ECLI:NL:RBGEL:2023:5408

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
4 september 2023
Publicatiedatum
2 oktober 2023
Zaaknummer
10669469 \ VV EXPL 23-118
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil over toegang tot gehuurde kamer en ontruimingsvordering

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Gelderland, is een voorlopige voorziening aangevraagd door De Gelderse Stichting voor Beheer en Bewindvoering (GSBB q.q.) in haar hoedanigheid als bewindvoerder over de goederen van een onderbewindgestelde. De onderbewindgestelde huurt sinds 1 december 2020 een kamer van de gedaagde partij, die begin 2023 beschuldigingen heeft geuit over ongewenste bezoekers in de woning. De gedaagde heeft de huurovereenkomst opgezegd en de toegang tot de kamer ontzegd, wat leidde tot de procedure. Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen een regeling getroffen, waardoor de gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten. De vordering tot ontruiming werd afgewezen, omdat niet voldoende aannemelijk was dat deze in een bodemprocedure zou worden toegewezen. De kantonrechter heeft de proceskosten aan de zijde van GSBB q.q. toegewezen, maar de gedaagde werd in reconventie in het ongelijk gesteld, wat leidde tot een afwijzing van de ontruimingsvordering.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 10669469 \ VV EXPL 23-118 \ 512 \ 918
uitspraak van 4 september 2023
vonnis in kort geding
in de zaak van
De Gelderse Stichting voor Beheer en Bewindvoering in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [onderbewindgestelde]
wonende te [plaats]
eisende partij in conventie
gedaagde partij in reconventie
gemachtigde mr. P.G.W. van Wees
toevoegingsnummer 2GR1379
tegen
[ged.conv./eis.reconv.]
wonende te [plaats]
gedaagde partij in conventie
eisende partij in reconventie
procederend in persoon
Partijen worden hierna GSBB q.q. en [ged.conv./eis.reconv.] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 22 augustus 2023 met producties
- het e-mailbericht van 22 augustus 2023 met producties van [ged.conv./eis.reconv.]
- het e-mailbericht van 24 augustus 2023 met producties van [ged.conv./eis.reconv.]
- de mondelinge behandeling van 25 augustus 2023 mede inhoudende de door [ged.conv./eis.reconv.] tijdens de zitting overgelegde verklaring.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[onderbewindgestelde] huurt sinds 1 december 2020 van [ged.conv./eis.reconv.] een kamer aan de [adres+plaats] (het gehuurde).
2.2.
De goederen van [onderbewindgestelde] zijn onder bewind gesteld met benoeming van GSBB q.q. tot bewindvoerder.
2.3.
[ged.conv./eis.reconv.] heeft [onderbewindgestelde] begin 2023 aangeschreven met de mededeling dat hij mensen zou toelaten tot de woning die daar niet horen, zoals criminelen, sekswerkers en drugsgebruikers.
2.4.
De gemachtigde van GSBB q.q. heeft voornoemde aantijgingen betwist.
2.5.
Bij brief van 19 juli 2023 heeft [ged.conv./eis.reconv.] [onderbewindgestelde] bericht dat hij de woning moet verlaten omdat hij de kamer zou laten gebruiken door seks-klanten en overlast veroorzaakt. De huurovereenkomst is daarbij door [ged.conv./eis.reconv.] opgezegd.
2.6.
De gemachtigde van GSBB q.q. heeft de aantijgingen wederom betwist en de opzegging vernietigd.
2.7.
Op 20 augustus 2023 heeft [onderbewindgestelde] (na een bezoek aan zijn zus) geconstateerd dat de sloten van het pand zijn veranderd, waardoor hij geen toegang meer heeft tot zijn woning en kamer. Ook lijkt hij door het raam te kunnen zien dat de kamer (deels) is ontruimd.
2.8.
Op 21 augustus 2023 heeft de gemachtigde van GSBB q.q. [ged.conv./eis.reconv.] bericht dat hij [onderbewindgestelde] toegang tot het gehuurde moet verschaffen. Daaraan is geen gehoor gegeven.

3.De vordering en het verweer in conventie

3.1.
GSBB q.q. vordert bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
[ged.conv./eis.reconv.] onmiddellijk te gebieden [onderbewindgestelde] toegang te geven en te blijven geven tot het gehuurde, en aldus [ged.conv./eis.reconv.] te gebieden het bepaalde in de huurovereenkomst na te komen, dit, bij weigering of uitblijven van die toegang op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag met een maximum van € 20.000,00;
[ged.conv./eis.reconv.] te veroordelen in de kosten van deze procedure, en ook in die van eventuele kosten van executie van het vonnis.
3.2.
GSBB q.q. legt aan haar vordering ten grondslag dat er geen sprake is van een rechtsgeldige reden voor [ged.conv./eis.reconv.] om [onderbewindgestelde] de toegang tot het gehuurde te weigeren. De huurovereenkomst is niet geëindigd. GSBB q.q. vordert daarom nakoming van de huurovereenkomst op straffe van verbeurte van een dwangsom.
3.3.
[ged.conv./eis.reconv.] voert hiertegen verweer.
[ged.conv./eis.reconv.] betwist dat hij de sloten heeft gewijzigd en goederen uit de kamer heeft verwijderd. [onderbewindgestelde] gedraagt zich bovendien niet als goed huurder.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, waar nodig voor de behandeling van de zaak, nader ingegaan.

4.De vordering en het verweer in reconventie

4.1.
[ged.conv./eis.reconv.] vordert de ontruiming van het gehuurde.
4.2.
[ged.conv./eis.reconv.] legt aan zijn vordering ten grondslag dat [onderbewindgestelde] zich niet als goed huurder gedraagt. Hij zorgt voor overlast.
4.3.
GSBB q.q. betwist dat [onderbewindgestelde] zich niet als goed huurder gedraagt en voor overlast zorgt.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, waar nodig voor de beoordeling van de zaak, nader ingegaan.

5.De beoordeling in conventie en in reconventie

5.1.
Omdat de vorderingen in conventie en in reconventie nauw met elkaar samenhangen, bespreekt de kantonrechter deze gezamenlijk.
5.2.
Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen een regeling getroffen om [onderbewindgestelde] toegang te verschaffen tot het gehuurde. GSBB q.q. heeft om die reden haar vordering zoals omschreven onder 3.1. sub a ingetrokken.
In conventie
5.3.
Aldus dient de kantonrechter in conventie enkel nog te beslissen op de gevorderde proceskostenveroordeling.
Nu GSBB q.q. een procedure heeft moeten starten om [ged.conv./eis.reconv.] te bewegen [onderbewindgestelde] toegang te verlenen tot het gehuurde heeft GSBB q.q. [ged.conv./eis.reconv.] terecht gedagvaard en moet [ged.conv./eis.reconv.] de proceskosten betalen.
Wegens het ontbreken van een wettelijke grondslag is een kostenveroordeling met de verplichting tot betaling van de voorgeschoten explootkosten niet mogelijk.
De gevorderde nakosten worden toegewezen tot het maximum van € 132,00, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.
In reconventie
5.4.
Bij toewijzing van een vordering tot ontruiming in kort geding wordt grote terughoudendheid betracht. Bovendien is in een kort gedingprocedure geen plaats voor een diepgaand onderzoek naar de betwiste feiten. Voor toewijzing van een dergelijke vordering zal dan ook slechts plaats zijn, indien met grote mate van waarschijnlijkheid kan worden aangenomen dat in een bodemprocedure eveneens de ontruiming zal worden bevolen, terwijl verder sprake moet zijn van een zodanig ernstige tekortkoming dat de beslissing in de bodemzaak niet kan worden afgewacht.
5.5.
GSBB q.q. heeft betwist dat [onderbewindgestelde] zich niet als goed huurder heeft gedragen. Namens [onderbewindgestelde] is aangevoerd dat hij weliswaar af en toe bezoek ontvangt, maar niet zorgt voor overlast, hij zijn sleutel aan niemand heeft afgegeven en de door [ged.conv./eis.reconv.] in het geding gebrachte foto’s en filmpjes geen betrekking hebben op zijn kamer.
Gelet op deze betwisting is in deze procedure – waarin voor uitgebreide bewijslevering geen plaats is – voorshands niet voldoende aannemelijk geworden dat de ontruiming in een bodemprocedure zal worden toegewezen.
5.6.
[ged.conv./eis.reconv.] wordt in reconventie eveneens in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. Gelet op de samenhang met de vordering in reconventie en de beperkte aandacht die aan de vordering in reconventie is besteed, begroot de kantonrechter de proceskosten in reconventie aan de zijde van GSBB q.q. op nihil.
6. De beslissing
De kantonrechter
rechtdoende als voorzieningenrechter
in conventie:
6.1.
veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] in de proceskosten aan de zijde van GSBB q.q., tot op heden begroot op € 529,00 aan salaris voor de gemachtigde en € 132,00 aan nakosten, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
6.2.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
6.3.
wijst het meer of anders gevorderde af;
In reconventie:
6.4.
wijst het gevorderde af;
6.5.
veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] in de proceskosten aan de zijde van GSBB q.q., tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. E. Horsthuis en in het openbaar uitgesproken op 4 september 2023.