In deze beschikking van de Rechtbank Gelderland, uitgesproken op 28 april 2023, is een verzoek tot het afkondigen van een afkoelingsperiode ex artikel 376 van de Faillissementswet (Fw) behandeld. De verzoekster, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, heeft op 24 april 2023 een verklaring ex artikel 370 lid 3 Fw ter griffie gedeponeerd en gekozen voor een besloten akkoordprocedure buiten faillissement. Tevens heeft zij op dezelfde datum een verzoekschrift ingediend voor een afkoelingsperiode van vier maanden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek het eerste verzoek is na de deponering van de startverklaring en dat de verzoekster de keuze heeft gemaakt voor een besloten akkoordprocedure. De rechtbank is bevoegd om deze procedure te openen, aangezien de verzoekster in Nederland is gevestigd. Gezien de spoedeisendheid van het verzoek, heeft de rechtbank bij wijze van tussenbeslissing de gevraagde afkoelingsperiode voorlopig verleend.
De afkoelingsperiode is van belang voor de verzoekster, omdat op 2 mei 2023 een faillissementsverzoek tegen haar zal worden behandeld. De rechtbank heeft bepaald dat de heer [schuldeiser], handelend als eenmanszaak onder de naam [onderneming], in de gelegenheid wordt gesteld om zijn zienswijze te geven voordat een eindbeslissing wordt genomen. De beschikking is openbaar uitgesproken en houdt in dat de bevoegdheid van derden tot verhaal op goederen van de verzoekster niet kan worden uitgeoefend zonder machtiging van de rechtbank, en dat de behandeling van het faillissementsverzoek wordt geschorst.