hand gesteld, in elk geval in voorraad heeft/hebben gehad, te weten drie, althans één of meer kilogram(men) ketamine, althans een hoeveelheid ketamine, bevattende de werkzame stof ketamine;
4.
hij op of omstreeks 18 april 2023 te Arnhem, in een schuur behorende bij perceel [adres 2] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk een geneesmiddel waarvoor geen handelsvergunning geldt, heeft verkocht en/of afgeleverd en/of ter hand gesteld, in elk geval in voorraad heeft/hebben gehad, te weten (ongeveer) 27,66 kilogram, althans één of meer kilogram(men) ketamine, althans een hoeveelheid ketamine, bevattende de werkzame stof ketamine;
5.
hij op of omstreeks 18 april 2023 te Arnhem, in een woning, gelegen op/aan de [adres 3] opzettelijk aanwezig heeft gehad (ongeveer) 2335,37 gram hash, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende hash, zijnde hash een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

2.Procesafspraken

Het Openbaar Ministerie (hierna: OM) en de raadsman van verdachte hebben de mogelijkheid onderzocht van het maken van procesafspraken met betrekking tot de afdoening van deze strafzaak. Naar aanleiding hiervan heeft de officier van justitie op 18 juli 2023 de rechtbank een e-mail gestuurd met als bijlage een door hem, verdachte en diens raadsman getekende ‘Overeenkomst procesafspraken OM en verdachte 05-323470-22’ (hierna: Overeenkomst) waarin door hen gemaakte procesafspraken, waaronder een gemeenschappelijk afdoeningsvoorstel, zijn opgenomen. Daarmee beogen partijen de onderhavige zaak op korte termijn tot een einde te laten komen. Concreet heeft dit geleid tot de afspraken dat verdachte:
  • geen onderzoekswensen indient;
  • geen bewijsverweren voert en al ingediende onderzoekswensen op zitting dan wel voorafgaande aan de zitting schriftelijk intrekt;
  • geen (nadere) verklaring hoeft af te leggen en bovengenoemde tenlastelegging op zitting niet ontkent;
  • afstand doet van de in beslag genomen goederen, zoals gespecificeerd onder het kopje ‘beslag’;
  • zich niet aan de tenuitvoerlegging van de straf zal onttrekken.
Verder is overeengekomen dat het OM:
  • zich onthoudt van vervolging ten aanzien van soortgelijke opiumwetdelicten als de tenlastegelegde feiten die zijn gepleegd in de periode van 02 april 2020 tot en met 18 april 2023.*
  • het Openbaar Ministerie zal zich niet verzetten tegen een voorwaardelijke invrijheidsstelling en detentiefasering, tenzij het gedrag van veroordeelde gedurende de detentie daartoe aanleiding geeft;
  • evenmin zal het Openbaar Ministerie zich verzetten tegen door DJI voorgenomen bijzonder verlof, tenzij het gedrag van veroordeelde gedurende detentie daartoe aanleiding geeft.
* Ter terechtzitting heeft de officier van justitie gezegd dat bedoeld is de periode te laten aansluiten bij de ten laste gelegde periode, te weten van 26 maart 2020 tot en met 18 april 2023.
Uit de Overeenkomst blijkt dat verdachte door het maken van procesafspraken beoogt de strafeis te verlagen tot 4,5 jaar gevangenisstraf onvoorwaardelijk en dat de officier van justitie ter terechtzitting een gevangenisstraf van 4,5 jaar onvoorwaardelijk zal vorderen.
Overweging van de rechtbank
De rechtbank overweegt dat zij een eigen verantwoordelijkheid heeft en alleen acht kan slaan op door het OM en de verdediging opgestelde procesafspraken als gewaarborgd is dat wordt voldaan aan de eisen die artikel 6 Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden stelt. Deze waarborg is in het bijzonder van belang omdat in de regel mede van een dergelijke overeenkomst deel uitmaakt dat de verdachte afziet van de uitoefening van bepaalde aan hem toekomende verdedigingsrechten.
De rechtbank heeft de hiervoor weergegeven inhoud en strekking van de procesafspraken tijdens de terechtzitting van 1 augustus 2023 aan verdachte voorgehouden en met hem besproken. Verdachte heeft toen onder meer het volgende verklaard (zakelijk weergegeven):
Mijn raadsman heeft de procesafspraken uitgelegd en hij heeft ook uitgelegd wat daarvan de consequenties zijn. Het is mij duidelijk wat de consequenties zijn. De belangrijkste reden om in te stemmen met procesafspraken is dat ik zekerheid wil. De onzekerheid breekt mij op. Ik heb drie kinderen die op mij wachten. Met procesafspraken weet ik wat me te wachten staat. Ik wil verder met mijn leven.
De rechtbank stelt vast dat verdachte heeft bevestigd dat hij zich kan vinden in voornoemde procesafspraken, die onder meer inhouden dat geen onderzoekswensen worden ingediend, geen verweer wordt gevoerd, dat van de inbeslaggenomen goederen afstand is gedaan en dat geen hoger beroep wordt ingesteld indien de rechtbank komt tot een bewezenverklaring en strafoplegging conform het afdoeningsvoorstel.
De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat verdachte, die gedurende zijn proces steeds is bijgestaan door een raadsman, vrijwillig, op basis van voldoende en duidelijke informatie en terwijl hij zich bewust was van de rechtsgevolgen, is gekomen tot de ondubbelzinnige beslissing mee te werken aan de Overeenkomst en de daarmee gepaard gaande afstand van verdedigingsrechten. De rechtbank heeft zich er bij de inhoudelijke behandeling op 1 augustus 2023 van vergewist dat verdachte nog altijd achter de gemaakte afspraken staat. Daarnaast heeft de rechtbank getoetst of de procesafspraken, gelet op wat is bepaald in artikel 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering, stand kunnen houden.
Alles overziend is de rechtbank van oordeel dat zij acht kan slaan op het voornoemde afdoeningsvoorstel.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
één of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 26 maart 2020 tot 18 april 2023 te Arnhem en/of te Enschede en/of te Hilversum en/of te Schiedam en/of te Coevorden en/of te Den Haag, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen (telkens
)opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en
/ofheeft
bewerkt en/ofverwerkt en
/ofverkocht en
/ofafgeleverd en
/ofverstrekt en
/ofvervoerd, in elk geval
(telkens
)opzettelijk aanwezig heeft gehad, één of meer kilogram(men) cocaïne en/of (meth)amfetamine en/of één of meer liter(s) amfetamine-olie, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of (meth)amfetamine en/of amfetamine
olie, zijnde cocaïne en
/of(meth)amfetamine en
/ofamfetamine olie
(een)middel
(en
)als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,waaronder (onder meer):
A)
in
of omstreeksde periode van 18 juli 2020 tot en met 31 juli 2020,
één of meerliter
(s
)amfetamine-olie, zijnde amfetamine-olie een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, heeft
bewerkt en/ofverwerkt en
/ofverkocht en
/ofafgeleverd en
/ofverstrekt en
/ofvervoerd, in elk geval telkens opzettelijk aanwezig heeft gehad;
en
/of
B)
op
één of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 17 juli 2020 tot en met 27 augustus 2020,
één of meerkilogram
(men
), althans blokken cocaïne, in elk geval een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die Wetbuiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en
/ofheeft
bewerkt en/ofverwerkt en
/ofverkocht en
/ofafgeleverd en
/ofverstrekt en
/ofvervoerd, in elk geval
(telkens
)opzettelijk aanwezig heeft gehad;
en
/of
C)
op
één of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 4 juli 2020 tot en 5 juli 2020,
één ofmeer kilogram
(men
), althans blokken cocaïne, in elk geval een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die Wetheeft vervoerd, in elk geval
(telkens
)opzettelijk aanwezig heeft gehad;
en
/of
D)
in
of omstreeksde periode van 1 november 2020 tot en met 7 november 2020, 5 blokken cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wetheeft verkocht en
/ofafgeleverd en
/ofverstrekt en
/ofvervoerd, in elk geval
(telkens
)opzettelijk aanwezig heeft gehad;
en
/of
E)
in
of omstreeksde periode van 1 december 2020 tot en met 15 december 2020, 6 blokken cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wetbuiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en
/ofheeft
bewerkt en/ofverwerkt en
/ofverkocht en
/ofafgeleverd en
/ofverstrekt en
/ofvervoerd, in elk geval
(telkens
)opzettelijk aanwezig heeft gehad;
en
/of
F)
in
of omstreeksde periode van 1 december 2020 tot en met 11 januari 2021, 5 blokken cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wetheeft verkocht en
/ofafgeleverd en
/ofverstrekt en
/ofvervoerd, in elk geval
telkensopzettelijk aanwezig heeft gehad;
2.
hij op
één of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 26 maart 2020 tot 18 april 2023 te Arnhem en/of te Schiedam en/of te Amsterdam en/of te Veldhoven en/of te Geldrop, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen, (telkens
)opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en
/ofheeft
bewerkt en/ofverwerkt en
/ofverkocht en
/ofafgeleverd en
/ofverstrekt en
/ofvervoerd, in elk geval
(telkens
)opzettelijk aanwezig heeft gehad, één of meer kilogram(men) hash en/of hennep(takken),
in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hash) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd,zijnde hash een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,waaronder (onder meer);
A)
op
één of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 3 juli 2020 tot 27 augustus 2020, 40 kilogram en 300 kilogram hash,
in elk geval een hoeveelheid van (telkens) meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hash) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd,zijnde hash een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wetheeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval
(telkens
)opzettelijk aanwezig heeft gehad;
en
/of
B)
in ofomstreeks de periode van 21 oktober 2020 tot en met 30 oktober 2020, 50 kilogram hash,
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hash) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd,zijnde hash een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wetheeft verkocht en
/ofafgeleverd en
/ofverstrekt en
/ofvervoerd, in elk geval
(telkens)opzettelijk aanwezig heeft gehad;
en
/of
C)
in
of omstreeksde periode van 21 november 2020 tot en met 26 november 2020, 50 kilogram (King 2) hash,
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hash) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd,zijnde hash een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wetbuiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en
/ofheeft
bewerkt en/ofverwerkt en
/ofverkocht en
/ofafgeleverd en
/ofverstrekt en
/ofvervoerd, in elk geval
(telkens)opzettelijk aanwezig heeft gehad;
3.
hij in
of omstreeksde periode van 9 september 2020 tot en met 17 april 2023 te Arnhem en/of te Lunteren en/of te Tienhoven, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen, al dan nietopzettelijk een geneesmiddel waarvoor geen handelsvergunning geldt, heeft verkocht en
/ofafgeleverd en
/ofter hand gesteld, in elk geval in voorraad heeft
/hebbengehad, te weten drie, althans één of meer kilogram(men) ketamine, althans een hoeveelheid ketamine
, bevattende de werkzame stof ketamine;
4.
hij op
of omstreeks18 april 2023 te Arnhem, in een schuur behorende bij perceel [adres 2]
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan nietopzettelijk een geneesmiddel waarvoor geen handelsvergunning geldt,
heeft verkocht en/of afgeleverd en/of ter hand gesteld, in elk gevalin voorraad heeft
/hebbengehad, te weten (ongeveer) 27,66 kilogram,
althans één of meer kilogram(men)ketamine,
althans een hoeveelheid ketamine, bevattende de werkzame stof ketamine;
5.
hij op
of omstreeks18 april 2023 te Arnhem, in een woning, gelegen op/aan de [adres 3] opzettelijk aanwezig heeft gehad (ongeveer) 2335,37 gram hash,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende hash,zijnde hash een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben. De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A, B en C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 2:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder A, B en C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 3:
medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 40, tweede lid, van de Geneesmiddelenwet, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
feit 4:
overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 40, tweede lid, van de Geneesmiddelenwet, opzettelijk begaan;
feit 5:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4,5 jaren.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen verweer gevoerd.
De beoordeling door de rechtbank
Verdachte heeft zich gedurende drie jaren samen met anderen schuldig gemaakt aan de handel in cocaïne, amfetamine(olie), hash en ketamine. Verdachte hield zich bezig met de verkoop. Als hij iemand had die drugs of ketamine wilde kopen, nam hij contact op met zijn leveranciers en zorgde vervolgens voor het vervoer van de te leveren goederen. Bij doorzoekingen zijn flinke hoeveelheden hash en ketamine bij verdachte aangetroffen. Verdachte en zijn mededaders hebben bij al deze activiteiten gebruik gemaakt van versleutelde accounts via Sky-ECC met het doel buiten het zicht van de politie te blijven. De accounts werden alleen gebruikt voor het plegen van strafbare feiten met de bedoeling snel en vooral veel geld te verdienen in het criminele circuit.
Het is algemeen bekend dat zowel harddrugs als softdrugs grote gezondheidsrisico’s met zich brengen voor de gebruikers ervan en dat deze drugs kunnen leiden tot een lichamelijke of geestelijke verslaving. Dat geldt evenzeer ten aanzien van de ongereguleerde verkoop van geneesmiddelen zoals in dit geval van ketamine. De (grootschalige) drugshandel kan bovendien in verband gebracht worden met zeer ernstige (gewelds)delicten, waarbij zowel personen uit het criminele circuit als personen uit de bovenwereld het slachtoffer worden. Bovendien leidt verslaving aan (hard)drugs/geneesmiddelen vaak ertoe dat verslaafde gebruikers misdrijven plegen om aan geld te komen waarmee zij hun verslaving kunnen betalen. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij zich heeft laten leiden door eigen gewin en geen oog heeft gehad voor de gevolgen voor gebruikers en de samenleving in het algemeen.
De rechtbank heeft kennis genomen van het strafblad van verdachte. Daaruit blijkt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten met politie of justitie in aanraking is geweest.
De rechtbank heeft verder kennis genomen van het reclasseringsrapport van 13 juli 2023.
De rechtbank overweegt dat de bewezenverklaarde feiten een gevangenisstraf rechtvaardigen van lange duur. Geregeld worden daarbij straffen geëist en opgelegd die hoger zijn dan de in de procesafspraken overeengekomen strafeis van de officier van justitie. Echter, bij de bepaling van de op te leggen straf zal de rechtbank acht slaan op de procesafspraken, de grondslagen daarvan en het daaruit voortvloeiende afdoeningsvoorstel. Het voorstel staat naar het oordeel van de rechtbank in redelijke verhouding tot de ernst van de zaak. Hierbij overweegt de rechtbank uitdrukkelijk dat het voorstel niet alleen een efficiënte en voortvarende behandeling dient, maar ook een effectieve afdoening van de zaak. Nu de rechtbank in lijn met de Overeenkomst oordeelt, vloeit daaruit immers in beginsel voort dat het belang bij een behandeling van de zaak in hoger beroep ontbreekt. Partijen hebben ter zitting aangegeven dat zij zich zullen neerleggen bij een vonnis als de strafoplegging overeenkomt met de daarover gemaakte afspraken. De op te leggen straf kan daarmee onmiddellijk worden ten uitvoer gelegd. De Overeenkomst doet daarmee ook recht aan de belangen van de maatschappij.
De rechtbank is gelet op het vorenstaande van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 4,5 jaar, zoals vastgelegd in de Overeenkomst tussen het OM, de raadsman en verdachte, in redelijke verhouding staat tot de ernst van de zaak zoals die blijkt uit de processtukken en het verhandelde op de terechtzitting en dus in de gegeven omstandigheden een passende straf is. Zij zal die straf dan ook aan verdachte opleggen.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.In beslag genomen goederen

Verdachte heeft blijkens de Overeenkomst afstand gedaan van de in beslag genomen goederen, zodat de rechtbank daar geen beslissing over hoeft te nemen.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen:
- 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet;
- 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
- 40 van de Geneesmiddelenwet.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van 4,5 jaren;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Dit verkort vonnis is gewezen door mr. E.H.T. Rademaker (voorzitter), mr. E.S.M. van Bergen en mr. G.L.C. van den Bosch, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C.M. Althoff, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 augustus 2023.
Mr. Van den Bosch is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.