ECLI:NL:RBGEL:2023:5045

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
7 september 2023
Publicatiedatum
7 september 2023
Zaaknummer
05-316297-22 + 05-107367-23 (gev.ttz.)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging doodslag en bedreiging door een man uit Zwolle met tbs en gevangenisstraf

Op 7 september 2023 heeft de Rechtbank Gelderland een 47-jarige man uit Zwolle veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden en tbs met voorwaarden voor poging doodslag en bedreiging. De man heeft op 4 december 2022 in Wezep zijn echtgenote meerdere keren met een mes gestoken, wat leidde tot ernstige verwondingen, waaronder een klaplong en een scheur in de nierschors. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van voorbedachte raad, maar dat de man wel opzettelijk heeft gehandeld met de intentie om zijn echtgenote te doden. Daarnaast heeft hij zijn echtgenote bedreigd met de woorden dat ze niet met anderen moest komen, wat door haar als bedreigend werd ervaren. De rechtbank heeft rekening gehouden met de psychische toestand van de verdachte, die lijdt aan een autismespectrumstoornis en een licht verstandelijke beperking. De rechtbank heeft de tbs-maatregel opgelegd om de verdachte te behandelen en te begeleiden, gezien het risico op recidive. De benadeelde partij heeft een schadevergoeding van € 355,- voor materiële schade en € 15.000,- voor immateriële schade toegewezen gekregen, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05-316297-22 + 05-107367-23 (gev.ttz.)
Datum uitspraak : 7 september 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1976 op [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] ,
op dit moment gedetineerd in de [verblijfplaats]
Raadsman: mr. A.R. Maarsingh, advocaat in Deventer.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Ten aanzien van parketnummer 05-316297-22
hij op of omstreeks 4 december 2022 te Wezep, gemeente Oldebroek ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om zijn echtgenote [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, voornoemde [slachtoffer] meerdere malen, althans eenmaal met een mes in borst en/of de rug/zij en/of de arm, althans het lichaam heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 4 december 2022 te Wezep, gemeente Oldebroek aan zijn echtgenote [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten meerdere steekverwoningen in de rug/zij en/of de borst en/of de arm en/of een klaplong, heeft toegebracht door voornoemde [slachtoffer] met een mes meerdere malen, althans eenmaal in de borst en/of de rug/zij en/of de arm, althans het lichaam te steken;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 4 december 2022 te Wezep, gemeente Oldebroek ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan zijn echtgenote [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen voornoemde [slachtoffer] meerdere malen, althans eenmaal met een mes in borst en/of de rug/zij en/of de arm, althans het lichaam heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Ten aanzien van parketnummer 05-107367-23
hij op een of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 30 september 2022 tot en met 4 oktober 2022 te Wezep, gemeente Oldebroek, althans in Nederland, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door voornoemde [slachtoffer] (via een of meerdere spraakberichten) dreigend de woorden toe te voegen:
- " En de laatste ding ga ik zeggen vandaag. Kom met niemand hier want dat zal erg verkeerd aflopen. Snap je? Kom met niemand hier proberen binnen te komen want dat zal fataal einde" en/of
- " Kijk goed achter je. Kijk heel erg goed achter je nu. Nu, nu, kijk goed achter jou nu. Goed? Hahaha",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Ten aanzien van parketnummer 05-316297-22
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair tenlastegelegde, met uitzondering van het bestanddeel ‘voorbedachte raad’. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en nader toegelicht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat een poging doodslag bewezen kan worden verklaard. Er is geen bewijs aanwezig voor de ‘voorbedachte raad’.
Beoordeling door de rechtbank
Aangeefster [slachtoffer] heeft verklaard dat zij op 4 december 2022 naar de woning aan de [adres 2] in Wezep ging. Aangeefster is naar boven gelopen, naar zolder, en ze zag dat haar man achter haar aan liep naar boven. Ze zag en voelde dat hij haar in haar gezicht sloeg, tegen haar wang aan. Door deze klap viel ze op de grond. Ze lag op de grond, op haar buik. Hij is toen op haar gaan zitten. Hij zat op haar rug en zij kon hem dus niet zien. Toen hij op haar zat, voelde ze opeens veel pijn bij haar rug en buik. Ergens lukte het haar om van haar buik naar haar rug te draaien. Aangeefster zag toen dat haar man een mes vast had. Dat was ook het moment dat ze besefte dat hij haar had gestoken met dit mes. [2]
Uit de geneeskundige verklaring blijkt dat er sprake is van twee keer een steekwond in/op de borst rechts, één keer steekwond in/op de borst links, een steekwond in/op de rechterbovenarm en een wond aan het rechteroor. [3] Uit de medische letselrapportage blijkt verder dat de CT-scan van de borst/buik een pneumothorax (klaplong) en een hemotothorax (bloed in de vrije borstholte, buiten de long) toonde. Tevens was er een beschadiging van de onderzijde van de nier met een lengte van minstens 3,7 cm, graad 3 met hematoomvorming te zien. Graad 3 betekent dat er een scheur in de nierschors zit zonder beschadiging van het urineverzamelsysteem. De bloeding rondom de nier was beperkt tot het nierkapsel. Het beschreven letsel vraagt om acuut medisch ingrijpen. Met name het letsel van de borstkas kan zonder medische behandeling leiden tot een levensbedreigende situatie. De kans op overlijden met medisch ingrijpen ligt tussen ca. 7,5-20%. Zonder medisch ingrijpen zou met name het letsel aan de borstkas tot ernstige ademhalingsproblemen hebben geleid. In die situatie zou de kans op overlijden ook hoger zijn dan de genoemde kans op overlijden met medisch ingrijpen. Het grootste gevaar bij steken in de borst bestaat wanneer het hart of de grote vaten worden geraakt. Raken van deze structuren leidt tot acuut levensgevaar. [4]
Verdachte heeft verklaard dat hij aangeefster heeft geslagen in het gezicht. Daarna heeft hij haar in ieder geval één keer gestoken met een mes. [5]
Op basis van de bovengenoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte aangeefster meermaals met een mes heeft gestoken. Aangeefster heeft daardoor letsel in haar borst en meerdere steekwonden opgelopen. De rechtbank zal allereerst de vraag moeten beantwoorden of er sprake is van ‘voorbedachte raad’. Naar het oordeel van de rechtbank biedt het procesdossier geen, althans onvoldoende aanknopingspunten voor de conclusie dat er sprake is geweest van ‘voorbedachte raad’. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van dat bestanddeel uit de tenlastelegging.
De rechtbank moet vervolgens de vraag beantwoorden of het steken met een mes in de borststreek gekwalificeerd kan worden als een poging tot doodslag. Naar algemene ervaringsregels levert het steken met een mes op die plek in de borst een aanmerkelijke kans op dat het slachtoffer komt te overlijden. In de borst bevinden zich immers vitale organen, zoals het hart, de longen en slagaders. Uit de eerder beschreven medische stukken leidt de rechtbank bovendien af dat verdachte met kracht heeft gestoken. Er is sprake van meerdere steekwonden in de borst en rug met een klaplong, bloed in de borstholte en een scheur in de nierschors tot gevolg. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte hiermee op zijn minst genomen het voorwaardelijk opzet gehad op de dood van [slachtoffer] , zodat de primair tenlastegelegde poging tot doodslag bewezen kan worden.
Ten aanzien van parketnummer 05-107367-23
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde feit. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en nader toegelicht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken van het tenlastegelegde. ‘Kijk achter je’ is een
running gagbinnen de familie van verdachte. Met zijn opmerking ‘kom met niemand’ heeft verdachte bedoeld dat als aangeefster alleen zou komen er niks aan de hand is, maar dat ze olie op het vuur gooit als ze met anderen komt.
Beoordeling door de rechtbank
Aangeefster heeft verklaard dat zij op 30 september 2022 een bericht had gestuurd naar verdachte dat ze met iemand naar huis wilde komen om kleren op te halen. Verdachte was thuis in Wezep. Hij heeft hierop een spraakbericht gestuurd waarin hij zegt: ‘Het laatste ding dat ik wil zeggen, kom met niemand hier, want dat zal het heel erg verkeerd aflopen snap je. Kom met niemand hier want dan zal het fataal eindigen. Je mag gewoon normaal komen hier, slapen normaal, als je wilt komen voor mijn leven zuur te maken, kom niet, en probeer niet met mensen te komen hier.’ Door deze uitingen voelde aangeefster zich bedreigd en durfde ze niet meer naar huis te gaan om kleren op te halen. Ze was bang omdat hij haar al eerder bij haar keel had gegrepen. Ze weet zeker dat hij haar wat aan zou kunnen doen. [6]
Verbalisant [verbalisant 1] heeft vier spraakberichten ontvangen van aangeefster [slachtoffer] en deze beluisterd. Op het audiobericht met bestandnaam AUDIO-2022-10-04-01-13-59.m4a hoort zij: ‘En de laatste ding ga ik zeggen vandaag. Kom met niemand hier want dat zal erg verkeerd aflopen. Snap je? Kom met niemand hier proberen binnen te komen want dat zal fataal einde.’ [7]
Op grond van de bovengenoemde bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat enkel de woorden ‘En de laatste ding ga ik zeggen vandaag. Kom met niemand hier want dat zal erg
verkeerd aflopen. Snap je? Kom met niemand hier proberen binnen te komen want
dat zal fataal einde’ een strafrechtelijke bedreiging oplevert. De rechtbank is van oordeel dat die woorden in zijn algemeenheid geschikt zijn om vrees op te wekken en aangeefster heeft ze in die situatie ook als een bedreiging kunnen opvatten, terwijl zij zich volgens haar verklaring ook daadwerkelijk bedreigd heeft gevoeld. De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte aangeefster heeft bedreigd met de woorden: ‘Kijk goed achter je. Kijk heel erg goed achter je nu. Nu, nu, kijk goed achter jou nu. Goed? Hahaha’. Vanwege het ontbreken van een context is de rechtbank van oordeel dat deze uitlating van verdachte niet van dien aard is dat bij aangeefster in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat zij het leven zou verliezen of zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen. Verdachte zal daarvan dan ook worden vrijgesproken.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
Ten aanzien van parketnummer 05-316297-22
hij op
of omstreeks4 december 2022 te Wezep, gemeente Oldebroek ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om zijn echtgenote [slachtoffer] opzettelijk
en met voorbedachten radevan het leven te beroven, voornoemde [slachtoffer] meerdere malen,
althans eenmaalmet een mes in borst en
/ofde rug/zij en
/ofde arm, althans het lichaam heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Ten aanzien van parketnummer 05-107367-23
hij op een of meerdere tijdstippen, in
of omstreeksde periode van 30 september 2022 tot en met 4 oktober 2022 te Wezep, gemeente Oldebroek, althans in Nederland, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door voornoemde [slachtoffer] (via een of meerdere spraakberichten) dreigend de woorden toe te voegen:
- " En de laatste ding ga ik zeggen vandaag. Kom met niemand hier want dat zal erg verkeerd aflopen. Snap je? Kom met niemand hier proberen binnen te komen want dat zal fataal einde"
en/of
- " Kijk goed achter je. Kijk heel erg goed achter je nu. Nu, nu, kijk goed achter jou nu. Goed? Hahaha",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van parketnummer 05-316297-22
feit 1, primair:
poging tot doodslag
Ten aanzien van parketnummer 05-107367-23
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Over verdachte is een psychiatrisch en psychologisch rapport opgemaakt. Aan beide onderzoeken heeft verdachte meegewerkt.
De psychiater heeft vastgesteld dat er bij verdachte sprake is van een autismespectrumstoornis, een licht verstandelijke beperking en afhankelijkheid van (slaap)medicatie. Dit was ook het geval ten tijde van het tenlastegelegde. De stoornissen leveren verdachte belangrijke beperkingen op in zijn functioneren. Hij is een rigide, mentaal weinig flexibele man die houvast en overzicht zoekt in een voor hem ingewikkelde wereld door zijn omgeving concreet, gestructureerd en overzichtelijk te houden. Er is sprake van een gebrekkige ‘theory of mind’, beperkte empathische vermogens, mentale rigiditeit en perseveratie. Daarnaast heeft hij problemen in het executief functioneren. Bij toename van spanning neemt achterdocht en rigiditeit in het denken toe. Hij kan dit moeilijk loslaten, met het risico dat hij uiteindelijk de controle verliest en overgaat in agressief gedrag. De psychiater is van mening dat deze beperkingen het gedrag van verdachte hebben beïnvloed tijdens de tenlastegelegde feiten. De exacte mate van regie in zijn gedrag is achteraf moeilijk te bepalen. Het is onvoldoende te onderbouwen dat verdachte in het geheel geen keuzevrijheid meer had. Daarom komt de psychiater tot het advies om het tenlastegelegde in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen.
De psycholoog heeft vastgesteld dat er sprake is van een licht verstandelijke beperking en een autismespectrumstoornis en trauma gerelateerde klachten. Er is sprake van aanhoudend depressieve klachten als het hem niet lukt het overlijden van zijn vader en zijn scheiding te verwerken. Ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde was er sprake van deze stoornissen. Er is een escalatie van relationeel geweld te zien, waarbij doorwerking van zijn structurele kwetsbaarheid door zijn licht verstandelijke beperking en autismespectrumstoornis aan de orde is. Door zijn autismespectrumstoornis mist hij empathie, sociaal inzicht, inlevingsvermogens en raakt hij snel overprikkeld als zaken anders lopen dan zijn eigen rigide belevingswereld. De - vanwege de gecombineerde problematiek - al structureel beperkte probleemoplossingsvaardigheden zijn in reactie op de opgelopen interne druk, de haperende coping, het verlies aan houvast en de aanhoudend neerwaartse spanning spiraal nog minder aan te spreken. Het advies is om de tenlastegelegde feiten verminderd toe te rekenen.
De rechtbank neemt voornoemde conclusies over en is op grond daarvan van oordeel dat, gelet op het advies van de rapporterende deskundigen, de feiten verdachte in verminderde mate kunnen worden toegerekend. Verdachte is wel strafbaar.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaar met aftrek van het voorarrest en oplegging van de maatregel tot terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met voorwaarden. De officier van justitie heeft verzocht deze maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren. Daarnaast is verzocht om een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbenemende maatregel op te leggen zoals bedoeld in artikel 38z lid 1 van het Wetboek van Strafrecht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de tbs met voorwaarden de geëigende maatregel is voor de beperkingen die deels behandeld moeten en kunnen worden. Daarnaast is een gevangenisstraf van relatief korte duur passend omdat het feit verdachte in verminderde mate kan worden toegerekend en er dan zo snel mogelijk behandeling kan plaatsvinden.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag en een bedreiging. Hij heeft in hun gezamenlijke woning het slachtoffer met een mes (onder andere) in haar borsttreek en arm gestoken. Als gevolg daarvan heeft zij een klaplong, een scheur in de nierschors en meerdere steek- en snijwonden opgelopen. Dit is een zeer ernstig feit en met deze handelingen heeft verdachte een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. De rechtbank vindt het niet alleen strafverzwarend dat verdachte de partner was van het slachtoffer, maar ook dat ten tijde van het incident de (jonge) kinderen van verdachte en het slachtoffer in huis aanwezig waren en de gevolgen hiervan hebben kunnen zien. De oudste zoon heeft zelfs van dichtbij gezien dat verdachte, zijn vader, (in ieder geval) twee keer op het slachtoffer, zijn moeder, instak. Enkel door tussenkomst van de oudste zoon is verdachte gestopt met het uitoefenen van het geweld op het slachtoffer. Eén van de andere kinderen heeft zich tijdens de steekpartij opgesloten op de WC en heeft van daaruit 112 gebeld. De ervaring leert dat slachtoffers van dergelijke misdrijven nog lange tijd de nadelige psychische gevolgen kunnen ondervinden. Ter zitting heeft het slachtoffer haar spreekrecht uitgeoefend en ook hieruit blijkt de impact die het incident op haar en de kinderen heeft gehad en nog steeds heeft.
Uit de justitiële documentatie van 13 juli 2023 blijkt dat verdachte in 2018 is veroordeeld tot een deels voorwaardelijke taakstraf voor een mishandeling.
Naar het oordeel van de rechtbank kan gelet op de ernst van het bewezenverklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van langere duur met zich brengt. Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden passend en geboden. Dit is een lagere straf dan is geëist door de officier van justitie. De rechtbank acht dit echter ook passend gelet op de mate waarin het feit verdachte kan worden toegerekend.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
TBS-maatregel met voorwaarden
Uit het psychiatrisch rapport van 5 juni 2023 blijkt dat het risico op recidive op basis van een klinische inschatting in combinatie met risicotaxatie-instrumenten op korte termijn matig tot hoog wordt ingeschat en op lange termijn hoog. Tenminste, als geen adequate behandeling en begeleiding plaatsvindt en het gedragspatroon van verdachte niet wordt doorbroken. De psychiater acht behandeling en begeleiding van de autismespectrumstoornis en licht verstandelijke beperking van belang, gelet op het hiermee samenhangende recidiverisico. Het is van belang dat de behandeling aansluit bij het niveau van verdachte en overvraging wordt voorkomen. Een tbs-maatregel met voorwaarden wordt geadviseerd. Dit kader kan een langdurige, intensieve behandeling garanderen met forensische kennis en toezicht.
Uit het psychologisch rapport van 14 juni 2023 blijkt dat er zonder professionele ondersteuning op korte en middellange termijn sprake is van een hoog risico op gewelddadig en specifiek relationeel gewelddadig gedrag. Op lange termijn lijkt het recidiverisico te kunnen afnemen naar een, minder acuut, matig niveau. Hierbij is een overzichtelijk bestaan, met heldere afspraken en professionele ondersteuning en controle een voorwaarde. Zijn relatie en gezin zijn lang beschermend geweest tegen ontregeling. Verdachte heeft het doel voor ogen om een goede vader te zijn voor zijn kinderen. Bij het wegvallen van het gezinsleven, vanwege de scheiding en de nasleep van het tenlastegelegde, zal een nieuw evenwicht gevonden moeten worden waarin verdachte weer stabiel kan functioneren. Verdachte gedijt bij overzichtelijkheid van een voorspelbare omgeving, met routinehandelingen en heldere afspraken. De omgeving dient actief sturend te zijn om met ontregelende zaken om te kunnen gaan. Er is sprake van probleembesef, maar probleeminzicht ontbreekt. Daarbij heeft verdachte moeite zich te verplaatsen in anderen, of aan te sluiten bij de beleving van anderen. Professionele behandeling is van belang om het inzicht te vergroten, vaardigheden aan te leren en realistische plannen te maken voor de toekomst. De psycholoog adviseert om een gefaseerde behandeling te overwegen binnen het kader van tbs met voorwaarden.
Uit het reclasseringsadvies van 26 juli 2023 blijkt dat er geen factoren zijn die nadrukkelijk als beschermend kunnen worden aangemerkt. Het is wel gunstig dat verdachte bereid is om zich te laten behandelen en dat hij een vorm van begeleid wonen wil accepteren. Het volgen van deze behandeling is wel zodanig van belang dat de reclassering een stevig strafrechtelijk kader nodig vindt. De reclassering wil niet het risico lopen dat verdachte op een zeker moment de behandeling staakt, zijn straf uitzit en onbehandeld terugkeert in de samenleving. Daarom vindt de reclassering tbs met voorwaarden nodig. De reclassering schat het risico op recidive en het risico op letsel in als gemiddeld. De reclassering adviseert positief over tbs met voorwaarden met (kort samengevat) de volgende voorwaarden:
  • geen strafbaar feit plegen,
  • meewerken aan reclasseringstoezicht,
  • opname in de zorginstelling FPA De Boog of een soortgelijke zorginstelling,
  • ambulante behandeling,
  • begeleid wonen of maatschappelijke opvang,
  • een contactverbod met aangeefster en haar kinderen,
  • een locatieverbod in Wezep of Zwolle,
  • meewerken aan een time-out, een drugsverbod, een alcoholverbod, en;
  • niet naar het buitenland (ook niet naar het Caribisch gebied) gaan.
De reclassering adviseert de dadelijke uitvoerbaarheid van de tbs met voorwaarden.
Verdachte heeft ter terechtzitting van 24 augustus 2023 verklaard zich te zullen houden aan de door de reclassering geadviseerde voorwaarden.
De rechtbank stelt vast dat de bewezenverklaarde feiten misdrijven zijn als bedoeld in artikel 37a, eerste lid, onder 2, van het Wetboek van Strafrecht waarvoor terbeschikkingstelling mogelijk is. De rechtbank is van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling eist. De rechtbank zal dan ook een tbs-maatregel met voorwaarden opleggen.
Het bewezenverklaarde feit onder parketnummer 05-316297-22 is een misdrijf dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Op grond van artikel 38e van het Wetboek van Strafrecht is de maatregel dan ook niet in duur gemaximeerd, indien verdachte zich niet aan de voorwaarden houdt en later alsnog dwangverpleging wordt bevolen.
Ter bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen stelt de rechtbank voorwaarden betreffende het gedrag. De rechtbank neemt de voorwaarden over die de reclassering heeft geadviseerd. De rechtbank zal de tbs met voorwaarden niet dadelijk uitvoerbaar verklaren vanwege de opgelegde gevangenisstraf.
De rechtbank ziet daarnaast onvoldoende aanleiding om aan verdachte de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.

8.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [slachtoffer] heeft in verband met de feiten onder de parketnummers 05-316297-22 en 05-107367-23 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 355,- aan materiële schade en in totaal € 20.500,- aan smartengeld, allebei vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat ten aanzien van het feit onder parketnummer 05-316297-22 de vordering ten aanzien van de immateriële schade kan worden toegewezen tot een bedrag van € 15.000,- gelet op de aangehaalde uitspraak. De immateriële vordering moet voor het overige worden afgewezen.
Overweging van de rechtbank
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank overweegt dat de schadeposten niet zijn betwist. De schadeposten zijn verder voldoende onderbouwd en komen redelijk voor.
Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering voor wat betreft de materiële schade (tot een hoogte van € 355,-) kan worden toegewezen.
Smartengeld
De benadeelde partij heeft volgens artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek (BW) recht op vergoeding van smartengeld in het geval dat:
  • verdachte het oogmerk had het nadeel toe te brengen,
  • de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen,
  • de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad, of
  • de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast.
Om te spreken van een aantasting in persoon op andere wijze moet sprake zijn van geestelijk letsel of een diepe inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, persoonlijke integriteit of een fundamenteel recht.
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en wat ter zitting over de vordering is besproken, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde schade heeft geleden die binnen de categorieën van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek valt.
Door het feit onder parketnummer 05-316297-22 heeft de benadeelde immers lichamelijk letsel opgelopen in de vorm van meerdere steekwonden in de borststreek met een klaplong, bloed in de borstholte en een scheur in de nierschors tot gevolg. Dit is aan verdachte toe te rekenen. Dat er sprake zou zijn van vermogensschade als gevolg van arbeidsongeschiktheid, zoals ter zitting gesteld, is door de benadeelde partij niet onderbouwd. De rechtbank houdt verder rekening met de aard en de ernst van het feit en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij het smartengeld op een bedrag van € 15.000,- vaststellen. De rechtbank zal de vordering voor het overige afwijzen.
De benadeelde partij heeft gesteld dat zij door de bedreiging, tenlastegelegd onder parketnummer 05-107367-23, op andere wijze in de persoon is aangetast. Naar het oordeel van de rechtbank is niet aan de stelplicht voldaan. Het enkel vrees aanjagen is onvoldoende om te kunnen spreken van een ‘aantasting in de persoon op andere wijze’. De rechtbank zal de benadeelde partij voor dit deel van de vordering dan ook niet-ontvankelijk verklaren.
Verdachte is vanaf 4 december 2022 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 36f, 38, 38a, 45, 57, 285 en 287 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
vierentwintig (24) maandenen beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 gelast dat verdachte
ter beschikking wordt gestelden stelt voor de duur van de terbeschikkingstelling de volgende
voorwaardenbetreffende het gedrag van verdachte:
o Veroordeelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
o Veroordeelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
 Veroordeelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is.
 Veroordeelde laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van veroordeelde vast te stellen.
 Veroordeelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om veroordeelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
 Veroordeelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid.
 Veroordeelde werkt mee aan huisbezoeken.
 Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners.
 Veroordeelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering.
Veroordeelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met veroordeelde, als dat van belang is voor het toezicht.
o Veroordeelde laat zich opnemen in FPA De Boog te Warnsveld of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering dat in afstemming met de behandelcoördinator van de FPA nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing. Veroordeelde dient mee te werken aan justitieel vervoer naar deze instelling;
o Veroordeelde laat zich behandelen door een ambulante forensische zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start op een nader te bepalen moment (zodra klinische zorg afloopt). De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
o Indien de reclassering het, in samenspraak met de behandelaars, nodig vindt dat veroordeelde zich laat begeleiden in een setting voor begeleid wonen, dan werkt veroordeelde daaraan mee. Het begeleid wonen duurt zolang de reclassering dat in afstemming met de behandelaars nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de instelling geeft;
o Veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] ), [kind 1] (geboren op [geboortedatum 3] ), [kind 2] (geboren op [geboortedatum 4] ) en [kind 3] (geboren op [geboortedatum 5] ), zolang het Openbaar Ministerie dat in overleg met de hulpverleners nodig vindt. Contact met de kinderen is mogelijk binnen de grenzen die daaraan worden gesteld binnen de afspraken met de gezaghebbende ouder, jeugdzorg, reclassering en hulpverlening van veroordeelde;
o Veroordeelde bevindt zich niet in Wezep of Zwolle, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod in overleg met de reclassering nodig vindt;
o Als de reclassering dat nodig vindt en veroordeelde daarmee instemt, kan veroordeelde voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of veroordeelde deze beëindigt, maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
o Veroordeelde gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt wanneer en hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd;
o Veroordeelde gebruikt geen alcohol, zolang de reclassering dat nodig vindt en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen, wanneer en hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd;
o Veroordeelde gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering;
 geeft de reclassering opdracht verdachte bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen;
Benadeelde partij
 veroordeelt verdachte in verband met het bewezenverklaarde feit onder parketnummer 05-316297-22 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 355,- aan materiële schade en € 15.000,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 december 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
 veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] tot vergoeding van smartengeld voor het overige af;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 355,- aan materiële schade en € 15.000,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 december 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 111 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] in verband met het bewezenverklaarde feit onder parketnummer 05-107367-23 niet-ontvankelijk in de vordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M.J.I. Baauw, voorzitter, mr. A.M.P.T. Blokhuis en mr. T.M.A. Arts, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T.L. Tuitert, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 september 2023.
Mr. Baauw en mr. Arts zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Ten aanzien van parketnummer 05-316297-22 en 05-107367-23 is het bewijs terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 2] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 202301231115. DOS, gesloten op 7 maart 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , p. 88 en 89.
3.Geneeskundige verklaring, p. 110.
4.Forensisch medische letselrapportage opgemaakt door W. Duijst, forensisch arts, op 28 februari 2023, p. 1 t/m 6.
5.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 24 augustus 2023.
6.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , p. 322 en 323.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 326.