ECLI:NL:RBGEL:2023:5283

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 september 2023
Publicatiedatum
21 september 2023
Zaaknummer
05.031983.23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 21-jarige man uit Bulgarije voor poging tot doodslag, verkrachting, mishandeling en diefstal

Op 21 september 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in de zaak tegen een 21-jarige man uit Bulgarije, die werd beschuldigd van meerdere ernstige misdrijven, waaronder poging tot doodslag, verkrachting, mishandeling en diefstal. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar. De zaak kwam voort uit een incident op 10 januari 2023 in Tiel, waar de verdachte zijn (achter)tante, [aangeefster 1], meerdere malen met een metalen stofzuigerstang en gebalde vuisten heeft geslagen, haar heeft bedreigd met de dood en haar vervolgens heeft verkracht door een bezemsteel in haar anus te duwen. Daarnaast heeft hij zijn vriendin, [aangeefster 2], mishandeld. De rechtbank oordeelde dat de verdachte door zijn gewelddadige en vernederende gedrag ernstige schade heeft toegebracht aan de slachtoffers, zowel lichamelijk als psychisch. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de jonge leeftijd van de verdachte en zijn spijtbetuigingen, maar oordeelde dat de ernst van de feiten een langdurige gevangenisstraf rechtvaardigt. De benadeelde partij, [aangeefster 1], heeft een schadevergoeding van € 7.717,00 toegewezen gekregen, inclusief materiële schade en smartengeld.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05.031983.23
Datum uitspraak : 21 september 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2002 in [geboorteplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de [verblijfplaats] .
Raadsman: mr. R.M. Noorlander, advocaat in Zutphen, namens mr. V.A. Vitanov, advocaat in Den Haag.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging en een vordering tot nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 10 januari 2023 te Tiel, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [aangeefster 1] het leven te beroven, die [aangeefster 1] meerdere malen met een brandblusser en/of een (stofzuiger)stang, in elk geval met een of meerdere voorwerp(en), en/of met gebalde vuist(en) en/of met kracht op/tegen/in het gezicht, althans op/tegen het hoofd, en/of borstkast en/of rib(ben) en/of buik, althans tegen het lichaam, heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of naar de grond gewerkt en/of al liggend op de grond tegen het lichaam van die [aangeefster 1] heeft geslagen en/of geschopt en/of daarbij heeft gezegd: ‘Nu ga je dood. Nu zul je doodgaan’, althans woorden van gelijke aard of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 januari 2023 te Tiel, aan [aangeefster 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een bloeding in het hoofd en/of een bloeding van het longvlies en/of een of meerdere breuk(en) aan de oogkas en/of de jukbeen/jukboog en/of de (onder)kaak en/of de kaakholte en/of de neus en/of de rib(ben), heeft toegebracht door die [aangeefster 1] meerdere malen met een brandblusser en/of een(stofzuiger)stang, in elk geval een of meerdere voorwerp(en), en/of met gebalde vuist(en) en/of met kracht op/in/tegen het gezicht, althans op/tegen het hoofd, en/of borstkast en/of rib(ben) en/of buik, althans tegen het lichaam, te slaan en/of te stompen en/of te schoppen;
2
hij op of omstreeks 10 januari 2023 te Tiel, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [aangeefster 1] gedwongen tot het ondergaan van handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam, te weten dat hij, verdachte,
- die [aangeefster 1] meerdere malen met een brandblusser en/of een (stofzuiger)stang, in elk geval een of meerdere voorwerp(en), en/of met gebalde vuist(en) en/of met kracht op/tegen/in het gezicht, althans op/tegen het hoofd, en/of borstkast en/of rib(ben) en/of buik, althans tegen het lichaam, heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of naar de grond gewerkt en/of al liggend op de grond tegen het lichaam van die [aangeefster 1] heeft geslagen en/of geschopt en/of
- (het onverhoeds) de onderbroek van die [aangeefster 1] naar beneden heeft getrokken en/of
- (het onverhoeds) een (stofzuiger)stang en/of een (bezem)steel, in elk geval een voorwerp, in de anus van die [aangeefster 1] heeft gebracht/geduwd;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 januari 2023 te Tiel, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [aangeefster 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [aangeefster 1] , te
weten dat hij, verdachte,
- die [aangeefster 1] meerdere malen met een brandblusser en/of een (stofzuiger)stang, in elk geval een of meerdere voorwerp(en), en/of met gebalde vuist(en) en/of met kracht op/tegen/in het gezicht, althans op/tegen het hoofd, en/of borstkast en/of rib(ben) en/of buik, althans tegen het lichaam, heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of naar de grond gewerkt en/of al liggend op de grond tegen het lichaam van die [aangeefster 1] heeft geslagen en/of geschopt en/of
- (het onverhoeds) de onderbroek van die [aangeefster 1] naar beneden heeft
getrokken en/of
- (het onverhoeds) een (stofzuiger)stang en/of een (bezem)steel, in elk geval een voorwerp, tegen de anus en/of tegen de huid rondom de anus en/of tussen de billen, met kracht, heeft geduwd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 januari 2023 te Tiel, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [aangeefster 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen een (stofzuiger)stang en/of een (bezem)steel, in elk geval een voorwerp, in de anus van die [aangeefster 1] heeft gebracht/geduwd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3
hij op of omstreeks 9 januari 2023 te Tiel, [aangeefster 1] heeft mishandeld door die [aangeefster 1] een of meerdere malen (met kracht) met gebalde vuist(en), althans met hand(en), op/tegen/in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan en/of te stompen en/of te schoppen;
4
hij op of omstreeks 9 januari 2023 te Tiel, zijn levensgezel, [aangeefster 2] , heeft mishandeld door die [aangeefster 2] een of meerdere malen (met kracht) met gebalde vuist(en), althans met hand(en), op/tegen/in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of lichaam te slaan en/of te stompen en/of te schoppen en/of aan de haren te trekken;
5
hij in of omstreeks de periode van 10 januari 2023 tot en met 12 januari 2023 te Tiel en/of Hamm en/of Kassel, althans in Nederland en/of Duitsland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag, toebehorende aan [aangeefster 1] , zulks nadat hij, verdachte, dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik had gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door meerdere malen, althans eenmaal, (contactloos) te pinnen met de bankpas van die [aangeefster 1] , tot het gebruik waarvan hij, verdachte, niet gerechtigd was;
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Feit 1
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte heeft op 10 januari 2023 in Tiel meerdere malen met een metalen stofzuigerstang en met gebalde vuisten [aangeefster 1] in het gezicht en tegen haar lichaam, waaronder haar borstkas, ribben en buik, geslagen en met zijn voeten tegen haar lichaam geschopt. Nadat hij haar naar de grond had gewerkt heeft verdachte [aangeefster 1] nog meer geslagen en geschopt. Daarbij sprak hij de woorden “Nu ga jij dood, nu zul je doodgaan”, of woorden van gelijke strekking. [2]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de primair ten laste gelegde poging tot doodslag.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken van feit 1. Van de primair ten laste gelegde poging tot doodslag is geen sprake omdat verdachte niet de aanmerkelijke kans op het overlijden van [aangeefster 1] heeft aanvaard. Van de subsidiair ten laste gelegde zware mishandeling is geen sprake omdat [aangeefster 1] geen zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen.
De beoordeling door de rechtbank
Bij feit 1 gaat het in essentie om de vraag of verdachte opzettelijk heeft geprobeerd [aangeefster 1] om het leven te brengen (poging tot doodslag, het primaire feit), dan wel, als dat niet bewezen is, of hij [aangeefster 1] zwaar heeft mishandeld (zware mishandeling, het subsidiaire feit).
Opzet in voormelde zin omvat naast het zogenaamde ‘vol opzet’ waarbij verdachte handelde ter uitvoering van een daadwerkelijk besluit om [aangeefster 1] om het leven te brengen ook het zogenaamde ‘voorwaardelijk opzet’. Voor het aannemen van voorwaardelijk opzet is vereist dat verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat [aangeefster 1] zou komen te overlijden.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte door zijn handelwijze, zoals hiervoor bij de feiten omschreven, de aanmerkelijke kans in het leven geroepen dat [aangeefster 1] zou komen te overlijden. De rechtbank verwijst hierbij ook naar de door dr. L.M. Spooren, forensisch arts KNMG, opgestelde letselrapportage. In dit rapport is onder meer het volgende opgenomen:
“Bij beeldvormend onderzoek (CT-scans en röntgenfoto’s) waren verder zichtbaar:
- een bloeding aan de rechterzijde van het hoofd tussen het harde hersenvlies en de hersenen tot aan de voor-achterwaartse plooi van het harde hersenvlies tussen de linker en de rechter hersenhelft;
- een botbreuk van de neus, verder botbreuken aan de rechterzijde van het gelaat: in de zijwand van de oogkas, in de bodem van de oogkas, in de voorwand van de kaakholte, in de achterwand van de kaakholte, in de jukboog, in de onderkaak, in het voorste uitsteeksel van de onderkaak waar het met de bovenkaak verbonden is. Als gevolg van deze laatste botbreuk was sprake van een bloeduitstorting in de naastliggende spier;
- Vier botbreuken van de ribben: aan de voorzijde van de rechter 3e, 4e en 5e rib en aan de achterzijde van de rechter 11e rib. Als gevolg hiervan was sprake van een bloeding in het longvlies dat tegen de borstkas aan ligt en beschadiging van het longweefsel in de onderkwab van de rechter long.
(…)
Bij mevrouw [aangeefster 1] was sprake van:

1. Een bloeding tussen het harde hersenvlies en de hersenen;

2. Meerdere botbreuken van het gelaat en meerdere botbreuken van de ribben;

3. Een bloeding van het longvlies en beschadiging van het longweefsel van de rechter long secundair aan de botbreuken van de ribben;

4. Meerdere onderhuidse bloeduitstortingen;

5. Meerdere huidbeschadigingen: een oppervlakkige huidbeschadiging op de rechter kaakrand, een diepe schaafwond op het midden van de onderrug, een scheurwond vlak boven de anus.

(…)
Vraag 11: Wat is de ernst van de verschillende letsels?
(…)
Bloeding tussen het harde hersenvlies en de hersenen
Indien er een grotere bloeding was geweest, met meer bloed tussen het harde hersenvlies en de hersenen, was er een risico dat het bloed druk gaat uitoefenen op het hersenweefsel. Het hersenweefsel kan daardoor gaan zwellen (‘hersenoedeem’) en beschadigen. Dit is een levensbedreigende situatie. Ook indien een spoedoperatie plaatsvindt om het bloed te laten afvloeien en zo de druk op het hersenweefsel te verlagen is het onzeker of (volledig) herstel zal optreden. De gevolgen kunnen dan, afhankelijk van het wel of niet optreden van hersenschade en de ernst daarvan, variëren van een operatielitteken op het hoofd via lichte of ernstige invaliditeit met langdurige revalidatie en levensbedreigende complicaties tot overlijden.
Debotbreuken van het gelaathielden een risico in van schade aan gevoelszenuwen en motorische zenuwen van het gelaat (bewegen van de rechter wang, het rechter onderste ooglid) en van schade aan het rechter oog (oogbewegingen, zicht in het rechter oog) als gevolg van de botbreuken van het gelaat.
Ook was er een risico op infecties in de diepere weefsels van het gelaat die normaal gesproken niet aan de (inademings)lucht worden blootgesteld, maar die nu, door de botbreuken in het gelaat, wel met de (inademings)lucht in verbinding stonden.
Debotbreuken van de ribbenhielden een risico in van schade aan onderliggende inwendige organen (rechter long, nier, lever). Er was een risico op een klaplong rechts, een conditie die medisch ingrijpen noodzakelijk zou hebben gemaakt.
Indien long, nier en/of lever als gevolg van de schade flink gaan bloeden (‘inwendige bloedingen’) bestaat het risico op overlijden als gevolg van een verbloedingsshock, waarbij een spoedoperatie noodzakelijk kan zijn; echter ook dan blijft een reëel risico op overlijden door een verbloedingsshock bestaan.” [3]
De vraag is dan of verdachte ook willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat [aangeefster 1] zou komen te overlijden.
De rechtbank wijst in dit verband in de eerste plaats erop dat uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte [aangeefster 1] zonder enige terughoudendheid en op een uiterst gewelddadige wijze heeft mishandeld, door haar met een metalen stofzuigerstang en met gebalde vuisten in het gezicht en tegen haar lichaam, waaronder haar borstkas, ribben en buik, te slaan, en met zijn voeten tegen haar lichaam te schoppen. Verdachte is hiermee doorgegaan nadat hij [aangeefster 1] naar de grond had gewerkt. Bovendien heeft verdachte tijdens de mishandeling van [aangeefster 1] tegen haar gezegd: “Nu ga jij dood, nu zul je doodgaan”, of woorden van gelijke strekking.
Verder wijst de rechtbank erop dat verdachte heeft verklaard dat hij, toen hij thuiskwam, [aangeefster 1] ‘nu echt in elkaar zou gaan slaan’ en dat hij, nadat hij de deur van de kamer had dicht gedaan, [aangeefster 1] “heel wreed” ging slaan en schoppen. [4]
Voorts wijst de rechtbank op een telefoongesprek dat verdachte heeft gevoerd in de nacht van 11 januari 2023 vanuit Duitsland, waar hij na het incident naar toe was gevlucht. Verdachte heeft in dat gesprek onder meer het volgende tegen ‘broer’ gezegd:

Ik heb [naam 1] / [naam 1] (fon.) kapotgeslagen. Ik ben gevlucht en ben bij tante [naam 2] (fon.). (…)
Ik verloor de controle, broer, ik heb in alle bochten vanaf Ali Baba (fon., vermoed. locatienaam) tot mijn woning met 100 km gereden. Je mag het wel of niet geloven. Gelukkig was er [naam 3] , broer. Anders had ik haar vermoord, ik meen het. Ik zweer het. (…) Ik heb [naam 1] haar tanden en alles weggeslagen, broer, ik heb haar vermoord.” [5]
Ten slotte wijst de rechtbank op de verklaring van getuige en toenmalige levensgezel van verdachte, [aangeefster 2] . Zij zag dat verdachte [aangeefster 1] sloeg en schopte en dat hij haar ook met de stofzuigerstang sloeg. [aangeefster 2] zag verder dat het heel pijnlijk was voor [aangeefster 1] . Het gebeurde op de kamer en in de gang. Verdachte had [aangeefster 1] vaak op de rug geslagen, maar ook op de handen en armen. Op de vraag van verbalisanten of verdachte tijdens het slaan ook nog iets zei, antwoordde [aangeefster 2] :

Ik zou voor jou vastzitten. Dat betekent ik ga je vermoorden en ik ga je zo niet laten. [6]
De rechtbank is van oordeel dat de gedragingen van verdachte naar hun uiterlijke verschijningsvorm zozeer gericht zijn op het toebrengen van dodelijk letsel, dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans daarop bewust heeft aanvaard. Er is dan ook op zijn minst genomen sprake van voorwaardelijk opzet.
Concluderend acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de primair ten laste gelegde poging tot doodslag op [aangeefster 1] .
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte [aangeefster 1] heeft geslagen met een brandblusser. De rechtbank zal hem daarom vrijspreken van dit onderdeel van de tenlastelegging.
Feit 2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de primair ten laste gelegde verkrachting.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van verkrachting, nu er geen sprake is geweest van seksueel binnendringen van de anus. Ten aanzien van de subsidiair ten laste gelegde poging tot verkrachting en de meer subsidiair ten laste gelegde poging tot zware mishandeling refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.
De beoordeling door de rechtbank
De vraag die de rechtbank allereerst dient te beantwoorden is of sprake is geweest van een voltooide verkrachting en meer in het bijzonder of sprake is geweest van het seksueel binnendringen van de anus van [aangeefster 1] . De rechtbank overweegt in dit verband het volgende.
Op 10 januari 2023, enkele uren nadat [aangeefster 1] op straat is aangetroffen, heeft de SEH-arts in het ziekenhuis in Tiel aan verbalisant [verbalisant 1] aangegeven dat [aangeefster 1] een bloeding heeft aan haar anus. [7] Enkele uren later heeft [aangeefster 1] op de IC van het ziekenhuis verklaard dat het letsel bij haar billen/vagina/onderlijf is veroorzaakt door een voorwerp en dat er bloed in haar onderbroek zit. [8] Op 12 januari 2023 heeft [aangeefster 1] verklaard dat verdachte iets in haar anus heeft gedaan, maar dat ze niet weet wat. [9] Op 20 januari 2023 heeft [aangeefster 1] verklaard dat verdachte haar onderbroek naar beneden trok, een stang in haar anus duwde en dat het veel pijn deed. [10] Getuige [aangeefster 2] heeft op 20 januari 2023 verklaard dat verdachte [aangeefster 1] ’s broek en onderbroek uitdeed en dat hij het harde deel van de stofzuigerslang bij [aangeefster 1] in beide kanten naar binnen deed. [11]
Verdachte heeft op 4 februari 2023 bij de politie verklaard:

Ik zei tegen [aangeefster 1] jij wilt de kut van mijn vrouw. Ik zou jou laten zien wat een penis is. Ik heb de deur van de wasruimte opengedaan, waar de wasmachine staat en waar ook een afwasbak is. Ik heb de plastic steel van de bezem, wat tussen de 50 en 90 centimeter lang is, grijs van kleur, met een diameter van 1 1/12 centimeter gepakt. Ik heb haar onderbroek naar beneden getrokken en heb de steel van de bezem bij haar naar binnen geduwd. Ik weet niet hoeveel naar binnen geduwd. (…) Ik heb de steel gewoon naar binnen gedaan.” [12]
Tijdens een forensisch onderzoek in de woning aan de [adres] te Tiel hebben verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] op de overloop in een hoek van het washok een bezem aangetroffen waarbij de steel op het oog soortgelijk kon zijn met twee delen van een grijze metalen buis die eerder in dezelfde woning waren aangetroffen voor de drempel van een kast en die vervolgens waren veiliggesteld. [13]
Op 11 januari 2023 is door forensisch arts P. Steens bij [aangeefster 1] een letselonderzoek uitgevoerd. In de in dat kader opgemaakte letselrapportage is onder meer het volgende opgenomen:

Lichaamsdeel: rug
Beschrijving: Rechter bil naast de bilnaad net boven de anus: scherp begrensde blauw paarse huidverkleuring van ongeveer 3 cm x 2 cm.
Op de overzichtsfoto van 13-1-2023 zowel links als rechts van de bilnaad een bruin paarse huidverkleuring, De huidverkleuring rechts van de bilnaad is nu ongeveer 3,5 cm x 4,5 cm.
Soort: bloeduitstorting.
Gemelde toedracht bij het letsel: tegen de grond gewerkt, geschopt en anus gepenetreerd met een onbekend voorwerp.
Past gemelde toedracht bij letsel: goed. (…)
Algemene ontstaanswijze: uitwendig inwerkende botsende dan wel samendrukkende kracht met of door een stomp (deel van een) voorwerp.
(…)
Lichaamsdeel: genitaliën.
Beschrijving: halfronde huidscheur vlak boven de anus.
Soort: scheurwond.
Gemelde toedracht bij het letsel: anale penetratie met onbekend voorwerp.
Past gemelde toedracht bij letsel: goed. (…)
Algemene ontstaanswijze: stomp inwerkende kracht met druk en overrekking van de huid. [14]
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de voorgaande bewijsmiddelen dat verdachte met een bezemsteel in de anus van [aangeefster 1] is binnengedrongen. Vanaf het eerste moment heeft [aangeefster 1] verklaard dat zij met een voorwerp is gepenetreerd, hetgeen wordt ondersteund door de verklaring van [aangeefster 2] . Verdachte heeft dit bij de politie ook erkend en daarbij een zeer authentieke verklaring afgelegd. Zo heeft hij heel specifiek verklaard dat het ging om een grijze, plastic bezemsteel van een bepaalde omvang en lengte die in de wasruimte stond. Deze bezemsteel is tijdens forensisch onderzoek in de woning ook daar aangetroffen. Uit de letselrapportage volgt bovendien dat het aangetroffen letsel, te weten een scherp begrensde blauw paarse huidverkleuring van ongeveer 3 cm x 2 cm op de rechter bil naast de bilnaad net boven de anus en een halfronde huidscheur vlak boven de anus goed past bij de gemelde toedracht, namelijk anale penetratie met een onbekend voorwerp.
Het nader rapport forensisch-medisch onderzoek van 16 juni 2023 spreekt de conclusie van de rechtbank niet tegen. Dit rapport geeft immers geen antwoord op de vraag óf met een voorwerp in de anus van [aangeefster 1] is binnengedrongen. Het rapport geeft slechts aan dat het mogelijk is dat (uitsluitend) aan de buitenkant met een voorwerp langs de huid is geschoven zonder dat penetratie van de anus heeft plaatsgevonden, maar laat het antwoord op voormelde vraag in het midden. [15]
Uit de bewijsmiddelen valt op zichzelf niet af te leiden hoe ver verdachte met de bezemsteel in de anus van [aangeefster 1] is binnengedrongen. Er heeft geen forensisch-medisch onderzoek plaatsgevonden naar inwendige sporen in het anale kanaal. Dat er geen bevindingen zijn gedaan die zouden kunnen wijzen op sporen van een voorwerp in het anale kanaal, zoals in genoemd nader rapport is opgenomen, kan erop wijzen dat er niet diep is binnengedrongen. Voor de rechtbank staat echter vast dat er sprake is geweest van binnendringen, gelet op de consistente verklaringen van [aangeefster 1] dat er zonder meer penetratie heeft plaatsgevonden en de aangetroffen verwondingen rond de anus. [aangeefster 1] heeft het als binnendringen ervaren en het handelen van verdachte was daarop ook gericht.
De rechtbank overweegt verder dat het hier gaat om het seksueel binnendringen van het lichaam. Deze term omvat ieder binnendringen van het lichaam met een seksuele strekking en daar is gelet op de hiervoor weergegeven verklaring van verdachte onmiskenbaar sprake van. Dat verdachte niet enig seksueel genot dan wel opwinding heeft ervaren en dat [aangeefster 1] bedoelde handeling niet als seksueel heeft ervaren is daarbij niet relevant.
Ten slotte overweegt de rechtbank dat verdachte [aangeefster 1] door geweld en een andere feitelijkheid heeft gedwongen tot het ondergaan van een handeling die bestond uit het seksueel binnendringen van het lichaam. Dit geweld en deze andere feitelijkheid bestonden uit het meerdere malen met een stofzuigerstang en/of met gebalde vuist(en) met kracht op/tegen/in het gezicht en borstkas en rib(ben) en buik van [aangeefster 1] slaan en/of stompen en/of schoppen en haar naar de grond werken en al liggend op de grond slaan en schoppen, alsmede het (onverhoeds) naar beneden trekken van de onderbroek van [aangeefster 1] en het vervolgens (onverhoeds) in de anus duwen van een (bezem)steel. [aangeefster 1] heeft zich als gevolg hiervan naar redelijke verwachting niet tegen de seksuele handeling kunnen verzetten, dan wel is zij door toedoen van verdachte in een zodanig bedreigende situatie gebracht dat zij zich daaraan niet heeft kunnen onttrekken.
De slotsom is dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de primair ten laste gelegde verkrachting van [aangeefster 1] .
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat er bij feit 1 en 2 sprake is van een voortgezette handeling ex artikel 56 Sr. Naar het oordeel van de rechtbank is daarvan geen sprake. Het gaat hier om poging tot doodslag en verkrachting, waarbij sprake is van verschillende wilsbesluiten en elkaar in tijd opvolgende gedragingen die niet zo nauw met elkaar samenhangen dat verdachte daarvan in wezen maar één verwijt kan worden gemaakt. De rechtbank merkt het feitencomplex juridisch gezien aan als meerdaadse samenloop.
Feit 3
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde mishandeling.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen bewijsverweer gevoerd.
De beoordeling door de rechtbank
Aangeefster [aangeefster 1] heeft verklaard dat verdachte op maandagavond 9 januari 2023 in Tiel een aantal keren met zijn vuist op haar gezicht heeft geslagen en dat zij toen van de stoel is gevallen. Toen is verdachte haar gaan schoppen. Verdachte raakte haar overal, in haar gezicht, op haar rug en op haar buik. Verdachte schopte er gewoon op los hoe het hem uitkwam. [16]
Getuige [getuige] heeft verklaard dat hij erbij was toen [verdachte] (verdachte) [aangeefster 1] heeft geslagen. [getuige] zag dat verdachte [aangeefster 1] bij de kleren pakte en haar naar de grond werkte. Vervolgens is verdachte haar gaan schoppen. Hij schopte tegen haar aan alsof ze een voetbal was. Hij schopte haar overal, ook tegen haar hoofd. Verdachte heeft [aangeefster 1] meerdere keren geschopt. [getuige] zag dat [aangeefster 1] pijn had en dat ze aan het huilen was. [17]
Verdachte heeft verklaard dat hij [aangeefster 1] twee, drie of vier keren met de vlakke hand heeft geslagen en dat hij tegen haar lichaam heeft geschopt. [18]
De rechtbank acht op grond van voormelde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 9 januari 2023 [aangeefster 1] heeft mishandeld.
Feit 4
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde mishandeling.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen bewijsverweer gevoerd.
De beoordeling door de rechtbank
Aangeefster [aangeefster 2] heeft verklaard dat verdachte, haar vriend, haar heeft geslagen met zijn vuisten en ook heeft geschopt. Hij gaf haar best veel klappen met kracht in het gezicht en op haar ogen. De meeste keren sloeg verdachte op haar hoofd. Haar hoofd was hierdoor gaan schudden en haar neus was gaan bloeden. [19]
Getuige [getuige] heeft verklaard dat hij er op maandagavond 9 januari 2023 in Tiel bij was toen [verdachte] (verdachte) [aangeefster 2] heeft geslagen. [getuige] zag dat verdachte [aangeefster 2] met de vlakke hand tegen haar gezicht sloeg en dat zij ook geschopt werd. [aangeefster 2] lag daarbij ook de op grond. Volgens [getuige] schopte verdachte [aangeefster 2] tegen haar hele lichaam. [20]
Verdachte heeft verklaard dat hij [aangeefster 2] , met wie hij toen een relatie had, met wie hij samenwoonde en die hij ten huwelijk had gevraagd, heeft geslagen met zijn handen. Met de vlakke hand sloeg hij [aangeefster 2] in haar gezicht. Ook heeft hij haar in haar zij geschopt en aan haar haren getrokken. [21]
De rechtbank acht op grond van voormelde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 9 januari 2023 zijn (toenmalige) levensgezel [aangeefster 2] heeft mishandeld.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat er bij feit 3 en 4 sprake is van een voortgezette handeling ex artikel 56 Sr. Naar het oordeel van de rechtbank is daarvan geen sprake. Het gaat hier om twee mishandelingen van verschillende personen, waarbij sprake is van verschillende wilsbesluiten en elkaar in tijd opvolgende gedragingen die niet zo nauw met elkaar samenhangen dat verdachte daarvan in wezen maar één verwijt kan worden gemaakt. De rechtbank merkt het feitencomplex juridisch gezien aan als meerdaadse samenloop.
Feit 5
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde diefstal, waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen bewijsverweer gevoerd.
De beoordeling door de rechtbank
Aangeefster [aangeefster 1] heeft verklaard dat haar bankpasje de dinsdagavond van het incident is zoekgeraakt. Zij heeft gezien dat er geld van haar rekening is afgehaald, maar dat heeft ze niet zelf gedaan. [22]
Het gaat om de volgende geldopnames:
- op 10 januari 2023 om 22:42 uur een bedrag van € 46,00 bij de [tankstation] in Tiel;
- op 11 januari 2023 om 03:52 een bedrag van € 150,00 bij [Bank] Hamm Bahnhof,
Duitsland;
- op 11 januari 2023 om 03:54 een bedrag van € 50,00 bij [Bank] Hamm Bahnhof, Duitsland;
- op 12 januari 2023 om 10:50 uur een bedrag van € 6,50 bij [winkel 1] Kassel,
Duitsland;
- op 12 januari 2023 om 11:31 uur een bedrag van € 7,50 bij [winkel 2] Kassel, Duitsland
met nummer 63290109;
- op 12 januari 2023 om 11:33 uur een bedrag van € 3,90 bij [winkel 2] Kassel, Duitsland
met nummer 63290109. [23]
Tankstation [tankstation] Tiel heeft camerabeelden van 10 januari 2023 ter beschikking gesteld. Verbalisant [verbalisant 4] heeft deze beelden bekeken en diverse screenshots daarvan vervaardigd. In het dossier bevindt zich een compilatie met een omschrijving hiervan. Om 22:40:47 uur ziet verbalisant [verbalisant 4] verdachte de shop van het tankstation binnenkomen (bijlage A). Om 22:41:33 uur is verdachte aan de beurt en staat hij bij de kassa. Verbalisant [verbalisant 4] ziet dat verdachte twee pakken sigaretten koopt en door middel van een pinpas contactloos afrekent. Verdachte doet deze betaling om 22:42:18 uur (bijlage C). De medewerker van het tankstation heeft de kassabon van dit moment bij de beelden gevoegd. Hierop is te zien dat er op 10 januari 2023 om 22:42:18 uur een betaling van € 46,00 wordt gedaan. Er worden twee pakken Marlboro Red 5XL 60 gekocht (bijlage D). [24]
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij € 150,00 van de pas van [aangeefster 1] heeft gepind en dat hij geen toestemming had van [aangeefster 1] om haar pas te gebruiken. [25]
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij twee pakjes sigaretten heeft gekocht met de bankpas van [aangeefster 1] . Verder heeft hij verklaard dat hij de pincode van de pas kende. [26]
De rechtbank acht op grond van voormelde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 10 tot en met 12 januari 2023 een geldbedrag van [aangeefster 1] heeft weggenomen, door meerdere malen zonder toestemming van die [aangeefster 1] met haar bankpas te pinnen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de navolgende tenlastegelegde feiten heeft begaan, te weten dat:
1
hij op
of omstreeks10 januari 2023 te Tiel, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [aangeefster 1] van het leven te beroven, die [aangeefster 1] meerdere malen met
een brandblusser en/ofeen (stofzuiger)stang,
in elk geval met een of meerdere voorwerp(en),en
/ofmet gebalde vuist(en)
en/ofmet kracht op/tegen/in het gezicht,
althans op/tegen het hoofd, en
/ofborstkas
ten
/ofrib(ben) en
/ofbuik,
althans tegen het lichaam, heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en
/ofhaar naar de grond gewerkt en
/ofal liggend op de grond tegen het lichaam van die [aangeefster 1] heeft geslagen en
/ofgeschopt en
/ofdaarbij heeft gezegd: ‘Nu ga je dood. Nu zul je doodgaan’, althans woorden van gelijke aard of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij op
of omstreeks10 januari 2023 te Tiel, door geweld en/
of (een
)andere feitelijkhe
(i
)d
(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en)[aangeefster 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van een handeling
(en)die bestond
(en)uit
of mede bestond(en) uithet seksueel binnendringen van het lichaam, te weten dat hij, verdachte,
- die [aangeefster 1] meerdere malen met
een brandblusser en/ofeen (stofzuiger)stang,
in elk geval een of meerdere voorwerp(en),en/of met gebalde vuist(en)
en/ofmet kracht op/tegen/in het gezicht,
althans op/tegen het hoofd, en
/ofborstkas
ten
/ofrib(ben) en
/ofbuik,
althans tegen het lichaam,heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en
/ofhaar naar de grond gewerkt en
/ofal liggend op de grond tegen het lichaam van die [aangeefster 1] heeft geslagen en
/ofgeschopt en
/of- (het onverhoeds) de onderbroek van die [aangeefster 1] naar beneden heeft getrokken en
/of- (het onverhoeds)
een (stofzuiger)stang en/ofeen (bezem)steel,
in elk geval een voorwerp, in de anus van die [aangeefster 1] heeft gebracht/geduwd;
3
hij op
of omstreeks9 januari 2023 te Tiel, [aangeefster 1] heeft mishandeld door die [aangeefster 1]
een ofmeerdere malen (met kracht) met gebalde vuist(en),
althans met hand(en),op/tegen/in het gezicht,
althans op/tegen het hoofden
/ofhet lichaam te slaan en/of te stompen en
/ofte schoppen;
4
hij op
of omstreeks9 januari 2023 te Tiel, zijn levensgezel, [aangeefster 2] , heeft mishandeld door die [aangeefster 2]
een ofmeerdere malen (met kracht) met gebalde vuist(en),
althans met hand(en),op/tegen/in het gezicht,
althans op/tegen het hoofden
/oflichaam te slaan en/of te stompen en
/ofte schoppen en
/ofaan de haren te trekken;
5
hij in
of omstreeksde periode van 10 januari 2023 tot en met 12 januari 2023 te Tiel en
/ofHamm en
/ofKassel,
althans in Nederland en/of Duitsland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag, toebehorende aan [aangeefster 1] , zulks nadat hij, verdachte, dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik had gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door meerdere malen,
althans eenmaal, (contactloos) te pinnen met de bankpas van die [aangeefster 1] , tot het gebruik waarvan hij, verdachte, niet gerechtigd was;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 primair:
Poging tot doodslag;
feit 2 primair:
Verkrachting;
feit 3:
Mishandeling;
feit 4:
Mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen zijn levensgezel;
feit 5:
Diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 8 jaren met aftrek van voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat mede gelet op de leeftijd van verdachte en de omstandigheden van het geval een straf gelijk aan het voorarrest met eventueel nog een voorwaardelijk strafdeel passend is. Voor zover de rechtbank tot een kortere gevangenisstraf zou komen dan de tijd die verdachte al in voorarrest heeft gezeten pleit de raadsman ervoor om de voorlopige hechtenis direct op te heffen en verdachte nog voor de uitspraak heen te zenden.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft op 9 januari 2023 met grof geweld [aangeefster 2] , zijn vriendin, en [aangeefster 1] zijn ‘tante’ (feitelijk een nicht van zijn moeder) mishandeld. Vervolgens heeft hij op 10 januari 2023 zich schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag van zijn tante. Hij heeft meerdere malen met een metalen stofzuigerstang en met gebalde vuisten in haar gezicht en tegen haar lichaam geslagen en met zijn voeten tegen haar lichaam geschopt. Nadat hij zijn tante naar de grond had gewerkt en zij weerloos op de grond lag, heeft verdachte haar nog meer geslagen en geschopt en daarbij gezegd dat zij dood zal gaan. Vervolgens heeft hij het uiteinde van een bezemsteel in de anus van zijn tante geduwd en zich daarmee schuldig gemaakt aan verkrachting. Door zijn handelen heeft verdachte zijn tante ernstige verwondingen toegebracht. Dat dit gewelddadige en vernederende gedrag daarbij een grote psychische impact op haar heeft gemaakt spreekt voor zich. Na het geweld en de verkrachting heeft verdachte ook nog geld van zijn tante gestolen door een aantal keer zonder toestemming met haar bankpas te pinnen.
Door zo te handelen heeft verdachte een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van zijn tante. Verdachte heeft zich in korte tijd schuldig gemaakt aan zeer ernstige feiten met grote gevolgen voor de slachtoffers. De rechtbank rekent dit alles verdachte zwaar aan.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het trajectconsult van het NIFP dat op 23 maart 2023 heeft plaatsgevonden. In dat consult is geen duidelijke psychopathologie naar voren gekomen. Volgens de GZ-psycholoog lijkt het tenlastegelegde een reactie van verdachte op het intieme contact dat zijn vriendin met zijn tante had en lijkt het niet door een psychotische toestand ingegeven. Verdachte heeft verklaard dat hij buiten zinnen raakte toen hij hoorde dat zijn vriendin en zijn tante seksueel contact met elkaar hadden en later nog meer toen zijn vriendin hem had verteld dat zijn tante zich aan haar zou hebben opgedrongen. Hij heeft aangegeven dat hij nu veel spijt heeft van zijn handelen.
Ook heeft de rechtbank gelet op het reclasseringsadvies van 17 juli 2023. De reclassering ziet geen mogelijkheden om met interventies of toezicht het risico op herhaling te beperken of het gedrag van verdachte te veranderen, omdat verdachte de Nederlandse taal niet machtig is en verdachte, zodra het kan, wil terugkeren naar Bulgarije. Verdachte heeft ook ter terechtzitting verklaard terug naar Bulgarije te willen om daar zijn leven op te pakken.
Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van de justitiële documentatie van 21 juli 2023. Daaruit volgt dat verdachte in Nederland niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit. Ook houdt de rechtbank rekening met de jonge leeftijd van verdachte ten tijde van het incident.
De straf
Bij het bepalen van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank gelet op de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS, waarin voor een verkrachting met ernstig geweld, zoals hier aan de orde, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier jaren als uitgangspunt wordt genomen. Weliswaar is er bij feit 1 (poging doodslag) en feit 2 (verkrachting) geen sprake van een voortgezette handeling, maar beide feiten komen wel voort uit dezelfde geweldsexplosie van verdachte. De rechtbank houdt hiermee in het voordeel van verdachte rekening.
Een gevangenisstraf waarvan het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan de voorlopige hechtenis, zoals door de raadsman bepleit, acht de rechtbank niet passend bij de ernst van de door verdachte gepleegde feiten. Naar het oordeel van de rechtbank is alleen een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats. Verdachte heeft excessief geweld gebruikt tegen zijn tante en haar anaal verkracht en daarnaast ook zijn vriendin mishandeld. Zijn tante heeft geluk gehad dat zij geen blijvend letsel heeft overgehouden aan de mishandelingen.
Gelet op het reclasseringsadvies ziet de rechtbank geen aanleiding aan verdachte een deels voorwaardelijke straf op te leggen.
Alles overwegend zal de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf opleggen van vijf jaren met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [aangeefster 1] heeft in verband met het feit onder nummer 1 primair en 2 primair een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 217,00 aan materiële schade en € 7.500,00 aan smartengeld, telkens vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Het standpunt van de officier van justitieDe officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdedigingDe verdediging refereert zich ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij aan het oordeel van de rechtbank.
De beoordeling door de rechtbank
Materiële schade
Naar het oordeel van de rechtbank staat voldoende vast dat de benadeelde partij schade heeft opgelopen als gevolg van het bewezenverklaarde. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
De kosten wegens ziekenhuisdaggeldvergoeding van € 217,00 staan in direct verband de delicten, zijn voldoende onderbouwd en komen redelijk voor. De in verband met deze post gevorderde schadevergoeding zal daarom worden toegewezen.
Smartengeld
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en wat ter onderbouwing van de vordering naar voren is gebracht, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde schade heeft geleden die binnen de reikwijdte van artikel 6:106 aanhef en onder b van het Burgerlijk Wetboek valt. Door de poging tot doodslag en de verkrachting heeft benadeelde immers lichamelijk letsel opgelopen. Onder andere een bloeding tussen het harde hersenvlies en de hersenen, meerdere botbreuken van het gelaat en van de ribben, een bloeding van het longvlies en beschadiging van het longweefsel van de rechter long, meerdere onderhuidse bloeduitstortingen en huidbeschadigingen en een scheurwond vlak boven de anus. Daarmee heeft verdachte een forse inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de benadeelde. Nu de benadeelde partij ook slachtoffer is van verkrachting, is ook op haar persoonlijke integriteit een zeer ernstige inbreuk gemaakt. Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van de feiten en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. De rechtbank acht het gevorderde bedrag van € 7.717,00 naar objectieve maatstaven billijk.
Verdachte is vanaf 10 januari 2023 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen totaalbedrag van € 7.717,00 aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.

9.De beoordeling van het beslag

De rechtbank zal de teruggave van de inbeslaggenomen delen van een lichtgrijze stang, een stuk rode telescoopbuis/stofzuigerstang en een brandblusser aan de rechthebbende gelasten omdat geen strafvorderlijk belang zich daartegen verzet.

10.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 36f, 45, 57, 242, 287, 300, 304 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

11.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 gelast de teruggave van twee delen van een lichtgrijze stang, een stuk rode telescoopbuis/stofzuigerstang en een brandblusser aan de rechthebbende;
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 1 primair en 2 primair tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [aangeefster 1] van
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 legt aan verdachte de
verplichting op om aan de Staat te betalen, ten behoeve van benadeelde partij [aangeefster 1] , een bedrag van
€ 217,00aan materiële schade en
€ 7.500,00aan smartengeld,
telkensvermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 januari 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 73 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. T.P.E.E. van Groeningen (voorzitter), mr. G.J. Meijer en
mr. M. Wevers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. van Gameren, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 september 2023.
De griffier is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 5] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023015835, gesloten op 20 maart 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte, p. 35, proces-verbaal van verhoor aangever [aangeefster 1] , p. 43-44, proces-verbaal van verhoor getuige [aangeefster 2] , p. 162, proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 328-329 en de verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 7 september 2023.
3.Rapportage Forensisch-medisch onderzoek opgesteld door dr. L.M. Spooren d.d. 24 april 2023, p. 8, 10 en 18.
4.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 328.
5.Overzicht van alle tapgesprekken m.b.t. classificatie, vanaf 10 januari tot en met 19 januari 2023, p. 272.
6.Proces-verbaal van verhoor getuige [aangeefster 2] , p. 162.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 26.
8.Proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden, p. 31.
9.Proces-verbaal van aangifte, p. 35.
10.Proces-verbaal van verhoor aangever [aangeefster 1] , p. 44.
11.Proces-verbaal van verhoor getuige [aangeefster 2] , p. 162.
12.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 328.
13.Proces-verbaal forensisch onderzoek woning, p. 209.
14.Letselrapportage Forensische Geneeskunde GGD Gelderland Zuid opgesteld door forensisch arts P. Steens d.d. 11 januari 2023, p. 65 en 69.
15.Nader rapport Forensisch-medisch onderzoek opgesteld door dr. L.M. Spooren d.d. 16 juni 2023, p. 4.
16.Proces-verbaal van verhoor aangever [aangeefster 1] , p. 40.
17.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , p. 171-172.
18.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 323.
19.Proces-verbaal van verhoor getuige [aangeefster 2] , p. 148 en 150.
20.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , p. 172.
21.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 321, 323-324.
22.Proces-verbaal van verhoor aangever [aangeefster 1] , p. 49.
23.Schermafdrukken van de telefoon van aangever [aangeefster 1] , p. 52-57.
24.Proces-verbaal van bevindingen, p. 180-182 en 184.
25.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 329.
26.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 7 september 2023.