ECLI:NL:RBGEL:2023:4928

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
8 augustus 2023
Publicatiedatum
31 augustus 2023
Zaaknummer
C/05/422280 / FA RK 23-2262
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging en de bereidheid van betrokkene om zich te laten horen in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 8 augustus 2023 een beschikking gegeven in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank moest beoordelen of betrokkene, die analfabeet is en de Nederlandse taal niet beheerst, voldoende was opgeroepen om zich te laten horen. De advocaat van betrokkene stelde dat de oproep niet adequaat was, omdat betrokkene de oproepbrief niet had kunnen lezen. De rechtbank oordeelde echter dat betrokkene op de hoogte had kunnen zijn van de procedure en dat zij de brief door iemand in haar moedertaal had kunnen laten voorlezen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een paranoïde psychotische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel voor haarzelf en haar omgeving. De behandelaren hebben meerdere pogingen gedaan om contact met betrokkene te krijgen, maar dit is niet gelukt. De dochter van betrokkene heeft haar zorgen geuit over de agressie van haar moeder en de veranderingen in haar gedrag. De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden.

De rechtbank verleende een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, waarbij verschillende maatregelen zijn toegestaan, zoals het toedienen van voeding en medicatie, en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is, en dat voldaan is aan de criteria voor verplichte zorg volgens de Wvggz. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 17 augustus 2023.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Arnhem
Zaakgegevens: C/05/422280 / FA RK 23-2262
Datum uitspraak: 8 augustus 2023
Beschikking machtiging tot het verlenen van verplichte zorg Wvggz
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[naam betrokkene],
geboren in [geboortejaar] te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. E.A. Welling te Wageningen.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 17 juli 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 7 augustus 2023, op straat in de buurt van de woning van betrokkene.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn gehoord:
de advocaat van betrokkene;
mw. D.S.E. van der Meer Mohr, als psychiater verbonden aan Pro Persona;
dhr. [naam spv'er] , als spv’er verbonden aan Pro Persona;
mw. [naam dochter] (dochter van betrokkene).
1.4.
Omdat de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig oordeelt, is de officier van justitie niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling.
1.5.
Betrokkene is evenmin tijdens de mondelinge behandeling verschenen.

2.Standpunten

Procedureel
2.1.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de advocaat als eerste betoogd dat de rechtbank niet kan vaststellen dat betrokkene niet bereid was om zich te laten horen. Betrokkene is analfabeet en beheerst de Nederlandse taal niet, zij heeft de brief van 4 augustus 2023 dus niet kunnen lezen en is om die reden niet naar behoren opgeroepen. Dit gebrek kan hersteld worden, aldus de advocaat, door met een brief met symbolen aan betrokkene duidelijk te maken dat de rechtbank nog een keer bij haar langs zal komen om haar te horen over het verzoek.
Inhoudelijk
2.2.
Namens betrokkene heeft de advocaat zich vervolgens op het standpunt gesteld dat het verzoek afgewezen moet worden. De medische verklaring voldoet niet aan de formele vereisten, omdat de onafhankelijke psychiater meer had kunnen doen om betrokkene te horen. Daarbij komt dat de medische verklaring een onvoldoende inzichtelijk beeld geeft van het toestandsbeeld van betrokkene en daarmee de noodzaak voor een zorgmachtiging. In de medische verklaring kan wel worden gelezen dat betrokkene geen vermagerde indruk maakte. Het ernstig nadeel is al met al onvoldoende aangetoond, ook al zijn er zorgen over betrokkene.
2.3.
De behandelaren hebben aangegeven dat een zorgmachtiging noodzakelijk is om in contact te komen met betrokkene en om vervolgens behandelafspraken met haar te maken. Mocht dat niet haalbaar blijken, dan zal betrokkene opgenomen moeten worden. Het ernstig nadeel is onder andere gelegen in maatschappelijke teloorgang van betrokkene, het feit dat de echtgenoot van betrokkene uit de woning is gevlucht, er geen zicht is op de voedingsintake van betrokkene en in psychische schade voor betrokkene en haar echtgenoot en kinderen. Ook kan betrokkene vanuit haar wanen agressie vertonen. De behandelaren hebben betrokkene maanden geleden voor het laatst in haar woning gesproken. Na de start van de zorgmachtigingsprocedure hebben de behandelaren nog vier keer geprobeerd om contact te krijgen door naar de woning van betrokkene toe te gaan, waarbij zij drie keer thuis was. Het is al die keren niet gelukt om binnen te komen.
2.4.
De dochter heeft te kennen gegeven dat zij zich veel zorgen maakt over haar moeder. De dochter noemt als voorbeeld de agressie richting de familieleden. Er zijn meerdere escalaties geweest. Haar moeder is continu angstig en denkt dat zij wordt vergiftigd of dat er iets in een kastje zit wat bedreigend voor haar is. De dochter herkent haar moeder niet meer terug. Zo heeft haar moeder het vasten doorbroken, terwijl zij dit anders nooit zou doen. Ook is haar moeder de afgelopen tijd door andere kinderen uit het gezin op straat gezien in haar pyjama en met slippers aan, terwijl betrokkene normaal gesproken nooit de deur uit zou gaan zonder zich fatsoenlijk te kleden.

3.Beoordeling

Procedureel
3.1.
Met betrekking tot de bereidheid van betrokkene om zich te laten horen, overweegt de rechtbank als volgt. De mondelinge behandeling stond aanvankelijk gepland op 4 augustus 2023. De rechtbank is toen bij de woning van betrokkene verschenen, waar ook de behandelaren, de dochter en de advocaat van betrokkene aanwezig waren. De advocaat had volgens eigen zeggen voorafgaand aan de mondelinge behandeling geen contact met betrokkene kunnen krijgen. Betrokkene deed de deur - ook na aanbellen en herhaaldelijk via de brievenbus aanroepen door de dochter - niet open. Omdat de rechtbank wel een gordijn zag bewegen, bestond het vermoeden dat betrokkene thuis was. De dochter heeft nog geprobeerd om met haar sleutel de voordeur te openen, maar dat lukte niet omdat de deur van binnenuit ‘op de knip’ was gedaan. De rechtbank heeft vervolgens een brief door de brievenbus gedaan met - onder meer - de volgende tekst:
Geachte heer, mevrouw,
Wij troffen u niet thuis aan voor de behandeling van een zitting in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg.
De rechtbank zal nog één keer bij u thuis langskomen om uw mening te horen.
Dit zal zijn op:
Datum: 7 augustus 2023
Tijd: 14:10 uur
Het is erg belangrijk dat u en uw advocaat bij deze zitting aanwezig zijn.
(…)
Met vriendelijke groet,
De griffier.
3.2.
Op 7 augustus 2023 is de rechtbank opnieuw met de onder 1.3. genoemde partijen bij de woning van betrokkene verschenen. Ook was er een tolk in de [taal] taal aanwezig. Er werd ook dit keer - na herhaaldelijk aanbellen en aanroepen door de brievenbus door de dochter - niet open gedaan. De dochter heeft opnieuw geprobeerd naar binnen te gaan, maar dat lukte niet omdat de sleutel aan de binnenzijde van de deur in het slot zat. Hierop heeft de tolk in de moedertaal van betrokkene via de brievenbus naar binnen geroepen dat de rechtbank met haar wilde spreken over het verzoek om een zorgmachtiging. Hier werd niet op gereageerd. Vervolgens heeft de rechtbank besloten om de mondelinge behandeling zonder aanwezigheid van betrokkene te laten plaatsvinden.
3.3.
De rechtbank volgt de advocaat niet in haar stelling dat betrokkene niet goed is opgeroepen. Betrokkene deed op 4 augustus 2023 niet open, waarna de rechtbank een brief door de brievenbus van betrokkene heeft gedaan met daarin de nieuwe zittingsdatum en -tijd. Voor zover betrokkene niet in staat is om deze brief vanwege haar ongeletterdheid en/of het niet machtig zijn van de Nederlandse taal te lezen, had het op haar weg gelegen om de brief door iemand in haar moedertaal te laten voorlezen. Dit geldt temeer nu betrokkene op de hoogte had kunnen zijn van een mogelijke procedure in verband met het verzoek om een zorgmachtiging. In dit kader overweegt de rechtbank dat de behandelaren meerdere keren hebben geprobeerd om hierover met haar in gesprek te gaan en betrokkene op 11 juli 2023 kort heeft gesproken met de psychiater die de medische verklaring heeft afgegeven, waarbij betrokkene overigens heeft aangegeven niet met de psychiater in gesprek te willen.
Ten overvloede overweegt de rechtbank in dit verband nog dat zij, nog los van de haalbaarheid daarvan, niet gehouden was om betrokkene nogmaals op te roepen via een brief met daarin symbolen in plaats van letters.
Inhoudelijk
3.4.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van paranoïde psychotische stoornis.
3.5.
Het gedrag dat uit de stoornis voortvloeit, leidt - anders dan door de advocaat is bepleit - tot het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig nadeel, gelegen in:
ernstig lichamelijk letsel;
ernstige psychische schade;
ernstige financiële schade;
ernstige verwaarlozing;
maatschappelijke teloorgang.
Uit het zorgplan blijkt dat betrokkene angstig en achterdochtig is. Betrokkene kampt met wanen die betrekking hebben op haar echtgenoot en (klein)kinderen. Zij denkt dat zij vergiftigd zal worden. Om die reden houdt zij inmiddels al het contact met haar familie af. Het niet tijdig of adequaat behandelen van psychotische wanen kan leiden tot ernstige psychische schade voor betrokkene. Er is al sprake van psychische schade voor de echtgenoot van betrokkene en haar (klein)kinderen. De echtgenoot van betrokkene, die zelf aan Parkinson lijdt, heeft vanwege de wanen en het gedrag van betrokken de echtelijke woning verlaten. Betrokkene is bovendien niet in staat om haar financiën zelf te beheren. Om die reden heeft de familie het inkomen van betrokkene en haar echtgenoot gescheiden. Betrokkene kan niet meer pinnen en is hierdoor afhankelijk van briefgeld dat zij via de brievenbus krijgt van familie. Het is onduidelijk of betrokkene hiervan gebruik maakt om eten en drinken te kopen. Betrokkene maakte op 11 juli 2023 weliswaar geen vermagerde of uitgedroogde indruk op de psychiater, zo blijkt uit de medische verklaring. Dit is echter alweer vier weken geleden. Volgens de dochter maakt betrokkene op de momenten dat zij - al dan niet via de camera bij de voordeur - wordt gezien wel een verwaarloosde en onverzorgde indruk.
3.6.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en dusdanig te herstellen dat betrokkene haar autonomie zoveel herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
3.7.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene gebruikte vorig jaar nog Olanzapine, waarbij het volgens de familie en de behandelaren beter ging met haar. Nadat betrokkene hiermee stopte zijn de zorgen over betrokkene toegenomen. Sinds december 2022 woont zij alleen in de echtelijke woning. De behandelaren hebben geprobeerd betrokkene te motiveren voor behandeling, maar hier stond zij niet voor open. Zij lijkt iedereen te wantrouwen en houdt om die reden inmiddels zelfs alle contacten met haar eigen familie af. De rechtbank is van oordeel dat de hierna volgende en in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg en de daarbij aangegeven duur noodzakelijk zijn, mede gelet op het zorgplan, de medische verklaring en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van zorg bestaan uit:
het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische behandelmaatregelen;
het beperken van de bewegingsvrijheid, alleen in het geval van opname in een accommodatie;
insluiten, alleen in het geval van opname in een accommodatie;
het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
het opnemen in een accommodatie, met dien verstande dat betrokkene alleen kan worden opgenomen als het ernstig nadeel niet in een ambulant kader kan worden afgewend;
alle voor de duur van zes maanden.
3.8.
De rechtbank wijst ‘onderzoek aan kleding of lichaam’ en ‘onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen’ af, omdat betrokkene niet bekend is met middelengebruik of gevaarlijke voorwerpen.
3.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
3.10.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
3.11.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

4.Beslissing

De rechtbank:
4.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:
[naam betrokkene], geboren in [geboortejaar] te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in 3.7. kunnen worden getroffen;
4.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk
8 februari 2024;
4.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 8 augustus 2023 door mr. D.S.M. Bak, rechter, in tegenwoordigheid van S.C. Dijksterhuis, griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 17 augustus 2023.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.