ECLI:NL:RBGEL:2023:5118

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
11 september 2023
Publicatiedatum
11 september 2023
Zaaknummer
C/05/420956 / HA RK 23-103
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verlenen van verlof voor executoriale verkoop van in beslag genomen aandelen

In deze beschikking van de Rechtbank Gelderland, uitgesproken op 11 september 2023, is een verzoek behandeld tot het verlenen van verlof voor de executoriale verkoop van in beslag genomen aandelen. De verzoekster, een besloten vennootschap, heeft op 12 mei 2023 executoriaal beslag gelegd op aandelen van belanghebbende sub 1, naar aanleiding van een vonnis van 1 februari 2023. Dit vonnis verplichtte de belanghebbenden tot betaling van een aanzienlijk bedrag aan de verzoekster. De rechtbank heeft vastgesteld dat er meerdere executoriale beslagen op de aandelen rusten, en dat de eerste beslaglegger reeds verlof heeft gekregen voor verkoop. De rechtbank heeft de regeling van cumulatie van beslagen analoog toegepast, wat betekent dat de eerste beslaglegger voorlopig het recht heeft om de aandelen te verkopen. De verzoekster kan pas tot verkoop overgaan zodra het aan de eerste beslaglegger verleende verlof eindigt en niet verder wordt verlengd. De rechtbank heeft de verzoekster gewezen op de wettelijke rangorde en de noodzaak om geschillen te voorkomen. De beschikking is onder voorwaarden verleend, waarbij de verzoekster binnen een termijn van zes maanden na afloop van het verlof van de eerste beslaglegger mag overgaan tot verkoop. De rechtbank heeft ook bepaald dat de verkoop openbaar moet plaatsvinden, met inachtneming van de wettelijke bepalingen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rekestnummer: C/05/420956 / HA RK 23-103
Beschikking van 11 september 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verzoekster],
gevestigd te [plaats] ,
verzoekster,
advocaat mr. L.M. Bischof te Maastricht-Airport
en

1.[belanghebbende 1] ,

wonende te [plaats] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[belanghebbende 2],
gevestigd te [plaats] ,
belanghebbenden,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift van 8 juni 2023, met 9 producties;
- de oproepbrieven van 27 juli 2023 van de rechtbank;
- het e-mailbericht van 16 augustus 2023 van mr. Bischof, met de producties 10 en 11 en het verzoek om via een digitale verbinding aan de zitting deel te kunnen nemen;
- de brieven van de rechtbank van 18 augustus 2023 over de digitale verbinding;
- de mondelinge behandeling van 28 augustus 2023, waaraan door de heer [betrokkene 1] en de heer [betrokkene 2] , gevolmachtigden van verzoekster, en mr. Bischof is deelgenomen via een digitale verbinding. Bij brief van 18 augustus 2023 heeft de opgeroepen deurwaarder, mevrouw [deurwaarder] , de rechtbank bericht dat zij verhinderd is om ter zitting te verschijnen. Ook de overige belanghebbenden (waaronder de hierna te noemen vennootschap) zijn, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Het verzoek strekt tot het verlenen van verlof voor de executoriale verkoop van de door verzoekster in executoriaal beslag genomen aandelen van belanghebbende sub 1 in het kapitaal van [vennootschap] (hierna: de vennootschap), ex artikel 474g Rv.
2.2.
Op 12 mei 2023 heeft verzoekster ten laste van belanghebbende sub 1 onder de vennootschap executoriaal beslag doen leggen, krachtens een vonnis van 1 februari 2023 van deze rechtbank, waarin belanghebbenden onder meer hoofdelijk zijn veroordeeld tot betaling van € 313.771,39 aan verzoekster. In het exploot van beslaglegging is vermeld dat de deurwaarder geen aandeelhoudersregister heeft aangetroffen waarin hij aantekening van het beslag heeft kunnen plaatsen.
2.3.
In de door de rechtbank op 27 juli 2023 naar verzoekster en de belanghebbenden (waaronder de deurwaarder en de vennootschap) verzonden oproepbrieven is onder meer vermeld:
‘Het verzoek ziet op de executoriale verkoop en levering van in beslag genomen aandelen in de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [vennootschap] gevestigd te [plaats] .
Ik wijs u op bijgaande beschikkingen van deze rechtbank (van 14 november 2022 en 10 juli 2023, met kenmerk C/05/418934 / HA RK 23-74), waaruit blijkt dat aan desbetreffende verzoekster reeds verlof is verleend om over te gaan tot verkoop en levering van de door haar in beslag genomen aandelen in de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [vennootschap] gevestigd te [plaats] .’
De verzoekster in de hiervoor genoemde beschikkingen is [verzoekster 2] (hierna: [verzoekster 2] ).
2.4.
Uit het voorgaande blijkt dat op de aandelen in de vennootschap meerdere executoriale beslagen rusten. Op verzoek van [verzoekster 2] heeft de rechtbank onder meer bepaald dat zij binnen een (verlengde) termijn van 6 maanden, te rekenen vanaf 14 mei 2023, over mag gaan tot openbare verkoop en overdracht van de door haar in beslag genomen aandelen in de vennootschap, op de wijze die geldt voor de verkoop van roerende zaken.
2.5.
Ter zitting heeft verzoekster toegelicht dat zij, voor wat betreft de wijze van verkoop van de aandelen, haar verzoek bewust breed heeft geformuleerd en dat, bij gebreke van een beoogde koper, openbare verkoop is aangewezen. Voorafgaand aan de verkoop zou een deskundige kunnen worden benoemd om de waarde van de aandelen c.q. de verwachte opbrengst te bepalen. Verder heeft verzoekster aangevoerd dat het door de rechtbank aan [verzoekster 2] verleende verlof niet verhindert dat het verzoek van verzoekster wordt toegewezen, (ook) omdat de rechtbank aan het verlof voorwaarden of een tijdsbepaling kan verbinden. Die voorwaarde kan er volgens verzoekster in bestaan dat aan haar verlof wordt verleend voor zover de verkoopopbrengst de vordering van [verzoekster 2] te boven gaat. Volgens verzoekster zegt de wet niet dat dat niet kan. Verzoekster stelt dat zij, naar aanleiding van de brief van de rechtbank van 27 juli 2023, bij [verzoekster 2] en haar deurwaarder navraag heeft gedaan naar de status c.q. voortgang van de verkoop van de aandelen, maar dat zij nog geen reactie heeft ontvangen op dat informatieverzoek. Volgens verzoekster is sprake van een exorbitant verschil tussen de betrekkelijk geringe vordering waarvoor [verzoekster 2] beslag heeft gelegd (ruim € 13.000,00) en de vordering waarvoor verzoekster beslag heeft gelegd (€ 313.771,39). Daarbij komt dat verzoekster reeds geruime tijd een vordering op belanghebbenden heeft, dat zij beschikt over een executoriale titel die zij nu ten uitvoer wil leggen en dat de aandelen het enige door verzoekster aangetroffen verhaalsobject zijn.
2.6.
Ter zitting heeft de rechtbank verzoekster gewezen op artikel 458 lid 1 Rv. Daarin is bepaald dat indien op de zaak meer beslagen zijn gelegd, zij wordt verkocht door de beslaglegger die het oudste executoriale beslag heeft gelegd. Hoewel artikel 458 Rv niet uitdrukkelijk op executoriaal beslag op aandelen in een besloten vennootschap van toepassing is verklaard, zal de rechtbank de hierin vervatte regeling aangaande cumulatie van beslagen analoog toepassen. Dit betekent dat de aandelen (vooralsnog) kunnen worden verkocht door de beslaglegger die het oudste executoriale beslag heeft gelegd, te weten [verzoekster 2] . De opbrengst van de verkoop moet worden verdeeld onder de beslagleggers. Dit geschiedt op de wijze zoals geregeld in de artikelen 480 tot en met 490d Rv. Desgevraagd heeft verzoekster ter zitting aangegeven dat het door de rechtbank geven van een (eind)beschikking haar voorkeur geniet boven het door de rechtbank aanhouden van haar verzoek.
2.7.
Bij het voorgaande is van belang dat de rechtbank, ter voorkoming van (executie)geschillen, het - in het kader van deze verzoekschriftprocedure - onwenselijk acht dat verschillende beslagleggers / deurwaarders tegelijkertijd tot verkoop van hetzelfde beslagobject overgaan. Dit doet echter niet af aan wettelijke voorzieningen die verzoekster mogelijk kan aanwenden, zoals de regeling betreffende executiegeschillen (artikel 438 e.v. Rv). Het mag zo zijn dat sprake is van een aanzienlijk verschil in hoogte tussen de twee vorderingen waarvoor de beslagen zijn gelegd, maar op zichzelf is dat voor de wettelijke rangorde niet relevant. Alleen al bij gebreke van een verzoek van verzoekster om een deskundige te benoemen, ziet de rechtbank geen aanleiding om daartoe over te gaan. Dit geldt ook ten aanzien van de (door verzoekster in haar verzoekschrift vermelde) benoeming van een notaris, ook gelet op de wettelijke rol van de deurwaarder ter zake van executoriale verkoop van in beslag genomen aandelen.
2.8.
Het voorgaande leidt ertoe dat het verzoek onder voorwaarden en tijdsbepaling toewijsbaar is. Het verlof zal worden verleend, met dien verstande dat verzoekster binnen een termijn van zes maanden - die pas ingaat nadat het reeds aan [verzoekster 2] verleende verlof én eventuele verlenging(en) van dat verlof is verstreken - tot verkoop en overdracht van de in beslag genomen aandelen mag overgaan. Met andere woorden: verzoekster kan pas tot verkoop en overdracht van de in beslag genomen aandelen overgaan indien en zodra het aan [verzoekster 2] verleende verlof eindigt en niet verder wordt verlengd.
2.9.
Indien [verzoekster 2] bij de rechtbank om verdere verlenging van het aan haar verleende verlof verzoekt, wordt verzoekster geacht bij dat verzoek belanghebbende te zijn. De rechtbank zal daarom bepalen dat verzoekster een kopie van deze beschikking aan [verzoekster 2] dient te doen betekenen.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
bepaalt dat verzoekster gedurende een termijn van zes maanden - die ingaat nadat de termijn van het reeds aan [verzoekster 2] verleende verlof én van (een) eventuele (nadere) verlenging(en) van dat verlof is verstreken - over mag gaan tot verkoop en overdracht van de door haar in beslag genomen aandelen in het kapitaal van de vennootschap,
3.2.
bepaalt dat de verkoop zal geschieden bij openbare verkoop op de wijze die geldt voor de verkoop van roerende zaken, zulks met inachtneming van alle wettelijke en statutaire bepalingen ter zake van vervreemding en overdracht van de aandelen en van het bepaalde in artikel 474g lid 4 Rv,
3.3.
bepaalt dat verzoekster deze beschikking (ook) aan [verzoekster 2] dient te doen betekenen,
3.4.
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. E. Boerwinkel en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2023.