ECLI:NL:RBGEL:2023:5134

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
9 mei 2023
Publicatiedatum
12 september 2023
Zaaknummer
C/05/418417 / ZJ RK 23-349
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van regulier verzoek gesloten jeugdhulp met afwijzing van resterend deel

Op 9 mei 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, een beschikking gegeven in een zaak betreffende de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De zaak is behandeld tijdens een mondelinge zitting met gesloten deuren, waarbij de minderjarige werd bijgestaan door haar advocaat, mr. M.R.P. Hoppenbrouwers, en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling, de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling en veiligheid van [voornaam minderjarige], die voortkomen uit haar complexe achtergrond en de problemen die zij ondervindt in haar huidige behandelsetting. De kinderrechter heeft de voogd en de betrokken hulpverleners gehoord en geconcludeerd dat een gesloten plaatsing noodzakelijk is om de veiligheid van [voornaam minderjarige] te waarborgen en haar te helpen stabiliseren. De kinderrechter heeft de machtiging voor gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van drie maanden, met als doel de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] te bevorderen en haar terug te laten keren naar een meer passende behandelsetting. Tevens is het resterende deel van een eerder ingediend spoedverzoek afgewezen, omdat dit geen belang meer had na de beslissing over de reguliere machtiging. De beschikking is mondeling gegeven en op schrift gesteld op 25 mei 2023.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Zutphen
Zaaknummer: C/05/418417 / ZJ RK 23-349
Datum uitspraak: 9 mei 2023

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van
de gecertificeerde instelling
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: de voogd,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [voornaam minderjarige] ,
advocaat: mr. M.R.P. Hoppenbrouwers, te Amsterdam.

Het verdere procesverloop

Dit blijkt uit:
- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 26 april 2023;
- de instemmende verklaring d.d. 27 april 2023 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 9 mei 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [voornaam minderjarige] , bijgestaan door mr. Hoppenbrouwers;
- twee vertegenwoordigsters van de GI, digitaal via Teams.

Het standpunt van de voogd

De voogd heeft het verzoek tijdens de mondelinge behandeling gehandhaafd en toegelicht. Er bestaan nog steeds zorgen rondom de ontwikkeling en de veiligheid van [voornaam minderjarige] . [naam behandelgroep 1] in [plaats] heeft aangegeven dat [voornaam minderjarige] daar kan verblijven en dat zij zes weken nodig hebben om te werken aan de doelstellingen. Echter moet het startgesprek in het bijzijn van de voogd nog plaatsvinden. De voogd benadrukt dat de intentie van de gesloten plaatsing is gestoeld op terugplaatsing van [voornaam minderjarige] naar [naam behandelgroep 2] . Het is lastig om een groep te vinden die aansluit bij de wensen van [voornaam minderjarige] en bij hetgeen zij volgens de voogd en hulpverlening nodig heeft.
De organisatie Pluryn is verbonden aan [voornaam minderjarige] . Zij proberen al langere tijd [voornaam minderjarige] die zorg te bieden die zij nodig heeft. Er zijn geen andere organisaties die meer bieden dan Pluryn [voornaam minderjarige] kan bieden. Pluryn is nog steeds de aangewezen organisatie die voor [voornaam minderjarige] passende zorg en hulp kan bieden, echter is het daarvoor wel van belang dat [voornaam minderjarige] voldoende gestabiliseerd en gemotiveerd is. Pluryn onderschrijft dat er sprake is van een negatieve spiraal. [voornaam minderjarige] haar motivatie en hoop op verbetering zijn zo laag dat zij eigenlijk niet wil meewerken aan de voor haar noodzakelijke zorg middels medicatie en behandeling. Het is enorm lastig gebleken om uit deze negatieve spiraal te komen. [voornaam minderjarige] blijft getriggerd worden in haar trauma en hechtingsproblematiek. Haar copingsmechanisme is het niet aangaan, omdat het heftig is. Echter is het gedrag - wat na stabilisatie over blijft - niet makkelijk, maar wel te beheersen in een open setting. Er is langere tijd geprobeerd een gesloten plaatsing te voorkomen, maar niet mogelijk gebleken wegens de te grote risico’s voor [voornaam minderjarige] haar veiligheid.

Het standpunt van [voornaam minderjarige]

Door en namens [voornaam minderjarige] is tijdens de mondelinge behandeling naar voren gebracht dat zij het niet eens is met het verzoek voor een gesloten plaatsing. De advocaat verzoekt primair om afwijzing van het verzoek. Subsidiair verzoekt de advocaat een machtiging te verlenen voor de duur van zes weken, nu [naam behandelgroep 1] heeft aangegeven zes weken nodig te hebben om de doelen te behalen. Het verzoek voor een gesloten plaatsing kwam als een verrassing. Twee weken voor het huidige (spoed)verzoek heeft de voogd een verzoek bij de rechtbank Amsterdam ingediend, maar ook weer ingetrokken. Het klopt dan ook niet dat alles geprobeerd is om een plaatsing bij [naam behandelgroep 1] te voorkomen. Nadat het twee dagen slecht ging met [voornaam minderjarige] heeft de voogd direct een nieuw (spoed)verzoek ingediend. [voornaam minderjarige] ziet niet hoe een gesloten plaatsing haar kan helpen. Zij vindt de regels bij [naam behandelgroep 1] te streng en zij zit 22 uur per dag op haar kamer. Ook heeft zij geen behoefte aan therapie. Daarbij vindt [voornaam minderjarige] het vervelend dat er negatief over haar geschreven wordt in de stukken, alsof het allemaal haar schuld is. [voornaam minderjarige] wil het liefst terug naar [naam behandelgroep 2] .

De verdere beoordeling

De kinderrechter is van oordeel dat de machtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. De kinderrechter leidt dit af uit de stukken, hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken en hetgeen in de verklaring van de gedragswetenschapper is aangegeven.
De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van drie maanden. De kinderrechter zal uitleggen waarom.
[voornaam minderjarige] woonde sinds januari 2022 binnen behandelgroep [naam behandelgroep 2] . In verband met overvraging is [voornaam minderjarige] vanuit deze reguliere behandelgroep doorgestroomd naar groep [naam behandelgroep 3] . [voornaam minderjarige] verbleef vanaf juni 2022 bij [naam behandelgroep 3] , een kleinschalige en prikkelarme behandelgroep. Echter bestaan er al langere tijd zorgen over de veiligheid en ontwikkeling van [voornaam minderjarige] . Verleidingen van buitenaf, het middelengebruik en de neiging om weg te lopen spelen hierbij een grote rol. Er werd dan ook al enige tijd twee-op-een begeleiding ingezet, maar zelfs dat heeft niet structurele verbetering geleid. Het is ondanks de intensieve inzet, multidisciplinaire expertise en maatwerkoplossingen onvoldoende gelukt om grip te krijgen op het gedrag van [voornaam minderjarige] en haar te laten stabiliseren.
Sinds twee maanden zijn de zorgen over [voornaam minderjarige] toegenomen. Er zijn met name forse zorgen over haar gebrekkige realiteitstoetsing en de toename van PTSS-symptomen. Uit de verklaring van de gedragswetenschapper blijkt dat [voornaam minderjarige] een zeer kwetsbaar en beïnvloedbaar meisje is, met een fors belast verleden. Er is bij haar sprake van een reactieve hechtingsstoornis; voortkomend uit vroegkinderlijke chronische traumatisering. [voornaam minderjarige] is opgegroeid in onveilige omstandigheden. Hierdoor is er sprake van ernstige spanningsklachten, provocerend gedrag, herbelevingen, hallucinaties, achterdochtswanen en lichamelijke uitvalverschijnselen. Ook wordt een verharding van [voornaam minderjarige] haar overlevingsmechanisme en destructief gedrag gezien.
Tijdens de mondelinge behandeling is toegelicht dat, onder andere door de onafhankelijk gedragswetenschapper, een kortdurende plaatsing binnen de gesloten jeugdzorg wordt geadviseerd, met als doel stabiliseren, instellen op medicatie en werken aan contactherstel. [naam behandelgroep 1] – een zeer intensieve kortdurende observatie en stabilisatie unit van [naam] – in [plaats] heeft zich bereid verklaard om [voornaam minderjarige] op te nemen. De kinderrechter merkt op dat de meest intensieve vormen van begeleiding, zorg en hulp eerder niet tegemoet konden komen aan wat [voornaam minderjarige] nodig had. Het is de kinderrechter op basis van de stukken en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling dan ook gebleken dat een kortdurende gesloten plaatsing nodig is om de veiligheid van [voornaam minderjarige] te borgen en vooral te komen tot perspectief, waarbinnen zij zich weer constructief kan ontwikkelen.
Ook is het de kinderrechter gebleken dat het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) door de voogd wordt betrokken vanwege de complexe zorgvraag. De voogd constateert namelijk dat passende zorg voor [voornaam minderjarige] nu niet beschikbaar is en dat zij niet weet hoe het nu verder georganiseerd moet worden. [voornaam minderjarige] is een meisje dat beschermd moet worden tegen haar eigen ontregelingen. De kinderrechter acht het van belang dat er gezocht wordt naar een juiste balans tussen bescherming en ruimte om te ontwikkelen. Daar is de expertise van het CCE voor nodig. Het CCE kan meekijken naar welke behandeling voor [voornaam minderjarige] nodig is gericht op trauma, boosheid en emotieregulatie maar ook welke voorziening het beste aansluit bij wat [voornaam minderjarige] nodig heeft. Het streven is namelijk dat [voornaam minderjarige] weer terug kan keren naar [naam behandelgroep 2] , in de hoop haar huidige behandeltraject voort te kunnen zetten. Hierbij kan het CCE meedenken in wat nodig is, nu en voor de toekomst. Het CCE denkt mee met [naam behandelgroep 1] , Pluryn en de voogd om handvatten te bieden voor een goede terugkeer. De kinderrechter acht het daarbij niet verantwoord om [voornaam minderjarige] nu – zonder verbetering – terug te laten keren naar [naam behandelgroep 2] . [voornaam minderjarige] wil zelf graag terugkeren naar [naam behandelgroep 2] en uit hetgeen de voogd heeft verklaard maakt de kinderrechter op dat er buiten [naam behandelgroep 2] niet tot nauwelijks voor [voornaam minderjarige] geschikte plekken beschikbaar zijn. Dit betekent dat een niet-succesvolle terugkeer van [voornaam minderjarige] naar [naam behandelgroep 2] , met als gevolg dat (ook) deze plek voor haar verloren kan gaan, voorkomen moet worden. Voor een succesvolle terugkeer is nodig dat aan [naam behandelgroep 2] en [voornaam minderjarige] duidelijke handvatten worden geboden en juist daarvoor wordt het CCE-traject ingezet. Door de voogd is toegelicht dat dit traject drie maanden in beslag neemt. De kinderrechter ziet hierin aanleiding om de reguliere machtiging gesloten plaatsing voor de verzochte drie maanden te verlenen.
De kinderrechter constateert ten aanzien van de spoedmachtiging dat van de verzochte duur van vier weken in de tussenbeschikking twee weken zijn verleend. Ten aanzien van de overige twee weken bevat de tussenbeschikking geen beslissing, zodat dit deel van het verzoek formeel nog voorligt. Omdat de reguliere machtiging gesloten plaatsing inmiddels al is behandeld, bestaat geen belang meer bij een spoedmachtiging. Volledigheidshalve zal de kinderrechter het hiervan nog openstaande deel daarom afwijzen.
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om
[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 9 mei 2023 tot 9 augustus 2023;
wijst (volledigheidshalve) af het resterende deel van de
spoedmachtigingom [voornaam minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor de resterende duur van twee weken.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 9 mei 2023 door
mr. E. Schippers, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. S. Ligtenberg als griffier, en op schrift gesteld op 25 mei 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.