ECLI:NL:RBGEL:2023:5171

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 september 2023
Publicatiedatum
14 september 2023
Zaaknummer
05.054298.23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van twee vrouwen voor diefstal met geweld in Apeldoorn

Op 13 september 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen twee vrouwen, van 24 en 18 jaar, uit Apeldoorn. De rechtbank heeft hen veroordeeld voor diefstal met geweld, gepleegd op 18 februari 2023. Het slachtoffer, een bekende van de verdachten, werd in een winkelpassage in Apeldoorn aangevallen. De 24-jarige vrouw kreeg een gevangenisstraf van 120 dagen, waarvan 78 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uur opgelegd. De 18-jarige vrouw kreeg een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand en een taakstraf van 160 uur. De rechtbank oordeelde dat de verdachten het slachtoffer met geweld hebben vastgepakt, naar de grond hebben getrokken en haar horloge hebben afgenomen. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van een bewuste en nauwe samenwerking tussen de verdachten, wat leidde tot de bewezenverklaring van het medeplegen van diefstal met geweld. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachten en de ernst van het feit bij het bepalen van de straffen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/054298-23
Datum uitspraak : 13 september 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1999 in [geboorteplaats 1] ,
wonende aan de [adres 1] ,
op dit moment gedetineerd in de [verblijfplaats] .
Raadsman: mr. J. Vlug, advocaat in Deventer.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 18 februari 2023 te Apeldoorn
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een horloge (Rolex), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [aangeefster]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader
toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe
te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van
geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [aangeefster] , gepleegd met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij
betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij
de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
(telkens)
die [aangeefster] , (met kracht)
- vast te pakken,
- naar de grond te trekken/werken,
- op de grond gedrukt te houden,
- meermalen tegen/op haar (achter)hoofd te stompen/slaan,
- tegen haar hoofd/lichaam te trappen/schoppen en/of
het horloge van de arm van die [aangeefster] te trekken;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij op of omstreeks 18 februari 2023 te Apeldoorn
openlijk, te weten in de passage nabij winkelbedrijf [winkel] , gelegen aan de
Hofstraat, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek
toegankelijke plaats,
in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [aangeefster]
door die [aangeefster]
- vast te pakken,
- naar de grond te trekken/werken,
- op de grond gedrukt te houden,
- meermalen tegen/op haar (achter)hoofd te stompen/slaan,
- tegen haar hoofd/lichaam te trappen/schoppen en/of
- een horloge van haar arm te trekken,
terwijl dit door haar gepleegde geweld enig lichamelijk letsel, te weten
een hersenschudding en/of (meerdere) hematomen/wonden op het lichaam (pols,
scheenbeen, knie en/of elleboog),
voor die [aangeefster] ten gevolge heeft gehad.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde feit. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De beoordeling door de rechtbank
Aangeefster [aangeefster] heeft verklaard dat zij op 18 februari 2023 in Apeldoorn was. Rond 17.45 uur liep zij naar haar auto. Op de parkeerplaats zag zij twee ex-vriendinnen staan. Het betrof [verdachte] en [medeverdachte] . Aangeefster heeft geen goede band met hen. Vlakbij de parkeerplaats bevindt zich de ingang naar de winkel [winkel] . Aangeefster is naar deze winkelpassage gelopen. Toen zij zich in de hal bevond, pakten [verdachte] en [medeverdachte] haar vast en tackelden haar naar de grond. Toen aangeefster op de grond lag, is zij met gebalde vuisten vijf keer op haar hoofd geslagen. Haar rechterhand lag op haar hoofd, haar linkerhand lag op de grond. Aangeefster voelde dat zij bij haar linker pols werd gepakt. Zij voelde dat haar horloge van haar linker pols werd getrokken. Nadat het horloge van haar pols was getrokken kon aangeefster opstaan. Zij zag dat [verdachte] en [medeverdachte] wegreden in een auto. [2] In haar aanvullende verklaring heeft aangeefster verklaard dat zij in de winkelpassage direct door [verdachte] werd aangevallen. [medeverdachte] kwam er gelijk bij en deed ook mee. [verdachte] wist dat aangeefster dit horloge droeg. [verdachte] was degene die het horloge van haar pols trok. Aangeefster heeft hierdoor een gekneusde pols met lichte schaafwonden opgelopen. [3]
Uit de geneeskundige verklaring volgt dat er bij aangeefster op 21 februari 2023 is vastgesteld dat zij een hematoom heeft op haar linker pols, een hematoom met drie wondjes op haar linker scheenbeen, een hematoom op haar rechter knie, een hematoom op haar linker elleboog en dat er sprake was van het beeld van een hersenschudding. [4]
Uit het uitgeschreven relaas van het uitkijken van de camerabeelden van de [winkel] volgt dat te zien is dat aangeefster (AAB) bij binnenkomst in de winkelpassage wordt vastgehouden door een vrouw (verdachte 1). Een tweede vrouw (verdachte 2) komt naar het tweetal toe rennen. Verdachte 1 heeft haar rechterarm om AAB geslagen en houdt met haar linkerhand haar borst/keel vast. AAB probeert zich los te trekken maar verdachte 1 houdt haar telkens vast. Dit duw- en trekwerk duurt enkele seconden. Verdachte 1 probeert AAB meerdere malen naar de grond te trekken. Dit terwijl ze met haar rechterarm AAB omvat. Verdachte 2 trekt aan de rechterarm van AAB. Verdachte 1 trekt AAB vervolgens met kracht naar de grond. Verdachte 2 rent vervolgens naar AAB toe en geeft druk op de rug van AAB zodat zij niet meer kan opstaan. Verdachte 1 komt vervolgens omhoog en gaat op haar knieën naast AAB zitten. Hierna slaat zij met haar rechter gebalde vuist vijf keer op het achterhoofd van AAB. AAB probeert zich klein te maken. Verdachte 2 pakt ondertussen onder het lichaam van AAB langs naar de rechterarm van AAB. Verdachte 1 trekt vervolgens met haar rechterhand ter hoogte van de linker pols van AAB. Verdachte 2 trekt AAB vervolgens naar de grond door haar met haar rechterarm om haar nek te pakken. Op dat moment lijkt het dat verdachte 1 het horloge van AAB vast heeft. Direct hierna trapt verdachte 1 met kracht met haar rechtervoet tegen het lichaam van AAB. Allebei de verdachten nemen vervolgens wat afstand van AAB. Duidelijk te zien is dat verdachte 1 een voorwerp in haar hand heeft wat lijkt op een horloge. Verdachte 1 pakt de schoen van AAB en de beiden verdachten lopen de winkelpassage uit. [5]
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat zij heel boos was op aangeefster omdat er over haar geroddeld was. Zij heeft aangeefster op 18 februari 2023 opgebeld en is naar haar toe gegaan. Aangeefster liep van haar weg en hierop is verdachte achter haar aan gelopen en heeft haar vastgepakt. Dit mondde uit in een vechtpartij. Verder heeft verdachte verklaard dat zij geweld tegen aangeefster heeft gebruikt, waaronder het geven van klappen, en dat het klopt dat zij het horloge van aangeefster heeft afgepakt en heeft meegenomen en tegen haar rug heeft getrapt. [6] De rechtbank concludeert gelet op het voorgaande dat verdachte degene is die in de beschrijving van de camerabeelden wordt aangeduid als ‘verdachte 1’.
In de auto van verdachte is een horloge aangetroffen. Het bleek te gaan om het horloge van aangeefster. [7] Het horloge is bekeken door een medewerker van een juwelier en vastgesteld is dat het niet gaat om een authentiek Rolex-horloge. [8]
Medeplegen van diefstal met geweld
Gelet op voorgaande bewijsmiddelen overweegt de rechtbank het volgende. Uit de aangifte, de camerabeelden en de verklaring van verdachte volgt dat er een gevecht heeft plaatsgevonden in de winkelpassage van de [winkel] . Bij dit gevecht is aangeefster vastgepakt, tegen de grond gewerkt, meerdere keren tegen haar hoofd gestompt en tegen haar lichaam getrapt. Het horloge van aangeefster is hierbij door verdachte weggenomen. De rechtbank overweegt dat gelet op de uiterlijke verschijningsvorm van het geheel, waaronder de toegepaste geweldshandelingen, het met kracht lostrekken van het horloge dat hierop volgde en het feit dat het geweld vrijwel meteen hierna stopte, er sprake is geweest van een diefstal met geweld.
Om tot een bewezenverklaring van het medeplegen van diefstal met geweld te komen, is het noodzakelijk dat vast komt te staan dat verdachte opzet heeft gehad op de diefstal met geweld en op de samenwerking daartoe (het zogenaamde dubbel opzet). De rechtbank leidt uit de navolgende feiten en omstandigheden af dat verdachte dit dubbele opzet heeft gehad. Verdachte heeft aangeefster opgebeld. Toen zij aangeefster ontmoette is zij achter aangeefster aangelopen de winkelpassage in. Hier ontstond vrijwel meteen een gevecht waarbij verdachte degene was die aangeefster in eerste instantie vasthield. Zij trekt aangeefster uiteindelijk naar de grond en krijgt hierbij hulp van de medeverdachte die aan de arm van aangeefster trekt. Op het moment dat aangeefster op de grond ligt drukt de medeverdachte haar op haar rug waardoor zij niet op kan staan. Verdachte stompt aangeefster dan meermaals op haar hoofd. De medeverdachte pakt de rechterarm van aangeefster, terwijl verdachte het horloge van de linker pols van aangeefster grijpt. De medeverdachte pakt aangeefster om haar nek vast. Nadat verdachte het horloge te pakken heeft geeft zij een trap na tegen het lichaam van aangeefster. Vrijwel meteen nadat verdachte het horloge heeft gepakt stopt het geweld en lopen verdachte en de medeverdachte met het horloge weg.
Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank sprake geweest van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en de medeverdachte. Dat betekent dat de rechtbank bewezen acht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van diefstal met geweld tegen [aangeefster] . Nu vast is komen te staan dat het gestolen horloge niet van het merk Rolex was, zal dit onderdeel uit de tenlastelegging worden weggestreept.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
zij op
of omstreeks18 februari 2023 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,een horloge
(Rolex),
in elk geval enig goed,dat geheel of ten dele aan [aangeefster] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader
toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld
en/of gevolgdvan geweld
en/of bedreiging met geweldtegen die [aangeefster] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken,
of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,door
(telkens
)die [aangeefster] ,
(met kracht
)
- vast te pakken,
- naar de grond te
trekken/werken,
- op de grond gedrukt te houden,
- meermalen tegen
/ophaar (achter)hoofd te stompen
/slaan,
- tegen haar
hoofd/lichaam te
trappen/schoppen en
/ofhet horloge van de arm van die [aangeefster] te trekken.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden, met aftrek van de tijd die door verdachte is doorgebracht in verzekering en voorlopige hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht om verdachte een tweede kans te geven. Daartoe is aangevoerd dat het niet gaat om een klassieke straatroof, maar om een uit de hand gelopen meidenruzie. Daarnaast heeft de raadsman de rechtbank verzocht om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Het is in het belang van verdachte om niet langer vast te zitten, nu zij gebaat is bij het krijgen van hulpverlening. De raadsman stelt zich daarom op het standpunt dat een fikse taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf met hieraan gekoppeld de eerder opgelegde bijzondere voorwaarden, de meest passende straf voor verdachte is.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan diefstal met geweld. Hierbij is er geweld gebruikt jegens het slachtoffer [aangeefster] en is haar horloge gestolen. Het feit is op een grove en brutale wijze gepleegd, waarbij door verdachte fors geweld is gebruikt, ook toen het slachtoffer weerloos op de grond lag. De verdachte en de medeverdachte hebben door hun handelen geen respect getoond voor andermans welzijn en eigendom. De rechtbank acht dit een zeer ernstig feit.
Ten aanzien van de strafoplegging van verdachte weegt de rechtbank het volgende mee. De rechtbank heeft acht geslagen op de inhoud van het uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 24 augustus 2023, waaruit blijkt dat verdachte eerder voor diefstal is veroordeeld.
Ten aanzien van de persoon van verdachte heeft de rechtbank verder acht geslagen op de reclasseringsrapportages van 26 juli 2023 en van 16 augustus 2023. Hieruit volgt dat de reclassering beperkt onderzoek naar verdachte heeft kunnen doen nu zij de laatste periode niet verscheen op afspraken met de reclassering. Als zij wel op afspraken verscheen gaf verdachte weinig concrete antwoorden. De reclassering concludeert dat het sociale netwerk van verdachte, haar psychosociaal functioneren en haar houding risicofactoren zijn. Zij wisselt regelmatig van dagbesteding en er zijn vraagtekens rondom haar bron van inkomsten. Verdachte stond de afgelopen periode onder toezicht van de reclassering en moest zich aan bijzondere voorwaarden houden. In de periode van eind maart 2023 tot midden juli 2023 ontving verdachte een berisping en officiële waarschuwing omdat zij zich onvoldoende aan de afspraken en voorwaarden hield. Als gevolg hiervan is de schorsing van de voorlopige hechtenis opgeheven. Al met al concludeert de reclassering dat sprake is van een zorgelijke casus met een hoge kans op recidive, waarbij interventies en bijzondere voorwaarden tot gedragsverandering zouden kunnen leiden indien verdachte hiertoe gemotiveerd is. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat zij inziet dat zij hulp nodig heeft bij haar gedrag.
De rechtbank heeft acht geslagen op de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Volgens de LOVS is het uitgangspunt bij een dergelijke diefstal met geweld (straatroof) een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden. Strafverzwarend vindt de rechtbank de omstandigheden dat het gaat om een brutaal feit en dat dit feit in vereniging is gepleegd. Hoewel de rechtbank, gelet op de ernst van het bewezenverklaarde feit, een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf dan verdachte tot dusver in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht op zijn plaats acht, ziet de rechtbank in de persoonlijke omstandigheden van verdachte aanleiding om hiervan af te wijken. Verdachte heeft baat bij het krijgen van hulpverlening, zij ziet dit nu zelf ook in. Een lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou het op korte termijn verkrijgen van hulpverlening in de weg staan.
Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat het niet meer passend is verdachte een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan de tijd die zij al in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Het voorgaande in aanmerking genomen zal de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 120 dagen opleggen. Daarvan zullen 78 dagen voorwaardelijk zijn, met een proeftijd van drie jaren. De voorwaardelijke gevangenisstraf is bedoeld de verdachte te weerhouden in de toekomst soortgelijke feiten te plegen. Om die reden worden aan de voorwaardelijke straf ook bijzondere voorwaarden verbonden. De rechtbank acht het van belang dat verdachte hulpverlening krijgt en dat zodoende het recidiverisico wordt verminderd.
De rechtbank zal de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht in mindering brengen op de op te leggen straf. De rechtbank ziet in de ernst van het bewezenverklaarde feit wel aanleiding om daarnaast de maximale taakstraf aan verdachte op te leggen. Daarom zal de rechtbank aan verdachte een taakstraf van 240 uren opleggen, indien deze taakstraf niet naar behoren wordt verricht staan hier 120 dagen hechtenis tegenover.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde feit, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvan
120 dagen;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
78 dagen,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
drie jarenniet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
 stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- verdachte moet zich binnen drie dagen na bekendmaking van het vonnis melden bij Reclassering Nederland op het adres Rosariumstraat 41 7311 JR Apeldoorn. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- verdachte neemt actief deel aan de gedragsinterventie COVA of een andere gedragsinterventie die gericht is op impulsiviteit en agressiebeheersing. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. Verdachte houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
- verdachte laat zich behandelen door Transfore forensische Polikliniek te Apeldoorn of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start na aanmelding door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
- verdachte heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met
[aangeefster] geboren [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 2] wonende aan de
[adres 2] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
- verdachte bevindt zich niet in de omgeving van de woning van het slachtoffer: [aangeefster] geboren [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 2] wonende aan de [adres 2] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
- verdachte spant zich in voor het vinden en behouden van betaald werk en/of dagbesteding, met een vaste structuur;
- verdachte werkt mee aan het aflossen van haar schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in haar financiën en schulden;
- verdachte werkt mee aan controle van het gebruik van drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd.
 stelt als overige voorwaarden dat:
- verdachte haar medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- verdachte haar medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 legt op een
taakstrafvan
240 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen;
 heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur van deze hechtenis gelijk wordt aan die van de opgelegde straf.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Jansen (voorzitter), mr. S. Kropman en mr. A. de Gooijer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.A.M. Disberg, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 september 2023.
mr. Kropman en mr. De Gooijer zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Noord en Oost- Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023076746, gesloten op 2 maart 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van aangifte van [aangeefster] , p. 9 – 10.
3.Het proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever [aangeefster] , p. 14 – 16.
4.De geneeskundige verklaring, p. 19.
5.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 29 – 30.
6.De verklaring van verdachte [verdachte] afgelegd ter terechtzitting van 30 augustus 2023.
7.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 42; het proces-verbaal van bevindingen, p. 26.
8.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 110.