ECLI:NL:RBGEL:2023:4968

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
31 augustus 2023
Publicatiedatum
4 september 2023
Zaaknummer
05.116169.23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot afpersing en belediging van verbalisanten in Groesbeek

Op 31 augustus 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een man uit Groesbeek, die werd beschuldigd van poging tot afpersing en belediging van verbalisanten. De verdachte, geboren in 1981, werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 13 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. De zaak kwam voort uit een incident op 5 mei 2023, waarbij de verdachte met een mes een eethuis binnenstapte en de medewerkers bedreigde om geld af te geven. De rechtbank oordeelde dat de verdachte met zijn gedrag de medewerkers in een angstige situatie had gebracht, wat leidde tot een poging tot afpersing. Daarnaast beledigde hij tijdens zijn aanhouding de verbalisanten door hen te beschimpen met kwetsende woorden. De rechtbank hield rekening met de verstandelijke beperking van de verdachte en zijn alcoholgebruik, wat bijdroeg aan zijn delictgedrag. De rechtbank legde bijzondere voorwaarden op, waaronder een alcoholverbod en reclasseringstoezicht, om herhaling van dergelijk gedrag te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/116169-23
Datum uitspraak : 31 augustus 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1981 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres 1] ,
op dit moment gedetineerd in de [verblijfplaats] .
Raadsman: mr. J.A.R. van de Velde, advocaat in Eindhoven.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 5 mei 2023 te Groesbeek, gemeente Berg en Dal ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een persoon, genaamd [aangever] , te dwingen tot de afgifte van (een) geld(bedrag), in elk geval enig goed/geldbedrag, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf] (gelegen aan [adres 2] ) en/of aan [aangever] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte toebehoorde(n)
- ( zich) voorzien van een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, naar/in de richting van voornoemde [aangever] en/of [getuige 1] (achter de balie) heeft begeven en/of
- met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, op (de bovenzijde van) de kassa heeft getikt en/of
- ( vervolgens) met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, zwaaiende beweging naar/in de richting van voornoemde [aangever] en/of voornoemde [getuige 1] heeft gemaakt en/of
- ( daarbij) voornoemde [aangever] de woorden heeft toegevoegd – zakelijk weergegeven – dat voornoemde [aangever] de kassa moest openen en het geld aan hem, verdachte, moest geven, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, een of meerdere malen heeft uitgehaald in de richting van voornoemde [aangever] en/of [getuige 1] en/of
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, dreigend omhoog heeft gehouden in de richting van voornoemde [aangever] en/of voornoemde [getuige 1] ,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 5 mei 2023 te Groesbeek, gemeente Berg en Dal ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om om met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen in/vanuit [bedrijf] (gelegen aan [adres 2] ), een geldbedrag, althans enig goed/geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf] en/of aan [aangever] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en deze voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [aangever] en/of [getuige 1] en/of een of meer (andere) (aldaar aanwezige en) (tot op heden onbekend gebleven) perso(o)n(en), te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte
- ( zich) voorzien van een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, naar/in de richting van voornoemde [aangever] en/of voornoemde [getuige 1] (achter de balie) heeft begeven en/of
- met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, op (de bovenzijde van) de kassa heeft getikt en/of
- ( vervolgens) met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, zwaaiende beweging naar/in de richting van voornoemde [aangever] en/of voornoemde [getuige 1] heeft gemaakt en/of
- ( daarbij) voornoemde [aangever] de woorden heeft toegevoegd – zakelijk weergegeven – dat voornoemde [aangever] de kassa moest openen en het geld aan hem, verdachte, moest geven, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, een of meerdere malen heeft uitgehaald in de richting van voornoemde [aangever] en/of [getuige 1] en/of
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, dreigend omhoog heeft gehouden in de richting van voornoemde [aangever] en/of voornoemde [getuige 1] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 5 mei 2023 te Groesbeek, gemeente Berg en Dal, en/of Nijmegen, althans in Nederland, opzettelijk (een) ambtena(a)r(en),te weten [verbalisant 1] , hoofdagent bij de Eenheid Oost-Nederland en/of [verbalisant 2] , hoofdagent bij de Eenheid Oost-Nederland, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in zijn/haar/hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar/hen een of meerdere malen de woorden toe te voegen: "kankerlijers" en/of “kankerhonden”, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 primair en 2 ten laste gelegde feiten. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen bewijsverweer gevoerd.
De beoordeling door de rechtbank
Feit 1
Aangever [aangever] heeft verklaard dat hij op 5 mei 2023 aan het werk was in [bedrijf] , gelegen aan de [adres 2] in Groesbeek (hierna: het [bedrijf] ). Rond 22.45 uur zag hij dat er een man het [bedrijf] binnen liep. De man leek erg onder invloed van alcohol. De man kwam tegenover [aangever] staan aan de andere kant van de balie. Toen [aangever] hem vroeg het [bedrijf] te verlaten haalde de man een mes uit zijn jaszak en liep met dit mes om de balie heen naar [aangever] toe. Vervolgens zwaaide de man met het mes en zei hij dat [aangever] de kassa moest openen en het geld aan hem moest geven. [aangever] heeft vervolgens een bezem gepakt en de man de zaak uit geduwd. [2]
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij op 5 mei 2023 eveneens aan het werk was in het [bedrijf] . Hij zag een man de zaak binnen komen. De man liep naar de kassa. [getuige 1] hoorde zijn collega [aangever] vervolgens zeggen “pas op, mes”. [getuige 1] hoorde de man zeggen: “kassa, kassa, geld vragen, geld, geld”. [getuige 1] zag dat de man vervolgens op [aangever] en hem afkwam met het mes. [aangever] pakte vervolgens een bezem en zij hebben de man naar buiten geduwd. [3] Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat hij zag dat de man een klapmesje uit zijn zak pakte, deze open klapte en die richtte op de medewerker van het [bedrijf] . De man zei dat hij geld wilde zien. Vervolgens liep hij met het getrokken mes om de balie heen in de richting van de medewerkers. De man is door de medewerkers naar buiten gewerkt en vervolgens door de politie aangehouden. [4] De door de politie die avond om 22:49 uur bij het [bedrijf] aangehouden man was verdachte. [5]
Uit het uitgeschreven relaas van het uitkijken van de camerabeelden volgt dat te zien is dat twee medewerkers achter de balie staan. Eén medewerker snijdt het vlees. Te zien is dat een man het [bedrijf] binnenkomt. [6] Ter terechtzitting zijn de beelden bekeken en heeft verdachte verklaart dat hij de man is die het [bedrijf] binnenkomt [7] . Verbalisanten schrijven in het relaas dat op de beelden te zien is dat verdachte in is gesprek met de medewerkers. Één medewerker wijst tijdens dit gesprek meermaals richting de deur. Verdachte blijft tegen de medewerker praten en haalt een mes uit zijn jaszak. Hij klapt het mes open en legt deze op de balie. Verdachte tikt met het lemmet van het mes op de bovenzijde van de kassa en loopt vervolgens om de balie heen, met het mes in zijn rechterhand. Achter de balie loopt verdachte op de medewerker af die het vlees aan het bereiden is, waarbij verdachte met het mes wisselend in de richting van de kassa en in de richting van de medewerker wijst. De afstand tussen verdachte en de medewerker wordt kleiner totdat de afstand tussen hen minder dan één meter is. De medewerker blijft achteruit bewegen en houdt verdachte met een gereedschap op afstand. Meteen daarop komt de andere medewerker met een bezem aan waarmee hij verdachte een duw geeft. Verdachte raakt uit balans, pakt de bezem vast, trekt zich hieraan op en haalt uit met het mes in de richting van de medewerker die het vlees aan het bereiden was. Deze medewerker staat met zijn rug tegen de muur. De medewerkers houden verdachte door middel van de bezem op afstand, verdachte beweegt naar achteren en houdt hierbij het mes omhoog. Daarna weten de medewerkers verdachte naar buiten te duwen. [8]
Poging tot afpersing
De rechtbank concludeert op basis van voorgaande bewijsmiddelen dat verdachte het [bedrijf] is binnengegaan, hier een mes uit zijn zak heeft gehaald, dit open heeft geklapt en vervolgens heeft gevraagd om geld. Toen de medewerkers dit weigerden te geven heeft verdachte zich met het mes achter de balie begeven en heeft hij met het mes uitgehaald in de richting van [aangever] en [getuige 1] . Toen verdachte door de medewerkers op afstand werd gehouden met een bezem heeft hij het mes omhoog gehouden, waarna hij door de medewerkers het pand uit werd geduwd. De rechtbank is van oordeel dat deze handelingen en uitlatingen van verdachte in hun onderlinge samenhang bezien kunnen worden beschouwd als bedreiging met geweld met de bedoeling dat de medewerkers hem geld zouden geven. De rechtbank komt daarom tot een bewezenverklaring van het onder 1 primair ten laste gelegde feit, te weten een poging tot afpersing.
Feit 2Op 5 mei 2023 rond 23.55 uur kwamen verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 1] , hoofdagenten bij de Eenheid Oost-Nederland, aan bij de [adres 3] te Groesbeek waar verdachte geboeid op de grond lag. [verbalisant 2] en [verbalisant 1] namen verdachte over van hun collega’s en plaatsten verdachte in de dienstauto. [verbalisant 1] ging naast verdachte zitten. [verbalisant 1] hoorde verdachte roepen “kankerlijers”. Verdachte keek hem hierbij aan. Tijdens de weg naar het bureau hoorde [verbalisant 1] verdachte meerdere malen roepen “kankerlijers” en “kankerhonden”. Door deze belediging voelden de verbalisanten zich in hun goede naam en eer aangetast. [9]
De rechtbank overweegt het volgende. Gelet op het bepaalde in artikel 344 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering kan het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft gepleegd worden geleverd door enkel een proces-verbaal van een opsporingsambtenaar. De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan wat de verbalisanten hebben verklaard in hun door hen beiden op ambtseed opgemaakt proces-verbaal. De rechtbank overweegt verder dat de woorden “kankerlijers” en “kankerhonden” uitlatingen betreffen die op zichzelf beledigend zijn.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de belediging van ambtenaren in functie, te weten verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] .

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde onder 1 primair en 2 heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
of omstreeks5 mei 2023 te Groesbeek, gemeente Berg en Dal ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich
of een anderwederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/ofbedreiging met geweld een persoon, genaamd [aangever] , te dwingen tot de afgifte van
(een
)geld
(bedrag
),
in elk geval enig goed/geldbedrag,dat
/diegeheel of ten dele aan [bedrijf] (gelegen aan [adres 2] ) en/of aan [aangever]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachtetoebehoorde
(n
)
-
(zich
)voorzien van een mes,
althans een scherp en/of puntig voorwerp, naar/in de richting van voornoemde [aangever] en/of [getuige 1] (achter de balie) heeft begeven en
/of
- met een mes,
althans een scherp en/of puntig voorwerp,op
(de bovenzijde van
)de kassa heeft getikt en
/of
-
(vervolgens
)met een mes,
althans een scherp en/of puntig voorwerp,zwaaiende beweging
naar/in de richting van voornoemde [aangever] en/of voornoemde [getuige 1] heeft gemaakt en
/of
-
(daarbij
)voornoemde [aangever] de woorden heeft toegevoegd – zakelijk weergegeven – dat voornoemde [aangever] de kassa moest openen en het geld aan hem, verdachte, moest geven,
althans woorden van gelijke aard en/of strekkingen
/of
-
(vervolgens
)met een mes,
althans een scherp en/of puntig voorwerp, een ofmeerdere malen heeft uitgehaald in de richting van voornoemde [aangever] en/of [getuige 1] en
/of
- een mes,
althans een scherp en/of puntig voorwerp,dreigend omhoog heeft gehouden in de richting van voornoemde [aangever] en/of voornoemde [getuige 1] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op
of omstreeks5 mei 2023 te Groesbeek, gemeente Berg en Dal,
en/of Nijmegen, althans in Nederland, opzettelijk
(een)ambtena
(a
)r
(en
),te weten [verbalisant 1] , hoofdagent bij de Eenheid Oost-Nederland en
/of[verbalisant 2] , hoofdagent bij de Eenheid Oost-Nederland, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van
zijn/haar/hun bediening, in
zijn/haar/hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door
hem/haar/hen
een ofmeerdere malen de woorden toe te voegen: "kankerlijers" en
/of“kankerhonden”.
, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
poging tot afpersing
feit 2:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 13 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd voor de duur van 3 jaren en hieraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht om rekening te houden met de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd, zoals de verstandelijke beperking van verdachte. De raadsman stelt zich verder op het standpunt dat een deels voorwaardelijke gevangenisstraf passend is, waarbij het onvoorwaardelijke deel gelijk dient te zijn aan het voorarrest van verdachte. De raadsman merkt ten aanzien van de geadviseerde bijzondere voorwaarden op dat verdachte zich bereid heeft verklaard om aan de voorwaarden mee te werken. De raadsman verzoekt de rechtbank hierbij echter om geen alcoholverbod op te leggen. Daartoe is aangevoerd dat sprake lijkt te zijn geweest van een geïsoleerd incident. Verdachte vindt het prettig om af en toe een biertje te kunnen drinken en met een dergelijk alcoholverbod wordt verdachte veel ontnomen.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot afpersing. Verdachte heeft vlak na binnenkomst bij het [bedrijf] een mes tevoorschijn gehaald en heeft zich vervolgens achter de toonbank begeven waar hij het personeel bedreigde met het mes. Het personeel en de in de zaak aanwezige klant zijn hevig geschrokken. Te meer nu verdachte op de twee personeelsleden afliep en in kennelijk beschonken toestand op korte afstand naar hen zwaaide en uithaalde met het mes. Dit soort gewelddadige feiten grijpt diep in de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers. Het leidt bovendien tot gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Verdachte heeft daar met zijn gedrag geen rekening mee gehouden.
Verdachte heeft zich eveneens schuldig gemaakt aan belediging van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] . Verdachte heeft hiermee de eer en goede naam van de verbalisanten aangetast.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op het volgende. Uit de inhoud van het hem betreffende uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 14 juli 2023, blijkt dat verdachte meerdere aan alcohol te relateren strafbare feiten heeft gepleegd.
De rechtbank heeft tevens acht geslagen op de reclasseringsrapportage van 17 juli 2023. Hieruit volgt dat er bij verdachte sprake is van een delictpatroon, dat soms wordt onderbroken door een delictvrije periode. De reclassering houdt er sterk rekening mee dat het middelengebruik en de financiën de voornaamste criminologe factoren zijn. Uit de verdiepingsdiagnostiek van 16 juni 2023 volgt dat er naast een stoornis in het gebruik van alcohol en cannabis, sprake is van een matig tot lichte verstandelijke ontwikkelingsstoornis. De reclassering houdt er sterk rekening mee dat dit van invloed op zijn gedrag is geweest. Een positieve factor in het leven van verdachte is de beschermende relatie met zijn ouders, die hem ook motiveren om mee te werken aan de geboden hulpverlening. Anderzijds dienen de ouders ook ontlast te worden van de voortdurende zorg voor en om verdachte. Concluderend stelt de reclassering dat er bij verdachte sprake is van alcoholgebruik dat in combinatie met zijn verstandelijke beperking tot delictgedrag leidt. De reclassering vindt reclasseringstoezicht daarom noodzakelijk. Zij adviseren een deels voorwaardelijke straf met een aantal bijzondere voorwaarden, waaronder een alcoholverbod indien en voor zolang de reclassering het nodig acht.
Gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten is een gevangenisstraf op zijn plaats. Bij het bepalen van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank gelet op de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS), waarin bij een voltooide overval op een cafetaria een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar als uitgangspunt geldt. In strafverzwarende zin houdt de rechtbank rekening met de wijze waarop het feit is gepleegd, te weten het dreigen, zwaaien en uithalen met het mes. In strafverlagende zin houdt de rechtbank rekening met de verstandelijke beperking van verdachte en met het feit dat geen sprake is geweest van een voltooid delict maar een poging. Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van 13 maanden passend en geboden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. Dit laatste mede om verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw aan (soortgelijke) strafbare feiten schuldig te maken. Om die reden worden aan de voorwaardelijke straf ook bijzondere voorwaarden verbonden. Bij het plegen van de strafbare feiten heeft de combinatie van het alcoholgebruik en de verstandelijke beperking van verdachte een belangrijke rol gespeeld. De rechtbank acht het daarom van belang dat verdachte behandeld en begeleid wordt. In het kader van deze behandeling acht de rechtbank een alcoholverbod, zoals geadviseerd door de reclassering, noodzakelijk. Aan het voorwaardelijk strafdeel worden zodoende zowel de algemene voorwaarde als alle geadviseerde bijzondere voorwaarden gekoppeld.
De tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, zal op de gevangenisstraf in mindering worden gebracht. Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 45, 57, 266, 267 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde onder 1 primair en 2, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
13 maanden;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
8 maanden,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
drie jarenniet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
 stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- verdachte moet zich binnen drie dagen na de zitting (telefonisch) melden bij Reclassering IrisZorg op het volgende telefoonnummer, 088-6061311, of op het volgende adres, Tarweweg 20, 6534 AM te Nijmegen. Hierna moet hij zich blijven melden, zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. Hij dient zich te houden aan de afspraken en aanwijzingen van Reclassering IrisZorg, ook als dat inhoudt dat hij zijn medewerking moet verlenen aan de uitvoering van huisbezoeken, de methodiek ‘Stap voor Stap’, SCIL, gedragsinterventies en/of urinecontroles;
- indien de reclassering het nodig acht, laat verdachte zich behandelen vanwege middelenproblematiek bij de ambulante verslavingszorg van IrisZorg of soortgelijke instelling gedurende de hele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
- indien de reclassering het nodig acht, laat verdachte zich behandelen en/of begeleiden door de ambulante zorg van Pluryn of soortgelijke instelling gedurende de hele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling en/of begeleiding;
- indien de reclassering het nodig acht, drinkt verdachte geen alcohol, en werkt mee aan
urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- verdachte bevindt zich niet in [bedrijf] , [adres 2] , zolang de reclassering dit verbod nodig vindt.
 stelt als overige voorwaarden dat:
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur van deze hechtenis gelijk wordt aan die van de opgelegde straf.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.P.E.E. van Groeningen (voorzitter), mr. H.C. Leemreize en
mr. M. Wevers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.A.M. Disberg, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 31 augustus 2023.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 3] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023198454, gesloten op 14 mei 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever] , p. 12.
3.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , p. 15.
4.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 18.
5.Het proces-verbaal van aanhouding, p. 44.
6.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 28 – 30.
7.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting op 17 augustus 2023.
8.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 28 – 30.
9.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 37.