Uitspraak
beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats Zutphen
Zaakgegevens: C/05/421399 / FZ RK 23-1973
Datum uitspraak: 8 september 2023
beschikking echtscheiding
in de zaak van
[verzoekster] ,
hierna te noemen: de vrouw,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. M. de Jonge te Apeldoorn,
t e g e n
[verweerder] ,
hierna te noemen: de man,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. M. Janse te Apeldoorn.
1.Het procesverloop
1.1.
Het verloop van deze procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen op 28 juni 2023;
- het exploot van betekening van 12 juli 2023;
- het journaalbericht van mr. de Jonge van 22 augustus 2023;
- het aanvullend verzoekschrift van mr. de Jonge, ingekomen op 22 augustus 2023;
- het journaalbericht met bijlage van mr. De Jonge van 29 augustus 2023;
- het journaalbericht met bijlagen van mr. De Jonge, ingekomen op 29 augustus 2023;
- het journaalbericht van mr. Janse, ingekomen op 29 augustus 2023;
- het verweerschrift met bijlagen, ingekomen op 31 augustus 2023;
- het journaalbericht met bijlagen van mr. De Jonge van 2 september 2023;
- het journaalbericht met bijlagen van mr. Janse van 4 september 2023;
- het e-mailbericht van mr. De Jonge van 4 september 2023;
- het e-mailbericht met bijlage van mr. Janse van 4 september 2023;
- het e-mailbericht met bijlagen van mr. De Jonge van 6 september 2023;
- het e-mailbericht met bijlage van mr. De Jonge van 6 september 2023;
- het journaalbericht met bijlagen van mr. De Janse van 6 september 2023.
1.2.
Deze zaak is behandeld door de meervoudige kamer tijdens de mondelinge
behandeling op 8 september 2023 met gesloten deuren. Deze mondelinge
behandeling is bepaald om het verzoek van de vrouw om de echtscheiding met spoed uit te spreken en het verzoek van de man om een deskundigenonderzoek te gelasten, te bespreken in aanwezigheid van alle betrokken partijen. Hierbij waren de gevolmachtigde broer van de vrouw, de advocaat van de vrouw, de man en zijn advocaat aanwezig. De vrouw was vanwege haar kwetsbare gezondheidssituatie niet aanwezig bij de mondelinge behandeling.
2.De feiten
2.1
Partijen hebben de Nederlandse nationaliteit en zijn met elkaar gehuwd op [huwelijksdatum] te [huwelijkplaats] in de destijds geldende gemeenschap van goederen.
2.1
Tijdens het huwelijk is
[naam 1]geboren, op [geboortedatum] te [geboorteplaats] . Hij is inmiddels (jong)meerderjarig.
[naam 1]geboren, op [geboortedatum] te [geboorteplaats] . Hij is inmiddels (jong)meerderjarig.
3.Het (aanvullende) verzoek en het verweer tevens zelfstandig verzoek
3.1.
De vrouw verzoekt de rechtbank (
na aanvulling)bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
na aanvulling)bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
tussen partijen de echtscheiding
zo spoedig mogelijkuit te spreken;
zo spoedig mogelijkuit te spreken;
de man in de gelegenheid te stellen de woning aan de [adres 1] over te nemen tegen de taxatiewaarde van € 325.000,- met ontslag van de vrouw uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldlening(en) als volgt:
- de man dient binnen vier weken na datum van de in deze te geven beschikking met een schriftelijk bewijsstuk van de hypotheekverstrekker aantonen dat hij de woning kan overnemen tegen het getaxeerde bedrag, waarbij hij de hypothecaire geldleningen geheel voor zijn rekening zal nemen en als eigen schuld zal voldoen en de vrouw zal worden ontslagen uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid voor deze geldleningen;
- de man dient eraan mee te werken dat levering van de woning aan de man plaatsvindt binnen één maand nadat de man de vrouw schriftelijk heeft bericht dat hij de woning kan overnemen onder de hiervoor genoemde voorwaarden;
- de man dient de helft van de overwaarde, bestaande uit de taxatiewaarde na aftrek van de hypothecaire schuld(en) aan de vrouw te vergoeden op het moment van de notariële overdracht;
- de kosten van het notariële transport van de woning komen voor rekening van de man;
- als de man de vrouw binnen vier weken na datum van de in deze te geven beschikking bericht dat hij niet in staat is de woning over te nemen, dan wel niet binnen de genoemde termijn van vier weken schriftelijk heeft bericht dat hij in staat is de woning onder voormelde voorwaarden over te nemen, dan wel ondanks laatstgenoemd bericht het transport van de woning buiten de schuld van de vrouw niet uiterlijk een maand na dat bericht heeft plaatsgevonden, zal de woning te koop worden aangeboden;
- partijen dienen binnen een week nadat de hiervoor bedoelde omstandigheid zich voordoet een opdracht tot verkoop aan een makelaar, te weten de heer F. Mennink, van Mennink Makelaardij te (7315 AA) Apeldoorn aan de Loolaan 14 , te geven;
- de man is gehouden de aanwijzingen van de makelaar op te volgen;
- wanneer de verkooprijs is vastgesteld is de man verplicht zijn medewerking te verlenen aan de verkoop en levering van de woning aan een derde, bij gebreke waarvan deze beschikking in de plaats treedt van de medewerking van de man;
- de hypothecaire geldlening(en) zal bij gelegenheid van de eigendomsoverdracht worden afgelost uit de verkoopopbrengst van de woning, waarna de resterende netto verkoopopbrengst gelijkelijk tussen partijen zal worden verdeeld;
- de verkoopkosten (kosten makelaar, notaris en overige kosten ter zake de verkoop en levering) zullen door partijen gezamenlijk gedragen worden, ieder voor de helft;
de man te veroordelen om € 2.500,00 wegens overbedeling aan de vrouw te voldoen ter zake de inboedel van de echtelijke woning;
de bankrekeningen zoals genoemd in alinea 11 van het aanvullend verzoekschrift aan de man toe te scheiden en de man wegens overbedeling te veroordelen tot betaling van € 25.175,29 aan de vrouw ter zake de saldi van de gezamenlijke bankrekeningen, te vermeerderen met de helft van de saldi op 28 juni 2023 van de in alinea 11 genoemde bankrekeningen (en eventuele overige bankrekeningen) op naam van de man en de man te veroordelen inzage te geven in de saldi van deze bankrekeningen;
de Volvo V40 toe te scheiden aan de man en de man wegens overbedeling te veroordelen tot betaling van € 375,00 aan de vrouw.
3.2.
De man verzoekt de rechtbank om de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren in haar echtscheidingsverzoek, althans dit verzoek van de vrouw af te wijzen, althans een deskundigenonderzoek te gelasten door een arts van Trompetter en Partners gevestigd te (3702 AA) Zeist aan de Utrechtseweg 75 , dan wel een andere VIA-geregistreerde deskundige, waarna het verzoek tot echtscheiding dient te worden afgewezen vanwege het feit dat de vrouw wilsonbekwaam is en niet is komen vast te staan dat er sprake is van een duurzame ontwrichting van het huwelijk.
4.De beoordeling
echtscheiding
4.1.
Partijen zijn in geschil over de echtscheiding. De vrouw heeft de rechtbank verzocht om met spoed de echtscheiding uit te spreken. De reden hiervoor is dat zij longkanker heeft met uitzaaiingen en dat zij is uitbehandeld. De vrouw bevindt zich in haar laatste levensfase en haar levensverwachting is naar verluidt slechts enkele dagen tot weken. Zij vindt het belangrijk dat de echtscheiding is uitgesproken voordat zij overlijdt. De man heeft hiertegen gemotiveerd verweer gevoerd. Volgens hem is de vrouw niet wilsbekwaam. Hij vindt het daarom belangrijk dat de vrouw wordt onderzocht door een VIA-arts.
4.2.
De rechtbank overweegt allereerst het volgende. Op grond van artikel 1:151 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) wordt de echtscheiding op verzoek van één der echtgenoten uitgesproken, indien het huwelijk duurzaam is ontwricht. Voor het antwoord op de vraag of het huwelijk van partijen duurzaam is ontwricht, is van belang hoe de huidige – relationele – omstandigheden van partijen zijn.
4.3.
Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat een huwelijk duurzaam is ontwricht in de zin van artikel 1:151 BW indien de voortzetting van de samenleving ondragelijk is geworden, zonder dat er uitzicht bestaat op herstel van behoorlijke echtelijke verhoudingen. Dat daarvan sprake is, kan bijvoorbeeld blijken uit het feit dat de echtgenoten reeds geruime tijd gescheiden leven en de ontbinding door één van de echtgenoten (of door hen beiden) wordt gewenst. Beslissend is het bestaan van die toestand en niet (de wijze van) ontstaan ervan. In beginsel kan dan ook in het midden worden gelaten welke gedragingen of omstandigheden tot de ontwrichting hebben geleid. Uit jurisprudentie (Hoge Raad 23 januari 1998, NJ 1998/331) blijkt voorts dat de vraag of sprake is van duurzame ontwrichting, moet worden beoordeeld naar het tijdstip van de uitspraak.
4.4.
De rechtbank overweegt dat er in dit geval sprake is van een complexe situatie met veel emoties. De man heeft de vrouw sinds 3 juni 2023 niet meer gezien en gesproken en heeft via het ingediende verzoekschrift vernomen dat zij van hem wil scheiden. Dit verzoek had de man niet zien aankomen. Hij wil graag voor de vrouw zorgen, ook in deze laatste fase van haar leven. De vrouw daarentegen wil graag dat de rechtbank zo spoedig mogelijk de echtscheiding uitspreekt. Zij heeft (volgens haar gevolmachtigde broer en advocaat) geen energie meer om hierover het gesprek met de man aan te gaan. Het is voor beide partijen pijnlijk en emotioneel dat het einde van hun huwelijk op deze manier wordt ingevuld. Hoewel de rechtbank veel begrip heeft voor de emoties van alle betrokkenen en dit ook uitvoerig tijdens de mondelinge behandeling met de aanwezigen heeft besproken, zal de rechtbank de zaak hierna strikt juridisch behandelen en tot een inhoudelijke beoordeling van het echtscheidingsverzoek van de vrouw overgaan.
wilsbekwaamheid
4.5.
Voordat de rechtbank kan beoordelen of het huwelijk tussen partijen duurzaam is ontwricht, moet de rechtbank eerst de vraag beantwoorden of de vrouw wilsbekwaam is. De man heeft zich namelijk op het standpunt gesteld dat de vrouw niet wilsbekwaam is en wil dat dit nader onderzocht wordt door een door de rechtbank te benoemen VIA-deskundige. Gelet op dit gemotiveerde standpunt van de man, heeft de rechtbank de vrouw verzocht om verifieerbare gegevens in te dienen over haar wilsbekwaamheid. Dat heeft de vrouw op 6 september 2023 gedaan. Zij heeft op die dag een tweetal verklaringen ingediend, één van een (betrokken) psychiater en één van een notaris. De notaris heeft de vrouw op 5 september 2023 in haar thuissituatie bezocht en uitgebreid met de vrouw gesproken. Naar aanleiding van dit gesprek heeft de notaris aangegeven: “
Mijn stellige oordeel is, dat mevrouw [naam verzoekster] geheel wilsbekwaam is. Ook bevestig ik u, dat ik met mevrouw over haar aanstaande echtscheiding heb gesproken en dat ik van haar niet anders heb begrepen, dan dat zij die echtscheiding graag met de hoogste spoed geregeld wil zien. Dit mede gelet op haar broze fysieke gesteldheid.” De betrokken psychiater heeft de vrouw op 5 september 2023 gesproken via een video consult. Deze psychiater komt eveneens tot de conclusie dat de vrouw wilsbekwaam is en wenst te scheiden van haar man. De man heeft nog aangegeven dat een digitaal gesprek onvoldoende is om de wilsbekwaamheid van de vrouw vast te stellen, maar aan dit standpunt gaat de rechtbank voorbij. Als de betrokken psychiater, waar de vrouw al langer onder behandeling is, zijn conclusie meent te kunnen baseren op een digitaal consult, dan vertrouwt de rechtbank op deze inschatting van de psychiater.
Mijn stellige oordeel is, dat mevrouw [naam verzoekster] geheel wilsbekwaam is. Ook bevestig ik u, dat ik met mevrouw over haar aanstaande echtscheiding heb gesproken en dat ik van haar niet anders heb begrepen, dan dat zij die echtscheiding graag met de hoogste spoed geregeld wil zien. Dit mede gelet op haar broze fysieke gesteldheid.” De betrokken psychiater heeft de vrouw op 5 september 2023 gesproken via een video consult. Deze psychiater komt eveneens tot de conclusie dat de vrouw wilsbekwaam is en wenst te scheiden van haar man. De man heeft nog aangegeven dat een digitaal gesprek onvoldoende is om de wilsbekwaamheid van de vrouw vast te stellen, maar aan dit standpunt gaat de rechtbank voorbij. Als de betrokken psychiater, waar de vrouw al langer onder behandeling is, zijn conclusie meent te kunnen baseren op een digitaal consult, dan vertrouwt de rechtbank op deze inschatting van de psychiater.
4.6.
Uit zowel de verklaring van de psychiater als uit de verklaring van de notaris blijkt dat de vrouw wilsbekwaam is en dat zij zo spoedig mogelijk wenst te scheiden van de man. Beide deskundigen zijn heel duidelijk en de rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de deskundigheid van de notaris en de psychiater. Op basis van de inhoud van deze verklaringen komt de rechtbank tot de conclusie dat de vrouw wilsbekwaam is. De rechtbank ziet daarom geen noodzaak om de wilsbekwaamheid van de vrouw nogmaals te laten toetsen door een VIA-arts. De rechtbank gaat voorbij aan de stelling van de man en wijst zijn verzoek tot het benoemen van een VIA-deskundige, af.
duurzame ontwrichting
4.7.
Nu de rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw wilsbekwaam is, komt de rechtbank toe aan de vraag of het huwelijk van partijen duurzaam is ontwricht. Uit de stukken die partijen hebben ingediend, blijkt dat de vrouw inmiddels al enige tijd bij haar ouders verblijft en dat zij herhaaldelijk te kennen heeft gegeven dat zij wil scheiden van de man. Dit heeft zij op meerdere momenten aan de rechtbank kenbaar gemaakt, maar dit heeft zij ook in juni 2023 en in september 2023 aangegeven bij haar psychiater en onlangs ook nog bij de notaris. De rechtbank komt daarom tot de conclusie dat de vrouw consistent is in haar wens om te scheiden van de man, maar ook dat deze wens authentiek is. De man heeft het gevoel dat de vrouw wordt beïnvloed door haar moeder, maar de rechtbank ziet geen aanleiding om daarvan uit te gaan. Zelfs als de vrouw in meer of mindere mate beïnvloed zou worden, geldt bovendien dat dit onvoldoende is om aan te nemen dat haar wens om te scheiden niet haar eigen wens is. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat het huwelijk duurzaam is ontwricht en daardoor is voldaan aan de vereisten die genoemd zijn in artikel 1:151 BW.
4.8.
De rechtbank ziet in de omstandigheden van dit geval aanleiding om de echtscheiding uit te spreken voordat de nevenvoorzieningen worden behandeld, omdat de vrouw ernstig ziek is. Hoewel de medische situatie van de vrouw niet met een medische verklaring is onderbouwd, staat wel vast dat zij terminaal is. Daarom wil de rechtbank tegemoetkomen aan de wens van de vrouw om de echtscheiding uit te spreken, voordat de nevenvoorzieningen worden behandeld.
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.9.
De vrouw heeft de rechtbank verzocht om de beschikking ten aanzien van de echtscheiding vanwege de bijzondere omstandigheden die te maken hebben met haar ziek zijn uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. De man heeft hiertegen verweer gevoerd en daarbij verwezen naar artikel 1:20, tweede lid, BW. Net als de man is de rechtbank van oordeel dat de beslissing omtrent de echtscheiding niet uitvoerbaar verklaard kan worden. De echtscheiding kan pas ingeschreven worden bij de gemeente als de echtscheidingsbeschikking in kracht van gewijsde is gegaan of eerder als beide partijen een akte van berusting ondertekenen. Nu de echtscheiding pas rechtsgevolgen heeft als de echtscheiding is ingeschreven en de wet geen mogelijkheid biedt om dat te doen voordat de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan zal de rechtbank het verzoek van de vrouw afwijzen en hierna volstaan met het uitspreken van de echtscheiding.
4.10.
De behandeling en beslissing ten aanzien van de overige verzoeken van de vrouw zal de rechtbank aanhouden. Daarnaast zal de rechtbank hierna de man in de gelegenheid stellen om uiterlijk 20 oktober 2023 een verweerschrift in te dienen tegen de nevenverzoeken van de vrouw.
5.De beslissing
De rechtbank:
5.1.
spreekt de echtscheiding uit tussen de partijen, die met elkaar gehuwd zijn op [huwelijksdatum] te [huwelijkplaats] ;
5.2.
wijst het verzoek van de vrouw met betrekking tot het uitvoerbaar bij voorraad verklaren van de echtscheidingbeschikking af;
5.3.
wijst het verzoek van de man met betrekking tot het benoemen van een VIA-deskundige af;
alvorens verder te beslissen
5.4.
houdt de behandeling ten aanzien van de nevenverzoeken aan tot de zitting op
20 oktober 2023 pro formaen verzoekt de man om uiterlijk op deze datum een verweerschrift in te dienen tegen de nevenverzoeken van de vrouw.
20 oktober 2023 pro formaen verzoekt de man om uiterlijk op deze datum een verweerschrift in te dienen tegen de nevenverzoeken van de vrouw.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.J. Swiers, voorzitter, mr. C.M. Koopman en
mr. B. Krijnen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.P. van der Meer als griffier en in het openbaar uitgesproken op 8 september 2023.
mr. B. Krijnen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.P. van der Meer als griffier en in het openbaar uitgesproken op 8 september 2023.