Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het proces-verbaal van het verzoek om wraking ter zitting van 9 augustus 2023
- de mededeling van de rechter dat hij niet op het wrakingsverzoek zal reageren.
Rechtbank Gelderland
Op 8 september 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland in Arnhem een wrakingsverzoek afgewezen. Het verzoek was ingediend door een verzoeker die betrokken was bij de zaken ARN 22/3939 en 22/3940, die betrekking hadden op de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen, evenals de aanslag Zorgverzekeringswet over het jaar 2015. Tijdens de mondelinge behandeling op 9 augustus 2023 was de verzoeker niet verschenen. De verzoeker had drie gronden voor wraking aangevoerd, maar deze waren niet onderbouwd met concrete feiten.
De wrakingskamer oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Dit kan het geval zijn bij vooringenomenheid of objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn en dat de verzoeker concrete feiten moet aanvoeren om de schijn van partijdigheid te onderbouwen. In dit geval waren de aangevoerde gronden te algemeen en ontbrak het aan specifieke feiten die de vrees voor partijdigheid konden rechtvaardigen.
De wrakingskamer concludeerde dat het verzoek tot wraking niet kon worden toegewezen, omdat de verzoeker niet had aangetoond dat er sprake was van bijzondere omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel konden trekken. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.