3.1.[eisende partij] vordert, na wijziging van eis, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
[gedaagde partij] te veroordelen tot nakoming van de vaststellingsovereenkomst d.d. 31 mei 2023 in de volgende zin:
I. [gedaagde partij] (voorwaardelijk) te veroordelen tot ontruiming van het gehuurde aan de [adres+plaats]
met al wie en al wat zich vanwege [gedaagde partij] daarin of daarop bevindt, te ontruimen en ontruimd te houden en te verlaten onder afgifte van de sleutels geheel ter vrije beschikking aan [eisende partij] te stellen, een en ander conform hetgeen daarover in de huurovereenkomst is bepaald, zulks op 1 oktober 2023;
II. [gedaagde partij] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 3.231,-, zijnde de huurpenningen over juni (€ 805,-), juli (€ 838,-) en augustus 2023 (€ 838,-) en de aanvullende betalingen à € 250,- per maand over deze maanden, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vervaldata (1 juni, 1 juli, 1 augustus), te voldoen binnen 14 dagen na het te wijzen vonnis;
III. [gedaagde partij] te veroordelen tot betaling van de toekomstige huurpenningen tot aan de datum van ontruiming à € 838,- per maand, te voldoen op de eerste dag van de maand waarop de betaling betrekking heeft;
IV. [gedaagde partij] te veroordelen tot betaling van de volledige huurachterstand plus kosten à € 9.016,11, te voldoen binnen 14 dagen na het te wijzen vonnis dan wel [gedaagde partij] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 250,- per maand, tot een maximum van € 9.016,11, steeds te voldoen op de eerste dag van de betreffende maand waarop de betaling betrekking heeft;
Subsidiair
I. [gedaagde partij] te veroordelen om aan [eisende partij] te betalen een bedrag van € 9.726,- aan achterstallige huurpenningen, te vermeerderen met de wettelijke rente, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, binnen 14 dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een andere, in goede justitie te bepalen termijn;
II. [gedaagde partij] te veroordelen om aan [eisende partij] te betalen de opeisbare huurpenningen (à € 838,- per maand) vanaf 1 september 2023 tot aan de datum van algehele en daadwerkelijke ontruiming;
III. [gedaagde partij] te veroordelen om aan [eisende partij] te betalen een bedrag van € 697,- (exclusief BTW) aan buitengerechtelijke incassokosten, binnen 14 dagen na het te wijzen vonnis, dan wel een andere, in goede justitie te bepalen termijn;
IV. [gedaagde partij] te veroordelen om aan [eisende partij] te betalen een bedrag van € 176,20 (inclusief BTW) wegens huurverhoging per 1 juli 2022 (gerekend tot 30 juni 2023);
V. [gedaagde partij] te veroordelen om het gehuurde aan de [adres+plaats] met al wie en al wat zich vanwege [gedaagde partij] daarin of daarop bevindt, te ontruimen en ontruimd te houden en te verlaten onder afgifte van de sleutels geheel ter vrije beschikking aan [eisende partij] te stellen, een en ander conform hetgeen daarover in de huurovereenkomst is bepaald, zulks binnen 14 dagen na betekening van het te wijzen vonnis althans een in goede justitie te bepalen termijn;
VI. [gedaagde partij] te veroordelen aan [eisende partij] te voldoen een schadevergoeding ter hoogte van drie maanden huur (€ 2.415,- inclusief BTW), ervan uitgaande dat [eisende partij] drie maanden na de daadwerkelijke ontruiming een nieuwe huurder heeft gevonden, althans een ander in goede justitie te bepalen bedrag, een en ander te voldoen tegen behoorlijk bewijs van kwijting binnen 14 dagen na betekening van het te wijzen vonnis, dan wel een andere, in goede justitie te bepalen termijn;
Primair en subsidiair:
[gedaagde partij] te veroordelen in de proceskosten, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis en - voor het geval dat voldoening van deze kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de veertiende dag na dagtekening van het vonnis, en te vermeerderen met de na het vonnis te maken kosten van tenuitvoerlegging daarvan, waaronder de eventueel te maken ontruimingskosten op vertoon van de daartoe nodige, in dit vonnis te vermelden, bescheiden op de voet van artikel 3:299 lid 3 BW.