Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
(de rechtbank begrijpt uit het dossier dat dit [medeverdachte 1] betrof)op hem af gelopen. Man 1 wilde duidelijk wegkomen. [6]
(de rechtbank begrijpt uit het dossier dat dit [medeverdachte 2] betrof)[slachtoffer 2] met een fles wijn zou aanvallen
.De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat onvoldoende bewijs voorhanden is, waaruit volgt dat verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt aan enige geweldshandeling tegen [slachtoffer 3] . De rechtbank ziet dat anders.
3.De bewezenverklaring
of omstreeks17 januari 2023 te Doesburg tezamen en in vereniging met
een of meeranderen
, althans alleen[slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] heeft mishandeld door:
/of[slachtoffer 2]
en/of [slachtoffer 3]een of meerdere malen
op/tegen het hoofd, althans
op/tegen het lichaam te slaan/stompen;
op/tegen het hoofd, althans
op/tegen het lichaam te slaan;
of omstreeks17 januari 2023 te Doesburg tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleenopzettelijk en wederrechtelijk de deur en
/ofde muur en
/ofde huisraad (waaronder een tafel en
/ofkeukenkast
en/of speelgoed), in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 1]
, in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
),heeft vernield en/of beschadigd
en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
of omstreeks17 januari 2023 te Doesburg tezamen en in vereniging met
een of meeranderen
, althans alleen, in de woning
, het besloten lokaal en/of het besloten erf,gelegen aan de [adres 2] en in gebruik bij [slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 1] en
/ofdiens gezin,
althans bij een ander of anderen dan bij verdachte en/of zijn mededader(s), in gebruikwederrechtelijk is binnengedrongen
en/of zich niet op vordering van de rechthebbende aanstonds heeft/hebben verwijderd.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van het beslag
9.De beoordeling van de civiele vordering
- verdachte het oogmerk had het nadeel toe te brengen,
- de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen,
- de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad, of
- de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast.
10.De toegepaste wettelijke bepalingen
11.De beslissing
gevangenisstraf voor de duur van twee maanden;
twee maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren schuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
taakstraf van 200 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur 100 dagen;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 2] , een bedrag te betalen van € 1.650,98 aan materiële schade/smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 januari 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 26 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 143,52 aan materiële schade en € 1.500,00 aan smartengeld, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 januari 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] , een bedrag te betalen van € 1.643,52 aan materiële schade/smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 januari 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 26 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] van € 419,80 aan materiële schade en € 500,00 aan smartengeld, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 januari 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op € 11,40;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 3] , een bedrag te betalen van € 919,80 aan materiële schade/smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 januari 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 18 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;