ECLI:NL:RBGEL:2023:5349

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 april 2023
Publicatiedatum
26 september 2023
Zaaknummer
C/05/418360 / HO RK 23/319
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tijdelijke voorziening afkoelingsperiode in het kader van een besloten akkoordprocedure buiten faillissement

In deze beschikking van de Rechtbank Gelderland, uitgesproken op 28 april 2023, is een verzoek tot het afkondigen van een afkoelingsperiode ex artikel 376 van de Faillissementswet (Fw) behandeld. De verzoekster, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, heeft op 24 april 2023 een verklaring ex artikel 370 lid 3 Fw ter griffie gedeponeerd en gekozen voor een besloten akkoordprocedure buiten faillissement. Tevens heeft zij op dezelfde datum een verzoekschrift ingediend voor een afkoelingsperiode van vier maanden.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek het eerste verzoek is na de deponering van de startverklaring en dat de verzoekster de keuze heeft gemaakt voor een besloten akkoordprocedure. De rechtbank is bevoegd om deze procedure te openen, aangezien de verzoekster in Nederland is gevestigd. Gezien de spoedeisendheid van het verzoek, heeft de rechtbank bij wijze van tussenbeslissing de gevraagde afkoelingsperiode voorlopig verleend.

De afkoelingsperiode is van belang voor de verzoekster, omdat op 2 mei 2023 een faillissementsverzoek tegen haar zal worden behandeld. De rechtbank heeft bepaald dat de heer [schuldeiser], handelend als eenmanszaak onder de naam [onderneming], in de gelegenheid wordt gesteld om zijn zienswijze te geven voordat een eindbeslissing wordt genomen. De beschikking is openbaar uitgesproken en houdt in dat de bevoegdheid van derden tot verhaal op goederen van de verzoekster niet kan worden uitgeoefend zonder machtiging van de rechtbank, en dat de behandeling van het faillissementsverzoek wordt geschorst.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Team Insolventies – meervoudige kamer
tijdelijke voorziening afkoelingsperiode
zaak/rekestnummer: C/05/418360 / HO RK 23/319
uitspraakdatum: 28 april 2023
beschikking op het ingekomen verzoekschrift ex artikel 376 Faillissementswet (Fw) van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verzoekster] B.V.,
statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verzoekster,
advocaat: mr. G.J.M. Volders, kantoorhoudende te ‘s-Hertogenbosch.

1.De procedure

1.1.
Verzoekster heeft op 24 april 2023 een verklaring ex artikel 370 lid 3 Fw ter griffie gedeponeerd.
1.2.
Verzoekster heeft gekozen voor een besloten akkoordprocedure buiten faillissement.
1.3.
Eveneens op 24 april 2023 heeft verzoekster ter griffie een verzoekschrift ingediend tot het afkondigen van een afkoelingsperiode ex artikel 376 Fw voor een periode van vier maanden.

2.Het verzoek

2.1.
Verzoekster doet een verzoek tot het afkondigen van een afkoelingsperiode ex artikel 376 Fw. Verzoekster is voornemens een akkoord als bedoeld in artikel 370 lid 1 Fw aan haar schuldeisers aan te bieden. Verzoekster streeft vooralsnog ernaar om het akkoord binnen een termijn van twee maanden aan te bieden.
2.2.
Verzoekster heeft (een spoedeisend) belang bij een afkoelingsperiode, omdat op 2 mei 2023 de behandeling van een door de heer [schuldeiser] , handelend als eenmanszaak onder de naam [onderneming] , tegen verzoekster ingediend faillissementsverzoek zal plaatsvinden.

3.De beoordeling

Eerste verzoek en bevoegdheid
3.1.
De rechtbank stelt allereerst vast dat het onderhavige verzoek het eerste verzoek is dat verzoekster aan de rechtbank heeft voorgelegd na het deponeren van de startverklaring. Dat betekent dat de rechtbank thans dient vast te stellen welk soort akkoordprocedure als bedoeld in artikel 369 lid 6 Fw is gekozen bij de voorbereiding van het akkoord. Vervolgens dient de
rechtbank te beoordelen of aan haar de rechtsmacht en relatieve bevoegdheid toekomen om van het verzoek kennis te nemen.
3.2.
Verzoekster heeft de keuze gemaakt voor een besloten akkoordprocedure.
3.3.
Verzoekster is gevestigd in Nederland en meer specifiek in de gemeente [vestigingsplaats] . De rechtbank is daarom, gelet op het bepaalde in artikel 369 lid 7 aanhef en onder b Fw jo. artikel 3 Rv jo. artikel 1:10 lid 2 BW, bevoegd deze procedure te openen.
Afkoelingsperiode
3.4.
Gelet op de gestelde spoedeisendheid zal, bij wijze van tussenbeslissing, de gevraagde afkoelingsperiode, zoals in het dictum omschreven, voorlopig worden verleend.
3.5.
Nu een afkoelingsperiode met name de heer [schuldeiser] , handelend als eenmanszaak onder de naam [onderneming] , in zijn belangen treft, zal hij in de gelegenheid worden gesteld op het verzoek te worden gehoord alvorens een eindbeslissing wordt gegeven.

4.De beslissing

De rechtbank:
- kondigt bij wijze van tijdelijke voorziening per heden een afkoelingsperiode af zoals bedoeld in artikel 376 Fw voor de periode totdat bij eindbeslissing op het verzoek is beslist, die inhoudt:
- dat elke bevoegdheid van derden tot verhaal op goederen die tot het vermogen van verzoekster behoren of tot opeising van goederen die zich in de macht van verzoekster bevinden, niet kan worden uitgeoefend dan met machtiging van de rechtbank, mits die derden geïnformeerd zijn over de afkondiging van de afkoelingsperiode of op de hoogte zijn van het feit dat een akkoord wordt aangeboden,
- dat de behandeling op 2 mei 2023 van het door de heer [schuldeiser] , handelend als eenmanszaak onder de naam [onderneming] , jegens verzoekster ingediende verzoek tot faillietverklaring wordt geschorst;
- bepaalt dat de behandeling van het verzoek tot afkondiging van een afkoelingsperiode zal plaatsvinden ter zitting van de rechtbank Gelderland op
vrijdag 12 mei 2023 om 14.00 uurvia een videoverbinding, voor de rechters mr. J.H. Steverink, mr. C.A.M. de Bruijn en mr. B.A. Cnossen;
- bepaalt dat verzoekster onverwijld aan de heer [schuldeiser] , handelend als eenmanszaak onder de naam [onderneming] , een kopie van deze beschikking zal toezenden en hem wijst op de mogelijkheid om via een bij de griffier van de rechtbank Gelderland op te vragen link deel te nemen aan de zitting en zijn zienswijze te geven;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.H. Steverink, voorzitter, mr. C.A.M. de Bruijn en mr. B.A. Cnossen, rechters, en in aanwezigheid van mr. W.J. van ‘t Spijker, griffier, in het openbaar uitgesproken op 28 april 2023.