Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
[eiser sub 2],
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
[gedaagde sub 4],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 22 maart 2023;
- de akte indiening producties SA 11 t/m SA 13 van eisers;
- de akte overlegging producties 5 en 6 van gedaagden;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 1 juni 2023.
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De feiten
Mijn ouders hebben vanaf 1935 tot en met 2004 aan de [adres 1] gewoond. Ikzelf heb vanaf mijn geboorte tot en met 1974 gewoond.
Wij hebben het perceel met woning [adres 1] te [woonplaats] in 2004 gekocht van de erven [naam 3] . Ons is toen bevestigd dat er in het verleden een recht van overpad was gevestigd tussen [chauffeurscafé] de toenmalige eigenaar van het perceel [adres 2] en de heer [naam 3] , de toenmalige eigenaar van het perceel [adres 1] .
(…)
4.Het geschil
5.De beoordeling
De veroordeling in de proceskosten zal de rechtbank forfaitair begroten als volgt:
1.196,00( 2 punten × tarief € 598,00)