ECLI:NL:RBGEL:2023:4884

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
30 augustus 2023
Publicatiedatum
29 augustus 2023
Zaaknummer
C/05/392412 / HA ZA 21-432
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake de verkoop van een counterfeit kraan door Big Machinery aan Light Trucks met terugbetaling van de koopsom

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 30 augustus 2023 een eindvonnis gewezen in een civiele procedure tussen de rechtspersoon naar buitenlands recht, Maryam Ibrahim Cargo Transport by Light Trucks LLC, en de besloten vennootschap Big Machinery B.V. De eisende partij, Light Trucks, had een kraan gekocht van Big Machinery, die als een originele Tadano werd gepresenteerd. Echter, na een bewijsopdracht bleek dat de geleverde kraan een counterfeit was. De rechtbank oordeelde dat Light Trucks recht had op terugbetaling van de koopsom van USD 74.000,00, omdat de geleverde kraan niet voldeed aan de overeenkomst. De rechtbank verwierp het verweer van Big Machinery dat zij niet op de hoogte was van de counterfeit status van de kraan. De rechtbank oordeelde dat de kraan niet aan de verwachtingen van Light Trucks voldeed, ongeacht de leeftijd van de kraan of de prijs die ervoor was betaald. De rechtbank legde ook een proceskostenveroordeling op aan Big Machinery, omdat zij artikel 21 Rv had geschonden door relevante informatie achter te houden. De proceskosten aan de zijde van Light Trucks werden begroot op € 7.858,71, en er werd een bedrag van € 1.655,60 aan buitengerechtelijke incassokosten toegewezen. De rechtbank verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/392412 / HA ZA 21-432
Vonnis van 30 augustus 2023
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
MARYAM IBRAHIM CARGO TRANSPORT BY LIGHT TRUCKS LLC,
gevestigd te Dubai (Verenigd Arabisch Emiraten),
eisende partij in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
hierna te noemen: Light Trucks,
advocaat: mr. I.I. van Tuyll van Serooskerken te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BIG MACHINERY B.V.,
gevestigd te Velddriel, gemeente Maasdriel,
gedaagde partij in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
hierna te noemen: Big Machinery,
advocaat: mr. R.P.G. Schelvis te Tilburg.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 1 maart 2023
- de akte van Light Trucks, met producties
- de akte uitlating producties, aangeduid als antwoordakte, van Big Machinery.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Light Trucks is opgedragen te bewijzen dat de kraan die zij in augustus 2020 van Big Machinery heeft gekocht, met daarop vermeld: Tadano, GT-750E-1-B0120 en een serienummer, geen originele Tadano kraan is, maar een counterfeit. Zoals in het tussenvonnis van 1 maart 2023 al is overwogen, heeft Light Trucks schriftelijk bewijs bijgebracht, waaronder foto’s die van de kraan zijn genomen op 4 augustus 2022 en dus nadat de kraan aan Light Trucks is geleverd, alsmede verklaringen van vertegenwoordigers van Tadano aan de hand van die foto’s.
2.2.
Big Machinery heeft vervolgens tegen de bewijsstukken van Light Trucks aangevoerd dat de kraan die is te zien op de voornoemde foto’s’, een andere kraan is dan de kraan die zij aan Light Trucks heeft verkocht. Als dat zo zou zijn, kan de authenticiteit van de verkochte kraan niet op basis van die foto’s worden onderzocht. Light Trucks heeft daarom bij akte mogen reageren op deze stelling van Big Machinery. Dat heeft Light Trucks gedaan, waarbij zij nieuwe producties heeft overgelegd. Productie 30 wordt niet toegelaten, omdat de akte alleen was bedoeld om te reageren op de hiervoor weergegeven stelling van Big Machinery en deze productie daarop geen betrekking heeft.
2.3.
De rechtbank zal eerst beoordelen of de kraan die is te zien op de foto’s die Light Trucks heeft gebruikt in het kader van haar onderzoek naar de authenticiteit van de kraan, wel dezelfde kraan is als de aan haar verkochte kraan.
2.4.
Light Trucks heeft het verweer van Big Machinery dat de kraan op de foto’s niet dezelfde kraan is als de aan haar verkochte kraan gemotiveerd weersproken. Voor de uiterlijke verschillen die Big Machinery heeft geconstateerd tussen de kraan op de foto’s, heeft Light Trucks met productie 26 bij aanvullende akte een afdoende verklaring gegeven, namelijk dat de verschillen het gevolg zijn van werkzaamheden die na de levering van de kraan aan de kraan zijn verricht, waaronder het opnieuw schilderen van de kraan en het vervangen van onderdelen. Ook de aanvullende verklaring van [betrokkene 1] , werkzaam bij Tadano Ltd., (productie 29 Light Trucks) ondersteunt het standpunt van Light Trucks. Bovendien is de kraan op de foto’s voorzien van het serienummer 622186. Dit nummer staat blijkens de foto’s op het typeplaatje en is gestanst in het chassis (productie 23 van Light Trucks). Dit nummer komt overeen met de verkoopdocumentatie van Big Machinery (productie 6 Big Machinery). De conclusie moet dan ook zijn dat de kraan op de foto’s dezelfde is als de aan Light Trucks verkochte kraan.
2.5.
Nu wordt geoordeeld dat het om dezelfde kraan gaat, zal vervolgens worden beoordeeld of Light Trucks is geslaagd in het bewijs. De rechtbank is van oordeel dat dit het geval is. Daarbij is met name productie 23 van Light Trucks overtuigend. [betrokkene 1] zet in deze productie uiteen dat het nummerplaatje en serienummer niet bekend zijn bij Tadano als dat van een mobiele kraan van het onderhavige type. De specificatie duidt op een ander type kraan, te weten een truck loader. Dat wordt bevestigd door de verklaring van [betrokkene 2] , service manager bij [bedrijf 1] en door een e-mail van [betrokkene 3] van [bedrijf 2] . Het verweer van Big Machinery dat het feit dat het typeplaatje niet klopt, niet wil zeggen dat de kraan een counterfeit is, gaat niet op. Een typeplaatje dient juist om de authenticiteit aan te tonen en om de geschiedenis van de kraan te kunnen herleiden naar de fabriek. Dat is van wezenlijk belang en een koper mag ervan uitgaan dat dit klopt. [betrokkene 1] licht dat toe in zijn verklaring van 27 maart 2023 (productie 29 Light Trucks). Ook het verweer van Big Machinery dat het mogelijk om een Chinese Tadano gaat, faalt. Het typeplaatje kan niet worden herleid naar een oorspronkelijke Chinese Tadano van dit type. Bovendien blijkt uit de e-mail van [betrokkene 1] van 4 oktober 2021(productie 23 Light Trucks) dat Chinese Tadano typeplaatjes een geheel ander uiterlijk hebben dan de Japanse plaatjes (productie 23 p. 40 van Light Trucks).
2.6.
De conclusie luidt dan ook dat dat de kraan geen originele Tadano is, maar een counterfeit. De zaak beantwoordt daarmee niet aan de overeenkomst, omdat een andere zaak is geleverd dan met Light Trucks is overeenkomen. In het tussenvonnis van 16 november 2022 is al overwogen dat het er niet toe doet of Big Machinery, zoals zij stelt, zelf niet wist dat de kraan een counterfeit was. De kraan is geen originele Tadano kraan en voldoet dus niet aan wat Light Trucks mocht verwachten. Ook bij een oude kraan, die weliswaar “as-is-where-is” maar wel als “Tadano kraan” wordt verkocht, mag de koper ervan uitgaan dat het in de basis om een kraan gaat die door Tadano is gemaakt. Het verweer van Big Machinery dat de tekortkoming de ontbinding niet rechtvaardigt, wordt verworpen. Als gezegd hoefde Light Trucks geen genoegen te nemen met een namaak Tadano. Dat de kraan meer dan 20 jaar oud was en dat er, in de visie van Big Machinery, een redelijke prijs voor is betaald, is dan niet meer relevant. Light Trucks heeft de koopovereenkomst dan ook op goede gronden buitengerechtelijk ontbonden.
2.7.
Het gevolg van die ontbinding is dat partijen verplicht zijn reeds verrichte prestaties ongedaan te maken en dat zij van niet nagekomen verbintenissen worden bevrijd. De vordering van Light Trucks tot terugbetaling van de koopsom van USD 74.000,00 zal dan ook worden toegewezen.
2.8.
Big Machinery heeft verzocht, in het geval de vordering van Light Trucks tot terugbetaling van de koopprijs wordt toegewezen, te bepalen dat zij pas gehouden is de koopsom terug te betalen als Light Trucks de kraan heeft terug geleverd in een zodanige staat als waarin de kraan op 1 september 2020 is geleverd, reguliere slijtage als gevolg van normaal gebruik daargelaten. De rechtbank zal niet aan dit verzoek voldoen, Nu hierover geen vordering is ingesteld. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat, hoewel in beginsel de kraan moet worden terug geleverd in de staat waarin deze zich bij ontvangst bevond, het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid te ver strekt om van Light Trucks te verlangen dat zij aanpassingen die zij aan de kraan heeft laten verrichten, ongedaan maakt. Gelet op de aanpassingen die aan de kraan zijn gedaan (zoals blijkt uit de factuur van New Gujrat van 17 maart 2021, productie 5 bij dagvaarding) kan eerder worden aangenomen dat deze in het voordeel van Big Machinery zijn, want waarde vermeerderend.
2.9.
De gevorderde wettelijke rente over de koopsom kan worden toegewezen vanaf de datum van ontbinding, zijnde 16 april 2021 (zie de brief van de advocaat van Light Trucks waarin de overeenkomst wordt ontbonden, productie 8 bij dagvaarding). Omdat de ontbinding geen terugwerkende kracht heeft, kan de wettelijke rente dus niet per 28 augustus 2020 worden toegewezen, zoals Light Trucks heeft gevorderd. De betaling van de koopsom was immers niet zonder rechtsgrond; eerst door de ontbinding zijn verbintenissen tot ongedaan making ontstaan, waar onder die tot terugbetaling van de koopsom.
2.10.
Big Machinery had de informatie die zij van Tadano had gekregen, waaruit blijkt dat [betrokkene 1] concludeert dat de kraan nep is, niet mogen achterhouden (e- mail van 5 oktober 2021 van [betrokkene 4] van [bedrijf 2] aan [betrokkene 5] van Big Machinery). Dat [betrokkene 5] niet met de advocaten van Big Machinery heeft gesproken en volgens Big Machinery niet betrokken was bij de afhandeling van het geschil met Light Trucks, is in dat kader niet relevant. Deze kennis van [betrokkene 5] moet aan Big Machinery worden toegerekend. Big Machinery heeft door deze handelswijze de waarheids- en volledigheidsverplichting van artikel 21 Rv geschonden door dit van belang zijnde feit niet in de procedure naar voren te brengen maar, in weerwil daarvan, zich op het standpunt te blijven stellen dat de kraan geen namaak is. De rechtbank ziet hierin geen aanleiding, zoals Light Trucks verzoekt, om alle stellingen van Big Machinery opnieuw te beoordelen en bindende eindbeslissingen te heroverwegen. Voor heroverweging van het oordeel van de rechtbank over het moment van totstandkoming van de koopovereenkomst, zoals Light Trucks expliciet verzoekt, is evenmin plaats. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt er geen verband te zien tussen het moment van tot stand komen van de koopovereenkomst en de wetenschap van Big Machinery over de authenticiteit van de kraan. Alleen al niet, omdat de e-mail van 5 oktober 2021 van veel latere datum is dan het moment waarop de koopovereenkomst tot stand is gekomen. De rechtbank ziet wel aanleiding om Big Machinery in de proceskosten te veroordelen, waar zij anders - gezien de gedeeltelijke afwijzing van de vorderingen - de kosten had gecompenseerd. Voor een volledige proceskostenvergoeding, althans volledige proceskostenvergoeding vanaf 21 oktober 2021, althans vanaf de datum van het tussenvonnis, is geen aanleiding. De proceskostenveroordeling waar anders zou zijn gecompenseerd, wordt geacht voldoende tegemoet te komen aan de schending van artikel 21 Rv.
2.11.
De proceskosten worden aan de zijde van Light Trucks tot op heden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
109,71
- griffierecht
4.200,00
- salaris advocaat
3.549,00
(3,00 punten × tarief IV € 1.183,00)
Totaal
7.858,71
2.12.
Light Trucks vordert vergoeding van daadwerkelijk gemaakte buitengerechtelijke kosten op basis van de CISG (Weens Koopverdrag). In het tussenvonnis is al geoordeeld dat het Weens Koopverdrag niet van toepassing is. De vordering heeft geen betrekking op een van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (het Besluit) van toepassing is. De vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn zal daarom worden getoetst aan de eisen als geformuleerd in het rapport Voorwerk II, waarbij de tarieven worden bepaald aan de hand van de tarieven in het Besluit.
2.13.
Light Trucks heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat zij buitengerechtelijke kosten heeft gemaakt. Het toe te wijzen bedrag wordt bepaald op basis van de toe te wijzen hoofdsom, omdat deze substantieel lager is dan de gevorderde hoofdsom. De hoofdsom in Amerikaanse dollars zal voor de berekening van de buitengerechtelijke kosten worden omgerekend naar Euro’s. Om te bepalen welke wisselkoers geldt, moet worden uitgegaan van het moment dat de schade aan de zijde van Light Trucks is geleden. De facturen van haar advocaat, waarop Light Trucks de vordering baseert, dateren van 18 en 21 mei 2021. Op de facturen staat vermeld dat de betalingstermijn 30 dagen is. Omdat niet bekend is wanneer Light Trucks de facturen heeft betaald zal de rechtbank de datum van dagvaarding, 24 juni 2021, aanhouden. Deze datum ligt in de buurt van de data waarop de betalingstermijn van de facturen verstreek. Uitgaande van een wisselkoers van 1.19 bedroeg de hoofdsom op 24 juni 2021 € 88.060,00. Het toe te wijzen bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten volgens de staffel van het Besluit bedraagt dan € 1.655,60. Dit bedrag zal worden toegewezen. De wettelijke rente zal als gevorderd worden toegewezen vanaf de dag van dagvaarding.
2.14.
De gevorderde veroordeling in de nakosten zal worden toegewezen als gevorderd.
2.15.
In het incident tot zekerheidstelling is de beslissing omtrent de proceskosten aangehouden tot het vonnis in de hoofdzaak. Omdat Light Trucks in het incident is veroordeeld tot het stellen van zekerheid voor de proceskosten, zal zij in de kosten van het incident worden veroordeeld. Dat Light Trucks in de hoofdzaak niet in de proceskosten wordt veroordeeld, is daarbij niet relevant. Deze kosten worden aan de zijde van Big Machinery begroot op € 987,00 (1,5 punt x tarief II).

3.De beslissing

De rechtbank
In de hoofdzaak
3.1.
veroordeelt Big Machinery om aan Light Trucks te betalen het bedrag van USD 74.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente gerekend vanaf 16 april 2021 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt Big Machinery om aan Light Trucks te betalen een bedrag van € 1.655,60 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 april 2021 tot de dag van volledige betaling
3.3.
veroordeelt Big Machinery in de proceskosten, aan de zijde van Light Trucks tot dit vonnis vastgesteld op € 7.858,71,
3.4.
veroordeelt Big Machinery in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 173,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Big Machinery niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 90,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
3.5.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
In het incident
3.7.
veroordeelt Light Trucks in de kosten van het incident, aan de zijde van Big Machinery begroot op € 897,00,
3.8.
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.F.R. van Heemstra, rechter, en in het openbaar uitgesproken door mr. D.T. Boks op 30 augustus 2023.