In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Gelderland het beroep van eiseres tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat de dienst niet tijdig heeft beslist op haar verzoek om herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. Eiseres had op 2 juli 2021 een verzoek ingediend, maar de dienst heeft niet binnen de wettelijk vastgestelde termijn van zes maanden beslist. Eiseres heeft de dienst in gebreke gesteld op 19 juli 2022, maar ook daarna bleef een beslissing uit. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en gegrond is, omdat de dienst niet binnen de beslistermijn heeft gereageerd.
De rechtbank legt de dienst een nieuwe beslistermijn op, waarbij de dienst binnen twaalf weken na 2 augustus 2023 een vooraankondiging over de uitkomst van het herbeoordelingsverzoek aan eiseres moet toezenden. Daarnaast moet de dienst binnen twee weken na ontvangst van een zienswijze op de vooraankondiging of binnen twee weken na het verstrijken van de termijn van zes weken een besluit bekendmaken. De rechtbank bepaalt ook dat de dienst een dwangsom van € 100 per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000.
De rechtbank concludeert dat eiseres recht heeft op vergoeding van het griffierecht en proceskosten, die door de dienst moeten worden betaald. De uitspraak is gedaan door rechter W.P.C.G. Derksen en is openbaar uitgesproken. Eiseres krijgt gelijk in haar beroep, en de dienst wordt verplicht om binnen de gestelde termijnen een besluit te nemen.