Uitspraak
RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: 10443241 \ CV EXPL 23-2565
Vonnis van 6 september 2023
in de zaak van
OCA ZORG B.V.,
te Amsterdam-Zuidoost,
eisende partij,
hierna te noemen: OCA Zorg,
gemachtigde: Armaere Incassospecialisten & Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.
1.De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 24 maart 2023 met productie 1 tot en met 3;
- de conclusie van antwoord van 12 april 2023;
- de conclusie van antwoord van 12 april 2023;
- het e-mailbericht van 18 april 2023 van [gedaagde] ;
- het aanvullend antwoord van 26 april 2023 met bijlagen;
- de conclusie van repliek van 24 mei 2023 met productie A tot en met C;
- de conclusie van dupliek van 30 juni 2023 met bijlagen;
- de conclusie van repliek van 24 mei 2023 met productie A tot en met C;
- de conclusie van dupliek van 30 juni 2023 met bijlagen;
- de akte uitlaten producties tevens akte vermindering van eis.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2.Het geschil
2.1.
OCA Zorg vordert – na vermindering van eis – bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 7.110,01, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding en de proceskosten.
2.2.
OCA Zorg legt aan haar vordering ten grondslag dat zij omstreeks de periode mei tot en met november 2019 diensten heeft verleend op het gebied medische behandeling in het kader van revalidatie. In verband daarmee heeft zij een vordering op [gedaagde] gekregen van € 8.784,30. [gedaagde] heeft de vordering erkend, maar is de betalingsafspraken niet nagekomen. Aangezien [gedaagde] deze facturen niet op tijd heeft betaald, is zij daarover de wettelijke rente verschuldigd. OCA Zorg houdt [gedaagde] daarnaast aansprakelijk voor de buitengerechtelijke incassokosten.
2.3.
[gedaagde] voert verweer. Zij voert aan dat er administratief iets mis is gegaan, waardoor zij de declaraties één dag te laat heeft ingediend. Er stond een verkeerd adres op de factuur. Ze heeft de declaraties naar haar zorgverzekeraar CZ verzonden, maar deze heeft geweigerd de declaraties te vergoeden. Bij conclusie van dupliek heeft [gedaagde] aangegeven dat CZ inmiddels een bedrag van € 6.186,07 aan haar heeft uitbetaald en ze voor het restantbedrag een betalingsregeling wil treffen.
2.4.
OCA Zorg heeft haar vordering in hoofdsom naar aanleiding van de door [gedaagde] in haar conclusie van dupliek vermelde betaling van CZ van € 6.186,07 verminderd tot dit bedrag, te vermeerderen met € 95,93 aan wettelijke rente tot de datum van de dagvaarding en € 828,01 aan buitengerechtelijke incassokosten, zijnde totaal € 7.110,01.
2.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
3.De beoordeling
3.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagde] het door CZ aan haar betaalde bedrag van € 6.186,07 aan OCA Zorg dient te betalen. De vordering zal dan ook in zoverre worden toegewezen, met dien verstande dat indien [gedaagde] inmiddels bedragen heeft doorbetaald, deze op het verschuldigde bedrag in mindering strekken.
3.2.
De niet betwiste en op grond van de wet verschuldigde rente wordt eveneens toegewezen.
3.3.
OCA Zorg vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. OCA Zorg heeft aan [gedaagde] 19 april 2021 een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). OCA Zorg heeft vergoeding van btw gevorderd over de vergoeding voor buitengerechtelijke kosten. Omdat OCA Zorg geen ondernemer is, wordt de vergoeding verhoogd met btw. De vordering van € 828,01 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is gelijk aan het in het Besluit bepaalde tarief van en wordt daarom toegewezen. Dat de facturen op een verkeerd adres zijn gesteld en de eerste herinneringen aan een verkeerd adres zijn verzonden doet daaraan niet af. Niet is immers gebleken dat het onjuiste adres op de facturen in de weg heeft gestaan aan uitbetaling daarvan, terwijl de brief van 19 april 2021 wel aan het juiste adres is gezonden en daarvoor ook al e-mailcorrespondentie over deze kwestie heeft plaatsgevonden.
3.4.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
€
6.186,07
- rente
€
95,93
- buitengerechtelijke incassokosten
€
828,01
+
Totaal
€
7.110,01
3.5.
[gedaagde] is de partij die grotendeels ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van OCA Zorg als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
€
130,48
- griffierecht
€
514,00
- salaris gemachtigde
€
660,00
(2,00 punten × € 330,00)
Totaal
€
1.304,48
4.De beslissing
De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan OCA Zorg te betalen een bedrag van € 7.110,01, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 6.186,07, met ingang van 24 maart 2023, tot de dag van volledige betaling, met dien verstande dat indien [gedaagde] inmiddels bedragen heeft doorbetaald, deze op het verschuldigde bedrag in mindering strekken,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van OCA Zorg tot dit vonnis vastgesteld op € 1.304,48,
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Horsthuis en in het openbaar uitgesproken op 6 september 2023.
520 \ 918