Op 21 augustus 2023 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een man uit Roemenië, die werd beschuldigd van het medeplegen van mishandeling. De zaak vond plaats op 17 juli 2020 in Lienden, waar de verdachte samen met zijn broer, de medeverdachte, betrokken was bij een gewelddadig incident met het slachtoffer. De tenlastelegging omvatte het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan het slachtoffer door deze meerdere malen te slaan en te schoppen. Tijdens de rechtszaak heeft de officier van justitie vrijspraak gevraagd voor het primair ten laste gelegde, maar stelde wel dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het subsidiair ten laste gelegde feit van mishandeling.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor de zware mishandeling, maar dat de verdachte wel schuldig was aan mishandeling. De rechtbank oordeelde dat de verdachte het slachtoffer meerdere malen met de vuist in het gezicht had geslagen, wat leidde tot letsel. De betrokkenheid van de medeverdachte werd ook erkend, aangezien hij het slachtoffer vasthield terwijl de verdachte hem sloeg. De rechtbank verwierp het beroep op putatief noodweerexces, omdat er geen objectieve aanwijzingen waren dat er sprake was van een noodweersituatie.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 750,00, te vervangen door vijftien dagen hechtenis, met aftrek van de tijd die de verdachte in verzekering heeft doorgebracht. De uitspraak benadrukt de ernst van het geweld en de impact op de slachtoffers, evenals de noodzaak om de openbare veiligheid te waarborgen.