Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
[gedaagde] is feitelijk de laatste huurder in het Havenmeesterkwartier (afgezien van twee bedrijfsmatige huurders). Het bestemmingsplan is bovendien onherroepelijk geworden. De kantonrechter acht het ondenkbaar dat bij die stand van zaken de wijk weer in gebruik zal kunnen worden genomen, in ieder geval niet zonder dat daar onevenredig hoge kosten tegenover staan. Hoewel die situatie door BPD zelf in het leven is geroepen, is daarmee een feitelijk gegeven ontstaan waarvoor de kantonrechter de ogen niet kan sluiten. De kantonrechter heeft hiervoor bovendien geoordeeld dat de doelen die BPD heeft nagestreefd, door BPD terecht zijn nagestreefd. Daar komt bij dat het in het algemeen belang is dat de plannen van BPD bij de huidige stand van zaken zo snel mogelijk worden verwezenlijkt. In de thans leegstaande woningen kan immers niet meer worden gewoond, terwijl het een feit van algemene bekendheid is dat er sprake is van een grote vraag naar woningen. Het op dit moment bestaande belang van BPD om haar plannen te kunnen voortzetten is daarmee ook zo zwaarwegend dat het belang van [gedaagde] daar niet tegen op kan wegen. De kantonrechter neemt daarbij in aanmerking dat BPD zich de belangen van [gedaagde] in zoverre heeft aangetrokken dat aan haar via Volkshuisvesting Arnhem diverse (passende) woningen zijn aangeboden. Bovendien is haar - aanvankelijk, voordat het tot een procedure kwam – naast de wettelijke verhuiskostenvergoeding nog een aanvullende vergoeding aangeboden. Daarmee wordt het nadeel bij een verhuizing als zodanig niet weggenomen, maar wordt het woonbelang van [gedaagde] wel gerespecteerd.
5.De beslissing
€ 100,00 per dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] hieraan niet voldoet, met een maximum van € 5.000,00;
27 september 2023.