ECLI:NL:RBGEL:2023:4882

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 augustus 2023
Publicatiedatum
29 augustus 2023
Zaaknummer
05.200734.22 vs
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal van hoogbejaarden en kwetsbare personen door middel van een babbeltruc met medeplegen

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 29 augustus 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met medeverdachten betrokken was bij diefstallen van hoogbejaarden en kwetsbare personen door middel van een babbeltruc. De rechtbank heeft vastgesteld dat de modus operandi bestond uit het samen op pad gaan, waarbij twee vrouwen de slachtoffers aan de praat hielden terwijl een derde vrouw de woning binnenging om geld en sieraden te stelen. De vierde vrouw bleef bij de auto om een snelle vlucht mogelijk te maken. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan meerdere feiten van diefstal en poging tot diefstal, waarbij de slachtoffers steeds kwetsbare ouderen waren. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van één feit wegens onvoldoende bewijs, maar achtte de overige feiten wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van 24 maanden opgelegd, rekening houdend met de ernst van de feiten en het gebrek aan empathie van de verdachte voor de slachtoffers. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05.200734.22
Datum uitspraak : 29 augustus 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren in 1953 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .
Raadsvrouw: mr. C. van Oort, advocaat in Utrecht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
zij op of omstreeks 12 juli 2022 te Den Haag tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of haar mededader(s) voorgenomen misdrijf om goederen en/of geld van haar gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen:
- bij de woning van die [benadeelde 1] aan heeft/hebben gebeld,
- ( vervolgens) de woning van die [benadeelde 1] binnen is/zijn gegaan en/of
- die [benadeelde 1] door middel van een zogenaamde babbeltruc aan de praat heeft/hebben gehouden door te zeggen dat zij een buurvrouw is/zijn en geen vergunning van de gemeente heeft/hebben gekregen voor de aanbouw van een serre,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
zij op of omstreeks 3 augustus 2022 te Den Haag tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of haar mededader(s) voorgenomen misdrijf om goederen en/of geld van haar gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen:
- Bij de portiek van de woning van die [benadeelde 2] met die [benadeelde 2] mee is/zijn gelopen,
- eenmaal aangekomen bij de voordeur van die [benadeelde 2] aldaar heeft/hebben aangebeld,
- een hand tegen de borst van die [benadeelde 2] heeft/hebben gezet en met die [benadeelde 2] mee is/zijn gelopen naar de keuken,
- aldaar die [benadeelde 2] met een zogenaamde babbeltruc aan de praat heeft/hebben gehouden door te praten over de bomen op haar balkon en/of dat die [benadeelde 2] een schoonmaakster nodig had en/of
- in de slaapkamer van die [benadeelde 2] een sieradendoosje heeft/hebben geopend,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
zij op of omstreeks 3 augustus 2022 te Den Haag tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- meerdere gouden sieraden,
- een horloge en/of
- 2000 euro, in elk geval een hoeveelheid geld,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 3] en/of [benadeelde 5] en/of [benadeelde 4] , in
elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4.
zij op of omstreeks 8 augustus 2022 te Enschede tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- ongeveer 20.500,00 euro, in elk geval een hoeveelheid geld,
- meerdere gouden sieraden en/of
- een geldkistje,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 6] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
5.
zij op of omstreeks 26 juli 2022 te Nijmegen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- één of meerdere siera(a)d)en,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 7] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten 1, 2, 3, 4 en 5.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft voor de feiten 1, 2, 3 en 5 vrijspraak bepleit. De raadsvrouw heeft primair ten aanzien van feit 1 betoogd dat uit de camerabeelden niet blijkt dat twee vrouwen in de woning zijn geweest. Daar komt bij dat aangever de vrouwen pas heeft beschreven nadat hij de beelden had gezien. Voor een poging tot diefstal is dit bewijs te mager. Subsidiair heeft de raadsvrouw gesteld dat niet kan worden bewezen dat verdachte de vrouw op de beelden is. De camerabeelden zijn van onvoldoende kwaliteit om verdachte te kunnen herkennen. Bovendien heeft de politie de herkenning gebaseerd op de kleding, niet op de persoon. Een herkenning enkel op de kleding is volgens de raadsvrouw niet betrouwbaar. Voor zover de rechtbank wel aanneemt dat verdachte de vrouw op de beelden is, dan heeft zij niets strafbaars gedaan. Het lopen op straat kan niet worden aangemerkt als een bijdrage aan de poging tot diefstal. Er is geen sprake van een nauwe en bewuste samenwerking. Bij de feiten 2 en 3 is sprake van een onherstelbaar verzuim nu het erop lijkt dat er op 3 augustus 2022 geen toestemming van een officier van justitie aanwezig was om de bebakende auto, te weten een Ford Focus met het kenteken [kenteken] te volgen. De volgactie was dus onrechtmatig. Het proces-verbaal dat ziet op de volgactie van 3 augustus 2022 moet daarom van het bewijs worden uitgesloten. Er blijft dan voor de feiten 2 en 3 onvoldoende bewijs over voor een bewezenverklaring. Voor zover het proces-verbaal niet van het bewijs wordt uitgesloten, geldt voor feit 2 dat de omschrijving van de personen niet past bij verdachte en de medeverdachten. Uit het proces-verbaal komt naar voren dat verdachte in het portiek is geweest. Niet kan echter worden vastgesteld dat zij in de woning is geweest. Met de aanwezigheid in het portiek levert zij geen wezenlijke bijdrage aan een poging tot diefstal. Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsvrouw gesteld dat moet worden betwijfeld of sprake is van een voltooide diefstal nu aangeefster tot twee keer toe heeft gezegd dat zij en haar ouders niets misten. Voor het feit dat ze een dag later toch geld en sieraden misten is onvoldoende uitleg gegeven. Verder is een poging tot diefstal niet ten laste gelegd. Ten aanzien van feit 5 heeft de raadsvrouw betoogd dat vergelijking van de camerabeelden met foto’s van verdachte niet leidt naar verdachte. Daarvoor zijn de beelden te onduidelijk. Bovendien zijn onderscheidende kenmerken in het gezicht van verdachte niet zichtbaar op de beelden.
De raadsvrouw heeft zich voor feit 4 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank zal eerst ingaan op het verweer van de raadsvrouw dat de bevindingen van de observaties op 3 augustus 2022 onrechtmatig zouden zijn verkregen. Vervolgens zal de rechtbank in het algemeen ingaan op de wijze waarop verdachte en de medeverdachten te werk zijn gegaan, de modus operandi. Daarna zal de rechtbank per feit de bewijsmiddelen opnemen. De rechtbank zal deze paragraaf afsluiten met een overweging en conclusie ten aanzien van de feiten.
Toestemming peilbaken
De raadsvrouw heeft betoogd dat de verbalisanten op 3 augustus 2022 zonder toestemming de auto hebben gevolgd en dat de bevindingen dus onrechtmatig zijn verkregen en van het bewijs moeten worden uitgesloten.
De rechtbank overweegt dat de officier van justitie toestemming heeft gegeven tot het inzetten van een peilbaken op de auto van het merk Ford, type Focus, met het kenteken [kenteken] en dat de toestemming is gegeven voor de duur van maximaal drie werkbare dagen (p. 176). Uit het dossier blijkt dat op 28 juli 2022 de eerste dag is geweest dat de auto is gevolgd (p. 177), op 3 augustus 2022 de tweede dag (p. 66) en op 8 augustus 2022 de derde dag (p. 115).
De rechtbank overweegt dat niet is gebleken dat de toestemming is gegeven voor een periode van drie achtereenvolgende dagen. Uit het dossier komt naar voren dat de auto met het peilbaken op drie dagen is gevolgd. De rechtbank is van oordeel dat de verbalisanten daarbij hebben gehandeld overeenkomstig de toestemming van de officier van justitie. Het verweer dat het bewijs onrechtmatig is verkregen wordt verworpen.
Modus Operandi
Op 28 juli 2022 is de Ford Focus met het kenteken [kenteken] deels fysiek gevolgd. Nadat de auto de A1 had verlaten is een controle op de auto uitgevoerd. De bestuurster van de auto bleek verdachte te zijn, de bijrijdster [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ) en op de achterbank zaten de medeverdachten [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ) en [medeverdachte 3] (hierna: [medeverdachte 3] ). [2]
Op 3 augustus 2022 hebben verbalisanten de Ford Focus met het kenteken [kenteken] , die voorzien was van een peilbaken, gevolgd. De auto is die dag omstreeks 08:09 uur vanaf de Belcantodreef in Harderwijk, de woning van [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] , vertrokken en even later gestopt. Om 8:21 uur bewoog de auto vanaf de [adres] in Harderwijk, het woonadres van verdachte en [medeverdachte 2] . Op de A28 werd gezien dat er vier vrouwen in de auto zaten. De auto is via verschillende snelwegen naar Den Haag gereden. Om 10:04 uur is de auto gestopt op de Jan van Gojenstraat in Den Haag. Daar zijn eerst twee vrouwen uitgestapt die werden herkend als [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . Daarna is een derde vrouw uitgestapt, die werd herkend als verdachte. De vrouwen zijn korte tijd later ingestapt waarna de auto is weggereden. Daarbij is de bestuurster van de auto herkend als [medeverdachte 3] . De auto is vervolgens op verschillende plaatsen in Den Haag gestopt. Verbalisanten zagen bij het stoppen steeds dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] uit de auto stapten, naar een portiek liepen en daar aanbelden. Soms voelden zij aan de deur en [verbalisant 9] het alsof zij probeerden de deur open te duwen. Als [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] enige tijd uit de auto weg waren, kwam verdachte ook uit de auto en liep naar het portiek waar net daarvoor door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] was aangebeld. Als de deur niet werd geopend, keerden de vrouwen onverrichter zake terug naar het voertuig, stapten in en reden weer weg. [3]
Op 8 augustus 2022 is de Ford Focus met het kenteken [kenteken] opnieuw gevolgd. De auto is die dag omstreeks 8:04 uur vanaf de Belcantodreef in Harderwijk, de woning van [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] , vertrokken en gereden naar de Meckelenburglaan in Harderwijk. De auto is ter hoogte van nummer [huisnummer 1] gestopt, zijnde het woonadres van verdachte en [medeverdachte 2] , en om 8:17 uur vertrokken. De auto is naar Enschede gereden en bij verschillende adressen gestopt. Op de Ganzediepstraat in Enschede is de auto ter hoogte van huisnummer [huisnummer 2] gestopt. Twee vrouwen stapten uit de auto en liepen naar een oudere man die in zijn voortuin bezig was. De man werd aangesproken. Na enkele minuten liepen de vrouwen terug naar de auto. Verbalisant [verbalisant 7] is naar de man gegaan en sprak de man aan. Hij zag dat de man hem niet begreep. Een jongere man, die uit de woning kwam, verklaarde dat zijn vader geen Nederlands spreekt en doof is. De jongere man stond boven en hoorde dat zijn vader door de vrouwen werd aangesproken. Hij hoorde ze zeggen dat zijn vader een mooie tuin had en hoe hij dat allemaal zo onderhield. Toen ze zagen dat zijn vader hen niet begreep, zijn de vrouwen weggelopen.
Bij het uitlezen van het baken werd geconstateerd dat de auto steeds rondjes reed door hofjes en dat de snelheid van de auto in de woonwijken bijzonder laag was, namelijk tussen de 5 en de 25 kilometer per uur. [4]
Feit 1
Aangever [benadeelde 1] heeft verklaard dat hij op 12 juli 2022 omstreeks 17:00 uur in zijn woning aan de Beetsstraat [huisnummer 3] in Den Haag was. De deurbel ging en toen hij de voordeur opende zag hij twee onbekende vrouwen staan. Eén van de onbekende vrouwen zei dat ze zijn buurvrouw was. Direct daarna liepen de vrouwen, zonder iets te vragen, langs aangever. De oudere vrouw ging op de bank zitten en zei dat ze een serre wilden bouwen. Aangever zei daarop dat zij helemaal niet op de buurvrouw leek. De vrouw zei toen dat zij de zus van de buurvrouw was. Aangever liep naar de voordeur om dat na te vragen. De oudere vrouw probeerde aangever nog tegen te houden door voor hem te gaan staan. De vrouwen liepen daarna gelijk langs aangever de gang door en gingen weg. De vrouwen stapten buiten in een zilvergrijze auto. In die auto zat al iemand achter het stuur. Op camerabeelden van de buurvrouw van nummer [huisnummer 4] zag aangever de vrouwen die bij hem binnen waren geweest. Hij zag dat zij in de genoemde auto stapten en zag dat het kenteken [kenteken] was. Aangever heeft de oudste vrouw omschreven als een vrouw van eind 40 jaar oud, stevig postuur, licht getint, grijs t-shirt, zwarte broek en zwart haar in een staart. De jongste vrouw was rond 22 jaar oud, slank postuur, licht getint, zwarte jurk, witte schoenen en zwart krullend haar in een staart. [5]
Op de camerabeelden van de woning aan de Beetsstraat [huisnummer 4] in Den Haag was te zien dat er op 12 juli 2022 omstreeks 17:17 uur een zilverkleurige Ford Focus met kenteken [kenteken] op de hoek van de Beetsstraat met de Stastokstraat parkeerde. In de auto zaten meerdere vrouwelijke personen. Om 17:18:07 uur kwamen twee vrouwen uit de Stastokstraat lopen. De ene vrouw was rond de 30 jaar oud, had een slank postuur, zwart lang haar met krullen en droeg een zwart t-shirt, een zwarte rok en witte sneakers. De andere vrouw was rond de 30 jaar oud, had een fors postuur, zwart haar in een knot en droeg een beige t-shirt en een zwarte broek. Om 17:19:45 uur kwam een derde vrouw uit de straat aanlopen. Deze vrouw was rond de 65 jaar oud en droeg een hoofddoek met een paars accent, een zwarte jurk en beige schoenen. Verbalisant [verbalisant 9] heeft de vrouwen herkend als verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . [6]
Ook de verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 2] en [verbalisant 3] hebben verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] op de beelden herkend. Zij hebben de beelden vergeleken met de afbeeldingen van de verdachten die zij in het kader van het onderzoek hadden gekregen. Ze herkenden verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] aan hun gelaat, haardracht, lichaamsbouw en -houding en aan de kleding die gedeeltelijk overeen kwam met de kleding die zij bij hun aanhouding op 8 augustus 2022 droegen. Ook zagen zij dat de auto dezelfde was als de auto waarin verdachte en de medeverdachten op 8 augustus 2022 zaten. [7]
Feit 2
Op 3 augustus 2022 hebben verbalisanten de Ford Focus met het kenteken [kenteken] , waaronder zoals hiervoor al is overwogen een peilbaken was aangebracht, gevolgd. De auto stopte omstreeks 13:30 uur in de Christiaan de Wetstraat in Den Haag. [verbalisant 8] zag dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] door de straat liepen en bij de deur van portiek [huisnummers] naar binnen gingen. Na enige tijd kwam verdachte aanlopen en ging bij hetzelfde portiek naar binnen. Na ongeveer 5 minuten kwam verdachte weer naar buiten en liep in de richting waarvandaan zij was gekomen. Vijf minuten later kwamen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] uit het portiek en liepen richting de auto met het kenteken [kenteken] .
De bewoonster van de Christiaan de Wetstraat [huisnummer 5] verklaarde dat zij twee vrouwen haar woning had binnengelaten en met hen in de keuken had gepraat. [8]
[benadeelde 2] heeft hierover verklaard dat zij op 3 augustus 2022 rond 14:30 uur thuis in haar woning aan de Christiaan de Wetstraat [huisnummer 5] in Den Haag was en voor de ingang van het portiek van haar woning twee vrouwen en één man zag staan. Toen zij de deur van het portiek opende vroeg zij aan deze personen waar zij naartoe moesten. Eén van de vrouwen zei dat ze naar opa gingen. Zij liet deze personen daarom met haar meelopen. Toen [benadeelde 2] in haar woning was, werd er direct aangebeld. Zij opende haar voordeur en de twee genoemde vrouwen kwamen haar woning binnen. De vrouwen lieten haar voordeur open staan. Een van de vrouwen zette haar hand tegen de borst van [benadeelde 2] en liep met [benadeelde 2] de keuken in. Ze begon te praten over de bomen op het balkon van [benadeelde 2] . Ze zei dat [benadeelde 2] een schoonmaakster nodig had. [benadeelde 2] zei daarop dat ze wilde dat de personen haar huis zouden verlaten. Zij wilde naar de voordeur lopen, maar werd tegengehouden door de tweede vrouw, die zei dat ze zo weg zouden gaan. De vrouw ging voor [benadeelde 2] staan zodat ze niet naar de hal in de richting van de voordeur kon lopen. De vrouwen hielden [benadeelde 2] ongeveer 10 minuten aan de praat. Toen de personen weg waren zag [benadeelde 2] dat het sieradenkistje in haar slaapkamer open stond, terwijl die normaal dicht zit, en dat twee sieradendoosjes die in dit kistje zaten ook waren geopend. Volgens [benadeelde 2] was er niets weggenomen. [9]
Feit 4
Verbalisanten hebben op 8 augustus 2022 opnieuw de Ford Focus met het kenteken [kenteken] gevolgd met behulp van het aangebrachte peilbaken. De auto stopte omstreeks 12:40 uur in De Posten ter hoogte van perceel [huisnummer 6] in Enschede. Verbalisanten zagen dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] vanaf de auto kwamen aanlopen en bij de woning aan De Posten [huisnummer 7] een vrouw, die in de voortuin aan het werk was, aanspraken. [medeverdachte 1] liep na enkele seconden naar de voordeur van de woning en ging naar binnen. De bewoonster liep achter haar aan en [medeverdachte 2] liep achter de bewoonster aan naar binnen. Verbalisanten zagen vervolgens dat verdachte omstreeks 12:46 uur kwam aanlopen en de voordeur van genoemde woning opende. Verdachte ging ook de woning in en trok de deur achter haar dicht. [medeverdachte 3] ging toen achter het stuur zitten. Omstreeks 13:05 uur kwam verdachte via de voordeur naar buiten en liep weg richting de genoemde Ford Focus. Verbalisanten zagen dat zij een ketting in haar handen vasthield. Na twee minuten kwamen ook [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] uit de woning. Verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] stapten in de auto, waarbij verdachte op de bestuurdersstoel ging zitten en [medeverdachte 3] achterin ging zitten. Daarna reden ze weg. [10]
Verbalisanten zijn naar de vrouw op het adres De Posten [huisnummer 7] gegaan. De bewoonster, [benadeelde 6] , verklaarde dat de vrouwen die bij haar binnen waren geweest over haar tuin begonnen, meer daarover wilden weten en de tuin graag wilden zien. Zij waren erg vriendelijk en liepen al pratend eigenlijk zo door naar binnen. Ze zijn met zijn drieën naar de achtertuin gelopen en hebben hier gesproken over de planten. Een van de vrouwen gaf aan de dochter te zijn van een van de winkeleigenaren op het plein. Uiteindelijk begonnen de vrouwen ook nog hele verhalen over Indisch eten en de kruiden die daarvoor worden gebruikt.
[benadeelde 6] verklaarde dat ze haar ringen en ketting met een medaillon voor het tuinieren had afgedaan en op haar slaapkamer had neergelegd. Toen zij op haar slaapkamer ging kijken lagen de sieraden er niet meer. [benadeelde 6] haalde uit haar kledingkast twee geldkisten. Al haar sieraden die in de ene geldkist zaten waren weg. Het geld dat in enveloppen zat voor onder andere haar kleinkinderen was ook weg. Verbalisanten zagen in de andere geldkist enveloppen die allemaal leeg waren. Op de enveloppen stonden diverse geldbedragen geschreven. Bij elkaar ging het om € 20.500,-. Verbalisanten hoorden dat ook een derde geldkist waar contant geld in zat ontbrak. [11]
[benadeelde 6] heeft aangifte gedaan en verklaard dat zij op 8 augustus 2022 in de voortuin van haar woning aan de Posten [huisnummer 7] in Enschede aan het werk was. Er kwamen twee vrouwen aan die tegen haar begonnen te praten. De ene vrouw was dik, de andere slank. De vrouwen zeiden dat ze haar tuin mooi vonden. De dikkere vrouw zei dat ze een dochter was van de winkel aan de overzijde van de straat. De vrouwen wilden graag in haar achtertuin kijken. De vrouwen werden op een gegeven moment opdringerig. Aangeefster liep vervolgens met de vrouwen naar de achtertuin. Al met al sprak aangeefster ongeveer 5 á 10 minuten met de vrouwen. Op een gegeven moment gingen de vrouwen weg.
Aangeefster zag daarna dat haar kast overhoop was getrokken. Er waren meerdere kistjes geopend en er was veel geld weg. Ook waren een gouden halsketting met medaillon, een drietal gouden ringen en een drietal kleine gouden ringetjes weg. [12]
Verdachte en de medeverdachten zijn op 8 augustus 2022 aangehouden. Tijdens de insluiting van verdachte kwam er een stapel geld uit haar panty, die zij onder haar kleding droeg. Dit bleken biljetten van € 50 te zijn, in totaal € 14.050,-. [13]
Bij doorzoeking van de auto werd in het dashboardkastje een grijs stoffen zakje aangetroffen met daarin een groot aantal biljetten van 20 en van 50 euro. Bij het geld zijn transactiebonnen aangetroffen op naam van aangeefster. Verder lag er een zak met een groot aantal gouden sieraden. [benadeelde 6] heeft deze sieraden herkend als zijnde van haar. [14]
Feit 5
Aangeefster [benadeelde 7] , wonend aan de Sandenburgstraat [huisnummer 8] in Nijmegen, heeft verklaard dat zij op 26 juli 2022 omstreeks 12:00 uur de deurbel hoorde. Zij opende de voordeur en zag een onbekende vrouw voor de deur staan die zei: “Ik ken u.” De vrouw duwde aangeefster opzij en liep naar de eetkamer. De vrouw vroeg aan aangeefster wat zij altijd kookt en of zij een aantal recepten had voor haar. De vrouw zei onder andere dat ze een huwelijksfeest had, dat ze voor haar oma en moeder moest zorgen en dat ze van Turkse afkomst was. Zij keek naar de pan op het aanrecht en ging daarna weg. Toen aangeefster naar haar slaapkamer ging, zag ze een deksel van een juwelenkistje op bed liggen. Het sieradenkistje waar al haar gouden sieraden in zaten was leeg. Er zijn meerdere gouden ringen, kettingen en hangers weggenomen. Aangeefster omschrijft de vrouw als licht getint, fors van postuur, 1.70/1.80 meter lang, donker haar over de schouders en donker gekleurde bovenkleding, lange broek kleur onbekend.
Aangeefster hoorde later van haar buren dat er nog een vrouw in haar huis is geweest. [15]
[getuige 1] , buurman van [benadeelde 7] , verklaarde dat hij op 26 juli 2022 zijn buurvrouw hoorde praten met iemand. Hij hoorde zijn buurvrouw zeggen: “Ken ik u?” [getuige 2] , buurvrouw van [benadeelde 7] , verklaarde dat zij het niet vertrouwde en naar buiten liep. Zij zag toen een vrouw die zij verdacht vond. Deze vrouw stapte in een auto die ter hoogte van nummer [huisnummer 2] stond geparkeerd. Op de camerabeelden zagen verbalisanten dat de auto een Ford Focus was. [16]
De camerabeelden zijn naar de afdeling beeldverwerking verstuurd. Daar werd geconstateerd dat het kenteken van genoemde auto [kenteken] was. [17]
Op de camerabeelden van de buren van aangeefster herkende verbalisant [verbalisant 4] verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] op basis van hun leeftijd, postuur, haardracht, gelaat en kleding. [18]
Verbalisant [verbalisant 5] heeft de camerabeelden vergeleken met de politiefoto’s van de verdachten, die werden gemaakt op 8 augustus 2022. Hij zag op de camerabeelden dat [medeverdachte 2] door het beeld van de camera liep. Hij herkende haar aan haar gezicht, huidskleur, haar en postuur. Hij zag dat verdachte en [medeverdachte 1] ook door het beeld van de camera liepen en dat hun postuur en gezicht overeenkwamen met de politiefoto’s van 8 augustus 2022. [19]
Overweging
Medeplegen
De rechtbank stelt vast dat uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen volgt dat er grote overeenkomsten bestaan in de modus operandi ten aanzien van de ten laste gelegde strafbare feiten. Op verschillende dagen verzamelden de vrouwen, die op 3 en 8 augustus 2022 door verbalisanten zijn herkend als verdachte en haar medeverdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] , op een vroeg tijdstip en reden met een Ford Focus met het kenteken [kenteken] vervolgens naar een stad in Nederland. In de betreffende stad reden ze met een lage snelheid in/door woonwijken en stopten in verschillende straten bij adressen. Uit de observaties, camerabeelden, getuigenverklaringen en aangiften volgt dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] doorgaans uit de auto stapten, naar een (portiek)woning liepen en daar aanbelden dan wel personen aanspraken die rondom hun huis bezig waren. Ook voelden zij soms aan de deur en leek het alsof zij probeerden de deur open te duwen. Als [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] enige tijd uit de auto weg waren, kwam verdachte ook uit de auto en liep naar de woning waar net daarvoor door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] was aangebeld. [medeverdachte 3] bleef doorgaans achter bij de auto, waarbij zij op de uitkijk bleef staan dan wel als bestuurster van de auto een snel vertrek van de plaats delict mogelijk maakte. Ook verdachte nam de rol van bestuurster wel eens op zich.
Uit de verklaringen van [benadeelde 1] , [benadeelde 2] , [benadeelde 6] en [benadeelde 7] komt naar voren dat de vrouwen steeds met een babbeltruc de desbetreffende woning inkwamen. Zo verklaarde [benadeelde 1] dat een van de vrouwen vertelde dat ze de buurvrouw was en dat ze een serre wilde bouwen. Toen [benadeelde 1] zei dat ze niet op de buurvrouw leek en dat wilde verifiëren, zijn de vrouwen direct weg gegaan. Bij [benadeelde 2] begon een van de vrouwen over de bomen op haar balkon en werd gezegd dat [benadeelde 2] een schoonmaakster nodig had. Toen [benadeelde 2] zei dat ze wilde dat de personen weggingen, hield de tweede vrouw haar tegen. [benadeelde 6] verklaarde dat de vrouwen begonnen over haar tuin. Ze vonden die mooi en ze wilden ook de achtertuin zien. De dikkere vrouw zei dat ze een dochter was van de winkel aan de overzijde van de straat. En [benadeelde 7] verklaarde dat de vrouw vroeg wat zij altijd kookt en of zij een aantal recepten voor haar had. De vrouw zei onder andere dat ze een huwelijksfeest had, dat ze voor haar oma en moeder moest zorgen en dat ze van Turkse afkomst was. De slachtoffers zijn allemaal hoogbejaarden en/of kwetsbare personen.
De rechtbank leidt uit het bovenstaande af dat de vier vrouwen met een vooraf vastgesteld plan – namelijk het plegen van diefstallen bij (hoog)bejaarden en/of kwetsbare personen door middel van een babbeltruc – meerdere dagen doelbewust op pad zijn gegaan. Hierbij is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een vast patroon wat betreft de modus operandi en derhalve ook van een nauwe en bewuste (onderlinge) samenwerking, zodat ten aanzien van alle vier de vrouwen sprake is van medeplegen.
Verbalisanten hebben dit patroon ook gezien toen verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] op 3 augustus 2022 het portiek ingingen alwaar onder meer de woning van [benadeelde 2] zich bevindt en toen zij de woning van [benadeelde 6] op 8 augustus 2022 bezochten. Op 3 augustus 2022 zagen zij dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] het portiek bij [benadeelde 2] ingingen en dat verdachte korte tijd later hetzelfde portiek inging. Verdachte kwam als eerste weer uit het portiek, na vijf minuten gevolgd door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . Verbalisanten zijn vervolgens hetzelfde portiek ingegaan en hebben onder meer gesproken met [benadeelde 2] die verklaarde dat zij twee vrouwen had binnen gelaten en met hen in de keuken had gepraat. Op 8 augustus 2022 zagen de verbalisanten dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] de woning van [benadeelde 6] in liepen, na een paar minuten gevolgd door verdachte. Verdachte kwam bijna 20 minuten later als eerste weer naar buiten, twee minuten later gevolgd door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . [medeverdachte 3] bleef zowel op 3 augustus 2022 als op 8 augustus 2022 in of bij de auto achter en zat dan achter het stuur of ging daar zitten.
Ook bij feit 1 is dit patroon zichtbaar. Aangever [benadeelde 1] heeft verklaard dat er twee vrouwen bij hem binnen zijn geweest. Hij heeft de vrouwen beschreven en de vrouwen op de camerabeelden van zijn buurvrouw herkend als de vrouwen die bij hem binnen zijn geweest.
Verbalisanten hebben op de betreffende camerabeelden verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] herkend. Op camerabeelden is ook gezien dat de vrouwen gebruik maakten van de Ford Focus met het kenteken [kenteken] .
Aangeefster [benadeelde 7] , feit 5, heeft verklaard dat er één vrouw bij haar binnen is geweest. Op camerabeelden van de buren zijn echter drie vrouwen te zien, die door de verbalisanten zijn herkend als verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] .
De rechtbank gaat ervan uit dat ook bovengenoemd patroon is gevolgd nu uit de camerabeelden blijkt dat daarop drie personen zijn te zien die zijn herkend als verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . Ook hier maakten zij gebruik van de Ford Focus met het kenteken [kenteken] .
De rechtbank concludeert op basis van het voorgaande dat verdachte, [medeverdachte 1] en [verdachte] betrokken zijn geweest bij de feiten 1, 2, 4 en 5 en dat [medeverdachte 3] in ieder geval op 3 augustus 2022 en op 8 augustus 2022 (feiten 2 en 4) mee was kennelijk als (mogelijke) bestuurster van de auto.
Verweren
De rechtbank verwerp het verweer van de raadsvrouw dat uit de camerabeelden van feit 1 niet blijkt dat de vrouwen in de woning van [benadeelde 1] zijn geweest. De aangifte van [benadeelde 1] , bezien in samenhang met de camerabeelden waarop aangever de vrouwen heeft herkend, de aanwezigheid van de Ford Focus met het kenteken [kenteken] en de herkenning van de vrouwen, waaronder verdachte, op de camerabeelden door de verbalisanten maken dat de rechtbank het feit bewezen acht. Dat niet duidelijk is of verdachte daadwerkelijk in de woning van aangever is geweest doet hieraan niet af, gelet op de hiervoor besproken modes operandi van de vier vrouwen. Dat maakt dat sprake is van medeplegen, zoals de rechtbank hiervoor al heeft overwogen. Ook ten aanzien van feit 2 ziet de rechtbank geen reden te twijfelen aan de identiteit van de vrouwen die het portiek zijn in gegaan. Verbalisanten hebben dit gezien en zijn daarna direct zelf het portiek ingegaan om uit te zoeken op welk adres de vrouwen waren geweest. De rechtbank heeft dan ook geen enkele twijfel over de personen die bij [benadeelde 2] naar binnen zijn gegaan. Datzelfde geldt voor feit 5. Ook daar is verdachte door de verbalisanten op de camerabeelden herkend.
Diefstal
Terwijl [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] de bewoner aan de praat hielden, ging verdachte de woning in. Bij [benadeelde 6] is gezien dat [verdachte] met een ketting in haar hand naar buiten kwam. Na aanhouding van de verdachten op 8 augustus 2022 is bij fouillering van verdachte en in de auto veel geld aangetroffen en diverse gouden sieraden die [benadeelde 6] heeft herkend als van haar afkomstig. Ook [benadeelde 7] heeft verklaard dat zij na het bezoek van de vrouw sieraden miste. De rechtbank acht in deze zaken medeplegen van diefstal bewezen.
Uit de verklaringen van [benadeelde 1] en [benadeelde 2] komt naar voren dat zij geen goederen misten. Nu de modus operandi van de vrouwen steeds dezelfde was, acht de rechtbank aannemelijk dat het ook bij [benadeelde 1] en [benadeelde 2] de bedoeling was geld en/of sieraden weg te nemen. De rechtbank acht in deze gevallen daarom medeplegen van een poging tot diefstal bewezen.
Vrijspraak feit 3
Uit het dossier komt naar voren dat verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] op 3 augustus 2022 ook bij [benadeelde 3] en haar man in de woning zijn geweest, terwijl [medeverdachte 3] bij de auto achterbleef. Verbalisanten zijn daarna naar de woning gegaan omdat zij bang waren dat de bewoners waren bestolen. [benadeelde 3] heeft haar dochter [benadeelde 4] gebeld, die na een uitleg van de verbalisant naar de woning van haar ouders is gegaan. Verbalisanten hebben haar verzocht om samen met haar moeder door de woning te lopen en te kijken of er iets was gestolen. Zij hebben daarbij uitgelegd dat was gezien dat er drie vrouwen in de woning waren geweest. [benadeelde 4] verklaarde dat zij en haar ouders niets misten in de woning. Verbalisanten hebben vervolgens nogmaals uitgelegd dat zij hebben gezien dat er drie vrouwen in de woning zijn geweest en haar nogmaals gevraagd rond te kijken of zij niet iets misten. Na nogmaals in de kamers van het huis te hebben rondgekeken verklaarde [benadeelde 4] opnieuw dat ze niets misten. [benadeelde 4] heeft zich op 4 augustus 2022 bij de politie gemeld en verklaard dat zij en haar ouders wel veel geld en sieraden misten.
De rechtbank overweegt dat aangevers wisselend hebben verklaard over het feit of goederen en/of geld uit de woning was weggenomen. Nu [benadeelde 4] door de verbalisanten tot twee keer toe is gevraagd (samen met haar moeder) de woning door te lopen om te kijken of ze iets misten en beide keren heeft verklaard dat ze niets misten heeft de rechtbank niet de overtuiging dat er goederen zijn gestolen. Niet valt immers in te zien dat [benadeelde 4] de diefstal bij het doorlopen van de woning op 3 augustus 2022 niet zou hebben opgemerkt, terwijl er (volgens de latere verklaring) sprake was van een grote hoeveelheid geld en gouden sieraden die waren weggenomen. De rechtbank acht een voltooide diefstal daarom niet bewezen. Voor een poging tot diefstal is er wel voldoende bewijs, maar dat is niet ten laste gelegd. Verdachte wordt daarom van dit feit vrijgesproken.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
zij op
of omstreeks12 juli 2022 te Den Haag tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte en
/ofhaar mededader
(s
)voorgenomen misdrijf om goederen en/of geld van haar gading,
in elk geval enig goed,dat/die
geheel of ten deleaan [benadeelde 1] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s)toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen:
- bij de woning van die [benadeelde 1] aan heeft
/hebbengebeld,
- ( vervolgens) de woning van die [benadeelde 1] binnen is
/zijngegaan en
/of
- die [benadeelde 1] door middel van een zogenaamde babbeltruc aan de praat heeft
/hebbengehouden door te zeggen dat zij een buurvrouw is
/zijn en geen vergunning van de gemeente heeft/hebben gekregen voor de aanbouw van een serre,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
zij op
of omstreeks3 augustus 2022 te Den Haag tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte en
/ofhaar mededader
(s
)voorgenomen misdrijf om goederen en/of geld van haar gading,
in elk geval enig goed,dat/die
geheel of ten deleaan [benadeelde 2] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s)toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen:
- bij de portiek van de woning van die [benadeelde 2] met die [benadeelde 2] mee is
/zijngelopen,
- eenmaal aangekomen bij de voordeur van die [benadeelde 2] aldaar heeft
/hebbenaangebeld,
- een hand tegen de borst van die [benadeelde 2] heeft
/hebbengezet en met die [benadeelde 2] mee is
/zijngelopen naar de keuken,
- aldaar die [benadeelde 2] met een zogenaamde babbeltruc aan de praat heeft
/hebbengehouden door te praten over de bomen op haar balkon en
/ofdat die [benadeelde 2] een schoonmaakster nodig had en
/of
- in de slaapkamer van die [benadeelde 2] een sieradendoosje heeft
/hebbengeopend,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
zij op
of omstreeks8 augustus 2022 te Enschede tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,
- ongeveer 20.500,00 euro, in elk geval een hoeveelheid geld,
- meerdere gouden sieraden en
/of
- een geldkistje,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [benadeelde 6] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s)toebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
5.
zij op
of omstreeks26 juli 2022 te Nijmegen tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,
-
één ofmeerdere siera
(a)d
)en,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [benadeelde 7] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s)toebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feiten 1 en 2 telkens:
Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen;
feiten 4 en 5 telkens:
Diefstal door twee of meer verenigde personen.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 28 maanden met aftrek van het voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft een gevangenisstraf bepleit die niet langer is dan de tijd die verdachte in voorarrest heeft gezeten. De voorlopige hechtenis heeft een grote impact op haar gehad. Verdachte kon zich in de PI moeilijk handhaven omdat ze de taal niet spreekt en niet kan lezen en schrijven. Verdachte heeft medische zorg nodig gelet op haar leeftijd en kwetsbare gezondheid. Verdachte is bereid een taakstraf uit te voeren.
De raadsvrouw heeft verzocht de schorsing van de voorlopige hechtenis niet op te heffen, nu de persoonlijke omstandigheden die tot de schorsing hebben geleid nog onverkort aanwezig zijn. Verdachte heef zich aan de schorsingsvoorwaarden gehouden en zal dat ook hangende een eventueel hoger beroep doen.
De beoordeling door de rechtbank
Verdachte heeft zich samen met de medeverdachten schuldig gemaakt aan diefstal en poging tot diefstal. Verdachte en de drie medeverdachten gingen daartoe samen op strooptocht. Ze reden met hun auto naar een stad in Nederland en doorkruisten op lage snelheid een wijk op zoek naar potentiële slachtoffers. Zij volgden daarbij steeds hetzelfde patroon dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] de auto verlieten en zich met een babbeltruc bij oudere bewoners naar binnen praatten. Eenmaal binnen hielden ze de bewoner aan de praat en had verdachte de gelegenheid via de opengelaten voordeur de woning te betreden. Verdachte ging op zoek naar geld en sieraden en verliet steeds als eerste weer de woning, korte tijd later gevolgd door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . [medeverdachte 3] bleef doorgaans bij de auto achter om op de uitkijk te staan en als bestuurster van de auto snel weg te kunnen rijden. Verdachte en de medeverdachten kozen hun slachtoffers bewust uit. Bijzonder kwalijk is dat het daarbij steeds om kwetsbare ouderen ging waar verdachte en de medeverdachten binnendrongen. Hun handelen heeft grote impact op de slachtoffers gehad. Daar waar zij zich veilig in hun woning waanden, zijn zij het slachtoffer geworden van de zeer brutale en laffe werkwijze van verdachte en de medeverdachten. Als de slachtoffers het niet vertrouwden en de vrouwen de deur uit wilden werken of informatie wilden verifiëren, hielden [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] de slachtoffers tegen om verdachte tijd te geven haar “werk” te doen. Het was verdachte en de medeverdachten alleen te doen om geldelijk gewin. Hun werkwijze, waarbij zij ’s ochtend al bijtijds samen op stap gingen en een stad uitkozen om toe te slaan, wijst op een verdienmodel en niet op incidentele acties. De rechtbank rekent het verdachte en haar mededaders zwaar aan dat zij geen enkele verantwoordelijkheid voor hun handelen nemen. Tijdens het strafrechtelijk onderzoek en ook tijdens de behandeling van de zaak ter terechtzitting hebben zij geen enkele empathie met de slachtoffers getoond. Ook hebben zij niet laten blijken spijt te hebben of inzicht getoond in het kwalijke van hun handelen. De rechtbank vindt het zorgelijk dat verdachte en de medeverdachten kennelijk zo gewetenloos kunnen handelen. Naar het oordeel van de rechtbank past daarbij alleen een gevangenisstraf van lange duur.
De rechtbank heeft de justitiële documentatie in aanmerking genomen. Daaruit komt naar voren dat verdachte eerder voor poging tot diefstal is veroordeeld. Deze veroordelingen hebben haar er kennelijk niet van kunnen weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
De rechtbank heeft ook de reclasseringsrapporten van 5 september 2022 en 15 november 2022 in aanmerking genomen. Daaruit komt naar voren dat sprake is van een delictpatroon en een aanzienlijk delictverleden. De reclassering ziet dat er vooral sprake is geweest van heimelijke delicten, wat kan wijzen op een gebrekkige morele ontwikkeling. Bovendien zien zij dat verdachte zich door verschillende detenties niet laat weerhouden opnieuw met justitie in aanraking te komen. De reclassering kan geen duidelijk beeld schetsen over de persoon van verdachte, haar leefomstandigheden en het recidiverisico. Bij een veroordeling wordt geadviseerd een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen, omdat interventies gezien de beperkingen van verdachte niet uitvoerbaar zijn.
De rechtbank is van oordeel dat alles afwegend en gelet op de oriëntatiepunten van het LOVS een gevangenisstraf van 24 maanden passend en geboden is. Deze straf is lager dan door de officier van justitie is gevorderd, omdat de rechtbank feit 3 niet bewezen acht.
De rechtbank begrijpt dat dit een voor verdachte ingrijpende straf is nu zij de taal niet spreekt en niet kan lezen en schrijven. Verdachte is echter in het verleden ook veroordeeld geweest tot gevangenisstraffen voor soortgelijke delicten en wist dus wat het risico van haar handelen was. Door te handelen zoals zij heeft gedaan, heeft ze dit risico voor lief genomen.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Voorlopige hechtenis
De voorlopige hechtenis is geschorst tot het moment dat in de strafzaak uitspraak zal worden gedaan, derhalve tot 29 augustus 2023.
Gelet op de duur van de opgelegde gevangenisstraf ziet de rechtbank geen aanleiding een beslissing te nemen op het verzoek van de raadsvrouw om de schorsing van de voorlopige hechtenis niet op te heffen.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

Feit 3
De benadeelde partij [benadeelde 4] heeft in verband met feit 3 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 92.287,94 aan materiële schade en € 1.000,- aan smartengeld, allebei vermeerderd met de wettelijke rente.
De benadeelde partij [benadeelde 3] heeft in verband met feit 3 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 18.258,24 aan materiële schade en € 1.000,- aan smartengeld, allebei vermeerderd met de wettelijke rente.
De benadeelde partij [benadeelde 3] heeft in verband met feit 3 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert 1.000,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente.
De benadeelde partijen hebben om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 4] , [benadeelde 3] en [benadeelde 5] kunnen worden toegewezen voor zover dit betreft de reiskosten en het smartengeld, met toekenning van de wettelijke rente. Hij vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Voor het overige deel aan materiële schade heeft de officier van justitie verzocht de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in de vordering te verklaren. De officier van justitie heeft in dit verband naar voren gebracht dat wisselend is verklaard over of er iets was gestolen. Voor zover daar al vanuit moet worden gegaan is niet te duiden hoeveel sieraden en geld er is weggenomen en wat de waarde daarvan was nu alleen handgeschreven overzichten zijn overgelegd.
De raadsvrouw heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in de vorderingen moet worden verklaard gelet op de bepleite vrijspraak. Subsidiair heeft de raadsvrouw betoogd dat de vorderingen betreffende de materiële schade onvoldoende zijn onderbouwd met facturen en/of betaalbewijzen.
Overweging van de rechtbank
Verdachte wordt voor feit 3 vrijgesproken. Daarom zullen de benadeelde partijen [benadeelde 3] niet-ontvankelijk in de vorderingen worden verklaard.
Feiten 4 en 5
De benadeelde partij [benadeelde 6] heeft in verband met feit 4 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 60,- aan materiële schade en
€ 1.000,- aan smartengeld, allebei vermeerderd met de wettelijke rente.
De benadeelde partij [benadeelde 7] heeft in verband met feit 5 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 2.000,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente.
Beide benadeelde partijen hebben om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen vermeerderd met de wettelijke rente toewijsbaar zijn. Hij vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsvrouw heeft zich wat betreft de vordering van [benadeelde 6] gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van de vordering van [benadeelde 7] heeft de raadsvrouw primair verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren gelet op de door haar bepleite vrijspraak. Subsidiair heeft de raadsvrouw verzocht de vordering te matigen.
Overweging van de rechtbank
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij [benadeelde 6] als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering kan worden toegewezen.
Smartengeld
De benadeelde partij heeft volgens artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek (BW) recht op vergoeding van smartengeld in het geval dat:
  • verdachte het oogmerk had het nadeel toe te brengen,
  • de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen,
  • de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad, of
  • de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast.
Om te spreken van een aantasting in persoon op andere wijze moet sprake zijn van geestelijk letsel of een diepe inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, persoonlijke integriteit of een fundamenteel recht.
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en wat ter zitting over de vordering is besproken, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij [benadeelde 6] door het bewezenverklaarde schade heeft geleden die binnen één van de hiervoor genoemde categorieën van artikel 6:106 BW valt. Door het handelen van verdachte en de medeverdachten is de benadeelde op andere wijze in de persoon aangetast. De benadeelde is in haar woning met behulp van een babbeltruc van veel geld en sieraden beroofd. Zij heeft daardoor te kampen met emotionele schade en durft haar voordeur niet meer te openen. Verbalisanten hebben een nazorggesprek met [benadeelde 6] gehad, waarbij bleek dat het niet goed met haar ging. Dit is mede aan verdachte toe te rekenen.
Ook ten aanzien van [benadeelde 7] geldt dat zij door het handelen van verdachte en de medeverdachten is de benadeelde op andere wijze in de persoon aangetast. De benadeelde is in haar woning met behulp van een babbeltruc van veel geld en sieraden beroofd. [benadeelde 7] is bang dat zij door de daders is gevolgd vanaf het winkelcentrum. Zij voelt zich daardoor minder vrij zich te bewegen in de openbare ruimte. Daarnaast voelt ze zich niet meer veilig in haar eigen huis en sluit ook overdag haar rolluiken en vitrages zodat ze niet meer in haar woonkamer kan worden gezien. Ook dit is mede aan verdachte toe te rekenen.
De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van het feit en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij het smartengeld voor [benadeelde 6] en [benadeelde 7] op een bedrag van € 1.000,- vaststellen.
Het totale bedrag dat wordt toegewezen bedraagt dus voor [benadeelde 6] € 1.060,- en voor [benadeelde 7] € 1.000,-.
De rechtbank zal de benadeelde partij [benadeelde 7] voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
De rechtbank overweegt dat verdachte en de medeverdachten ieder voor het hele schadebedrag hoofdelijk kunnen worden aangesproken. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover haar medeverdachten de schade hebben vergoed.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de
schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partijen toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
[benadeelde 8]
De benadeelde partij [benadeelde 8] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 168,98 aan materiële schade en € 500,- aan smartengeld, allebei vermeerderd met de wettelijke rente. Ook is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevraagd.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering moet worden verklaard nu de strafzaak niet aan verdachte is ten laste gelegd.
De raadsvrouw heeft geen verweer gevoerd.
Overweging van de rechtbank
Aan verdachte is de zaak betreffende de benadeelde partij [benadeelde 8] niet ten laste gelegd. Daarom zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering worden verklaard.

9.De beoordeling van het beslag

De rechtbank zal de Ford Focus met het kenteken [kenteken] die aan verdachte toebehoort en met behulp waarvan de feiten 1, 2, 4 en 5 zijn begaan verbeurd verklaren.
De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
De rechtbank zal de teruggave van de geldbedragen van € 14.050,-, € 8.000,-, € 1.620,- en
€ 230,- aan de rechthebbende gelasten omdat geen strafvorderlijk belang zich daartegen verzet.
De rechtbank zal de teruggave van het geldbedrag van € 2,35 aan verdachte gelasten omdat geen strafvorderlijk belang zich daartegen verzet.

10.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 36f, 45, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

11.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder 3 ten laste gelegde feit;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 verklaart verbeurd de Ford Focus met het kenteken [kenteken] ;
  • gelast de teruggave van de geldbedragen van € 14.050,-, € 8.000,-, € 1.620,- en € 230,- aan de rechthebbende [benadeelde 6] ;
  • gelast de teruggave van het geldbedrag van € 2.35 aan verdachte;
  • verklaart de benadeelde partijen [benadeelde 4] , [benadeelde 3] en [benadeelde 3] niet-ontvankelijk in de vorderingen tot materiële schade en/of smartengeld;
  • verklaart de benadeelde partij [benadeelde 8] niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade en/of smartengeld;
 veroordeelt verdachte in verband met het feit 4 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde 6] van € 60,- aan materiële schade en € 1.000,- aan smartengeld, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 augustus 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij [benadeelde 6] in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde 6] , een bedrag te betalen van € 60,- aan materiële schade en € 1.000,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 augustus 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 20 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 bepaalt dat als de medeverdachte(n) (een deel van) het schadebedrag betaalt/betalen dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht;
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit 5 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde 7] van € 1.000,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 juli 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij [benadeelde 7] in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij [benadeelde 7] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot smartengeld;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde 7] , een bedrag te betalen van € 1.000,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 juli 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 20 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 bepaalt dat als de medeverdachte(n) (een deel van) het schadebedrag betaalt/betalen dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H.M. Pastoors (voorzitter), mr. E.S.M. van Bergen en
mr. M.S. de Vries, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C.M. Althoff, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 augustus 2023.
Mr. Van Bergen en mr. De Vries zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 6] van de politie Landelijke Eenheid Dienst Infrastructuur Geografische afdeling - Noord-West-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022361044, gesloten op 23 september 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 181.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 66-72.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 116-118.
5.Proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 1] , p. 48-49.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 54.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 60-61.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 66-67, 72-73.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 64-65.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 116, 119-121.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 125-126.
12.Proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 6] , p. 108.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 122.
14.Processen-verbaal van bevindingen, p. 134, 271, 448.
15.Proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 7] , p. 152-153.
16.Proces-verbaal van bevindingen, buurtonderzoek, p. 157.
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 160.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 163.
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 166.