Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
in elk geval met een hoge, althans aanzienlijke snelheidin de richting van die [verbalisant 1] is gereden en
/ofis blijven rijden zonder (voldoende) zijn snelheid te minderen en/of te remmen (waarbij voornoemde [verbalisant 1] opzij moest springen om niet aangereden te worden en
/ofde fiets van die [verbalisant 1] is
aangereden en/ofoverreden), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
al dan nietals bestuurder van een motorrijtuig had verricht en welk verkeersongeval had
/aande Houtkade en/of Courtinestraat, op of omstreeks 4 juni 2022
wist ofredelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten [verbalisant 1] ) letsel en/of schade was toegebracht.
in elk geval hoger dan 88 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn, terwijl voor het besturen van dat motorrijtuig een rijbewijs was vereist en nog geen vijf jaren waren verstreken sedert de datum waarop aan hem voor de eerste maal een rijbewijs is afgegeven, zijnde een datum waarop hij de leeftijd van 18 jaar had bereikt,
dan wel zijnde een datum waarop hij de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en waarop hem voor het eerst een rijbewijs van
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
één maand;
gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
drie jarenschuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
taakstraf van 180 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 90 dagen;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 12 maandenmet aftrek van de tijd dat het rijbewijs ingevorderd is geweest;
vier maanden,niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd - die op
drie jarenwordt bepaald - heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte in verband met feit 1 en 2 onder parketnummer 05/1391136-22 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [verbalisant 1] van € 610,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 juni 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [verbalisant 1] , een bedrag te betalen van € 610,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 juni 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 12 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.