ECLI:NL:RBGEL:2023:5162

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 september 2023
Publicatiedatum
14 september 2023
Zaaknummer
C/05/424272 / KG RK 23-706
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot aanstellen van een gerechtelijk bewaarder na conservatoir beslag op roerende zaken voor de duur van de bodemprocedure

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 13 september 2023 een beschikking gegeven in een verzoek tot het aanstellen van een gerechtelijk bewaarder. Verzoekster, de Islamitische Stichting Nederland (Hollanda Diyanet Vakfi) te Druten, heeft op 25 augustus 2023 conservatoir beslag gelegd op roerende zaken, waaronder machines voor kozijnproductie, in het kader van een geschil met verweerder, die niet is genoemd in de beschikking. Verzoekster vreesde voor verduistering van de beslagen zaken en vroeg om de aanstelling van een bewaarder voor de duur van de bodemprocedure. De voorzieningenrechter heeft de vrees voor verduistering als voldoende gemotiveerd beschouwd en heeft besloten dat de beslagen zaken ter gerechtelijke bewaring moeten worden afgegeven aan de door verzoekster voorgestelde bewaarder, die statutair gevestigd is in Nootdorp. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het belang van verzoekster bij het behoud van de beslagen zaken zwaarder weegt dan het belang van verweerder bij het beschikken over deze zaken. De beschikking is openbaar uitgesproken op 13 september 2023.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rekestnummer: C/05/424272 / KG RK 23-706
Beschikking van de voorzieningenrechter van 13 september 2023
in de zaak van
de stichting
ISLAMITISCHE STICHTING NEDERLAND (HOLLANDA DIYANET VAFKI) YESIL DRUTEN,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Druten,
verzoekster,
advocaat mr. S.X.J. Zuidema te Heerlen,
tegen
[verweerder] , H.O.D.N. [handelsnaam],
wonende en zaakdoende te [plaats] ,
verweerder,
verschenen in persoon.
Partijen zullen hierna verzoekster en verweerder worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift van 29 augustus 2023, met 3 producties;
  • het e-mailbericht van 8 september 2023 van mr. Zuidema, met bijgevoegd een verklaring derdenbeslag;
  • de mondelinge behandeling van 11 september 2023, waar zijn verschenen:
- namens verzoekster, de heer [betrokkene 1] , voorzitter, de heer [betrokkene 2] , vastgoedmanager, en de heer [betrokkene 3] , secretaris, bijgestaan door mr. Zuidema voornoemd;
- verweerder, bijgestaan door mevrouw [tolk] , tolk;
- het e-mailbericht van mr. Zuidema van 11 september 2023, met 2 bijlagen.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Het verzoek strekt tot het aanstellen van een gerechtelijk bewaarder na inbeslagname van roerende zaken, voor de duur van de bodemprocedure.
2.2.
Verzoekster heeft - krachtens aan haar op 25 augustus 2023 verleend verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank - op diezelfde dag ten laste van en onder verweerder beslagen doen leggen op een aantal roerende zaken. Het betreft conservatoir verhaalsbeslag op een aantal machines voor kozijnproductie, inventaris en onderdelen (van het merk Kaban) en conservatoir beslag tot afgifte van de voor de bouw van de moskee van verzoekster bestemde vloerbedekking en onderdelen van de minaret. De beslagen zijn gelegd in een loods aan de [adres+plaats] . Daarnaast heeft verzoekster op genoemde datum ten laste van verweerder conservatoir derdenbeslag doen leggen onder ABN AMRO Bank N.V. (hierna: ABN). De voorzieningenrechter heeft de vordering begroot op € 550.000,00 en de termijn voor het instellen van de eis in de hoofdzaak bepaald op 14 dagen na de beslaglegging.
2.3.
Volgens verzoekster heeft zij de eis in de hoofdzaak tijdig, op 7 september 2023, ingesteld. Volgens haar is verweerder de door hen gesloten aannemingsovereenkomst ter zake van de bouw van een moskee niet nagekomen, waarna verzoekster haar nakomingsvordering heeft omgezet in een schadevergoedingsvordering. Van nakoming van de aannemingsovereenkomst door verweerder kan volgens verzoekster (juridisch en technisch) geen sprake meer zijn, ook al heeft verweerder - in het kader van een gesprek van hem met verzoekster over een oplossing van het geschil - aangegeven dat te willen. Volgens verzoekster heeft zij een aanzienlijke vordering op verweerder (€ 429.800,00), waarbij het gaat om gemeenschapsgelden. Verzoekster stelt dat er gegronde vrees bestaat dat de gemeente dan wel de verhuurder de loods, vanwege gebruik daarvan door verweerder in strijd met de daarvoor geldende bestemming, op korte termijn zal doen ontruimen, waardoor de beslagen zaken tijdens de bodemprocedure verplaatst zullen zijn of worden. De beslagen zaken zijn eenvoudig te onttrekken aan verhaal, omdat deze eenvoudig te verplaatsen (naar een andere locatie), te verduisteren en te verhandelen zijn. Verzoekster heeft een zwaarwegend belang bij het behoud van de beslagobjecten, omdat van het bestaan van andere beslagobjecten niet is gebleken. Het conservatoir derdenbeslag (onder ABN) heeft slechts voor een relatief klein bedrag doel getroffen. Volgens verzoekster gebruikt verweerder de beslagen machines nog niet voor productie. De waarde van de machines wordt door verzoekster geschat op een bedrag tussen € 100.000,00 en € 125.000,00. Verzoekster heeft aanwijzingen dat verweerder voor een Duitse opdrachtgever gaat produceren en daarvoor de machines gaat verplaatsen. Bewaring van de zaken brengt geen schade toe aan andere projecten van verweerder en hindert de bedrijfsvoering van verweerder niet; de machines bevinden zich nu al geruime tijd ongebruikt in een doos en zijn bedoeld om een nieuwe onderneming te gaan opzetten. Het beslag verhindert niet dat verweerder zijn werkzaamheden als aannemer kan voortzetten. Verzoekster heeft verzocht om verweerder niet te horen, althans haar eerst verlof te verlenen om de zaken alvast in bewaring te geven. Verzoekster heeft primair verzocht om [bewaarder] , statutair gevestigd en kantoorhoudende te Nootdorp, als gerechtelijk bewaarder aan te stellen. Dit is volgens haar een onafhankelijke derde, die zich bereid heeft verklaard om als gerechtelijk bewaarder te fungeren. Subsidiair verzoekt zij de benoeming van een door de voorzieningenrechter aan te wijzen gerechtelijk bewaarder.
2.4.
De voorzieningenrechter heeft beslist dat verweerder zal worden opgeroepen om te worden gehoord. Het voornemen daartoe heeft de voorzieningenrechter eerst aan verzoekster kenbaar gemaakt, waarop verzoekster heeft aangegeven haar verzoek te handhaven. Daarop zijn verzoekster en verweerder door de rechtbank opgeroepen voor de mondelinge behandeling van het verzoekschrift.
2.5.
Ter zitting heeft verweerder aangevoerd dat hij niet de bedoeling had en heeft om zaken te verplaatsen. Als hij dat had willen doen, dan had hij dat allang gedaan. In plaats daarvan hebben, volgens verweerder, hij en verzoekster op 26 augustus 2023 een (nieuw of aanvullend) contract opgesteld en ondertekend. Het contract houdt in dat verweerder de werkzaamheden voor verzoekster hervat en het werk in december 2023 oplevert, bij gebreke waarvan verweerder aan verzoekster een bedrag terugbetaalt. Verweerder heeft de machines nodig om zelf de afgesproken werkzaamheden (kozijnenproductie) voor verzoekster af te kunnen maken, maar bewaring van de zaken verhindert dat. Overnieuw beginnen met of een derde inschakelen voor het werk kost te veel extra geld. Volgens verweerder kan hij de kozijnen maken conform het bestek en heeft hij de profielen daarvoor al besteld. Volgens verweerder zijn de machines veel minder waard dan verzoekster stelt; hij heeft de machines gekocht voor € 65.000,00. Hij heeft de machines niet betaald met geld van verzoekster. Verweerder heeft geen bezwaar tegen gerechtelijke bewaring van het (niet door hem betaalde) tapijt, de minaret en de overige door de deurwaarder omschreven zaken.
2.6.
In de bij zijn e-mailbericht van 11 september 2023 gevoegde brief heeft mr. Zuidema de rechtbank bericht dat verzoekster haar verzoek ter zake van de benoeming van een bewaarder met betrekking tot de tot afgifte beslagen goederen - vloerbedekking en (de bekleding van) de minaret - intrekt, omdat over de afgifte daarvan afspraken zijn gemaakt met verweerder.
2.7.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat het (resterende) verzoek toewijsbaar is. Hoewel verweerder ter zitting heeft aangevoerd dat hij en verzoekster op 26 augustus 2023 schriftelijk zijn overeengekomen dat hij de werkzaamheden aan de moskee zou of zal hervatten en het werk in december 2023 zal opleveren, heeft verzoekster het bestaan van de (nieuwe of aanvullende) overeenkomst betwist. Of een dergelijke overeenkomst al dan niet bestaat, kan in de bodemprocedure worden beoordeeld. In deze verzoekschriftprocedure, die zich niet leent voor (nadere) bewijslevering, kan op basis van hetgeen verzoekster en verweerder hebben aangevoerd, het bestaan van de door verweerder gestelde overeenkomst niet worden aangenomen. Verweerder heeft niet gesteld dat hij de zaken ook voor werkzaamheden voor derden c.q. opdrachten van derden gebruikt of zal moeten gebruiken. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de door verzoekster gemotiveerd gestelde vrees voor verduistering door verweerder onvoldoende gemotiveerd is betwist. Hoewel zowel verzoekster als verweerder bij het al dan niet bewaren van de zaken een rechtens te respecteren belang heeft, kan in de gegeven omstandigheden niet worden aangenomen dat verweerder een dusdanig belang heeft bij het kunnen beschikken over zijn zaken (zoals de continuïteit / het voortbestaan van de eenmanszaak van verweerder), dat het belang van verzoekster daarvoor moet wijken; het belang van verzoekster weegt zwaarder. In dit verband is verzoekster ter zitting erop geattendeerd dat in de bodemprocedure ook kan worden geoordeeld over aansprakelijkheid voor eventuele door het beslag veroorzaakte schade. Ter zitting is verweerder geattendeerd op de eventuele mogelijkheid om ten behoeve van verzoekster zekerheid te (doen) stellen, als alternatief voor de bewaring van de zaken. Na de zitting zouden verzoekster en verweerder (ook) hierover nader overleg voeren en de voorzieningenrechter daarover uiterlijk op 12 september 2023 schriftelijk berichten. De voorzieningenrechter constateert dat het overleg, voor wat betreft de bewaring van de conservatoir beslagen zaken, niet tot aanpassing of intrekking van het verzoek heeft geleid.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
beveelt dat de roerende zaken die zijn aangeduid in het proces-verbaal van 25 augustus 2023, ter zake van conservatoir beslag op roerende zaken, voor de duur van de bodemprocedure ter gerechtelijke bewaring zullen worden afgegeven aan [bewaarder] , statutair gevestigd en kantoorhoudende te Nootdorp, die hierbij tot bewaarder wordt aangewezen.
Deze beschikking is gegeven door mr. E. Boerwinkel en in het openbaar uitgesproken op 13 september 2023.