ECLI:NL:RBGEL:2023:4965
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake schuld overname door de minister van Financiën
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster A afgewezen. Verzoekster had de minister van Financiën verzocht om de schuld aan VGZ Zorgverzekeraar N.V. over te nemen, welke schuld voortvloeit uit een vordering voor ten onrechte betaalde zorgdeclaraties. De minister had deze aanvraag eerder afgewezen op 27 februari 2023, en dit besluit werd gehandhaafd in het besluit op bezwaar van 27 juli 2023. Verzoekster, die door de Belastingdienst/Toeslagen als gedupeerde is aangemerkt, heeft beroep ingesteld en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 29 augustus 2023 behandeld. De beoordeling richtte zich op de vraag of de vordering van VGZ voortkomt uit een onrechtmatige daad, zoals de minister stelde. De voorzieningenrechter concludeert dat de rechtsvraag complex is en dat een behandeling door een meervoudige kamer gewenst is. De belangen van verzoekster zijn groot, aangezien VGZ beslag heeft gelegd op haar woning, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat het belang van de minister zwaarder weegt. Dit komt doordat het hier gaat om publieke gelden die worden aangewend voor het aflossen van private schulden. Uiteindelijk wijst de voorzieningenrechter het verzoek af, wat betekent dat verzoekster geen griffierecht terugkrijgt en ook geen vergoeding van proceskosten ontvangt.